De wekker liep af om 6.30u en dat deed ons een beetje pijn. We hadden echter weinig keuze want de ferry naar de Westmaneilanden (Vestmannaeyjar) vertrok om 10u en vanaf ons hotel was het een kleine twee uur rijden naar het vertrekpunt van de ferry. We douchten en ontbeten aan een sneltempo. Zonde, want deze keer was het ontbijtbuffet eens echt de moeite, met smoothies en vitamineshots en pannenkoeken en ander lekkers. Er was zelfs prosecco voorzien. Die liet ik echter aan me voorbij gaan, wie weet wat voor een woeste zee we zouden moeten trotseren om op de Westmaneilanden te geraken. Als ik dit zelf geboekt had, zou ik toch voor een latere ferry gekozen hebben.
Op dit veel te vroege uur werden we tot onze vreugde door een enthousiast schijnende zon verwelkomd. De rit naar het vertrekpunt van de ferry was heel mooi. Die ene keer dat we geen tijd hadden om onderweg te stoppen om foto’s te nemen, kwamen we langs pseudokraters, vogelkliffen en fotogenieke watervallen die er allemaal op hun best uitzagen onder de stralende zon en blauwe hemel. Toch wel een beetje zuur.
We arriveerden een half uur voor het vertrek van de ferry. Mooi op tijd dus. Bij het loket van de ferry stond echter zo’n lange rij (we moesten onze reservatie nog omzetten in tickets) en het ging zo traag vooruit dat we even vreesde de ferry te zullen missen. Echt waar, geen flauw idee waarom het uitprinten van een paar tickets zo verschrikkelijk lang moest duren.
De overtocht met de ferry naar Heimaey (het hoofdeiland van de Westmaneilanden) was zalig. Deze keer konden we wel op het dek staan. Het was behoorlijk frisjes, maar de zon verwarmde onze gezichten. Een vriendin die een schooljaar op uitwisseling naar IJsland geweest is, had me dit eiland aangeraden. Op de voorgestelde route van het reisbureau kwam dit eiland niet voor. Echt blij dat we dit zelf toegevoegd hebben, want Heimaey is klein, maar fijn.
Heimaey heeft ook een heel aparte geschiedenis. Het scheelde niet veel of het eiland was na 1000 jaar bewoning onbewoond achter gebleven. In 1973 ontstond er midden op het eiland een gigantische scheur waaruit lava en as naar buiten spoot. De bewoners hadden geluk dat het de dag voordien te slecht weer was om uit te varen, waardoor alle vissersboten in de haven lagen. Het ganse eiland werd geëvacueerd per boot terwijl de uitbarsting bleef verder duren.
Op een gegeven moment dreigde de lavastroom de haveningang af te sluiten. Dit zou fataal zijn voor Heimaey dat traditioneel van de visvangst leeft. Zonder haven, geen werk. Voor de allereerste keer gebruikte men zeewater in een poging om de lavastroom af te koelen en zo een halt toe te roepen. De inspanningen bleken succesvol. De havenopening bleef behouden en door de extra lava is de haven nu meer afgesloten van de zee, waardoor het water er kalmer is.
Pas na een half jaar kwam de uitbarsting tot een einde. Het eiland was ondertussen 25 procent groter geworden. Veel huizen waren volledig verwoest of begraven onder meters as. Toch wilden er veel inwoners terugkeren. Heroïsche inspanningen werden gedaan om het eiland te herstellen. De graven van het kerkhof werden met de hand uitgegraven, de landingsbaan van de luchthaven werd vergroot met het extra materiaal door de uitbarsting uitgestoten en huizen werden heropgebouwd. Heel veel respect voor de mensen die terugkeerden. Ik weet niet of ik het zou kunnen opbrengen als letterlijk alles wat ik had was weggevaagd door een natuurramp.
Bij aankomst van de ferry wilden we iets doen waarbij we van het mooie zonnige weer konden profiteren. Onze oog viel op een collectie Segways vlak bij de haven. We informeerden naar de kostprijs voor een uur (duur en nog duurder met een gids erbij), maar hey, een mens leeft maar één keer en we hadden altijd al eens dit bijzondere voertuig willen uitproberen. We huurden twee Segways met de gids erbij. Alleen gaan rondrijden met zo’n ding zonder dat we het eiland kenden, leek ons niet zo’n strak plan.
Eerst een rondje oefenen op de stoep. Dat ging redelijk vlot. Maar het moeilijke werk moest nog komen: een helling oprijden. In principe is de besturing van een Segway heel makkelijk je duwt de stuurstang naar voren als je naar voor wil gaan, trekt hem naar achter als je wil naar achter gaan en naar rechts of links als je één van die beide richtingen uit wil. Het klinkt echter makkelijker dan het is. Op de één of andere manier dachten mijn hersenen dat ze ook iets met mijn voeten moesten doen. Alsof ik aan het skiën was en mijn lichaamsgewicht van de ene voet naar de andere moest verplaatsen.
Uiteindelijk bleek stijgen makkelijker dan dalen en haalden we een mooie snelheid bergop. Bij het dalen duwde de stuurstang echter in mijn buik en had ik het gevoel dat ik elk moment van de Segway kon afvallen. Wat niet gebeurde, natuurlijk. Maar naar het einde van de rit toe begonnen mijn voeten aardig te verkrampen. Mijn vriend had een gelijkaardige ervaring. Ik neem aan dat het allemaal wat vlotter gaat eens je een paar keer op dat ding gereden hebt en je eraan gewend bent dat je gewoon moet blijven rechtstaan en niets met je voeten moet doen.
De Segway was alleszins een ideaal vervoermiddel om het heuvelachtige eiland te verkennen. Met weinig inspanning legden we redelijk grote afstanden af. Deze keer hadden we het getroffen met onze gids, een heel vriendelijke IJslander die boeiend kon vertellen over het eiland en de dramatische gebeurtenissen daar. Eén van zijn verhalen wil ik jullie niet onthouden. In 1984 zonk voor de kust van Heimaey een vissersboot met vijf man aan boord. Twee van de bemanningsleden kwamen om bij het kapseizen van de boot, de drie overige probeerden al zwemmend de kust te bereiken in het ijskoude water (6 graden).
Slechts één van de matrozen slaagde er na een zwemtocht van waarschijnlijk zes uur in de kust van Heimaey te bereiken. De kliffen op de plaats waar hij het eiland bereikte waren echter te steil om aan land te komen, dus was hij genoodzaakt nog een stuk verder te zwemmen in het ijskoude water. Nadat hij aan land was gekomen, moest hij nog een heel stuk blootsvoets over scherpen lavarotsen wandelen. Tijdens zijn tocht kwam hij een badkuip tegen die gebruikt werd om de paarden water te geven. Hij had zo’n dorst dat hij de dikke ijslaag op het water met zijn blote handen stuksloeg om zijn dorst te lessen. Na nog drie kilometer wandelen, kwam hij aan bij het eerste huis en klopte aan de deur. De bewoners brachten hem meteen naar het ziekenhuis om de wonden aan zijn voeten te laten behandelen.
Een echt sterk verhaal, want een normale mens kan onmogelijk zo lang in ijskoud water zwemmen. Nadat hij hersteld was van zijn wonden, testten wetenschappers zijn vermogen om in koud water te overleven. Ze zetten hem samen met twee Navy Seals in een tank met ijswater, bleek dat hij uren langer in het water kon blijven zitten. Onze gids zei dat zijn huid was zoals die van een zeehond. Enfin ja, ik was onder de indruk.
We kwamen ook langs de festivalsite van Heimaey. Elk jaar vindt hier een groot festival plaats waar maar liefst 25.000 (!) mensen naartoe komen vanuit heel IJsland. De rotsen vormen een natuurlijk theater zodat iedereen de optredens goed kan volgen en er wordt blijkbaar ook gezamenlijk gezongen. Ze waren nog druk bezig met de opbouw terwijl het festival toch al de dag nadien begon. Al vaker gemerkt dat die IJslanders zich beslist niet laten opjagen. 😉
Ons Segwaytochtje kreeg nog een miniverlengstuk omdat we niet met de visakaart konden betalen en we van de gids nog een tochtje naar de bank en terug mochten maken.
Tijd voor een snelle lunch op een terrasje in de zon (merk op hoe vaak het woord zon in dit stuk voorkomt). Ik at een slaatje met kip en mijn vriend een, u raadt het nooit, hamburger. Veel stelde het niet voor, maar het was fijn om in de zon te kunnen eten. Als dessert at ik zelfs een softijsje met chocoladedip om een collega een plezier te doen die dat zo graag eet. Zelf ben ik niet zo’n geweldige softijs-fan, maar IJslanders krijgen hier blijkbaar geen genoeg van.
We kochten een ticket voor een boottocht rond het eiland en bezochten daarna op aanraden van onze Segwaygids het museum over de uitbarsting met de ietwat bombastische naam Pompeii of the North. Ietwat overdreven, maar op zich was het wel een interessant museum. Centraal in het museum stond een huis dat bedolven geraakte onder de as. De bewoners van dit huis hadden het slimme idee om hun huis uit te graven en er een museum rond te bouwen. Het museum is heel modern en toont veel foto’s en video’s over de ramp. Bij de ingang krijg je een smarthphone die afhankelijk van je locatie in het gebouw wat meer achtergrondinfo geeft. Meer dan een uur heb je niet nodig om dit museum te bezoeken, maar ik durf het toch aan te bevelen.
We hadden nog wat tijd over alvorens de boottocht van 15.30u vertrok. Die vulden we door op een bankje in de haven te genieten van de zon. De rondvaart rond Heimaey was echt de moeite. De grillige kustlijn van dit eiland is bijzonder fotogeniek, we zagen zeevogels hun jongeren voeren en puffins naar zee vliegen om visjes te vangen, telden de eilandjes op de Mid-Atlantische breuklijn en bewonderden veel mooi gekleurde grotten. We kregen opnieuw het verhaal te horen over de wonderbaarlijke zwemtocht van de matroos met het zeehondenvel en zagen een dode dwergvinvis drijven.
Vlak voor de boottocht eindigde voer onze boot een grot in. En daar had ik een kanjer van een déjà vu. Heel vreemd. Het moment dat de saxofoon Amazing Grace begon te spelen in de grot, was het net of ik dit al eerder had meegemaakt. Het vreemde was dat ik tijdens de boottocht met de melodie van Amazing Grace (waarvan ik de Nederlandstalige versie vroeger vaak met het kinderkoor in de mis zong) in mijn hoofd had gezeten. Ik vroeg aan mijn vriend of we ooit eerder iets gelijkaardigs samen hadden beleefd, maar hij beweerde van niet. Misschien op een andere reis met vrienden of zo. Bizar.
Na de boottocht checkten we in bij ons hotel. We werden vriendelijk welkom geheten, zonder een woord over de verkeerde boeking. Nadat we onze koffers naar de kamer gebracht hadden, zaten we allebei wat te suffen omdat we moe waren van het vroege opstaan. Via tripadvisor zochten we een restaurant om iets te eten en zo kwamen we uit bij de nummer 1 van Heimaey: Slippurinn. Mijn vriend reserveerde een tafeltje, maar had de nodige moeite om uit te leggen hoe zijn naam gespeld werd. Omdat zijn achternaam heel moeilijk is voor de meeste buitenlanders probeerde hij te reserveren op zijn voornaam, uiteindelijk gebruikte hij de internationale conventie (alfa, bravo, charlie, delta) in de hoop dat ze het dan begrepen. Enfin ja, er was een tafel voor ons, dat was het belangrijkste.
We maakte nog een miniwandeling naar een uitzichtpunt en trokken daarna op ons gemak richting restaurant. Daar aangekomen vonden ze natuurlijk nergens een reservatie terug op de voornaam van mijn vriend. Totdat mijn vriend zelf in het boek keek en zag dat er in plaats van zijn voornaam de aanduidingen voor de letters hadden opgeschreven. Grappig.
We namen allebei de vis van de dag en dat was zo’n grote portie dat we echt geen plek meer vonden voor een dessert. Het mag gezegd dat de bediening bij Slippurin zeer goed was. Het menu werd voorgesteld zoals het hoort en onze dienster was erg vriendelijk. Het restaurant was bovendien gelegen in een historisch gebouw én ze hadden er rabarberlimonade, als dat niet fantastisch is! Als afsluiter van een geslaagde dag bestelde mijn vriend nog een lava biertje (een heel zwart bier zonder schuim) en ik ging voor een rabarber mojito.
Een mooie dag op een fantastisch eiland.