Een weekendje Westhoek – Pasen

Terwijl Stille Zaterdag een fantastisch zonnige dag was, hadden we op Paasdag zelf minder geluk. Grijs en grauw weer met de belofte van regen in de lucht. Ideaal weertje om in een museum door te brengen. Dus begaven we ons naar de onlangs heropende IJzertoren. We startten ons bezoekje met een ritje in de lift naar het dakterras. Spijtig dat de slechte weersomstandigheden het zicht erg beperkten. Op een zonnige dag moet het uitzicht bepaald indrukwekkend zijn.

Vervolgens daalden we met de trap verdieping per verdieping langs de verschillende opstellingen. Het idee om een tijdslijn in de trapschacht te maken vond ik erg goed gevonden en gaven ook een gevoel van continuïteit aan de tentoonstelling. Maakten op mij het meeste indruk: de reconstructie van de ondergrondse gangenstelsels die de geallieerden uitgroeven en de vele confronterende foto’s. De geschiedenis van de Vlaamse beweging interesseert me persoonlijk minder, maar het is wel belangrijk dat ook dit aan bod komt in een monument dat toch in zekere zin controversieel was/is.

We waren veel langer in de IJzertoren gebleven dan oorspronkelijk gepland, waardoor het al een uur of twee was toen we op zoek gingen naar een snelle hap. Die vonden we in De Burgerij in Diksmuide. Veel valt er niet te zeggen over mijn slaatje met tomaat en garnalen, misschien had ik toch beter het voorbeeld van mijn vriend gevolgd en een burger genomen.

In de namiddag trok de hemel langzaam open en toen we bij de Dodengang aankwamen, scheen zowaar de zon. De Dodengang is een netwerk van ruim een kilometer Belgische loopgraven en bunkers aan het IJzerfront. Tijdens WOI was dit een van de gevaarlijkste stellingen van het Belgische leger, amper 50 meter verwijderd van een Duitse bunker. Kogels van Duitse sluipschutters zaaiden dood en verderf. Ik vind het belangrijk zulke plaatsen met een bewogen geschiedenis te bezoeken, maar echt bevatten hoe het leven van zo’n frontsoldaat geweest is, neen, dat is volgens mij onmogelijk.

Laatste stop van de dag: Deutscher Soldatenfriedhof Vladslo, waar 25.644 gesneuvelde Duitse soldaten rusten. Het kerkhof is vooral gekend voor de stenen beelden van het treurende ouderpaar, gemaakt door de Berlijnse kunstenares Käthe Kollwitz in herinnering aan haar 17-jarige zoon Peter Kollwitz, die op 23 oktober 1914 in het naburige Esen sneuvelde. Een hartverscheurend mooie plek: groen en vredig. Erg indrukwekkend.

We sloten de dag af met een driegangenmenu in Beau’M op de Grote Markt van Kortrijk. Heerlijke carpaccio, paling in ‘t groen en als kers op de taart: een zalige crème brûlée. Een dag vol contrasten.

IMG_2162

IMG_2163

IMG_2164

IMG_2166

IMG_2192

IMG_2195

IMG_2197

IMG_2210

IMG_2211

IMG_2213

IMG_2215

IMG_2216

Duwen!

Gisteren, op weg van Lo-Reninge naar Diksmuide, stopten mijn vriend en ik ter hoogte van een brug die ons een mooi uitzicht boodt over de omringende platter dan platte omgeving. Terwijl wij op zoek waren naar de meest artistieke invalshoek voor een goeie foto, kwam een groepje jongeren (ik schat tussen de achttien en tweeëntwintig jaar) een rood krakkemikkerig autogeval voortduwend, onze richting uit.

Eén van de jongelingen (degene met het slechtste gebit) onttrok zich aan het autovoortduwen en kwam onze richting uit. Ze zaten zonder benzine en of we even met onze bankkaart een tankbeurt voor hen konden betalen, ze hadden alleen cash geld op zak en op Paasmaandag zijn benzinestations natuurlijk niet bemand. Bleek dat de jongens en meisje al anderhalf uur aan het duwen waren en dat in een tijd van moderne communicatiemiddelen als daar zijn de gsm.

De bestuurder (en vermoedelijke eigenaar) van het rode bijna-wrak legde ons uit dat er waarschijnlijk een defect was aan zijn voertuig en dat hij zijn garagist al gebeld had (hij had beter de VTB-VAB opgebeld) en dat hij nog niet zo lang geleden getankt had, maar dat de brandstof in kwestie mysterieus was verdwenen. Een snelle blik onder de rode wagen leerde mij dat er nergens vloeistof naar beneden gutste, dus hoe geloofwaardig dit verhaal was, ik zou het niet weten. Bovendien verstond ik ook maar de helft van wat de kerel zijn wegens de dikheid van zijn Westvlaams accent.

Natuurlijk hebben we deze jonge mensen tijdelijk uit de nood geholpen. Altijd bereid om redders in nood te spelen. We stelden zelfs voor dat ze wat extra zouden tanken op onze kosten, maar daar wilden ze niet van weten. Tien euro benzine, juist tot op twee cijfers na de komma en daarmee zouden ze proberen thuis of alleszins tot bij de dichtsbijzijnde garagage te geraken. Even leek het erop dat het starten niet zou lukken, maar ze zijn, druk wuivend naar ons, toch vertrokken geraakt.

Benieuwd of ze het gehaald hebben.