Anderhalve dag Kopenhagen

Ik weet het, mijn ecologische voetafdruk is er alweer wat groter op geworden, maar de plicht riep. Dus stapte ik gisteren op een vliegtuig richting Kopenhagen voor een conferentie en bijhorend diner. De weersomstandigheden in Kopenhagen waren suboptimaal en met suboptimaal bedoel ik ijskoud. Waar blijft die lente? Het is verdorie april. En zo was ik genoodzaakt in mijn vrije uurtjes van winkelcentrum naar winkelcentrum te vluchten om mijn verkilde vingers de kans te geven weer op temperatuur te komen. Gelukkig was vandaag de zon wel van de partij, wat meteen een wereld van verschil maakte. De conferentie zelf was kort, maar boeiend. Het aantal aanwezigen was bewust beperkt gehouden om de interactie tijdens de brainstormsessies te verhogen. Heel interessante mensen leren kennen en een tof gesprek gehad met één van de aanwezigen uit Tallinn. De locatie waar de conferentie doorging was schitterend: The Black Diamond is werkelijk een adembenemend verlengstuk van de Deense Koninklijke bibliotheek.

En vandaag ben ik alweer terug in België. Zo vliegt een werkweek wel snel voorbij.

Oja, foto’s genomen met mijn oude Canon Powershot G7. Vandaar de crappy kwaliteit.

Een doos pralines

Woensdagavond hadden we een collega en zijn vriendin over de vloer. De collega is al een tijdje out met een vervelende voetblessure en we zaten samen om een regeling uit te werken die toeliet dat hij toch van thuis uit kon werken, ondanks zijn immobiliteit (zijn vriendin kan hem moeilijk elke dag naar het werk voeren). Net op dat moment ging de deurbel.

Via de intercom zag ik dat het één van de mede-eigenaars van ons appartementsgebouw was die haar appartement verhuurt. Een oudere dame van het type dat elke frank in twee bijt (aja, want zij rekent nog in franken), geen internet heeft en dus moeilijk bereikbaar is en het te veel vindt om te betalen voor een aangetekend schrijven gericht aan onze nog steeds heftig tegenspartelende bouwheer. Enfin, een vervelend dametje dat ons belt op ongelegen momenten en je in het midden van de winkelstraat tegen houdt om heel haar uitleg te doen terwijl je net erg gehaast bent.

Ze had al eerder voor de deur gestaan toen ik nog niet thuis was, maar toen had mijn vriend haar niet binnen gelaten. Toch voelde ik me verplicht haar te woord te staan vanuit mijn functie als voorzitter van de Raad van mede-eigendom. We hadden al laten vallen tegen onze gasten dat er een vervelend dametje voor de deur stond, toen ik naar beneden ging. Bleek dat ons dametje in kwestie een doos pralines bij had voor mij en mijn vriend omdat we haar een draft versie voor een brief gericht aan de bouwheer bezorgd hadden.

Het schaamrood steeg me naar de wangen, want ze was speciaal twee keer langs gekomen om die pralines af te geven. Toen ik terug boven was, moffelde ik de pralines, die ik normaal met de gasten gedeeld zou hebben, haastig weg. Want hoe kan je een gulle gift als deze rijmen met het beeld van een gierig dametje dat we geschetst hadden? Zo zie je maar, oordeel niet te snel…

Epidemie

Er lijkt een ware zwangerschapsepidemie uitgebroken op het werk. Maar liefst drie van mijn vrouwelijke collega’s zijn samen zwanger. Alle drie uitgerekend voor september. Een andere collega is net terug uit bevallingsverlof van haar vierde (!) kindje en nog een andere collega is net bevallen. En wij maar bijeen leggen voor cadeautjes. 😉

Gelukkig ben ik immuun!

Prikkelbaar

Ik weet niet wat het is, het druilerige weer, het feit dat ik me fysiek niet honderd procent voel, slaapgebrek, de stress op het werk,… Feit is dat ik de laatste tijd nogal snel ontvlambaar ben en in een voortdurende toestand van slechtgezindheid rondloop. Dingen die ik anders gewoon naast me zou neerleggen, werken nu op mijn zenuwen. Kleine incidentjes zijn voldoende om me boos te maken.

Zo werd ik deze namiddag op een cursus voor leidinggevenden verwacht, speciaal georganiseerd voor mij en mijn collega’s middenkader leidinggevenden op het werk. Ik had daarvoor nog een andere vergadering gehad die bijzonder slecht was verlopen, dus mijn humeur was al niet optimaal. Bovendien had die vergadering langer geduurd dan verwacht waardoor ik uiteraard te laat was en iedereen al zat te wachten. Het ongetwijfeld goed bedoelde grapje van de lesgever toen ik binnenkwam, schoot bij mij dan ook in het verkeerde keelgat en ik ging meteen in de aanval.

Niet meteen een goede indruk gemaakt. De cursus bleek dan ook nog eens een zware tegenvaller: inhoudelijk meer van hetzelfde en de relevantie was soms ver te zoeken. Dus multitaskte ik tussendoor op mijn iphone en zorgde ik dat tijdens de pauze een dringend dossier afgerond werd door één van mijn medewerkers. En zo was ik natuurlijk maar half aanwezig in de cursus. Al een geluk dat het niet bijzonder boeiend was.

Dat dagje verlof morgen is alleszins welkom.

Op ziekenbezoek

De zieken bezoeken is niet alleen een werk van barmhartigheid, het kan soms ook gewoon heel erg plezant zijn.

Een collega is een tijdje geleden geopereerd aan haar voet en moest daardoor noodgedwongen een maand thuis blijven om alles te laten helen. Dus zakten wij met het bijna-ganse team (één iemand ontbrak wegens ziekte) naar Gent af. En al had ik op voorhand gezegd dat ze zeker niet te veel moeite moest doen, de flessen cava stonden al koel toen we tramgewijs bij haar arriveerden. Het cadeau dat we bij hadden, het boek Mysterium van Rita Monaldi en Francesco Sorti, viel in goede aarde. We snackten op olijfjes, artisjokharten en kroepoek, genoten van overheerlijke gevulde broden (naar een recept van Jamie Oliver), dronken een glaasje wijn en keuvelden gezellig de avond weg.

En dat alles terwijl onze collega rondhobbelde op haar gipsverband. Gelukkig had ze geen pijn meer van de operatie en kon ze zich nu al aardig uit de slag trekken. Wij kijken alleszins uit naar de dag dat ze ons team opnieuw komt vervoegen. ‘t Is een beetje stilletjes, zo zonder haar!

Namen noemen

Eén van mijn zwakke punten: trivialiteiten blijven probleemloos hangen in mijn geheugen, maar namen van mensen, hét allerbelangrijkste, die willen al eens tussen de plooien verdwijnen. En het is niet dat ik mijn best niet doe. Wanneer ik in een meeting aan nieuwe personen wordt voorgesteld, probeer ik de naam inwendig te herhalen om zo de naam te koppelen aan het gezicht, maar meestal zit er meer dan één nieuwe persoon rond de tafel en tegen dat ik aan persoon nummer drie zit, is de naam van persoon nummer één al vervaagd. Het gebeurt me ook op conferenties: ik word voorgesteld aan iemand, krijg een businesskaartje, maar dat verdwijnt dan ergens in mijn rugzak en wordt samen met de naam van de persoon vergeten. En de volgende keer dat ik de persoon in kwestie terug zie, herken ik het gezicht, kan ik in het beste geval nog de context van onze ontmoeting reconstrueren, maar die naam, neen, dat wil niet lukken. Alsof mijn hersenen de informatie die ze willen opslaan, eerst filteren en besloten hebben dat namen niet zo belangrijk zijn.

Op dat vlak heb ik echter een conflict met mijn grijze massa. Ik ga elke keer door de grond van schaamte als een naam me weer maar eens ontsnapt en de persoon in kwestie zich mijn naam wel herinnert. Dus laat ik één goed voornemen maken voor 2012: beter mijn best doen om de koppeling tussen de naam en de persoon te maken en deze permanent op te slaan, of desnoods gebruik maken van hulpmiddelen om dit doel te bereiken (stiekem foto’s maken en die koppelen aan busineskaartjes, doet iemand dat?). Want iedereen wordt toch graag herinnerd?

Kick-off op het werk

De collega’s zijn weer allemaal een gelukkig nieuwjaar gekust, er werd geklonken op het nieuwe jaar en beste wensen uitgewisseld.

Na de traditionele receptie op het werk zakten we met een stuk of veertien collega’s af naar Le Bar à tapas om daar, naar echt Spaanse traditie, pas rond een uur of drie ons eten te krijgen, maar hey, het was lekker.

We zijn weer vertrokken voor wat ongetwijfeld een boeiend jaar zal worden!

Een tweedaagse in Noord-Engeland

Timingsgewijs kwam ons werkbezoek aan Newcastle, Leeds en Sheffield niet echt goed uit wegens de grote hoeveelheid dossiers en deadlines op het werk, maar de trip was tot in de puntjes gepland en voorbereid en onze gastheren verwachtten ons.

Zodoende vlogen we op woensdag 30 november naar Newcastle, mijn allereerste bezoek aan deze oude Noord-Engelse industriestad. We landden, ondanks een staking van het luchtvaartpersoneel, zonder problemen op Engelse bodem. Een taxi bracht ons naar Malmaison, een hotel dat qua inrichting wat aan een bordeel deed denken (een associatie die me, gezien de naam, geheel en al opzettelijk lijkt). Vanuit het raam van mijn zwart-rode kamer had ik een prachtig uitzicht op de Tyne die Newcastle van Gateshead scheidt.

Om het werkbezoek op gepaste manier af te trappen, dronk ik met mijn collega’s een cocktail (de twee dames) en een whiskey (de heer in ons gezelschap). Lange tijd zag het er immers niet zo goed uit voor deze geplande trip. Een afgelasting hing in de lucht, maar kon gelukkig vermeden worden.

Na een veel te korte nachtrust (ik had na de cocktail nog tot één uur ‘s nachts op de hotelkamer zitten werken), zag ik mijn collega’s terug aan het ontbijt. Om voldoende energie voor de komende dag op te doen, bestelde ik eggs benedict met gerookte zalm. Sinds onze Australië-reis mijn favoriete op eieren gebaseerde ontbijt.

Na het ontbijt werden we in de hotellobby opgewacht door gastheer nummer één, die ons meevoerde naar de Toffee Factory in Ouseburn. De Toffee Factory begon haar leven als een snoepfabriek, maar raakte nadat de fabriek de deuren sloot ernstig in verval. Op het einde groeiden er zelfs bomen uit de voormalige snoepfabriek (nog te zien op google maps). Het gebouw onderging echter de voorbije jaren een totale metamorfose. We hadden geluk: net vandaag had onze gastheer de sleutel van het renoveerde gebouw van de aannemer in ontvangst genomen. We kregen dus in primeur een rondleiding door het pand.

De Toffee Factory is een bedrijfsgebouw dat ruimtes ter beschikking stelt aan kleine en middelgrote creatieve ondernemingen. Een eenmanszaak kan er een bureau in één van de gemeenschappelijke ruimten huren en gebruik maken van de goed uitgeruste gemeenschappelijke infrastructuur (onthaal, douches, keukens, breedband internetconnectie, vergaderruimten, etc.). Een groter bedrijf kan er een aparte eigen ruimte in gebruik nemen. Wat het gebouw bijzonder maakt, is niet enkel de geschiedenis van het pand en de ligging vlak aan de samenvloeiing van de Tyne en de Ouseburn, maar ook de manier waarop de uitbating gebeurt. Voor een vaste prijs, kunnen de huurders van het pand gebruik maken van alle faciliteiten en er worden geregeld activiteiten georganiseerd om de verschillende huurders met elkaar in contact te brengen, in de hoop dat er zo interessante cross-overs ontstaan.

Na de rondleiding in de Toffee Factory wandelden we langs de oevers van de Ouseburn waar we zagen hoe oude industriële panden daterend uit de tijd van de eerste industriële revolutie een nieuwe bestemming gekregen hadden. We zagen een kinderboekenmuseum in een oude molen, een boerderij op de grond van een voormalige fabriek, een manège in oude loodsen, enzovoort. Een buurt in volle verandering.

We wandelden verder langs steile straten naar de Biscuit Factory, een oud pand dat omgevormd was tot atelier en kunstgalerij. We lunchten in The Cluny met een Geordie pot, een soort stoofpotje van rundsvlees en aardappelen. Geordie is ook de naam van het plaatselijke dialect.

We namen na de lunch afscheid van gastheer nummer één om vervolgens de trein naar Leeds te nemen waar gastheer nummer twee ons opwachtte. Onze gastheer, of kortweg Toby, was de voornaamste reden voor ons bezoek aan Noord-Engeland. Mijn collega had hem vorig jaar tijdens een conferentie in Londen ontmoet en was erg onder de indruk van zijn visie en gedrevenheid. En ik kon haar geen ongelijk geven. Wat een charmante en charismatische man.

Vol enthousiasme bracht hij ons naar een reconversieproject in Leeds, waar de troosteloze vervallenheid en vergane glorie van verdwenen industrieën langzaam maar zeker nieuw leven ingeblazen werden. We bezochten twee erg inspirerende gebouwen die met dezelfde filosofie als de Toffee Factory uitgebaat werden: jonge bedrijven samen brengen om zo tot interessante kruisbestuivingen te komen. We gluurden binnen bij verschillende bedrijven en zagen oude industriële gebouwen die leken op Egyptische tempels en torens uit de Italiaanse renaissance. Die industriëlen vroeger durfden groot te denken.

We dronken iets in een plaatselijke pub om vervolgens opnieuw de trein te nemen naar onze laatste bestemming van de dag én de trip: Sheffield.

De omgeving van het station van Sheffield was duidelijk recent opgewaardeerd: een zilverkleurig gebogen kunstwerk waarlangs water naar beneden stroomde in combinatie met trapvormige waterpartijen en een fontein leidden de bezoekers vanuit het station recht het hart van de stad in. We logeerden in het Mercure Hotel met uitzicht op het glazen dak van de Sheffield Winter Garden. Onze Toby had nog een afspraak, een bijeenkomst van een buurtcomité of zoiets, maar zou ons daarna komen ophalen in het hotel voor een laat diner.


‘Photograph by Andy Barker, courtesy of Sheffield City Council’

Zo rond een uur of negen nestelden we ons aan een tafel in de Wig and Pen, een verwijzing naar de advocatenbuurt waarin we ons bevonden. Het eten was really delicious and a good time was had by all. Toby was werkelijk de perfecte gastheer: hij reeg met gemak het ene boeiende verhaal aan het andere. En de avond vloog voorbij.

Na het diner kroop ik rechtstreeks in bed. Het was op zich al een vermoeiende dag geweest en ik had nog een slaapachterstand in te halen van de korte nacht daarvoor.

Vrijdag 2 december was onze laatste dag in Sheffield. Omdat onze vlucht vanuit Manchester om zes uur ‘s avonds vertrok, waren we verplicht ons bezoek vroegtijdig te beëindigen om half twee in de namiddag. Om het maximum uit onze halve dag te halen, stonden dus extra vroeg op voor een ontbijt met vis, gepocheerde eieren en kipper, een gepekelde haring die in de UK typisch bij het ontbijt gegeten wordt.

Eerst stond een bezoek aan het Advanced Manufacturing Park Technology Centre op het programma. Dit bedrijfsgebouw concentreerde zich voornamelijk op hoogtechnologische bedrijven. Daarnaast kregen we ook uitleg over de ambitieuze uitbreidingsplannen voor het Advanced Manufacturing Park op de plek waar nu de restanten van een oude koolmijn liggen.

Daarna kregen we een rondleiding in het ElectricWorks gebouw. Een vrij klassiek gebouw dat door de inventieve en gedurfde aankleding in een hippe werkomgeving was veranderd. Sprong meteen in het oog: de glijbaan in de inkomhal. Dé snelste manier om van de vierde verdieping het gelijkvloers te bereiken. Natuurlijk moest ik die glijbaan uitproberen! Kleine hindernis: ik had een jurk aan, niet bepaald een glijbaanvriendelijke uitrusting. Tijdens de bliksemsnelle rit in de buis naar beneden, kroop dit weerbarstige kledingstuk natuurlijk naar boven. Gelukkig kon ik vlak voor de landing mijn jurk min of meer naar beneden trekken om mijn eer (en mijn gezicht) te redden.

Als glijbaanexpert kan ik jullie verzekeren dat dit de allerbeste glijbaan ooit was. Je voelde tijdens het naar beneden glijden niets van de ribbels die de overgang tussen de verschillende ringen van de buis vormen. Zo glad als een biljartlaken was die buis. Geweldig! Ik kon het dan ook niet laten om nog een tweede keer naar beneden te gaan. Dit keer me minder zorgen makend over de toestand van mijn kledingstukken. Iedereen zal al wel eens zwarte panty’s gezien hebben, zeker?

Na het ritje met de glijbaan, gingen we voor de lunch naar een plek waar ze organisch eten serveerden en dat tegelijktijd een tewerkstellingsproject was voor werklozen die elders moeilijk aan een job geraakten. Ik koos voor de Thai Spiced Scottisch mussels (wat een combinatie!) Tijdens de lunch maakten we kennis met twee plaatselijke politici die wat meer vertelden over hun toekomstvisie op Sheffield en met iemand die een investeringsfonds voor de creatieve industrie leidde. Deze laatste vertelde ons over een product waar hun fonds onlangs in geïnvesteerd had: een plastic trombone. Hij verzekerde ons dat de klankkwaliteit van de plastic trombone die van een echte evenaarde. Ik kon dit moeilijk geloven, maar oordelen jullie vooral zelf:

En toen was het tijd om afscheid te nemen. Na een vlotte treinrit kocht ik op de luchthaven van Manchester nog enkele Schotse zandkoekjes voor de collega’s. Ons vliegtuig bracht ons in een wip en een zucht terug naar België. Een inspirerende uitstap.