Toegegeven, ik ben afgehaakt als supporter van het wielrennen na de fameuze Festina-affaire en buiten Wout Van Aert, Remco Evenepoel en Jasper Stuyven, had ik geen flauw idee wie er nog zoal mee koerste, maar hey, als het WK bijna naast jouw deur passeert, kan je dit massa-event moeilijk negeren. Dus trokken mijn vriend en ik zondag de stad in om de sfeer op te snuiven. En sfeer was er, amai. Spreekkoren die de naam van Wout Van Aert scandeerden, luid applaus voor de voorbij flitsende renners, zelfs de allerlaatsten, en gewoon in het algemeen veel ambiance én veel pintjes.
Mijn vriend en ik wandelden langs de minder interessante plekken om renners te spotten, natuurlijk, ik kan me voorstellen dat de échte supporters op één van de hellingen op het parcours stonden en daar misschien al wel eens een niet zo vriendelijke woord naar het hoofd van de latere winnaar Alaphilippe slingerden. Maar ik merkte vooral een Leuven op waar massaal veel volk zich uitstekend amuseerde en de coronacrisis tot een ver verleden leek te behoren.
Al moet ik zeggen dat de fantastische ambiance een stevige deuk kreeg toen de winnaar géén Belg bleek te zijn. Als een opgeblazen ballon die je plots loslaat zonder dat je hem dichtgeknoopt hebt. Je voelde de stad opeens stil worden. Al denk ik stiekem dat het maar goed is dat er geen Belg gewonnen heeft, wie weet wat die feestende mensenmassa voor een overlast teweeg gebracht zou hebben.
We sloten de namiddag af in onze favoriete brasserie L’Etoile d’Or, met een stevige steak met archiducsaus. (De frietjes staan niet afgebeeld op deze foto.)