Danone-automaat

Eén van de kleine ergernissen in mijn bestaan: de Danone-automaat in het CLT. Tijdens de pauze tussen de lessen door, drink ik al eens een actimelletje of eet ik al eens graag een rijstpapje. Sinds de plaatsing van de automaat, ettelijke jaren geleden, heeft het ding al meer niet dan wel gefunctioneerd. Eerst was het maanden aan een stuk onmogelijk om het luikje met de plastic lepeltjes te openen, wat hilarische beelden opleverde van mensen die hun puddinkje met hun vingers uitlepelden, dan weigerde de automaat geldstukken van 1 en 2 euro aan te nemen en nu valt al het geld er gewoon door. Wat lange files aan de automaat oplevert, omdat hongerigen en dorstigen tegen beter weten in blijven proberen de machine te overtuigen hun geld aan te nemen. Onbegrijpelijk dat een bedrijf als Danone er niet op toeziet dat apparaten waarin hun producten verkocht worden correct functioneren. En onbegrijpelijk dat de verantwoordelijke van de automaat er niets mee inziet dat al dat geld van potentiële klanten verloren gaat.

En ik, ik leid honger en dorst tijdens de pauzes.

Familiebezoek

Gisterenavond hadden we mijn vader, mijn broertje en zijn vriendin op bezoek. We besloten het onszelf niet te moeilijk te maken en serveerden als voorgerecht wat rauwe groentjes met humus, miniquiches uit de Delhaize en vishapjes van De Walvis. Voor het hoofdgerecht kozen we een simpel gerecht uit één van de kookboeken van Jamie Oliver: kip in papillot met witte wijn, tijm en paddenstoelen. Supergemakkelijk: je kiepert alles in zo’n aluminiumzakje en schuift de zakjes op een bakblik in de oven.

Totdat er een zakje scheurt natuurlijk. Wat gevloek, overladen naar een nieuw zakje, de wijn bijvullen en de timer van de oven opzetten. Wat we even uit het oog verloren waren, was dat we de stukken vlees iets groter genomen hadden dan in het recept en dat we dus de baktijd moesten verlengen. Uiteraard viel onze euro pas toen de zakjes al geopend op de borden lagen en de kip van binnen nog rozig bleek te zien.

Flater, flater. Al een geluk dat wij geen ambitie hebben om aan kookprogramma’s deel te nemen. De kippenborsten werden uit de kapotte zakjes gevist, in stukken gesneden en vervolgens in de microgolfoven opgewarmd, terwijl ik inwendig vloekte om zoveel stommiteit. Zeven minuten langer in de oven was waarschijnlijk voldoende geweest om een goed gare kip te verkrijgen en ondertussen koelde de pasta af op de borden.

Enfin, de kip raakte warm en zelfs met koude pasta viel het nog wel te eten. Maar we hebben beslist geen professionele indruk gemaakt.

Als dessert stonden een chocoladetaartje en appeltaartje van bij Demeestere op het menu. Tussen het eerste en het tweede stuk chocoladetaart en het tweede en het derde glas Drambuie liep het ergens mis met de maag van mijn broertje. Waardoor hij weeral een deel van de avond op het toilet kon doorbrengen. Het was minder erg dan de vorige keer, maar wegens de herhaling voelde ik mij dubbel zo schuldig. De volgende keer krijgt hij enkel nog maar water van mij. Beloofd.

Alweer een memorabele avond ten huize yab.

Strobistjes in het donker

Gisterenavond met de collega’s uit de fotografiecursus gaan foto’s nemen in het Groot Begijnhof. Al moet ik zeggen dat de locatie, hoewel zeer mooi, me niet echt inspireerde. Veel te weinig omgevingslicht om er iets deftigs van te maken, waardoor je een kapotgeflitst model kreeg en een nog altijd veel te donkere achtergrond. Het was niet evident om de juiste balans te vinden.

Ik denk dat niemand echt overliep van enthousiasme, want de opwarmpauze in de Dijlemolens werd al gauw een opwarmuurtje. Gelukkig was de chocomelk Dijlemolens de ideale remedie om die verkleumde vingers weer op temperatuur te krijgen.

Relativeren

Na een dag non-stop vergaderen van tien uur ‘s ochtends tot zeven uur ‘s avonds met vieze broodjes als middagmaal, voelde ik me wel heel erg zielig. Ocharme, zo hard moeten werken. Wat heb ik toch een zwaar leven! Dat gevoel van zelfmedelijden was echter snel verdwenen toen ik de blogberichten las over de toestand van de middelste dochter van een ex-studiegenootje. Wat zit ik hier te klagen over futiliteiten als op dit eigenste moment een kleine meid van vier jaar op intensieve zorgen helse pijnen ondergaat na een zware operatie en bestraling. ‘t Is toch allemaal niet eerlijk verdeeld in het leven.

Stoomwolkjes

Vandaag een absolute rotdag op het werk: ergens 5000 euro verdwenen (laat ons hopen dat die even automagically terug opduikt als dat die verdwenen is), achterstallig werk dat opstapelt, misverstanden, bergen onbeantwoorde mails en dan een absolute rotmail van mijn directe leidinggevende waardoor de stoomwolken bijna uit mijn oren kwamen. ‘t Was een fait divers, dat wel, maar door de toon waarop de mail gesteld was, echt wel de druppel. Enfin, ik ben het hem gaan zeggen, want ik blijf niet graag met zulke dingen op mijn lever zitten. Maar ik weet niet of de boodschap is aangekomen.

Enfin, morgen belooft alweer een bijzonder hectische dag te worden, vanaf 10 uur staan er aaneensluitend vier vergaderingen in mijn agenda gepland. What fun that will be!

Change of plans

Niet één, maar twee afspraken werden dit weekend afgezegd, waardoor we onverwacht een zaterdagavond doorbrachten met een ex-collega van mijn vriend en zijn vrouw in hét beste Italiaanse restaurant van Leuven (een gelukkig toeval dat ze nog niets in hun agenda hadden staan). Het eten was alweer subliem en de glazen wijn werden overvloedig bijgevuld. Zondag werd een rustige dag op het appartement: mijn vriend gaf de badkamer een grondige beurt, we namen op het gemak een bad (zo relaxerend dat ik in slaap viel), er werd een beetje geknabbeld aan de fotoachterstand, de was werd gedaan en ik deed een heel klein beetje voor het werk (I know).

A room with a view

Soms, dan doet er zich al eens een buitenkansje voor. En als dat het geval is, dan moet een mens die kans grijpen, nietwaar? En zo sliepen mijn vriend en ik van donderdag op vrijdag tussen de splinternieuwe lakens van het splinternieuwe hotel Park Inn, op nog geen kilometer van ons eigen appartementje. En dat na een gezellig diner met een Leuvense levensgenieter en Italië-enthousiast in het al even splinternieuwe restaurant RBG, terwijl we genoten van een flesje Italiaanse Chianti uit 2006, een uitmuntend wijnjaar volgens onze wijnkenner van dienst. En wie ben ik om hem tegen te spreken. 😉

Fotoshoot!

Vanavond poseerden drie knappe kerels voor de lens van mij en mijn mede-leerlingen. Het internet is toch een geweldige plek. Je plaatst een oproep op twitter of facebook en hup, daar dienen zich spontaan enkele modellen aan. Eén van de modellen was een medestudent van mijn vriend en had ooit nog bij mij in één of ander aartsmoeilijk burgievak gezeten. Leuk om nu kennis te maken met zijn vriend. Echt een fijn koppeltje en wat een compatibiliteit! Een informaticus en een psycholoog, kan een koppel elkaar nog beter aanvullen? Ze zagen er superverliefd uit, en dat terwijl ze toch al zes jaar samen zijn. Knap! En dat geldt ook voor de foto’s. Ik hoop dat de modellen er zelf ook blij mee zijn.

(En ja, ook nu weer raakten we het laatste kwartier van de les pas echt op dreef.)

(Oja, we hebben strobistje gespeeld, wat hilarische taferelen opleverde van mensen die op de grond lagen met twee flitsen of op stoelen klommen om toch maar de juiste belichtingshoek te vinden.)

Limburg

Altijd leuk, een uitstapje met collega’s, zeker als er ook nog eens interessante projecten te bekijken vallen. En zo belandden mijn teamgenoten en ikzelf dankzij de goede zorgen van onze bedrijfschauffeur op de e-culture fair in het verre Hasselt. Een beetje back to the roots voor mij. Al heb ik nooit ook maar één moment heimwee gehad naar mijn Limburgse heimat. ‘t Is vreemd, zelfs als kind voelde ik me niet thuis in het slaperige plattelandsdorpje waar ik ben opgegroeid. Zo lang als ik me kan herinneren heb ik een hekel gehad aan die dorpsmentaliteit: het gefluister achter de mensen hun rug, de gemaakte vriendelijkheid, het stiekeme leedvermaak als het iemand eens wat minder voor de wind ging, het gewijs wanneer iemand een nieuwe auto voor zijn deur had staan (ho! ho! waar heeft die dat geld vandaan!), de naijver, het geroddel,… Niet dat dat in een stad niet zal gebeuren, maar op de één of andere manier wordt ik daar nu minder mee geconfronteerd.

Niet dat Limburg geen mooie streek is. Al dat groen om in te wandelen, de geschiedenis van de mijnstreek, mooie steden als Hasselt, Sint-Truiden en Tongeren, dat alles is zeker de moeite. Alleen er wonen, neen dat hoeft voor mij niet meer zo nodig. Want, hoeveel moeite het mij ook kost om mijn accent te verbergen, ik voel mij al heel lang Leuvense, veel meer dan ik mij ooit Limburgse gevoeld heb.