Alweer een plantje extra

Gisterenavond (na de elektriciteitshock) hadden we afgesproken met vrienden E, T en hun schattige poppendochter M, omdat ze ons appartementje eens wilden zien. En ja, ze hadden een plantje en een kaartje bij om ons te feliciteren met onze verhuis. Een kleurrijke orchidee siert nu het aanrecht van onze keuken. Dit legt een zware verantwoordelijkheid op mijn schouders, want ik heb niet echt groene vingers. Planten hebben in mijn aanwezigheid de gewoonte om zielig weg te kwijnen. Maar ik heb gezworen dat ik het deze keer beter zal aanpakken. Ik zal de twee plantjes die we hebben gekregen, vertroelen en verzorgen en ze zullen groeien en bloeien (althans dat hoop ik).

Na de ronleidingen in ons appartementje, zijn we met z’n allen een uitgebreide, superlekkere menu gaan eten in restaurant Himalaya. Leuk gebabbeld. Gepraat over de toekomstplannen van E en T, nu E’s doctoraat bijna achter de rug is en hij een postdoc in het buitenland ambieert. Gespeeld met M, die gisterenavond een echt modelkindje was. Nog geen één jaar oud en ze is de hele avond mooi op de schoot bij mama en papa blijven zitten (de Himalaya had geen kinderstoeltjes). Iets voor het dessert gebracht werd, viel ze in slaap in de armen van mama T en blijkbaar lag ze daar goed. 😉

Heel leuke avond. Goed gezelschap en lekker eten, meer moet dat echt niet zijn.

En toen sloeg mijn hart een paar slagen over

Toen ik vanavond thuis kwam, bleek geen enkel apparaat, geen enkel stopcontact en geen enkel licht in ons appartementje nog te werken. Meteen doemden allerlei doemscenario’s op in mijn hoofd. Spookbeelden van gefrituurde elektronica trokken voorbij aan mijn geestesoog. Ik spoedde mij meteen naar de elektriciteitskast in de berging, waar bleek dat alle verliesstroomschakelaars en zekeringen gewoon op stonden. Lichte paniek borrelde in mij naar boven. Mijn vriendje was nog niet thuis en ik kon hem ook niet bereiken, want hij had zijn gsm thuis vergeten (wat hem nog nooit overkomen is). Dus liep ik wat op mijn eentje allerlei noodscenario’s te verzinnen. Met het weekend in zicht zou het niet zo gemakkelijk zijn om een hersteller te vinden. Ik zag ons al opnieuw op de stoep staan bij nonkel K.

Gelukkig is dit een verhaal met een happy end. Bij nader onderzoek bleek dat de elektriciteitsschakelaar in de kelder af stond. Vermoedelijk per ongeluk afgezet door één van de werkmannen die hier nog steeds rondwaren. Ofwel heeft er iemand ons eens flink willen kloten. Voor de zekerheid hebben we, nadat de schakelaar opnieuw in de juiste stand stond, toch maar alle apparaten één voor één getest. Groot was onze opluchting toen alles nog bleek te werken. Dat was schrikken.

Terrasje

Het eerste terrasje van het jaar 2007 is een feit. Deze avond na het werkcollege samen met mijn vriendje genoten van een overheerlijke salade niçoise (met verse tonijn!) op het terras van de Kosmopol. Zalig om in de buitenlucht te kunnen eten na een vermoeiende dag.

D’r liep trouwens veel bekend volk rond in Leuven. Op een kwartier tijd twee mannen van drieduizend (pieter jelle en i-manuel) en een oudstudiegenootje gezien. Iedereen zag er bijzonder goed gezind uit. ‘t Zal de invloed van het lentezonnetje zijn. 😉

Verf, verf, verf

Zo’n dagje schilderen is verdorie vermoeiend. Maar het resultaat mag gezien worden. We (= mijn vriend, zijn ouders, zijn broer en zus en ikzelve natuurlijk) hebben erg ons best gedaan. Het ganse appartement (plafonds inbegrepen) is van primer voorzien. Om dit resultaat te bereiken ben ik deze ochtend veel te vroeg uit mijn bed moeten kruipen en dat terwijl ik er gisteren eigenlijk een tikkeltje te laat erin lag. Eigen schuld, dikke bult, moest ik maar niet nog iets willen gaan drinken in de Wentelsteen met enkele toffe mensen.

Wat mij eraan doet denken dat ik iedereen die aanwezig was op onze BlogMeet van harte moet bedanken. Ik vond het een geweldige avond, heb talloze leuke gesprekken kunnen voeren en heb in één moeite mijn hoofdrekenen wat kunnen opfrissen. 😉 (Volgende keer gaan we toch met bonnetjes proberen te werken om de afrekening op het einde wat simpeler te maken.) Een dikke dankjewel ook aan mijn vriendje, die samen met mij de blogmeute trotseerde om centjes te verzamelen. ‘t Is een schatje (en hij kan goed kantjes schilderen).

Nu ga ik een lekker warm bad nemen. Ik denk dat ik vannacht goed zal slapen.

Hectisch

Vanochtend Italiaanse les (het eerste kwartier was weer afzien, mijn Italiaans zat héél ver). Na de les rap rap een boterhammetje gegeten en verf gaan kopen om ons appartementje een mooier uitzicht te geven. Volgens mij zijn wij de ideale klanten: wij vragen uitleg en beslissen vervolgens op vijf minuten wat we willen. Omdat we leven in een voortdurende race tegen de klok, hebben we niet de tijd om winkels af te lopen om prijzen te vergelijken. Als wij u online vinden en uw aanbod staat ons aan, is de kans groot dat u aan ons zal verkopen.

Daarna nog snel naar de Delhaize om voldoende brandstof in te slaan om morgen de noeste schilders van voedsel te voorzien. Douche genomen en nu naar de BlogMeet! Ik heb er zin in!

Food week

Na de food day, nu ook de food week. ‘t Was echt wel erg deze week en dan te bedenken dat er elders op deze aardbol mensen honger lijden. Decadentie ten top:
– zaterdag Indisch met L en D (veel en lekker);
– maandag teppanyaki met de broer en zus van mijn vriend (zeven gangen, dat zegt genoeg);
– woensdag een stevige boerenmaaltijd in Bokrijk;
– en gisteren een uitgebreide diner in de Earth Shake met de collega’s (partners inbegrepen) van mijn vriend.

Dit weekend ga ik een beetje vasten en kuisen (naar het schijnt verbrandt dat calorieën), denk ik zo.

Awoert University Squash

Gisterenavond heb ik mij héél, héél boos gemaakt. Naar goeie gewoonte gingen we op zondagavond een balletje slaan in de University Squash. Ik kom binnen en zie (en ruik) dat één van de klanten aan de toog zit te roken. Ik merk vriendelijk op dat het verboden is te roken in sportinfrastructuur en of hij alstublieft zijn sigaret zou willen doven.

“Stoort het u misschien dat ik rook?”
Ikke (inwendig denkend: onnozelaar): “Natuurlijk.”
“Maar juffrouw, ik kom hier al meer dan tien jaar en ik heb hier altijd gerookt.”
Ikke: “Dat kan goed zijn, maar de regelgeving is veranderd en vanaf één januari 2007 is roken niet meer toegelaten in sportinfrastructuur.”
Nog wat blabla, maar uiteindelijk is hij dan buiten zijn sigaret gaan oproken.

Ik schud het incident van mij af en begin te squashen. Een vijftal minuutjes later komt één van mijn squashparters zeggen dat de uitbater zelf ook staat te roken. Dat verklaart natuurlijk de asbak die open en bloot op de toog stond. Ik had het kunnen weten, want de uitbater is een onverbeterlijke verslaafde en dat voor een squashtrainer.

Dus ga ik naar de uitbater en zeg: “U weet toch dat het verboden is te roken in sportinfrastructuur?”
Wordt die vent lastig: “Dat is hier mijn zaak en ik doe hier wat ik wil. En honderd meter verder mogen ze wel roken. En dat is dikke discriminatie.”
Ik: “De regels zijn er om u aan te houden en ik squash liever in een gezonde omgeving.”

Enfin, natuurlijk praatte ik tegen een muur. We hebben ons squashpartijtje nog afgemaakt, maar ik heb niks meer geconsumeerd. En dat was meteen ook de laatste keer dat ik nog een voet in de University Squash gezet heb. Een squash club die een vieze en stinkende verslaving in stand houden, belangrijker vindt dan mijn recht om in een rookvrije omgeving te sporten, dat vraagt gewoon om een boycot.

Dikke awoert voor University Squash, stinkhol.