uitstap
Warschau – 18 juli 2011
Dat ik een zwak voor Polen heb, zal de trouwe lezer (zijn die er eigenlijk?) van dit blog beslist al opgevallen zijn. Dus toen ik voor mijn werk naar een conferentie in Warschau mocht, vond ik het beslist niet erg dat mijn vlucht op maandagochtend om tien voor zeven vertrok. Al deed het wel zeer toen de wekker om twintig na vier afging. Mijn vriend zorgde dat ik zonder ongelukken op Zaventem geraakte, waar mijn collega al op mij stond te wachten. Het begin van een fijne driedaagse.
De conferentie startte officieel pas maandagavond, waardoor we de gelegenheid hadden om de middag en de namiddag in de stad rond te lopen. Het verbaasde me hoe goed na vijf jaar het stadsplan van Warschau nog in mijn geheugen geprent was. Nuja, we waren er toen acht dagen om de zus van mijn vriend te bezoeken en dat is tijd genoeg om een stad grondig te leren kennen.
Mijn collega en ik bezochten het oude stadscentrum, een charmante reconstructie (85% van Warschau lag in puin na WOII) met veelkleurige huizen en een mooi marktplein met in het midden een fontein met een zeemeermin. We slenterden door de straatjes en aten sernik (Poolse kaastaart) op een terras met uitzicht op het Koninklijk Paleis.
Vervolgens brachten we een bezoek een de splinternieuwe universiteitsbibliotheek. Mijn collega had in een artikel in de Morgen gelezen dat dit de moeite van een bezoek waard was en daarvan was geen woord gelogen. De daktuin is een magnifieke staaltje van tuinarchitectuur met bruggen en uitzichtpunten. Heel bijzondere en gedurfde architectuur. Een absolute must-see!
We aten vettig eten (pierogi in mijn geval, hartige pannenkoeken in het hare) in een eetgelegenheid voor studenten. Het was niet lekker, maar kom, de magen waren gevuld. Na het eten wilde mijn collega wat gaan rusten en ging ik alleen naar de Joodse Nożyk synagoge (waar ik de enige bezoeker was) en het Cultuurpaleis, de bruidstaart die Stalin als een cadeautje aan de stad schonk. Alhoewel de meningen over de constructie verdeeld zijn, moet ik zeggen dat ik het gebouw wel kan smaken. Het is kitcherig en het zuigt alle aandacht naar zich toe en schaamt zich daar hoegenaamd niet voor. Ik kocht een kaartje en ging naar boven om van het uitzicht te genieten.
Ik was iets te lang blijven plakken, want moest me nog flink haasten om op tijd in het hotel te zijn voor een snelle douche voordat het avondprogramma startte. Bestemming: Wilanów. Vijf jaar geleden stond dit prachtige kasteeltje gedeeltelijk in de steigers en waren er stukken van de tuin niet toegankelijk, maar nu was alles piekfijn in orde. Tijdens de busrit naar Wilanów regende het pijpenstelen. Maar kijk, net toen we uit de bus stapten, brak de zon door en verlichtte de avondzond de prachtige gele gevels.
We kregen een rondleiding van een gids, zagen een eekhoorntje en werden na de wandeling getrakteerd op schuimwijn zonder prik (de wandeling was wat uitgelopen) en veel te veel hapjes die hielpen om de eerste honger te stillen. Na de nodige speeches (met een ronduit geweldige tolk Pools-Engels, geef die mevrouw een tv-show!) konden we genieten van het optreden van Motion trio, drie mannen die met hun accordeons verrassend moderne muziek brachten. Ik werd er helemaal vrolijk van (en neen, het was niet de schuimwijn).
Rond een uur of half negen mochten we eindelijk aan het copieuze buffet aanschuiven. Man, die Polen kennen iets van lekker eten. De hoorn des overvloeds leek wel over het buffet leeggeschud. Aan tafel bleken we naast een Pool te zitten die afkomstig was uit Poznań, mijn favoriete Poolse stadje. Hij keek behoorlijk verbaasd toen ik hem zei dat ik onlangs nog in zijn geboortestad was geweest.
Een bijzonder geslaagd begin van de driedaagse.
The Power of Fantasy in Bozar
Vorige week donderdag bezocht ik na het werk de tentoonstelling “The Power of Fantasy – Modern and Contemporary Art from Poland” in Bozar. Deze tentoonstelling wordt georganiseerd in het kader van I, CULTURE, het internationale culturele luik van het Poolse Voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie. Ik hoor her en der dat Polen ambities koestert voor dit voorzitterschap en daar hoort ook het uitdragen van de Poolse cultuur bij. Aangezien ik een dikke boon koester voor Polen, was ik erg benieuwd naar deze tentoonstelling.
De groepstentoonstelling toont een aantal van de belangrijkste werken uit de hedendaagse Poolse kunst, van een generatie kunstenaars die sinds de val van het communisme in 1989 carrière hebben gemaakt. De tentoonstelling belicht, volgens de folder, meer dan 30 internationaal befaamde kunstenaars. Helaas moet ik bekennen dat geen enkele naam mij bekend voorkwam. Maar laat dat zeker geen bezwaar zijn om deze fantastische en veelzijdige tentoonstelling te bezoeken.
Sprongen er voor mij persoonlijk uit:
- De schilderijen van de neosurrealistische schilder Julian Jakub Ziółkowski, die je door een overvloed aan details kunnen blijven fascineren. Zo toonde “het grote gevecht onder tafel” een veldslag van minisoldaatjes (eentje ervan leek verdacht veel op Napoleon) onder, jawel, een tafel. En ergens tussen de afgerukte ledematen van verminkte soldaten loopt een miniventje met een erectie een minivrouwtje achterna. Schitterend. Zijn werken deden me vaag aan Jheronimus Bosch denken.
- De fake documentaire van Jarosław Kozakiewicz die de transformatie van grijze blokken uit het Sovjettijdperk in groene longen toont. Zo realistisch gebracht dat je het even gelooft.
- Het kerkhof van Robert Kuśmirowski.
- Het apocalyptische panorama van Zbigniew Libera dat me qua opzet deed terugdenken aan het Panorama van Racławice in Wrocław. “De stadsvlucht van de mensen” toont een wanordelijke stoet gedesoriënteerde mensen die met winkelkarren tussen autowrakken en een neergestorte helicopter van het Rode Kruis wegvluchten voor iets wat wij als toeschouwers niet kunnen zien. De foto is geniaal in scène gezet. Hier moeten vele dagen voorbereiding aan vooraf gegaan zijn. Magistraal.
- De film van Artur Żmijewski was dan weer geniaal eenvoudig van opzet. Een bende naakte mensen, jong en oud, man en vrouw die in een kil aandoende grijze kelderruimte tikkertje met elkaar spelen. Fascinerend en contrastrijk.
- De glasramen van Zofia Kulik konden me dan weer bekoren door hun bedrieglijk klassieke schoonheid. Wanneer je dichterbij stapt, zie je echter dat de decoraties en accessoires van de afgebeelde figuren zelf ook mensen zijn. Een menselijke fractal, bijna.
- Het brood op mechanisch pootjes van Janek Simon, was dan weer gewoon grappig.
- De luchtfoto van in het rood geklede mannen die samen het Solidarność van Piotr Uklański vond ik knap gedaan. Goed uitgevoerde fotografie mét een boodschap heeft bij mij altijd een voetje voor.
- “De gemeenschappelijke taak” (Poolsen kansarmen in gouden overalls trekken de wereld in) van Paweł Althamer vormde voor mij een mooie uitsmijter van een prachtige tentoonstelling. Al moet ik toegeven dat ik nog even teruggelopen ben om naar de soldaatjes onder tafel te kijken.
Een inspirerende omgeving
Ik was eerst niet van plan naar het avond-event van de conferentie te gaan, maar liet me overhalen door mijn collega. Laat me zeggen dat ik me dit geen minuut beklaagd heb. Een lange busrit bracht ons naar een bijzonder betoverende site langs de oevers van het Albertkanaal. Op de plek waar zich vroeger een mouterij bevond, zullen weldra chique (maar helaas peperdure) appartementen verrijzen. En niet enkel appartementen, om het met de woorden van de website te zeggen: “De ambitie van het Kanaalproject is om van de huidige monofunctionele site een hoogwaardig stedelijk complex voor gemengd wonen en werken te maken, ondersteund door enkele aanvullende faciliteiten.” Voilà, nu weten jullie het ook.
En hoe is dit project tot stand gekomen? Op een avond passeerde Axel Vervoordt op deze plek en dacht: “What the heck, dit koop ik toch gewoon. Mijn kasteel is toch te klein geworden om al mijn kunst een plek te kunnen geven.” Zonder dat hij al een concreet idee had over de toekomstige bestemming. Deze anecdote van zoon Vervoordt werd door de gasten op gelach onthaald. Zij het in mijn geval op een beetje groen gelach, want hoeveel mensen kunnen zich zoiets permitteren? De kunsthandel, een mens kan daar serieus veel geld mee verdienen, zo blijkt.
Ik ben alleszins blij dat ik de site in de huidige toestand heb kunnen bewonderen. De combinatie van de industriële gebouwen met de kunst die in de ruimtes opgesteld was: magisch. In één van de ruimtes was een grote metalen koepel opgehangen die van binnen helemaal rood geschilderd was. De rode binnenkant liep voor het oog over in zwart, wat de illusie creëerde van een oneindige ruimte. In deze ruimte werden we getrakteerd op een concert van een fluitiste die musiceerde op een oude Japanse houten fluit. In de gebouwen van de mouterij kregen we eerst een uitleg over de toekomstige plannen voor de site en genoten we vervolgens van een prachtig modern muziekstuk gebracht door het HERMESensemble.
En toen was het tijd voor het walking dinner. Dat eigenlijk een zittend dinner was, want in alle ruimtes stonden comfortabele stoelen en zetels. Het was echt waw. Dankzij een lift van de organisatrice was ik nog net op tijd om één van de laatste treinen naar Leuven te halen. En kon ik een treinrit lang nagenieten van deze bijzondere belevenis.
Luxemburg
Mijn tweejaarlijkse (werk-)uitstapje naar Luxemburg zit er weer op. Toch vermoeiend, zo ‘s avonds na het werk drie uur sporen om in een hotel snel nog een kom soep te eten. Niet dat ik klaag, want ik hou wel van alleen overnachten in hotels. Een groot bed helemaal voor mij alleen en ik kan gaan slapen wanneer ik wil! En zo’n uitstapje geeft me ook een beetje een zakenvrouwgevoel. Al heb ik nog nooit van mijn leven een mantelpakje aangehad.
De vergadering was saai zoals altijd. Gelukkig stopten ze op tijd zodat ik al om twintig na vijf de trein richting Brussel kon nemen. Terwijl in Luxemburg de hemel stralend blauw was, pakten de donderwolken zich langzaam samen naarmate de trein het centrum van het land naderde. Al bleef ik een beetje op mijn honger zitten wat gigantische hagelbollen betrof. En dat terwijl ik op twitter de ene hagelmelding na de andere zag passeren. Een fiks onweer, ik vind dat geweldig fascinerend om naar te kijken.
Het kan geen kwaad om af en toe herinnerd te worden aan de ontembare kracht van de natuur.
Weekendje Libin
Het weekend was vorig jaar zo enorm goed meegevallen, dat we de week nadien al meteen de reservatie vastlegden voor dit jaar. De zon liet ons een beetje in de steek, vrijdag en zaterdag, maar dat weerhield ons er niet van in het zwembad te duiken. Door ervaring wijzer geworden, zorgde ik er dit keer voor dat we een kamer hadden in het gastenverblijf, dat wat apart stond van het hoofdhuis waar de gezinnen met kinderen sliepen. De herinnering aan de huilpartijen vanaf half zes met tussenpozen van een half uur (elk kind werd op een ander uur wakker), stond me nog levendig voor de geest. Dit jaar sliep ik echter zalig en werd ik gewekt door het vrolijke gefluit van vogeltjes.
Vrijdagavond maakte kameraad U pasta klaar voor de ganse bende. En dat verdient een dikke chapeau, want die bende bestond uit maar liefst 21 volwassenen en 7 kinderen. Als er nog wat kinderen bijkomen, zullen we ze in tenten te slapen moeten leggen. 😉 Op zaterdag maakten we nadat de regenbui was overgetrokken met een groepje van een tiental personen en één buggy (buggy’s bergop duwen, is goed voor de conditie) een wandeling van een kilometer of tien.
En kijk, bij thuiskomst stonden de groentjes voor de barbecue al klaar en kon het bakken beginnen. We eindigden de avond met een quiz. Snel in de namiddag in mekaar gestoken door S en F, terwijl wij wandelden. Maar het feit dat het snel moest gaan, had geen invloed op de kwaliteit gehad. Het was superleuk. Mijn favoriete ronde was de pictionary ronde. Altijd al eens mijn tekenkunsten op Eddy Wally willen uitleven. 😉 En daarna speelden we, zoals de traditie (en vriendin L) het vraagt, weerwolven. Waarbij niet alleen wolven en onschuldige burgers gelyncht werden, maar ook kemels geschoten. 😉 O.a. door onze charmante lime. 😉
Zondag had de zon wat goed te maken en verbleven we bijna de ganse dag in het zwembad. We sloten de dag af met de overgebleven mensen in een Chinees restaurant in Waver en maakten al meteen plannen voor het volgend jaar. We gaan voor het perfecte weekend!
PS: Ook plezant: S helpen met het verbeteren van zijn laatste lading examens. Altijd al eens stiekem iemand een nul willen geven met een rode balpen. 😉
Werkgerelateerd gezaag
Vandaag was zo’n dag waarvan je grijze haren zou krijgen (ware het niet dat ik dankzij de genen van mijn vader de zekerheid heb dat die grijze haren nog wel een jaar of twintig op zich zullen laten wachten). Rare beslissingen van het hoger management, foute communicatie, een onterechte terechtwijzing via mail, onrealistische deadlines, chaos ende verwarring,… The works.
Maar! Morgen heb ik een dagje verlof! En! Voor dit weekend geven ze goed weer. Hopelijk worden dat zwembad en die jacuzzi even goed gebruikt als vorig jaar.
Een zaterdag in Planckendael
De vriendelijke mensen van adhese stuurden me een tijdje geleden kaarten op voor een bezoekje aan de dierentuin. Dit naar aanleiding van een nieuwe actie van de Zoo van Antwerpen en Planckendael om de voordelen van een abonnement in de kijker te zetten. Een abonnement is ideaal voor mensen met kleine kinderen die in een stedelijke omgeving wonen of gewoon voor dierenliefhebbers die graag de primeur hebben van een wakker wordende leeuw.
Enfin, de kaarten bleven een Japan-reis lang ongebruikt in de schuif liggen, maar deze zonnige zaterdag was het dan zover. We hadden afgesproken met vrienden L en J en hun schattige dochter V dat we elkaar om een uur of vier zouden ontmoeten in Planckendael. Zelf zouden mijn vriend en ik al rond het middaguur vertrekken, maar uiteraard niet op een lege maag. Dus besloten we nog even snel een terrasje op het Martelarenplein te doen. En wat wil het toeval? Kwamen we daar Joke, Vincent en hún schattige dochter Emma tegen die zich ingeschreven hadden voor een wandeling door het Leuvense. Gelukkig was er nog wat plek aan ons tafeltje. 😉
Na een snelle lunch trokken we naar Planckendael. Het domein leek minder groot dan ik me herinnerde en er werd druk gewerkt aan een nieuw verblijf voor Kai-Mook en haar familie. En jawel, ook hier kwamen we bekenden tegen: een oud-studiegenoot en zijn vrouw, ondertussen in verwachting van nummer drie. Grote gezinnen zijn weer helemaal in de mode.
We zagen leeuwen, flamingo’s, ooievaars, neushoorns, aapjes, maar helaas geen olifanten. En tussendoor bewonderden we de stapkunsten van V. Spijtig dat het domein al sloot om zes uur, want het was er aangenaam wandelen in een groene omgeving. Omdat we al wat honger begonnen te krijgen, zochten we 3G-gewijs via tripadvisor een leuk restaurantje op in Mechelen. Zo kwamen we bij eetcafé Madeleine terecht. Een klein dispuut over of we al dan niet op het terras mochten zitten later (blijkbaar worden buggybezitters niet toegelaten op het terras of zoiets), genoten we van een heerlijke maaltijd met uitzicht op het water.
Kleine V gedroeg zich beeldig tot we onze maaltijd beëindigden, maar toen sloeg de vermoeidheid toe. We besloten af te reken en de mooie zomeravond verder te zetten in de tuin van L en J met een goed glas wodka. Dat goed glas werden een paar goeie glazen en zo gingen we vrolijk de nacht in. (En iets minder vrolijk de volgende ochtend in.)
Den Haag
Het is altijd een hele excursie, op één dag heen en weer naar Den Haag, maar ik haal altijd enorm veel energie uit een bezoek aan onze vrienden daar. Je hebt van die mensen waarmee het geweldig klikt en zij zijn zo’n stel. Ik kijk ook erg naar hen op: een schitterend leven opgebouwd in Nederland, allebei een mooie carrière, twee lieve kinderen en een derde onderweg. En toch, alles kan beter. Hij voelt zich al een tijdje minder goed in zijn job en nu is de knoop doorgehakt: hun huis in Den Haag wordt verhuurd en ze verkassen naar het Frans sprekende deel van Zwitserland. De plannen zijn nog weinig concreet op dit moment, maar ik twijfel er geen moment aan dat ze ze zullen realiseren. Fantastisch vind ik dat en diep van binnen wil ik ook het lef hebben om te zeggen: foert, ik begin helemaal opnieuw vanaf nul in een ander land. Maar het is gemakkelijker om in je luie zetel te blijven zitten en alles bij het oude te laten. Ik ben een wussie.
The social network
In 2010 was het me niet gelukt dé film van het jaar te gaan zien, maar dankzij een klein duwtje in de rug van Lime ben ik vorige zondag dan eindelijk dé film van vorig jaar gaan zien. In de Metropolis dan nog wel. De allereerste keer dat ik dit complex betrad.
En omdat film kijken op een lege maag maar niks is, verorberden we, alvorens ons metrogewijs naar de Metropolis te begeven, samen sushi aan de toog van de Wagamama en zo kon ik Lime overtuigen van de geneugten van deze Japanse culinaire traditie die de wereld aan het veroveren is.
En The social network? Een rollercoaster van een film met alle elementen van een Griekse tragedie. Je wordt meteen in het verhaal gesmeten, dat zonder pauzes verder raast naar de aftiteling. Een waardige Oscar-kandidaat, als je het mij vraagt.