Afscheid van Italiaans

Gisterenavond zijn we onze punten van Italiaans gaan ophalen. Ik had nét geen negentig procent en mijn vriendje was erdoor. We waren alletwee tevreden. De juffrouw vond het nodig om mijn vriendje een beetje te komen troosten omdat zijn mondeling niet zo goed was (duhuh, hij had helemaal geen zin meer om nog zijn best te doen voor dat examen). Ik denk dat de juffrouw zijn slechte mondeling erger vond dan hijzelf. 😉 Onze juffrouw is een schatje.

Verder was het al babytalk wat de klok sloeg. Een medestudentje was pas bevallen en had haar net één week oude baby bij (man, zo’n braaf kindje) en een ander medestudentje was twee dagen ervoor papa geworden. Weer een paar bijzonder grafische verhalen over bevallingen te horen gekregen (iets over een moederkoek die niet wou afdalen en dan handmatig door de gynaecoloog verwijderd moest worden, een bloederige affaire, naar ‘t schijnt). Ik kan er dus weer voor een tijdje tegen.

Elements of life

Goh, ben ik toch helemaal vergeten te bloggen over mijn ervaringen van zaterdagavond 19 mei.

Mijn vriend en ik waren de avond/nacht van 19 mei namelijk aanwezig op de wereldpremière van dj Tiësto‘s “Elements of Life”-tour in de Ethias Arena in Hasselt. Hoe kwam ik er in godsnaam bij om naar een artiest te gaan luisteren wiens muziekgenre zo ver af ligt van het mijne? Ik luister nooit naar trance, ga niet naar trancefuiven en had tot voor kort nog nooit een nummer van Tiësto gehoord. Wel, mijn broertje is een fan, een die hard fan, zo eentje die een uur gaat aanschuiven in de Mediamarkt om zijn cd te laten signeren door de “beste dj ter wereld”. En mijn broertje heeft mij weten te overtuigen om met hem en zijn vriendin mee te gaan. Nu, veel moeite heeft hij daar niet voor moeten doen, want ik was ook wel gewoon een beetje nieuwsgierig naar zo’n massa-event.

Het feit dat het zo lang geduurd heeft voordat ik er iets over geschreven heb, is op zich al een aanduiding dat ik niet wild enthousiast was over het event. Eerst en vooral vond ik dat we veel te lang op Tiësto himself hebben moeten wachten (om nog maar te zwijgen van het wachten aan de ingang, ik haat wachten). Het voorprogramma vond ik erg zwak. Die juffrouw Jes (waar ik ook nog nooit van gehoord had) bakte er niet veel van. Een flauw optreden met nummers die allemaal op elkaar leken en veel te weinig show. Zo mogelijk nog erger vond ik de “3D”-projectie van Tiësto himself waar we een anderhalf uur naar mochten staren. Man, man, zo’n slechte 3D-animatie. Het leek wel alsof een amateurtje dat op een half uurtje in mekaar had gestoken. Als je erin slaagt om met je DJ-kunsten een gigantische hal als de Ethias Arena te laten vollopen, schep je bepaalde verwachtingen. Echt, ondermaats.

Rond twaalf uur of zo kwam de meester himself het podium op. Toen begon het pas echt. Waarom dat geen paar uur vroeger kon, ik zou het niet weten. Opgewarmd waren we langs de andere kant wel, want ondertussen was het snikheet in de Arena. Ik denk dat de drankenstandjes die avond een mooie omzet gehaald hebben. Jammer genoeg deden mijn voeten ondertussen serieus pijn van het lange rechtstaan op hoge hakken en nergens in de hele hal was er een plekje voorzien om te gaan zitten, of het moest op de grond zijn tussen allerlei drank en afvalresten (van vuilbakken hadden ze nog nooit gehoord, alle harde plastic drankflesjes gingen dus rechtstreeks de grond op, supergevaarlijk).

De show die bij het optreden van Tiësto hoorde, was in orde. Mooie projecties, fantastische lichteffecten. Al vond ik het allemaal een tikkeltje te repetitief naar mijn goesting, maar dat zal wel eigen zijn aan het genre. Ik ergerde mij ook een beetje aan de pseudoboodschap die Tiësto meende te moeten meegeven aan het begin van zijn optreden. Iets over de zin van het leven en zo, blabla. Het hoogtepunt van de avond was voor mij het bokspartijtje op de Wii tegen mijn vriendje. We hadden al eerder op de avond geprobeerd zo’n Wii vast te krijgen om eens te testen, maar dat was nog niet gelukt. Gelukkig stond er tijdens het optreden van Tiësto zelf wat minder volk aan te schuiven aan de Wii-stand. ‘k Heb mijn vriendje twee keer ingeblikt: één keer bij het boksen en één keer bij het tennissen. ]:-) Best wel vermoeiend dat boksen. Ik ben absoluut geen gamefreek, maar zo’n spelletje op de Wii vond ik echt leuk.

Wegens mijn pijnlijke voeten en omdat we toch nog een eindje naar huis moesten rijden, zijn mijn vriend en ik rond een uur of twee vertrokken. Belachelijk vroeg, want Tiësto was nog maar net op gang gekomen, maar ik had het wel gezien. Leuk om erbij te zijn, maar ik ga het bij deze ene keer houden. Toch een beetje te duur voor wat niet meer dan een grote fuif met wat spectaculaire lichteffecten is.

Mijn eerste single

Omdat ik nu eenmaal geen neen kan zeggen als meisjes met mooie krulletjes mij stokjes toewerpen. 😉

Wel, ik ben eens diep in mijn geheugen gaan graven en laat ik maar meteen met de deur in huis vallen: ik weet het niet meer. Ik twijfel tussen “Respectable” van Mel & Kim en “Love in the First Degree” van Bananarama. Typische eighties muziek die je nu niet meer in mijn playlist zal aantreffen, maar wel steeds goed is voor een serieuze portie nostalgie.

Ik denk dat “Respectable” mijn officiële eerste single is, kort daarop gevolgd door “Love in the First Degree”. Met dat laatste nummer hadden mijn vriendinnetjes en ik grootse plannen in de vorm van een deelname aan een plaatselijke playbackwedstrijd (yep, ook ik). Helaas zijn die plannen nooit van de grond geraakt. Ik was ons, enthousiast als altijd, al gaan inschrijven (helemaal naar daar gereden met mijn fietske), toen mijn twee mede-Bananarama-playbacksters er opeens geen zin meer in hadden. Terug met mijn fietske om ons uit te schrijven dus. Oh well, ik denk niet dat ik mij echt thuis gevoeld zou hebben in de playbackscene.

Mijn eerste cd is minder lang geleden, maar heeft duidelijk minder indruk op mij nagelaten. Ik vermoed nochtans dat het een cadeau was van mijn beste vriendin, want ik kocht in die tijd nooit cd’s (er is op dat vlak nog niet veel veranderd) wegens te duur. Ik denk dat het een compilatiecd met allemaal rocknummers was. Artiesten die meekweelden op deze cd waren o.a. Mr. Big, Scorpions, Guns N’ Roses en nog wat andere groepjes in dezelfde stijl. Het moge geweten zijn dat Wind of Change nog steeds één van mijn favoriete nummers is, hoewel toendertijd absoluut kapot gedraaid. Een nummer dat perfect de tijdsgeest weerspiegelde: de muur was gevallen, de Koude Oorlog liep op zijn laatste beentjes en er heerste een (naar mijn mening) ongelooflijk gevoel van optimisme. De wereld zou een betere plaats worden. Alles was mogelijk! Ja, dat waren andere tijden.

Lekker

De speciale streekpralines die Neuhaus uitbracht ter gelegenheid van hun 150ste verjaardag (Happy Birthday!) zijn heerlijk. Ik was al ettelijke keren langs lonkende etalages gekomen waarin deze vriendelijk naar mij lachende pralines vertoefden, maar kon mij telkens inhouden. Tot vandaag dus. ‘k Heb een doosje gekocht met van elke praline twee exemplaren. Eentje voor mij en eentje voor mijn vriendje. Benieuwd hoe lang het duurt eer er “per ongeluk” een praline van mijn vriendje in mijn mond verdwijnt. 😉

Goed initiatief

Delhaize schaft gratis plastic zakken af.

BRUSSEL – In het kader van de wereldmilieudag op 5 juni kondigt Delhaize België aan dat er vanaf 1 juli 2007 geen gratis plastic zakken meer worden verdeeld in Delhaize-winkels. De focus komt helemaal te liggen op herbruikbare alternatieven en nieuwe zakken gemaakt op basis van hernieuwbare grondstoffen.

Mijn vriend en ik hebben ons een tijd geleden twee smartboxen van de Delhaize aangeschaft. In combinatie met het self-scanning systeem is zo’n box een heel gemak. Al gebeurt het dat we de smartboxen thuis vergeten en ons dan toch met plastic zakjes moeten behelpen. We zijn nu druk bezig met het ontwikkelen van een smartboxreflex. “Tijd om te gaan winkelen. Zijn we de smartboxen niet vergeten?”

Ook in andere winkels probeer ik zoveel mogelijk plastic zakjes te weigeren, al moet ik toegeven dat mijn spullen vaak al in een zakje zitten voor ik mijn mond heb kunnen openen. Soms doe ik de moeite ze er dan weer uit te nemen, vaak ook niet. Een aandachtspunt voor mezelf: zoveel mogelijk het gebruik van plastic zakjes vermijden.

Jeuk

Argl, een plotseling jeukaanval op mijn benen. Zouden die vervelende processierupsen nu ook in kantooromgevingen voorkomen? Veel eikenbladeren vallen er hier nochtans niet te bespeuren. Of zou het één of andere allergische reactie op kantoorstof zijn? Wat er ook van zij, het jeukt.

Niet krabben, niet krabben, niet krabben…

Anonieme aanbidders

Naar aanleiding van dit berichtje bij Joke, moest ik even terugdenken aan lang vervlogen tijden.

Het toeval wil dat ik gisteren de lades van mijn bureaublok heb opgeruimd. Die bureaublok is al ettelijk keren met mij mee verhuisd naar een nieuwe woonplek. Niet te geloven wat voor een rommel daar allemaal in terug te vinden was: oude calligrafiepennen al jaren in onbruik geraakt, nieuwjaarskaartjes uit 1994 (!), een hele verzameling papieren zakagenda’s uit de tijd dat er nog geen digitale alternatieven bestonden, oude foto’s, etc. Tussen al de rommel vond ik ook een dikke kaft terug, vol met brieven en kattenbelletjes uit de tijd dat ik nog full time student was en mijn leven heerlijk zorgeloos was. Tussen die brieven zat een mooie collectie liefdesbrieven. Van ex-vriendjes, maar ook van onbekenden van wie ik de identiteit nooit met zekerheid heb kunnen achterhalen.

D’r zijn weinig dingen die spannender zijn dan een anonieme liefdesbrief. Aanleiding tot avonden eindeloos speculeren met mijn beste vriendin. Wie o wie zou de schrijver kunnen zijn? Wat kunnen we uit het geschrift leren? Waar is de brief afgestempeld? Wat zegt ons het briefpapier? Zalig! En ja, het is natuurlijk best flatterend om zo’n brief in je bus te krijgen. Spijtig genoeg is het aantal brieven van anonieme aanbidders zwaar gekelderd sinds wijd en zijd bekend is dat ik een vast vriendje heb. :-( Dus als iemand zich geroepen voelt mij een anonieme brief te sturen om daarin mijn mooie haar en mijn mooie ogen op te hemelen, ga gerust uw gang. 😉

En wie weet, als ik in een goeie bui ben, typ ik misschien wel eens zo’n oude brief over op dit blogje. ‘t Is zo lang geleden, ik ben zeker dat de schrijver in kwestie het mij niet kwalijk zal nemen. Of misschien maakt hij zich dan eindelijk bekend. 😉

Reiskriebels

Ik zit er al een tijdje mee. En sites zoals tripbase (very alpha) verergeren de zaak alleen maar. Ik heb geweldige plannen om in 2008 allerlei plekken op deze aardbol met een bezoekje te vereren. Eerst moet ik echter nog een kleine (kuch) hindernis nemen: enkele exaampjes in juni en september waar ik mij totaal niet voor kan motiveren. Ik weet het, ‘t is belachelijk om nu niet mijn best te doen. ‘t Is het laatste jaar, het laatste loodje. Nog even doorbijten en ik heb dat tweede diploma op zak en dan kan ik even op mijn lauweren rusten. Ik weet het allemaal en toch zit mijn motivatie ver onder het nulpunt. Bleh.

Welkom in Leuven

Gisteren was het dan eindelijk zover, het moment waarop ik al ettelijke jaren zat te wachten: de officiële verwelkoming van de nieuwe Leuvenaars op het stadhuis. Nu voel ik mij al jaren Leuvenaar (ongeveer vanaf de eerste dag dat ik als groentje in Leuven mijn studiecarrière inzette met een bezoek aan de Oude Markt, toen nog niet autovrij), maar sinds een maand of twee is het ook écht officieel. En bij deze komt er ook een einde aan de tochtjes naar een gemeentehuis in het verre Limburg. Het werd tijd.

De verwelkoming begon met een speech van Tobback. Beetje gestoef over de stad, schetsen van het belang van de unief, een kleine vermelding van het parkeerprobleem. Naar zijn doen een behoorlijk makke speech, vond ik. Dat kan beter, Louis! Na de speech kregen we een rondleiding in het stadhuis. We hadden een heel goede gids, een vrouw die duidelijk met passie over de interessante geschiedenis van Leuven en de rivaliteit met de Brusselaars babbelde. Tja, Leuven heeft misschien niet het grootste stadhuis, maar wel het mooiste. 😉

We mochten zelfs een blik werpen in het heilige der heiligen: de bureau van Tobback himself. Opvallend afwezig: een computer. Hoe de mens zijn werk gedaan krijgt zonder, het is mij een raadsel. Het bureau was bijzonder ordelijk en voorzien van de nodige geestrijke dranken om voor inspiratie te zorgen. 😉 ‘k Zou er persoonlijk niks op tegen hebben om in zo’n mooie historische omgeving te werken, maar dan toch liefst mét computer en internetverbinding.

Fotootje van de bureau:

Na de rondleiding volgde nog een kleine receptie. Bijzonder leuk was dat er zich enkele bekende gezichten onder de nieuwe Leuvenaars bevonden: een kennis die ik al een jaar of twee niet meer gezien had en een oud-studiegenootje. Ideaal om bij te babbelen onder het genot van een glaasje kriek en een aantal lekkere toastjes. De kennis bleek zich samen met zijn vriend een appartementje gekocht te hebben niet eens zo ver van ons. Ik moet toegeven dat ik een beetje verrast was over het feit dat hij een vriend had, want ik heb altijd gedacht dat hij hetero was. Alhoewel, knap, goed verzorgd, vriendelijk, sympathiek, de aanwijzigingen waren er. 😉 ‘k Heb ze meteen maar uitgenodigd om eens langs te komen in ons nieuwe appartement.

Ook fijn om bij te kunnen bijpraten met mijn oud-studiegenootje. Ik organiseer regelmatig reünies voor de mensen waarmee ik ben afgestudeerd, maar hij komt bijna nooit. (Eén keertje heeft hij acte de présence gegeven omdat ik hem in de Delhaize tegen het lijf ben gelopen en hem halvelings verplicht heb te komen. 😉 ) Ik heb zo’n gevoel dat hij een beetje buiten de vaste kliek valt die naar elkaars housewarming parties en doctoraatsverdedigingen gaat. Toch jammer, want ‘t is een sympathieke kerel én hij had een knappe Spaanse vriendin aan zijn zijde met wie ik nog wel eens een goed gesprek wil voeren.

Na nog een paar toastjes verorberd te hebben, breiden we een eind aan de gesprekken, want mijn vriend had nog een afspraak met zijn collega’s en die zaten met hongerige magen op hem te wachten om aan het diner te beginnen. Bij het buitenkomen van het stadhuis werden we getrakteerd op een werkelijk schitterende regenboog. De mens kan nog zulke indrukwekkende bouwwerken maken, de natuur overklast de kunstwerken van de mens moeiteloos.

Natuurlijk heb ik mij daarna laten overhalen om mee te dineren met de collega’s van mijn vriend. Ik heb immers nog nooit slecht gegeten in de Kosmopol, zelfs al moesten we gisteren een beetje te lang wachten naar mijn goesting. En zeg nu zelf, een aanbod voor een gratis maaltijd, dat sla je toch niet af?

Tandarts

Mijn vriend en ik zijn weer voor een jaartje gaatjesvrij verklaard. Ik kijk niet bepaald uit naar die jaarlijkse inspectie-met-het-haakje, maar nadien is het gevoel van opluchting des te groter. Ik heb per slot van rekening niet voor niets bijna twee jaar met een hoop ijzerwerk in mijn mond rondgelopen. Een mooi verzorgd gebit is een sieraad.