Deze avond namen we alweer afscheid van een collega. Toegegeven het feestje was bij lange na niet zo druk bevolkt als mijn fenomenale afscheidsfeestje en iedereen was meer dan vroeg genoeg weg opdat er geen boze bewaker aan te pas moest komen om de laatste feestvierders buiten te zetten, maar het was desalniettemin gezellig. Er waren lekkere broodjes voorzien (wat misschien een beetje raar was, zo om drie uur in de namiddag) en veel te veel aperitiefhapjes. Het afscheidnemend feestvarken (die net als ik op 14 juli ons bedrijf verlaat) moest helaas zelf al om half vijf vertrekken omdat hij zijn zoontje bij de crèche moest ophalen (het was een verrassingsfeestje en zijn vrouw zat net nu een weekje in Rome). Dus kaapte ik het feestje een beetje om mijn eigen afscheidsfeestje nog eens dunnetjes over te doen en bleef ik nakeuvelen met een aantal collega’s in een poging het broodjesoverschot weg te werken.
Er moet wel degelijk iets misgelopen zijn bij de bestelling van die broodjes ofwel hebben er veel mensen last minute hun kat gestuurd, want er waren bijna twee volle manden met elk een stuk of dertig broodjes over. Doodzonde om die lekkere broodjes te moeten weggooien, dus trok ik met een collega de stad Brussel in om als wilde weldoeners broodjes uit te delen aan de clochards en daklozen. Dat bleek al bij al een moeilijkere opgave dan verwacht. Zelfs clochards nemen niet zomaar het eerste het beste broodje aan. We werden voornamelijk op erg wantrouwige blikken onthaald en sommigen weigerden zelfs ons vriendelijke aanbod. Uiteindelijk lieten we het overschot achter op een plek waar we hoopten dat er nog daklozen zouden passeren die er iets aan hadden.
Spijtig, want ik hou niet van voedselverspilling.