Coachend leiding geven

Het gebeurt niet vaak dat ik écht enthousiast ben over een opleiding. De meeste opleidingen zijn in hetzelfde bedje ziek: te veel slides, te veel theorie, te saai. De opleiding die ik gisteren en vandaag gevolgd heb, is echter van een heel ander kaliber. De lesgever, een hippe zestiger die ongemeen boeiend kan vertellen, laat genoeg ruimte om de theorie in te oefenen samen met de medecursisten. De oefeningen zijn geen rollenspelen, maar vertrekken vanuit reële problemen van de deelnemers die zowel uit de privé- als uit de werksfeer komen. Het is niet zozeer dat je in de cursus wereldschokkende nieuwe dingen leert, want eigenlijk ken je de meeste technieken al. De cursus vestigt er gewoon de aandacht op en leert je er bewuster mee om te gaan. Vanaf vandaag ga ik dus proberen iedereen in mijn omgeving wat actiever mijn waardering te laten blijken.

Een linkje naar de website van onze lesgever.

Een weekendje Ardennen – vrijdag

Mijn vriend en ik verbleven dit weekend samen met zijn neven en nichten en hun nakomelingen in Sunparks in Vielsalm. Hoofddoel van dit weekendje was gezellig samen zijn. Dit keer had ik de organisatie van het weekend niet op mij genomen wegens te weinig tijd en vooral te weinig goesting. Mijn vriend en ik hadden wel aangeboden om de boodschappen te doen voor het ganse weekend.

Omdat mijn vriend en ik het de laatste tijd ontzettend druk hebben op het werk, waren we later dan wenselijk in de Colruyt in Leuven. We winkelden al hollend door de Colruyt op basis van een onvolledig boodschappenlijstje dat ons door één van de nichtjes bezorgd was. Het was al half acht voordat we richting Vielsalm konden vertrekken. Al een geluk dat we ons oorspronkelijk plan om pas in Luik te gaan winkelen veranderd hadden.

Het geluk was echter niet aan onze kant, want vlak voor Luik bleek er een tunnel gesloten zijn, waardoor we een omleiding moesten volgen doorheen Luik. Het pluspunt: ik zag voor de eerste keer de overdonderdende schoonheid van het station Luik-Guillemins in het echt. Het minpunt: het verkeer ging stapvoets en we zagen heel onze timing overhoop gehaald. Onze eigen magen begonnen ondertussen serieus te rammelen en we vermoedden dat het bij de neefjes en nichtjes die op onze boodschappen zaten te wachten niet anders zou zijn.

Uiteindelijk waren we pas rond half tien in Vielsalm en bleken we zowat de laatsten te zijn. Gelukkig waren er onder de deelnemers twee professionele koks die het heft in handen namen en in een mum van tijd overheerlijke pannenkoeken op tafel toverden. Na een eerste hap van mijn pannenkoek met appeltjes voelde ik de stress in mijn lijf afnemen.

De rest van de avond babbelden we en speelden we spelletjes. We kropen vroeg in bed, een beetje bang gemaakt door het vooruitzicht van wenende baby’s in de ochtend.

De dag dat we geëvacueerd werden

Door de drukte van de laatste dagen, heb ik jullie nog helemaal niets kunnen vertellen over de allereerste keer in mijn leven dat ik geëvacueerd werd.

Woensdagavond, rond kwart na vijf, vertrokken we vanuit Brussel Centraal naar Leuven. We waren nog geen drie minuten aan het rijden of de trein kwam plotseling tot stilstand, op een zucht verwijderd van Brussel Noord . We hadden meteen het gevoel dat er iets niet klopte. En ja, daar weerklonk de stem van de conducteur: technische problemen. De machinist deed zijn best om het opgelost te krijgen.

We maakten meteen al een kruis over ons eerste uur Japans taalpractitum. Oh well, toch al niet ons favoriete onderdeel van de les. Gelukkig hadden we wel onze cursussen bij en wat blijkt? Er is geen betere leeromgeving denkbaar dan een trein gestrand tussen twee stations zonder internetconnectie. Eén van mijn meest productie studeeruurtjes tot nu toe dit semester.

Na een half uur of zo werden we officieel een trein in nood en kregen we te horen dat we geëvacueerd zouden worden. Ik voelde me zowaar een damsel in distress.  Na een anderhalf uur wachten, mochten we de trein verlaten. Twee galante heren hielpen mij vanaf het trapje op de sporen springen en hier en daar stond iemand om ons met een zaklantaarn bij te lichten.

Na een kort wandelingetje tot aan Brussel Noord konden we onze reis naar Leuven verder zetten om nog net de pauze en het tweede deel van de Japanse les te kunnen meepikken.

Meteen het spectaculairste wat ik deze week meemaakte. (Wat zegt dit over mijn leven?)

We’re all connected

Vrijdagavond gingen mijn vriend en ik naar het USO-reisconcert in de PDS. Ik had niet verwacht veel bekenden tegen te komen, maar kijk, de Russische les bleek goed vertegenwoordigd te zijn (waarschijnlijk voelde iedereen zich zwaar onder druk gezet omdat twee van onze klasgenootjes meespelen in het USO ;-)). En na het concert liep ik op de receptie geheel onverwacht iemand tegen het lijf met wie ik nog in de studentenvereniging gezeten heb. De (zwangere) dame in kwestie bleek dan weer mijn in het USO spelende klasgenootjes uit de Russische les te kennen. En dit weekend vond ik op Facebook het meisje terug met wie ik jaren geleden in de noteleer zat en die toen mijn beste vriendinnetje was. En zij blijkt nu het lief te zijn van een collega met wie ik regelmatig samenwerk.

Had ik al eens gezegd dat het een kleine wereld is?

PS: Na elk klassiek concert dat ik bijwoon, zucht ik dat ik toch dringend mijn instrument eens vanonder het stof moet halen. Tot nu toe is het nog altijd bij zuchten gebleven.

Apéro-crémaillère

Tot voor enkele dagen had ik dit prachtige woord nog nooit gehoord. Een apéro-crémaillère is niet alleen een mooi woord, maar ook de Franse versie van een housewarmingparty.  Zodoende richtten we gisteren namiddag onze schreden (en onze wagen) naar de Brusselse rand en kon ik nog eens mijn beste Frans boven halen. Al was ik, met mijn inkrimpende Franse woordenschat, veel te snel uitgepraat naar mijn goesting. Stiekem was ik opgelucht toen er een Nederlandstalige collega van mijn vriend aanbelde. Mijn voorraad synoniemen om het koppel te feliciteren met hun gezellige nieuwe woonst was op dat moment al helemaal uitgeput en de langer wordende stiltes begonnen wat pijnlijk te worden.

Don’t drink and drive

Citaat uit een interview met een verkeersslachtoffer in de Standaard:

Nieuwjaar komt eraan. In ons land stapt men makkelijk in de wagen na een bedrijfsreceptie waar iets te veel champagne is geschonken. Drinken en rijden is hier maatschappelijk aanvaard. Daarom vind ik die collectieve boosheid na zo’n ongeval zo dubbel. Als we als maatschappij aanvaarden dat je mag rijden én drinken, horen die ongevallen erbij.

De vinger op de wonde. Don’t drink and drive, het wil er bij de meeste Belgen nog steeds niet in. Het is waar, ik zie het zelf maar al te vaak: mensen die na enkele glazen op een receptie vrolijk achter het stuur kruipen. Of na een uitgebreide diner met meerdere gangen en aangepaste wijnen nog een degustiefje bestellen en dan fluitend naar huis rijden. Ik maak er tegenwoordig zelfs geen opmerking meer over als ik vrienden dit zie doen en dat terwijl ik vroeger nochtans een hartstochtelijk voorstander was van het rijbewijs met punten. Het is antwoord is voorspelbaar:  “Och, er zijn toch zo weinig alcoholcontroles, de kans om gepakt te worden is bijna nihil.” Maar daar gaat het niet over. Wat kan mij die boete schelen? Een mensenleven valt niet in geld uit te drukken. Zo’n verlies is onherstelbaar.