Vannacht heb ik weer heel wat afgereisd in mijn dromen. Dat er hier en daar een lijk en wat doodskisten aan te pas kwamen, probeer ik daarbij te vergeten. Die verhoogde droomactiviteit hangt ongetwijfeld samen met de naderende examens en de toenemende stress. Het is een halfjaarlijks wederkerend fenomeen.
In mijn dromen was ik eerst samen met mijn vriend in Schotland (waar ik ook in realiteit al ben geweest). Het had er gesneeuwd, maar nu was de sneeuw aan het dooien. Er is niets lelijker dan smeltende sneeuw. Daarna was ik met een hele grote groep vrienden en oud-studiegenootjes op stap in een museum in Stockholm (waar ik in realiteit nog nooit geweest ben). Het was een reusachtig groot museum, zo groot dat heel onze planning overhoop gegooid werd. Iedereen had honger, maar het einde van het museum was nog lang niet in zicht. En ik de reisleider maar troosten dat het niet zijn schuld was.
Blijkbaar ben ik niet de enige die last heeft van rare dromen. Mijn vriendje droomde deze nacht dat ik een baby ging krijgen en alles liep in het honderd. Hij moest nog vanalles regelen, we waren nog niet verhuisd en er liepen hem hopen mensen voor de voeten. Hij zei dat het een heel stresserende droom was.
En toen was ik stiekem een beetje blij met mijn reisdromen. Die doodskisten neem ik er wel bij. 😉