Tuinpaviljoentjes

Deze namiddag zijn mijn vriend en ik naar de feestelijke inwijding van de gerestaureerde tuinpaviljoentjes van de Abdij van ‘t Park geweest. ‘k Heb niet zoveel tijd om een uitgebreid verslagje te schrijven (moet tegen morgen nog een werkje af hebben), maar dankzij het goeie weer was er veel volk. Veel chic volk ook: mensen die het zich kunnen permitteren zulke projecten te sponsoren uit pure filantropie. Waren aanwezig: burgemeester Tobback, Patricia, een handjevol professoren en erfgoedliefhebbers, een hoop vrienden van de abdij en wij, natuurlijk. :-) De prior van de abt gaf een mooie speech over “zijn” paviljoentjes (zijn veertigjarig priesterschap was onrechtstreeks de aanleiding voor de restauratie) en de architecte die de restauratie coördineerde gaf wat meer technische uitleg.

Na de speeches konden we onder het genot van een hapje en een drankje de paviljoentjes van binnen bekijken. Het viel niet mee om een drankje vast te krijgen, iedereen was dorstig en de mensen aan de toog waren nogal overrompeld door de massale opkomst. De hapjes waren trouwens de moeite: minigebakjes, koekjes, petits fours, sandwiches,…

Nog het vermelden waard: de kwinkslag op het einde van de speech van Tobback: “Ik ga de eer van het doorknippen van het lint aan de prior en de voorzitter van de Vrienden overlaten. ‘k Zou het zonde vinden zo’n mooi rood lint door te knippen.”

Enkele foto’s:



Succes!

Jaja, ons eerste feestje-van-de-drie was een groot succes. Al die pre-partystress was nergens voor nodig. 😉

Ondanks de foto’s die ik met de uitnodiging meegestuurd had, waren er toch nog redelijk wat mensen die ons appartementje niet vonden. Mja, een huisnummer valt hier nog steeds nergens te bespeuren. Dus voor de mensen die nog moeten komen: ‘t is de blok met aan de rechterkant een geweldig groot gapend gat (als dat geen mooie alliteratie is).

Natuurlijk zijn we weer veel te enthousiast geweest met de hoeveelheid drank die we voorzien hadden. Al een geluk dat er nog twee feestjes volgen, want doordat er redelijk wat mensen een flesje drank als cadeautje bij hadden, is onze drankvoorraad ongeveer gelijk is gebleven. Alleen de alcoholvrije dranken zijn serieus geslonken. 😉

We hebben trouwens erg leuke cadeautjes gekregen. De olielampjes voor buiten hebben we meteen aangestoken en op het balkon gezet. Daar gaan we de komende feestjes nog veel plezier aan beleven. Dat geldt ook voor het flessenophangding (iemand een idee hoe dat heet, da’s zo’n spul waarin je de flessen ondersteboven hangt en dat rond zijn as draait) dat meteen al dienst kon doen om de cocktail maison te bereiden. (Alleen jammer dat mijn tong blauw uitsloeg na het drinken van te veel cocktail maisons. Nog jammerder is dat daar fotografisch bewijsmateriaal van bestaat.) Verder hebben we nog bonnen gekregen, een wijnrekje, fotokaders en een bakset en speciaal bakpapier (sommige mensen hebben te veel vertrouwen in mijn kookkunsten, vrees ik). Wie weet bak ik tegen het volgend feestje wel een cake. 😉

Door het mooie weer konden we de ganse avond/nacht het schuifraam laten openstaan en volop genieten van het uitzicht op het sfeervol verlichte balkon. Dertig personen was een leuke bende, maar er kon gerust nog meer volk bij. Ik had wel gezegd tegen de aanwezigen dat ze zelf hun drank mochten nemen, want anders kon ik de ganse avond ober spelen en daar had ik geen zin in. ‘k Heb nu al wat minder schrik voor die meer dan vijftig gasten op het laatste feestje.

Doordat ik mij zo goed aan het amuseren was, vloog de avond voorbij en ben ik gewoon helemaal vergeten de pizza’s klaar te maken die we gekocht hadden om de gasten een laatavondsnack te maken. Achja, diepvriespizza’s worden niet zo snel slecht. Ze zullen wel op raken.

‘k Heb ook nog groot nieuws te horen gekregen. Mijn goeie vriendin F die ik al ken van in het middelbaar, is zwanger. Jaja, another one bites the dust. Al de vrouwen die vol overtuiging volhieden dat kinderen niks voor hen waren, zijn één voor één overstag aan het gaan. Alleen ik houd stand, maar het wordt hier wel een beetje eenzaam. 😉

PS: Ik heb het slapen dan toch maar opgegeven.

Ongelijk verdeeld

Morgen houden we onze eerste housewarming party in het nieuwe appartement. De eerste van drie (een party voor elk jaar dat we op ons appartement hebben moeten wachten). En ik heb er vannacht al niet goed van geslapen. Wakker rond zes uur en dan niet meer in slaap kunnen geraken. Overdenken wat er nog allemaal moet gebeuren. We hebben nog heel wat kuis- en opruimwerk voor de boeg. Alles ligt momenteel onder een fijn laagje stof, veroorzaakt door de buurman, het is nog behoorlijk rommelig in de leefruimte en er moeten nog wat kunstwerkjes aan de muur gehangen worden om de boel wat op te vrolijken. De eetkamer die we besteld hadden is nog niet aankomen, maar da’s geen ramp. Hebben we meer plaats voor onze gasten.

De verdeling van het aantal mensen over de feestjes is helaas niet echt ideaal te noemen. Morgen verwachten we 34 mensen. Dat lijkt ons zowat het ideale aantal om op een comfortabele manier te ontvangen in ons appartementje. De week erna (21 april) komen er 28 mensen, iets meer relax dus. En dan komt het: op zaterdag 5 mei komen er 52 feestvierders. Tweeënvijftig, terwijl we de limiet voor het aantal personen per feestje op 40 gesteld hadden. Er waren echter zoveel inschrijvingen voor 5 mei dat we niet anders konden dan die limiet optrekken. We hebben zelfs al mensen moeten teleurstellen die ook graag op de vijfde mei gekomen waren. Maar sorry, meer volk zie ik echt niet zitten. Nuja, ik snap het ergens wel, iedereen zoekt naar een dag met bekend volk. Maar hey, de 21ste april komen er ook heel toffe mensen! Be adventurous!

Bejaarden en medicatie

Vandaag in de Morgen:

Bejaarden in rusthuizen slikken gemiddeld acht verschillende medicijnen per dag, krijgen meer antidepressiva dan nodig en nemen vaak de verkeerde pillen. Tot die conclusie komt het Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg.

Blij dat een krant als de Morgen dit op haar voorpagina plaatst. Dit bericht is naar mijn persoonlijk aanvoelen veel nieuwswaardiger dan het nog maar eens herkauwen van de dood van Joe Van Holsbeeck.

Natuurlijk is het erg dat die jongen op zo’n manier gestorven is. Natuurlijk is dit een drama dat de mensen in zijn omgeving voor de rest van hun leven getekend heeft. Maar laten we eerlijk zijn: dit soort incidenten vallen niet uit te roeien, hoeveel onbemande camera’s en politiepatrouilles je ook de straat op stuurt. En heel die heisa rond het feit dat niemand hem te hulp gesneld is: pffft. Ik kom zelf dagelijks in het Centraal Station: je bent gehaast, je moet je trein halen, je loopt soms zelfs bekenden voorbij zonder hen op te merken. Zo’n steekpartij is een kwestie van seconden. Voordat je hersenen door hebben dat er iets gebeurd is, zijn de daders al gaan lopen.

En ja, ik vind ook dat Joe een schattige krullenbol had en ongetwijfeld was hij een schat van een jongen. Maar hoeveel ouders verliezen hun kind niet in het verkeer? Als we de cijfertjes van “aantal slachtoffers van steekpartijen” en “aantal slachtoffers van verkeersongelukken” naast mekaar leggen, denk ik dat de conclusie snel gemaakt is. Pas op, ik pleit niet voor permissiviteit en elke dode is er één te veel, maar we moeten de dingen niet buiten proportie opblazen. Geweld zit in de menselijke natuur en wat we onszelf ook zouden willen wijsmaken, al die beschaving is eigenlijk maar een laagje vernis. Geweld zit in elk van ons.

Terug naar de duizenden bejaarden die de laatste jaren van hun leven in een rusthuis slijten. Het bericht in de krant verbaast me niks. Ziekenhuizen, bejaardentehuizen, ik ken het wereldje beter dan me lief is. Een arts die met een zeurend oud mens (en de meeste kunnen er wat van, het is een feit) geconfronteerd wordt, zal inderdaad snel de neiging hebben om antidepressiva voor te schrijven. Echte klachten worden zo vaak over het hoofd gezien. Of de arts neemt niet de tijd voor een serieus onderzoek en schrijft te veel voor. Niemand wordt daar beter van: dit voorschrijfgedrag kost de maatschappij handenvol geld en de bejaarden worden er niet mee geholpen. Fijn om te zien dat er politici zijn die zich dit probleem, dat met de oprukkende vergrijzing alleen maar zal verergeren, aantrekken. In deze context vind ik het dubbel jammer dat mensen die in de zorgsector werken zo ondergewaardeerd worden.

Bouwperikelen

Gisterenavond stond de vergadering met de eigenaars van de andere appartementen in ons gebouw op het programma. De vergadering was een succes: al de eigenaars, uitgezonderd één, waren aanwezig. Het was niet zo eenvoudig om de vergadering in goede banen te leiden, iedereen wilde zijn of haar verhaal kwijt en er werd druk door mekaar heen getaterd. Ik heb toch wel een paar keer mijn stem moeten verheffen om de boel wat stil te krijgen. Nuja, ik kan het ze moeilijk kwalijk nemen, iedereen wilde zijn of haar hart luchten.

Het eindresultaat van de vergadering is positief. Al de eigenaars zitten op dezelfde lijn en we gaan nu (eindelijk!) de bouwfirma gezamelijk onder druk zetten om de gemeenschappelijk delen af te werken en de gebreken zo snel mogelijk te herstellen. Hopelijk is de bouwfirma onder de indruk van een aangetekend schrijven ondertekend door al de eigenaars. (Alhoewel, ze zijn daar niet snel onder de indruk.)

Uit de gesprekken bleek dat er nog gebreken zijn waarvan we niet op de hoogte waren. Het dak lekt doordat er een paar sluitstenen ontbreken en de kokers op het dak zijn niet goed afgedicht, waardoor de mensen van de hoogste verdiepingen vochtige muren hebben. Vocht in een gebouw is echt wel iets wat je ten alle tijden moet vermijden. Voor mij is het zorgen dat het vochtprobleem opgelost raakt, alvast prioriteit nummer één.

Ik ben blij dat mijn vriend en ik het initiatief genomen hebben voor deze vergadering. Eerlijk, dit hadden we al eerder moeten doen. Samen sterk en zo. Het heeft duidelijk geen zin om te wachten tot een ander iets doet, want dan blijft iedereen op elkaar zitten wachten. Ik snap alleen niet dat er eigenaars in het gebouw zijn waarvan het appartement nog steeds niet klaar is, die de bouwfirma níet in gebreke gesteld hebben. Eén jaar en drie maanden vertraging, dat laat je toch niet zomaar over je heen gaan? Wij gaan deze mensen nu een ontwerp voor ingebrekestelling opsturen. Naar de schadevergoeding voor de voorbije maanden kunnen ze natuurlijk fluiten, maar beter laat, dan nooit, nietwaar?

Duwen!

Gisteren, op weg van Lo-Reninge naar Diksmuide, stopten mijn vriend en ik ter hoogte van een brug die ons een mooi uitzicht boodt over de omringende platter dan platte omgeving. Terwijl wij op zoek waren naar de meest artistieke invalshoek voor een goeie foto, kwam een groepje jongeren (ik schat tussen de achttien en tweeëntwintig jaar) een rood krakkemikkerig autogeval voortduwend, onze richting uit.

Eén van de jongelingen (degene met het slechtste gebit) onttrok zich aan het autovoortduwen en kwam onze richting uit. Ze zaten zonder benzine en of we even met onze bankkaart een tankbeurt voor hen konden betalen, ze hadden alleen cash geld op zak en op Paasmaandag zijn benzinestations natuurlijk niet bemand. Bleek dat de jongens en meisje al anderhalf uur aan het duwen waren en dat in een tijd van moderne communicatiemiddelen als daar zijn de gsm.

De bestuurder (en vermoedelijke eigenaar) van het rode bijna-wrak legde ons uit dat er waarschijnlijk een defect was aan zijn voertuig en dat hij zijn garagist al gebeld had (hij had beter de VTB-VAB opgebeld) en dat hij nog niet zo lang geleden getankt had, maar dat de brandstof in kwestie mysterieus was verdwenen. Een snelle blik onder de rode wagen leerde mij dat er nergens vloeistof naar beneden gutste, dus hoe geloofwaardig dit verhaal was, ik zou het niet weten. Bovendien verstond ik ook maar de helft van wat de kerel zijn wegens de dikheid van zijn Westvlaams accent.

Natuurlijk hebben we deze jonge mensen tijdelijk uit de nood geholpen. Altijd bereid om redders in nood te spelen. We stelden zelfs voor dat ze wat extra zouden tanken op onze kosten, maar daar wilden ze niet van weten. Tien euro benzine, juist tot op twee cijfers na de komma en daarmee zouden ze proberen thuis of alleszins tot bij de dichtsbijzijnde garagage te geraken. Even leek het erop dat het starten niet zou lukken, maar ze zijn, druk wuivend naar ons, toch vertrokken geraakt.

Benieuwd of ze het gehaald hebben.