Donderdag 5 augustus 2010 – Van Stockholm naar Kopenhagen

Een zonnige dag vandaag. Van alle steden die we tot nu toe bezocht hebben, heb ik het gevoel dat we van Stockholm het minst gezien hebben. Stonden nog op mijn lijstje en zijn we gewoon niet aan toegekomen: Drottningholm, Långholmen en de vikingschat in het Historiska museet. De openingsuren waren gewoon te beperkt voor mensen die veel willen zien. De meeste musea en historische gebouwen gaan pas open om tien uur ‘s ochtends en sluiten om vijf uur, soms zelfs al om vier uur ‘s avonds. Alle hop-on hop-off boten varen maar tot half zes.

De rit Stockholm-Kopenhagen duurt zeven uur. Dat maakte dat we niet veel tijd hadden om nog iets te doen in Stockholm. Gelukkig was het Vasamuseet wel al om half negen open. Applaus! Als er één museum in Stockholm is dat je zeker gezien moet hebben, dan is het dit. Het museum werd helemaal gebouwd in functie van het oorlogschip Vasa. De Vasa werd gebouwd voor de Zweedse koning als uithangbord om zijn macht tentoon te spreiden en zonk in 1628 tijdens zijn eerste vaart in de haven van Stockholm. Het schip zonk omdat het zwaartepunt te hoog lag en er niet voldoende ballast was in de onderste ruimen. Bovendien was het schip ook te smal in verhouding tot de hoogte. Toen het schip bijna klaar was, voerde men een stabiliteitstest uit waarbij men dertig mannen van de ene kant naar de andere kant van het schip liet lopen. Noodgedwongen moest men de test stopzetten, omdat het schip toen al dreigde te kapseizen. Met andere woorden: het schip was gedoemd om te zinken.

In de jaren vijftig werd het wrak gelocaliseerd en in 1961 werd het na veel voorbereiding boven gehaald. Door het weinig zoute water in de haven van Stockholm werd het hout niet aangetast door wormen die normaal in zeewater leven en bleef het eikenhout goed geconserveerd. Jarenlang werkte men aan het wrak om het zo goed mogelijk te bewaren en al de verschillende onderdelen weer in mekaar te puzzelen. Om te voorkomen dat het hout door het uitdrogen zou beginnen splijten, werd het schip behandeld met polymer polyethylene glycol. De Vasa blijft echter langzaam aan verder aftakelen en er wordt voortdurend onderzoek gedaan naar hoe dit proces te vertragen.

Het resultaat daarvan valt te bewonderen in het Vasamuseet. Het schip is werkelijk indrukwekkend. Wat wij vandaag te zien krijgen, is het donkere, ongekleurde eikenhout. In de zeventiende eeuw was het ganse schip prachtig gekleurd. Het moet nogal dramatisch geweest zijn, dat prachtige schip met al die kanonnen dat kapseisde in de haven. De boot zonk zo snel dat veel mensen aan boord zich niet konden redden. In die tijd konden de meeste mensen ook niet zwemmen. Eeuwen later probeert men aan de hand van het skelet van de mensen die verdronken, een deel van hun levensverhaal te reconstrueren.
Als je niet zoveel tijd hebt, bekijk dan zeker de film in het museum waar het hele verhaal van de vondst, de berging en de conservering van het wrak uit de doeken wordt gedaan. Er is ook de mogelijkheid om een gratis rondleiding in het Engels te volgen.

Wij aten snel iets kleins in het museumcafé: een stukje taart en wat koffiekoeken. En kijk eens aan, ze verkochten hier hetzelfde soort zondige chocoladebol als ik in Helsinki at. Hier heette die bol een Vasa cannonball. Ik kon het niet laten zo’n kanonskogel op te smikkelen.

Ik ging nog snel naar het toilet en dan vertrokken we terug naar het hotel. Wat de toiletten betreft, moet me toch iets van het hart. Die zijn er in de toeristische attracties in Stockholm veel te weinig en de weinige die er zijn, zijn smerig. Als je een museum of bezienswaardigheid open stelt voor toeristen, is het belangrijk dat je hen ook in het kleinste kamertje comfort biedt. Op dat vlak heeft Zweden nog veel te leren van Duitsland.

In de parking van het hotel bleek dat we bovenop het geld dat we betaald hadden voor de 48 uur parkeren, nog eens 22 euro extra moesten betalen, omdat we drie uur langer waren gebleven dan die 48 uur. En zo werd ons bezoekje aan het Vasa museet plots wel heel duur.

De rit naar Kopenhagen bracht ons zon, hevige regen, uitzichten op een schitterend meer en een tocht over de lange, lange tolbrug tussen Zweden en Denemarken. Onderweg stopten we in een McDonalds voor een late lunch. Het moet al meer dan tien jaar geleden zijn dat ik nog eens een voet in een McDonalds zette en ik denk dat ik er nu weer voor tien jaar tegen kan. Het is niet dat hun slaatjes zo geweldig zijn.

We waren blij dat we uiteindelijk rond een uur of negen in Kopenhagen aankwamen. Het laatste hotel van onze reis door Europa viel wat tegen. Heel kleine kamer, zonder airco of andere mogelijkheid om de kamer te verluchten en het personeel aan de receptie was nogal kortaf. Ofwel hebben Denen een raar gevoel voor humor. Ik vroeg beleefd of we ergens onze wagen kwijt konden en kreeg op een nogal onvriendelijk toontje te horen dat het hotel geen parking had. En toen we vroegen waar we zo laat op de avond nog iets kleins konden eten, een soepje of een snack, lachte de kerel aan de receptie ons gewoon uit. Is dat zo’n rare vraag, misschien? Wie eet er nog rond een uur of tien een uitgebreide driegangenmenu? Gelukkig wist hij ons toch de weg te wijzen naar een Chinees restaurant waar we snel en goedkoop aten.

Woensdag 4 augustus 2010 – Stockholm

Het eerste wat we deden toen we opstonden, was het gordijn open trekken en naar buiten kijken: dikke grijze regenwolken ontsierden de hemel. Dat viel tegen. Na het ontbijt in het hotel (dat trouwens voortreffelijk was, je kon er zelfs je eigen verse fruitsapje persen), reserveerden we meteen een plekje in het restaurant van het hotel. We wilden het ons gemakkelijk maken en ‘s avonds niet door de regen moeten lopen op zoek naar een plek om te eten.

Eerste bezienswaardigheid op ons lijstje: het Kungliga slottet. Onderweg naar het slot kochten we twee paraplu’s bij een marktkramer, want iedereen weet dat een paraplu bij je hebben, de beste manier is om ervoor te zorgen dat het niet regent. Het slot deed vroeger dienst als koninklijke residentie. Het middeleeuwse slot Tre Kronor dat vroeger op deze plek stond, brandde bijna volledig af in 1697. Er werd op de fundamenten van de ruïnes een nieuw slot gebouwd naar plannen van Nicodemus Tessin de jongere. Deze laatste schatte dat de bouw van het nieuwe slot zes jaar zou duren, het werden er uiteindelijk bijna zestig. Het nieuwe slot werd pas afgewerkt in 1754.

We startten met een bezoek aan het antiekmuseum van Gustav III die een verzameling deels antieke sculpturen bevatte. Het antiekmuseum profileert zichzelf als het ‘oudste museum ter wereld’. Of dat werkelijk zo is, weet ik niet. Feit is dat het enkele mooie sculpturen bevat, waarvan de slapende Endymion de mooiste is. Ook de levensechte portretten uit de Romeinse tijd waren de moeite. Grappig dat sommige beelden samengesteld waren uit onderdelen van andere beelden. En zo kon het al eens gebeuren dat men een mannenhoofd op een vrouwenlichaam plaatste.

We hadden ons bezoek aan Kunliga slottet zo gepland dat we ons bezoek aan het antiekmuseum een dikke twintig minuten voor de aflossing van de wacht zouden beëindigen. Toen we op de binnenplaats aankwamen waar de aflossing plaatsvond, bleek dat de toeschouwers al rijen en rijen dik te wachten stonden, waardoor het bijna onmogelijk was nog iets te zien. We besloten toch maar even te wachten, want zoveel toeschouwers wilde beslist zeggen dat het de moeite was. Bovendien versperden al die toeschouwers ons de weg naar de volgende etappe van ons bezoek.

Natuurlijk begon het net op dat moment te druppelen en zaten onze paraplu’s in onze rugzak die in de locker zat aan de andere kant van het plein waar we niet meer konden geraken. Pech. In de regen wachtten we op de Dragoner van de koninklijke lijfwacht, uitgedost in helblauwe uniformen met glanzende pikhelmen. Ze kwamen te paard aangereden en voerden onder muzikale begeleiding een ganse show op, waar ik helaas niet veel van gezien heb.

We waren het al snel beu en probeerden uit de mensenzee weg te geraken. Soms vraag ik me af wat het nut is van het blijven uitvoeren van zulke rituelen. Ok, het kadert in een oude rijke traditie en je pleziert er de toeristen mee, maar is de symboliek die achter heel die aflossing zit nog wel van deze tijd? Voelen de soldaten zich niet als toneelspelers die een stukje opvoeren? Is de monarchie tout court nog iets van deze tijd? De Zweden denken van wel, want hun koningshuis is erg populair. Zeker nu hun kroonprinses Victoria onlangs gehuwd is. We zagen op heel veel plaatsen foto’s van het pasgehuwde koppel en overal kon je prentbriefkaarten kopen met hun beeltenis op.

Toen we eindelijk ons uit de mensenmassa hadden kunnen losmaken, gingen we op zoek naar het Tre Kronor museum. Door de slechte wegwijzers en plannetjes vonden we het niet direct en als we het niet waren gaan vragen, hadden we het zeker niet gevonden. Het museum Tre Kronor toont de overblijfselen van het eerste slot en probeert aan de hand van archeologische vondsten te reconstrueren hoe het leven er toen uit zag. Een heel boeiend museum, alleen jammer van de slechte verlichting. Ik begrijp dat je in zulke oude gewelven kiest voor sfeervolle verlichting, maar als het moeilijk wordt om de voorwerpen te zien en de uitleg te lezen, mag de verlichting toch net iets sterker zijn.

We lunchten in het café van het slot. Self-service, natuurlijk. Op de binnenplaats stond een kraam waar je allerlei lekkere dingen kon krijgen. Wel jammer dat je half in de regen moest staan aanschuiven om je bestelling te plaatsen. Mijn vriend en ik namen allebei een quiche met zalm en spinazie en deelden een apfelstrudel als dessert. Het café is echt goed, maar door het slechte weer moesten we noodgedwongen in de galerij binnen eten. Als de zon scheen, hadden we kunnen lunchen in de openlucht op het binnenplein zelf.

Op naar de koninklijke appartementen. Sommige vertrekken was men nog aan het restaureren. Erg interessant, want we konden letterlijk op de vingers van de restaurateurs zien. En ja, die koninklijke appartementen zijn magnifiek. Zoveel pracht, praal en bladgoud, het is ongelooflijk dat dit alles voor één enkele familie bedoeld was. We zagen de troonzaal waar koning Carl XVI Gustav gekroond werd en kroonprinses Victoria speechte toen ze meerderjarig werd. We zagen de volledig ingerichte eetzaal van één van de vorige koningen. Wetenswaardigheid: als je in die tijd als vooraanstaande adellijke heer of dame bij de koning te dineren gevraagd werd, mocht je in die eetzaal rechtstaan en toekijken hoe de koning zo’n twintig gangen binnen speelde. Zelf kreeg je niets.

Echt waar, ik vond de koninklijke appartementen prachtig. Maar al de overdaad duwt je met je neus op de ongelijkheid in onze maatschappij. Heb je het geluk als koningsdochter geboren te worden, dan is je bedje gespreid. Natuurlijk kan je hetzelfde zeggen over kinderen die in rijke families geboren worden en die al die rijkdom gewoon in de schoot geworpen wordt, zonder dat ze daar ooit voor hoeven te werken. Toch wringt dit ergens bij mij (ik zeg het jullie, diep van binnen ben ik een communist).

Enfin, alsof we nog niet genoeg pracht en praal gezien hadden in de koninklijke appartementen, brachten we als laatste een bezoek aan de schatkamer waar de kroonjuwelen lagen. Het is moeilijk om de schoonheid van de tentoongestelde objecten te beschrijven en jammer genoeg mochten we nergens in het hele slot foto’s nemen. Maar geloof me, de kronen, zwaarden, halskettingen en andere objecten waren fabuleus. De vakmensen die deze juwelen gemaakt hebben, moeten hier uren en dagen aan gewerkt hebben.

Na ons bezoek aan Kunlinga slottet bleek het zowaar al vijf uur in de namiddag te zijn. We hadden ons te veel laten betoveren door al die pracht en praal. Gelukkig was ondertussen de zon beginnen schijnen en hoopten we nog een boottochtje te kunnen maken, want alle andere musea en bezienswaardigheden sloten de deuren om vijf uur. Wat uiteraard veel te vroeg is! En aan laatavondopeningen doen ze precies niet in Zweden.

En toen sloeg het noodlot toe. Ik wilde nog enkele foto’s maken van zo’n op wacht staand soldaatje en toen ik de foto op mijn schermpje bekeek, zag ik midden op het scherm een schuine zwarte rechthoek die er beslist niet hoorde te zijn: de sluiter. Doeme toch. Ik wist meteen dat het om zeep was. Toestel kapot. Het is niet duidelijk of dit een laat gevolg is van de val in Gdańsk of dat de val in Gdańsk het kapot gaan versneld heeft.

Voor we op reis vertrokken, had het toestel al wat kuren (weigeren om scherp te stellen, weigeren om in het menu te gaan), die enkel opgelost konden worden door het af te zetten of zelfs de batterij eruit te nemen. Ik had echter gehoopt de levensduur nog wat te kunnen rekken. En dan wilde ik langzaamaan beginnen uitkijken naar een nieuw toestel. Voor de laatste dagen van onze reis was het kapot gaan van toestel niet zo erg. We hebben altijd een reservetoestel bij: die goeie ouwe Canon Powershot G7. Maar volgende week fotograferen op Marktrock met de Powershot, dat gaat lastig zijn. Zelfs al valt mijn Canon 450D nog te repareren voor een redelijke prijs (wat ik betwijfel en hij is buiten garantie), dan zal ik hem nooit volgende week terug hebben. Dus beslisten we op een bankje in Zweden dan maar zo snel mogelijk een nieuw toestel te kopen: de Canon 550D. Met wat geluk zou dit toestel nog voor Marktrock geleverd kunnen worden.

We probeerden het niet aan ons hart te laten komen en zochten een bootje om een tochtje te maken op het water en zo toch nog een leuk eind aan onze dag te breien. Blijkt dat die bootjes er ook allemaal mee ophouden rond een uur of vijf. Blah. Wij zijn toch beslist niet de enige toeristen die een boottochtje willen maken na vijf uur? Toch zeker niet in de zomer als het zo lang licht blijft. Gelukkig scheen ondertussen de zon!

We gingen dan maar op weg naar de enige highlight uit mijn reisgids die we nog konden doen: het café Sturekatten. Sturekatten is een heel bijzonder café. Het is er net alsof je op bezoek bent in een deftig herenhuis. Je betaalt aan de toog en dan neem je zelf je koffie of thee die op een tafel in het midden staan. En je schenkt zoveel bij als je wil. De gebakjes zagen er ook lekker uit, maar omdat het bijna etenstijd was, hielden we het bij een koffie en een chocomelk, die we dronken terwijl we in zachte fauteuils zaten.

We wandelden daarna nog wat door de straten van Stockholm tot het tijd was voor het avondeten in ons hotel. Ik had zalm met gegrilde groenten en zure room en mijn vriend had een Zweedse specialiteit: worst met ajuin en mosterd. Not exactly my cup of tea, die worst. Gelukkig was de zalm wel lekker! We dronken allebei iets alcoholvrij en besloten na het avondmaal ten volle te genieten van het comfort van onze slaapkamer. Ons flesje Riga champagne was op de juiste temperatuur en smaakte geweldig!

Dinsdag 3 augustus 2010 – Stockholm

Tijdens de nachtelijke boottocht werd de klok voor ons een uurtje teruggedraaid. Acht uur Finse tijd werd zeven uur Zweedse tijd, het moment waarop we aan het ontbijt verwacht werden. Het ontbijtbuffet was net als het buffet de avond voordien overvloedig. Enfin ja, ik ga hier niet opsommen wat er allemaal was. There was food, lots of it. En de lekkerste pannenkoeken van de hele reis.

Toen we om 9.30u in Stockholm van de boot reden, werden alle chauffeurs aan een alcoholtest onderworpen. De ferry’s op de Oostzee hebben een bepaalde reputatie dat er nogal veel gedronken wordt aan boord. Waaruit ik concludeer dat er vooral kapitaalkrachtige mensen met die ferry’s meereizen, want ons zo lazarus zuipen dat we ‘s ochtends positief zouden blazen, zou ons een aardige duit gekost hebben.

De kamer in ons hotel was nog niet klaar, dus lieten we de valiezen in de auto achter en trokken we direct de stad in. Het weer twijfelde een beetje tussen zon en regen, maar wij hoopten natuurlijk dat we het droog zouden houden. De enige paraplu die we mee op reis hadden, was een tijd geleden gesneuveld tijdens de eerste de beste windstoot in Wrocław.

We kwamen voorbij een pleintje met een leuk terras en besloten, nadat we een blik op de kaart geworpen hadden en redelijke prijzen zagen, hier al een vroeg middagmaal te eten. Niets bijzonders: een burger voor mijn vriend en een slaatje met garnalen voor mij.

In mijn reisgids stond een wandeling door Gamla Stan, de oude stad, beschreven. Dit leek ons een uitgelezen eerste kennismaking met de stad Stockholm. Gamla Stan ligt op het eiland Stadholmen. Veruit het belangrijkste gebouw op dit eiland is de residentie van de Zweedse koning Carl XVI Gustav. De smalle straatjes van Gamla Stan zijn autovrij, wat het er aangenaam kuieren maakt. In Gamla Stan ligt de geschiedenis van Stockholm voor het rapen. Vroeger had de Nationale Bank van Zweden hier haar zetel en je vindt er nog steeds de oudste patisserie van de stad. De kleine en grote pleintjes hebben bankjes en terrasjes waar je even kan pauzeren. Nadeel: er zwerven grote drommen toeristen door de smalle straten.

We bezochten de Tyska Kyrkan (Duitse kerk), een kleine, maar mooie kerk die getuigt van de aanwezigheid van Duitse kooplieden in Stockholm. We lasten even een pauze in op de mooie Stortorget, het centrale plein van Gamla Stan waar in de winter de kerstmarkt wordt gehouden. De gevel van de beurs neemt één kant van het plein in, de drie andere kanten worden opgevuld door mooie kleurrijke gevels en terrasjes, natuurlijk. De terrasjes zaten goed vol, maar al snel zagen we een leeg tafeltje. We haastten ons erheen, maar werden verjaagd door een behoorlijk onvriendelijke dienster. Om gewoon een kop koffie te drinken, waren we niet welkom. We werden echt bijna afgesnauwd. Ik kan ergens wel begrijpen dat je geen terrastafeltje wil verspillen aan mensen die alleen een kop koffie drinken, maar iets vriendelijker deze boodschap overbrengen mag wel. We voelden ons net schooiers.

Gelukkig vonden we wat verderop een ander terras dat op het uithangbord aankondigde dat je er ook voor een kop koffie welkom was. Mijn vriend dronk een biertje en ik een warme chocolademelk. We deelden een stukje chocoladetaart. De overtollige slagroom bij de taart liet ik in mijn chocolademelk verdwijnen en stiekem had ik een beetje heimwee naar die heerlijk vloeibare chocolade in Polen. Opmerkelijk detail: op de hoek van één van de huizen aan de Stortorget is een kanonskogel ingemetseld die zou zijn afgevuurd op de Deense koning Christian II. Deze koning staat in Zweden bekend onder de naam Krystian Tyrann, omdat hij op 7 november 1520 meer dan 80 edelen en bisschoppen liet terechtstellen.

Volgende halte: de Storkyrkan St. Nikolai, de geschiedenis van deze ‘grote kerk’ gaat terug tot de 14de eeuw. We waren net de kerk binnengegaan toen we hoorden omroepen dat de beklimming van de toren zou starten. Daar moesten we natuurlijk bij zijn. We vroegen aan de gids of we nog konden aansluiten. Dat was geen probleem, we konden nog snel een ticketje kopen aan de ingang. Mijn vriend betaalde voor de beklimming van de toren, maar een ticketje kreeg hij niet, ondanks zijn uitdrukkelijke vraag. Geen probleem, we mochten toch mee.

Omdat de klim ons langs een smalle trap naar omhoog zou leiden, mocht er maar een beperkt aantal mensen mee naar boven. Eerst mochten er maximaal twaalf mensen mee, daarna maximaal vijftien, maar toen bleek dat onze groep de vijftien personen overschreed, werden de regels nogmaals versoepeld. Blijkbaar mochten aan de ingang maximaal twaalf ticketjes verkocht worden voor de beklimming van de toren, maar hadden ze er daar wat met hun klak naar gesmeten. Omdat we geen ticketje hadden, vreesden we even dat we niet mee mochten, maar hup, heel de groep mocht aan de beklimming beginnen.

We kregen een heel boeiende uitleg van een priester in spé over de geschiedenis en de groei van de kerk. Heel bijzonder: in de toren zijn de restanten van een authentieke middeleeuwse smidse aanwezig. Die smidse werd daar geplaatst toen de toren verhoogd werd. Zo kon men ter plekke de trekijzers smeden die dienden om de muren bijeen te houden. We zagen ook de klokken en klommen tot we helemaal bovenaan een prachtig uitzicht op de stad hadden. De toren werd vroeger gebruikt als uitkijktoren voor brand. ‘s Zomers was dat een toffe job, maar ‘s winters was het daarboven verschrikkelijk koud. Zo koud dat een deel van het salaris van de mannen die de wacht hielden in wodka uitbetaald werd. Wodka die men dronk om zich warm te houden. En zo waakte een bende zatte mannen over de stad. 😉

Toen we opnieuw beneden waren, bezochten we de rest van de kerk. Vermeldenswaard is het prachtige beeld van de heilige Georges met de draak dat gemaakt werd door de beeldhouwer Bernt Notke uit de hanzestad Lübeck (diezelfde van de dodendans). En ook de preekstoel is zeer de moeite. In de kerk hangt ook de oudste afbeelding van de stad Stockholm. Het schilderij Vädersolstavla verbeeldt de atmosferische verschijning uit van nevenzonnen op 20 april 1535 boven Stockholm. Een gebeurtenis die men toen zag als een aankondiging van het einde der tijden.

We wandelden verder door de drukste winkelstraat van Gamla Stan, de Västerlånggatan, waar het krioelde van het volk en de souvenirwinkels. We zagen een heel leuk steegje, de Mårten Trotzigs Gränd dat op sommige plaatsen maar 90 centimeter breed is. Uiteraard wil elke toerist daar een foto nemen, dus het was aanschuiven. 😉

De wandeling door Gamla Stan had veel langer geduurd dan verwacht. Ondertussen was het al zes uur geworden en besloten we terug te keren naar het hotel om in te checken. De lucht begon ook steeds grijzer te worden en we vreesden dat er een flinke regenbui zat aan te komen. We keerden naar ons hotel terug langs de Drottninggatan, een mooie winkelwandelstraat.

Onze kamer in het Scandic Anglais hotel overtrof alle verwachtingen. We hadden een bijzonder comfortabel dubbel bed, een aparte salon en zelfs een balkon. We zaten op de achtste verdieping en hadden een mooi uitzicht op het park waarin de Koninklijke Bibliotheek lag. We legden alvast ons flesje Riga champagne koud, voor als we ‘s avonds een feestje wilden bouwen op de kamer.

Jammer genoeg werkte maar één van de twee liften in ons hotel. Jullie kunnen je voorstellen dat dit in een groot hotel met acht verdiepingen voor heel wat ergernissen zorgde. Hoe mooi onze kamer ook was, ik zal me dit hotel vooral herinneren als het hotel waar ik niets anders deed dan wachten op de lift. Al snel deden we geen moeite meer en namen we gewoon de trap naar beneden, maar acht verdiepingen naar omhoog zagen we toch iets minder zitten, zeker niet met valiezen. Onbegrijpelijk dat er niemand van het personeel op het idee kwam om één van de twee aparte personeelsliften open te stellen voor de gasten. Nu was het soms érg gezellig, zo op elkaar gepropt in de lift.

Eer we goed en wel geïnstalleerd waren, was het alweer half acht en kreeg ik seinen van mijn rammelende maag dat het etenstijd was. We gingen op zoek naar een (redelijk betaalbaar) restaurant niet al te ver van ons hotel, want ondertussen was het beginnen druppelen. We hadden geluk, nog geen straat verder troffen we het East Restaurang. Op de kaart troffen we een menu voor iets meer dan vijftig euro. De prijzen van de alcoholische dranken deden ons beslissen het bij een cranberry juice te houden. Toch zagen we, ondanks de dure prijzen, overal rondom ons mensen alcohol drinken.

Het menu was samengesteld uit gerechten uit verschillende Aziatiatische landen, een soort culinaire trip door Azië. Het was echt overheerlijk en zijn geld meer dan waard. Bovendien werden we bediend door een supervriendelijke ober die elk gerecht tot in de details kwam voorstellen met de nodige uitleg over hoe en in welke volgorde de gerechten te eten en dit alles in perfect Engels.

Dit aten wij:

Modern Sushi: sushi variation
Misoshiru: miso soup
Edamame: young soybean pods with sea salt

Korean Pancakes: Korean vegetable pancakes with sweetenen red pepper sauce
Tom Ka Gai: Thai chicken soup with coconut creme, lime and galangal
Nem: Deep fried spring roll with pork,lettuce, mint leaves and nuoc cham dip

Beef Kimchi: grilled dry aged stiploin with kimchi, pear and pickled fennel
Duck Tamarind: breast of duck with pineapple, macadamia nuts and tamarind wine sauce
Ahi Tuna Furikake: Furikake coated tuna with bean sprouts, shitake and teriyaki brandy sauce

Steamed Rice

Terwijl wij zaten te eten, maakten we kennis met een Zweedse gewoonte: in de rij wachten op een plaatsje. We zagen mensen binnen komen in het restaurant, informeren of er nog plaats vrij was en vervolgens rustig aansluiten achteraan de rij wachtenden. Ik zou er persoonlijk het geduld niet voor kunnen opbrengen en gewoon naar een ander restaurant gaan. De betere etablissementen in Stockholm hebben ook allemaal een portier, iets wat je bij ons bijna nooit ziet in restaurants.

Het was al flink laat toen we onze laatste gang achter de kiezen hadden en de regen was ondertussen steeds heviger geworden. We keerden terug naar het hotel, want we wilden vroeg gaan slapen om op tijd aan de volgende dag te beginnen. Ergens had ik in mijn hoofd dat we drie dagen in Stockholm zouden zijn, terwijl dit er bij nader inzien maar twee bleken te zijn. Hierdoor hadden we veel te weinig tijd om zelfs maar de highlights te doen. We konden niet anders dan proberen het maximum uit de volgende dag te halen.

Maandag 2 augustus 2010 – Van Helsinki naar Stockholm

Onze laatste halve dag in Helsinki. Om 17.00u vertrok onze ferry naar Stockholm. Omdat we het gevoel hadden dat we ongeveer al alles gezien hadden wat er te zien viel, deden we het rustig aan. We sliepen een beetje langer, ontbeten op het gemak en slenterden langs de Esplanadi naar de Kauppatori-markt. We maakten een tussenstop in de Kauppahalli, de overdekte markthal vlak bij het water. De kraampjes in deze markthal hebben mooie houten gevels en verkopen plaatselijke specialiteiten. Een must voor de liefhebbers van lekker eten. Ik kocht er een klein broodje met zalm, een proevertje. Daarna gingen we aan boot van één van de vele sightseeingingboten. Een mens kan nooit te veel boottochtjes doen op één vakantie. 😉

De zon scheen, de lucht was blauw en Helsinki zag er prachtig uit vanaf het water. Bijzonder: langs de kade zijn er plaatsen voorzien waar mensen hun tapijten met zout zeewater kunnen uitwassen en vervolgens te drogen hangen. De kust voor Helsinki is werkelijk bezaaid met eilanden en eilandjes. Het ene al mooier dan het andere. We voeren voorbij de oude haven en de zoo, ook gelegen op een eiland. De gids aan boord van de boot vertelde ons over de ambitieuze plannen om hele delen van de oude haven om te vormen tot nieuwe woon- en werkgebieden. We zagen ook de ijsbrekers die in de winter de haven ijsvrij houden. De gids vertelde ons dat in Helsinki de klimaatverandering heel erg merkbaar was. Waar ze vroeger heel strenge winters hadden, is sneeuw nu meer en meer uitzonderlijk.

Na onze tochtje met de Royal Line, brachten we een bezoekje aan de Uspenski-kathedraal, een orthodoxe kathedraal die nog herinnert aan de tijd dat Rusland het voor het zeggen had in Finland. De Russische tsaar Alexander II was trouwens erg populair omdat hij Helsinki de nieuwe hoofdstad van Finland maakte en de Finnen heel wat privileges toekende. Zijn standbeeld siert vandaag de dag nog het Domplein. Pas in 1917, tijdens de Russische revolutie, scheurde Finland zich los van Rusland. Lenin liet betijen.

Als laat middagmaal aten we iets op de Kauppatori-markt. Een tip als je snel en goedkoop wil eten, maar toch liever fastfood vermijdt: op de Kauppatori-markt vind je kraampjes waar je zalm met groenten en aardappeltjes of paëlla met zalm kan eten. Je moet wel een beetje opletten dat de meeuwen niet uit je bord komen eten. 😉 Voor tien euro heb je een middagmaal van aanvaardbare kwaliteit. Voor het dessert gingen we nog even langs de Kauppahalli. Ik kocht er een bol bestaande uit een soort zacht chocoladedeeg met rum en daarrond een laagje chocolade. Een caloriebom van de ergste soort, maar lekker, jongens toch. Gelukkig verkopen ze dit niet in België. 😉

Daarna was het een beetje zoeken naar hoe het laatste anderhalf uur in Helsinki op te vullen. We reden nog wat rond in een mooie wijk aan het water en besloten dan maar naar de terminal van de ferry te rijden. De M/S Silja Symphony zou ons in één nacht varen naar Stockholm brengen. Ook nu weer verliep alles vlekkeloos. We hadden een kleine kajuit met zicht op zee (extra voor betaald, natuurlijk) voorzien van alle comfort voor de nachtelijke tocht. Alleen jammer van het rookluchtje dat er hing. Blijkbaar zijn er mensen die het rookverbod op de boot aan hun laars lappen en zo een potentieel gevaarlijke en vooral ergerlijke situatie creëren voor hun mede-passagiers.

Op de boot waren alle toffe plaatsjes op het dek al ingenomen door mensen die duidelijk wisten dat ze er snel bij moesten zijn. Bijna iedereen zat er met een biertje of een cider te wachten tot het schip vertrok. Wij wilden niet achterblijven en kochten twee kleine flesjes schuimwijn om met plastic bekertjes te toosten op een behouden vaart. Met het bekertje in de hand voelden we de motoren van het schip onder ons trillen en zagen we Helsinki langzaam kleiner worden. En ik zeg het nog eens: Helsinki is het mooist gezien vanaf het water.

Toen Helsinki achter de horizon verdwenen was, verkenden we het schip. De M/S Silja Symphony was, zoals dat zo mooi heet, van alle comfort voorzien. Uiteraard kon je in talloze winkeltjes taxfree shoppen. Er waren restaurants voor elke portemonnée, slotmachines (brr), bars, een nachtclub,… Er was zelfs een sauna en een zwembad mét glijbaan voor de kindjes. In shoppen hadden we niet zoveel zin, bovendien vonden we de prijzen nu ook weer niet zó goedkoop.

Omdat we pas om 20.00u in het buffetrestaurant verwacht werden, zochten we een plekje in één van de bars. We nestelden ons in de stoelen van de winebar en dronken twee glazen dure, maar echt heel lekkere wijn (self-service, natuurlijk). Ik had al een beetje honger, dus dat ene glas steeg snel naar mijn hoofd en ik was blij toen we naar het restaurant konden gaan.

Het bleek een goeie keuze om bij het reserveren van de overtocht ook meteen een tafeltje in het buffetrestaurant vast te leggen. Het restaurant was volledig volgeboekt en al snel begrepen we waarom. Het buffet was werkelijk overdadig. Ongelooflijk. Er waren drie verschillende soorten kaviaar, gerookte zalm, terrines van zalm, ongepelde garnalen, mosselen in verschillende bereidingen, haring in allerlei sausjes, koud vlees en paté met bijhorende sausjes en dat was dan nog alleen maar het koude buffet (mijn favoriete buffet). Het warme buffet bood rosbief, zalm en witte vis met aardappeltjes, aardappelgratin of purée. Er waren ook frietjes, worstjes en balletjes aan een speciaal buffet ingericht op de juiste hoogte zodat de kinderen zelf konden opscheppen. Tafelwijn (die btw niet lekker was), water en fruitsappen waren verkrijgbaar aan de tapkraan. En de desserts, man man, maar toen had ik al zoveel gegeten dat ik me moest beperken tot een miniportie pannacotta en een minischepje chocomousse. Dikke aanrader.

Verder verliep de boottocht zonder noemenswaardigheden. Buiten het feit dat er rond vier uur ‘s nachts een tussenstop gemaakt werd in Mariehamn en dit omgeroepen werd op alle dekken. Ik dacht even dat we aan het zinken waren, maar sliep al snel weer in.

Dromen

Vannacht heb ik weer heel wat afgereisd in mijn dromen. Dat er hier en daar een lijk en wat doodskisten aan te pas kwamen, probeer ik daarbij te vergeten. Die verhoogde droomactiviteit hangt ongetwijfeld samen met de naderende examens en de toenemende stress. Het is een halfjaarlijks wederkerend fenomeen.

In mijn dromen was ik eerst samen met mijn vriend in Schotland (waar ik ook in realiteit al ben geweest). Het had er gesneeuwd, maar nu was de sneeuw aan het dooien. Er is niets lelijker dan smeltende sneeuw. Daarna was ik met een hele grote groep vrienden en oud-studiegenootjes op stap in een museum in Stockholm (waar ik in realiteit nog nooit geweest ben). Het was een reusachtig groot museum, zo groot dat heel onze planning overhoop gegooid werd. Iedereen had honger, maar het einde van het museum was nog lang niet in zicht. En ik de reisleider maar troosten dat het niet zijn schuld was.

Blijkbaar ben ik niet de enige die last heeft van rare dromen. Mijn vriendje droomde deze nacht dat ik een baby ging krijgen en alles liep in het honderd. Hij moest nog vanalles regelen, we waren nog niet verhuisd en er liepen hem hopen mensen voor de voeten. Hij zei dat het een heel stresserende droom was.

En toen was ik stiekem een beetje blij met mijn reisdromen. Die doodskisten neem ik er wel bij. 😉