Deze ochtend ontbijt ik met pancakes. De drie reuzepancakes op mijn bord blijken echter van het goede te veel. Ik laat zowat driekwart pannenkoek liggen en het is niet dat ik mijn best niet heb gedaan.
Vandaag staat een bezoek aan Kootenay National Park op het programma. Oorspronkelijk waren mijn vriend en ik niet van plan om dit park aan te doen, maar omdat Goofball zo enthousiast was over dit park, hebben we ons programma aangepast. Het is alweer een schitterende dag. De lucht is stralend blauw en er valt amper een wolkje te bespeuren. Het belooft een fantastische dag te worden.
Kootenay Park bevindt zich ten zuiden van Emerald Lake. De weg doorheen het park loop bijna recht naar het zuiden. Om tijd te sparen besluiten we eerst langs de snelweg naar het meest zuidelijke punt van het park te rijden (het badstadje Radium Hot Springs) om van daaruit dwars door het park naar het noorden te rijden. Toch een goeie vijf en half uur rijden in totaal. Goed voor een ganse dag onderweg, alle tussenstops meegerekend.
Het is alweer wachten op de shuttle voordat we kunnen vertrekken. Niet dat de shuttle niet frequent rijdt, je kan dag en nacht naar de receptie bellen en een tiental minuten later staat de shuttle er, maar je verliest gewoon tijd die leuker te besteden valt.
We doen er twee uur over om naar Radium Hot Springs te rijden. Onderweg schrijf ik wat aan mijn reisverslagen en tripadvisor reviews en stoppen we een paar keer om foto’s te maken van ospreys. Overal langs de kant van de weg zijn hoge palen geplaatst met nesten erop. Bijna elke paal heeft een nest. Ik slaag erin een paar echt mooie beelden te maken van de roofvogels.
Fait divers: onderweg passeren we “world’s largest paddle” ergens zomer midden in een veld neergepoot. Het gegeven is zo absurd dat ik er zelfs geen foto van maak.
Rond de middag zijn we in Radium Hot Springs. De pannenkoeken liggen nog op mijn maag, dus veel honger heb ik niet. We gaan voor een snelle lunch in koffiehuis ‘Meet on higher ground’. Ik bestel een champignonroomsoep, maar de soep is wat aan de koude kant. Jammer, want voor de rest is het wel lekker. Mijn vriend eet een sandwich en drinkt een caramel macchiato, het is een koffiehuis voor iets, he.
Ik weet niet of het aan de pannenkoeken, de soep of de vermoeidheid ligt, maar ik heb vandaag wat last van buikpijn. Al goed dat er geen zware inspanningen op het programma staan.
Jammer genoeg ontbreekt ons de tijd voor een bezoekje aan de Hot Springs waaraan Radium Hot Springs zijn naam te danken heeft. Nog iets waarvoor we zullen moeten terugkomen.
We rijden het park binnen langs de indrukwekkende Sinclair Canyon. Uit het niets reizen spectaculaire rotsmuren uit de grond. We passeren de Redwall Fault en genieten van de mooie landschappen. Onderweg stoppen we om de informatieborden te lezen en komen we meer te weten over de manier waarop Parks Canada de parken beheert en hoe de inzichten op dit vlak geëvolueerd zijn.
In de vorige eeuw probeerde men bosbranden zoveel mogelijk te voorkomen, maar dit verstoorde de natuurlijke cyclus van het natuurgebied. De periodieke bosbranden zijn een belangrijk voorwaarde voor verjonging van de bossen. Nadat een bos is afgebrand schieten er meteen nieuwe scheuten op. Sommige dieren houden zich vooral op in jonge bossen, andere dan weer in oude. De pine beetles, waar ik al eerder over schreef, leggen hun eitjes vooral in oude bomen. Doordat er in de vorige eeuw veel minder bosbranden waren, verouderde het bos en ontstond er een keverplaag. Vandaar dat men bosbranden niet meer bestrijdt maar enkel controleert om te voorkomen dat de brand bewoonde gebieden bereikt.
We stoppen ergens onderweg bij een prachtige rivier waarvan het water erg laag staat. We waden tot we aan onze enkels in het ijskoude gletsjerwater staan. Al houden we dat niet echt lang vol. De natuur is prachtig, de temperatuur zeer aangenaam en er zijn in velden of wegen geen andere mensen te bekennen. Dus ja, we hebben de kans aangegrepen voor een fijne vrijpartij.
Onderweg naar de Paint Pots spotten we nog eens een hert. Aan herten geen gebrek, hier. De Paint Pots zijn poelen waar vroeger oker gewonnen werd. De okerkleurige grond steekt prachtig af tegen het groen van de bomen en het blauw van de hemel. Erg fotogeniek. Alleen jammer van al de insecten die zich hier duidelijk thuis voelen. Ondanks al de insectenspray op mijn blote armen en benen ben ik alweer een paar beten rijker. In looppas keren we terug naar de auto, in de hoop sneller te lopen dan de insecten vliegen.
Onze volgende stop is Marble Canyon. We bewonderen de 35 m diepe dolomieten ravijnen die ingesleten werden door het gletsjerwater van Tokumm creek. Prachtig. Op de hellingen van de omringende bergen zien we overal fuchsia fireweed bloeien. Een bloem die zich typisch thuis voelt op plekken waar net een brand gewoed heeft.
Vlak voor het einde van Kootenay National Park maken we snel nog een fotootje van de paal die aangeeft waar de continental divide zich bevindt. Verder valt er daar eigenlijk niet veel te zien. We rijden verder naar Lake Louise in Banff National Park. Door het verlengde weekend stikt het er van het volk. Wij komen aan zo rond 18.00u en zien in de andere richting een lange rij auto’s die aanschuiven om weg te rijden van het meer. Ik had hoge verwachtingen van Lake Louise, een echt plaatje op al de afbeeldingen die ik al zag, maar mijn verwachtingen worden niet geheel ingelost. Ik vind het chateau dat aan de oevers van het meer gebouwd is bijzonder lelijk en de massa toeristen die selfies staan te nemen, maken dat ik niet echt kan genieten van deze plek.
We kijken even hoeveel dat het huren van een kano kost. Voor een tocht van een half uur betaal je 55 Canadian dollar (op Emerald Lake betaalden we 66 dollar voor twee uur). Een beetje schandalig vind ik dat. Nu, de rij is sowieso toch veel te lang en de verhuur stopt om 19u. Geen kano voor ons.
We twijfelen of we in de buurt van Lake Louise zullen avond eten. Het is niet zo ver naar Emerald Lake vanaf Lake Louise, maar die file zou wel eens roet in het eten kunnen strooien. Geen van beiden hebben we veel zin om op zo’n prachtige dag in de file te gaan staan. We lopen Chateau Louise binnen, maar het aanbod van de restaurants weet ons niet te bekoren en het lukt even niet om een 3G-connectie lang genoeg in stand te houden om tripadvisor te hulp te roepen. Het netwerk is waarschijnlijk overbelast door al die mensen die selfies zitten op te laden naar Facebook en Instagram.
Maar kijk, soms zit het al eens mee. Net wanneer we beslist hebben om dan maar naar Emerald Lake terug te keren (we zitten al in de wagen) lukt het toch om tripadvisor ingeladen te krijgen en lees ik dat de Deer Lodge waaraan we net voorbij gereden zijn, goeie reviews heeft. We maken rechtsomkeer, parkeren onze wagen en slagen er ondanks de drukte vlot in een tafeltje te bemachtigen. Het lijkt alsof de meeste mensen die Lake Louise vandaag bezoeken, hun eigen picknick mee hebben.
Mijn buikpijn is verdwenen en om dat te vieren bestel ik en cocktail met de welluidende naam ‘bison in the hills’, met wodka, limoen en bosbessenwijn en daarna nog eentje die ‘the backcountry’ heet, met bourbon, drambuie en honing. Allebei erg lekker. Op de menukaart staat kariboevlees. Hoe vaak krijgt een mens de kans om dit vlees te proeven? Niet zo vaak, dus mijn keuze is snel gemaakt. Ik stel me wel vragen bij het voorvoegsel ‘wild’, want ik kan me moeilijk voorstellen dat Parks Canada het toelaat om kariboes af te schieten in het Nationale Parken. Ik ga ervan uit dat het vlees afkomstig is van gekweekte kariboes.
Het smaakt mij alleszins geweldig. Mocht u ooit in de buurt van het veel te toeristische Lake Louise zijn, de Deer Lodge is een aanrader.
Bij het naar huis rijden, worden we getrakteerd op een fantastische zonsondergang. Ik schiet wat plaatjes door het raam, maar die doen de schoonheid van deze avond oneer aan.
Rond 22u zijn we op de guest parking. Ik bel opnieuw naar de receptie met de vraag de shuttle te sturen en een klein half uur later liggen we te weken in de hot tub. Ditmaal hebben we de hot tub niet voor ons alleen. Drie meisjes uit Vancouver hebben er acht uur over gedaan om Emerald Lake Lodge te bereiken, speciaal om morgen BC Day te vieren. Het is heel donker, dus ik kan hun gezichten niet onderscheiden, maar ze zijn praatgraag en we hebben een fijn gesprek.
We sluiten de avond af in de bar waar we op de valreep (het is 23u) nog een drankje kunnen bestellen. Twee cocktails vind ik meer dan voldoende, dus ik hou het bij een non-alcoholische limonade. We kunnen ons moeilijk concentreren op ons gesprek, want één van de diensters maakt duidelijk een kleine crisis door. Ze laat gedurende het dik half uur dat wij er zitten, maar liefst vijf glazen kapot vallen. Op een gegeven moment denken we echt dat ze op het punt staat om in huilen uit te barsten. Ik ben altijd wel te vinden voor een beetje real life drama, maar ik heb te doen met het meisje. Ik begrijp niet goed waarom de patron haar niet gewoon naar huis stuurt, het is duidelijk dat ze vandaag geen kwalitatief werk meer zal leveren.
Na weer een geslaagde dag kruipen we voor de allerlaatste maal onder de dekens van ons huisje in Emerald Lake Lodge. Ik zal deze magische plek missen!