De jaarlijkse calvarietocht

Ook wel Algemene Vergadering genoemd, zit er weer op. Een algemene vergadering waar de helft van de tijd opnieuw besteed werd aan geruzie met de vzw die de benedenverdieping van ons gebouw inneemt. Geruzie om futiliteiten die met een beetje goede wil zo van de baan geveegd kunnen worden. Ik heb, als voorzitter van de vergadering, mijn beste bemiddelaarskunsten uit de kast gehaald, maar het mocht helaas niet baten. We kwamen niet tot een compromis. Opeens heb ik wat meer begrip voor die ellenlange regeringsonderhandelingen. Wetende dat het het volgend jaar op onze AV weer van hetzelfde laken een pak zal zijn.

De deursaga

Enkele maanden geleden lieten we een veiligheidsdeur plaatsen. Bij installatie bleek er zich echter een minuscuul deukje in de zijkant van de deur te bevinden. Amper zichtbaar als de deur dicht is. De werklui waren echter zo eerlijk me op dit euvel te wijzen. De kans bestaat dat ik het anders niet eens zou opgemerkt hebben. De firma handelde echter correct en bood aan de deur te laten vervangen.

Maanden later was het dan eindelijk zover. De nieuwe deur zou geplaatst worden. Het was om te beginnen al een heel gedoe om de deur in de lift te krijgen. Een beetje verdacht, want bij het vorige exemplaar kostte dit niet zoveel moeite. De heren pakten de deur uit en begonnen aan de montage. Die echter abrupt eindigde toen bleek dat de nieuwe deur drie centimeter te breed was en dus met de beste wil van de wereld niet in het deurgat zou passen. Mijn vriend had nog even al lachend gezegd: kunnen jullie er niet een stukje afvijlen, maar er werd vooral groen gelachen toen het hele geval opnieuw moest ingepakt worden. Misschien moeten we toch maar overwegen gewoon een korting te vragen.

Een doos pralines

Woensdagavond hadden we een collega en zijn vriendin over de vloer. De collega is al een tijdje out met een vervelende voetblessure en we zaten samen om een regeling uit te werken die toeliet dat hij toch van thuis uit kon werken, ondanks zijn immobiliteit (zijn vriendin kan hem moeilijk elke dag naar het werk voeren). Net op dat moment ging de deurbel.

Via de intercom zag ik dat het één van de mede-eigenaars van ons appartementsgebouw was die haar appartement verhuurt. Een oudere dame van het type dat elke frank in twee bijt (aja, want zij rekent nog in franken), geen internet heeft en dus moeilijk bereikbaar is en het te veel vindt om te betalen voor een aangetekend schrijven gericht aan onze nog steeds heftig tegenspartelende bouwheer. Enfin, een vervelend dametje dat ons belt op ongelegen momenten en je in het midden van de winkelstraat tegen houdt om heel haar uitleg te doen terwijl je net erg gehaast bent.

Ze had al eerder voor de deur gestaan toen ik nog niet thuis was, maar toen had mijn vriend haar niet binnen gelaten. Toch voelde ik me verplicht haar te woord te staan vanuit mijn functie als voorzitter van de Raad van mede-eigendom. We hadden al laten vallen tegen onze gasten dat er een vervelend dametje voor de deur stond, toen ik naar beneden ging. Bleek dat ons dametje in kwestie een doos pralines bij had voor mij en mijn vriend omdat we haar een draft versie voor een brief gericht aan de bouwheer bezorgd hadden.

Het schaamrood steeg me naar de wangen, want ze was speciaal twee keer langs gekomen om die pralines af te geven. Toen ik terug boven was, moffelde ik de pralines, die ik normaal met de gasten gedeeld zou hebben, haastig weg. Want hoe kan je een gulle gift als deze rijmen met het beeld van een gierig dametje dat we geschetst hadden? Zo zie je maar, oordeel niet te snel…

Interpretatiefout

Ik bevond me nog in bed. Ergens in die heerlijke schemerzone tussen slapen en waken in, toen mijn vriend de slaapkamer binnenkwam met de mededeling dat het ernaar uitzag dat onbekenden de deur van de buurvrouw hadden proberen te forceren. Op de vloer lagen stukken hout afkomstig van de deur en het slot was ontdaan van het afdekplaatje. Enfin, de inbrekers waren duidelijk nogal driest te werk gegaan.

Dus belde mijn vriend onze buurvrouw, die niet opnam; de huiseigenaar, die op vakantie in Sardinië was; onze onderbuurman, die gisterenavond politie en brandweer had gehoord; de buurman van het hoogste verdiep die niks had gehoord en ten slotte de politie met de vraag iemand langs te sturen. Verwarring alom. Tot er een sms’je kwam van onze buurvrouw in het ziekenhuis dat ze een ongeval gehad had en dat politie en brandweer haar deur hadden opengebroken om haar uit het appartement te krijgen.

En het zal aan mij liggen, maar ik stelde me meteen vragen bij dat “ongeval”. Een vrouw alleen, op zoek naar zichzelf, twijfelend, waarvan de deur geforceerd moet worden om haar te redden? Allerlei filmscenario’s rolden zich af in mijn hoofd. Als je iemand maar oppervlakkig kent, zie je vaak niet wat er echt in hen omgaat. En een vrolijk uiterlijk kan soms een masker zijn dat donkere gedachten verbergt.

Nu, we weten natuurlijk niet wat er echt gebeurd is. Maar ik hoop alvast alles goed komt en ze snel weer naar huis mag.

Oplevering – the never ending story

En zo stond ik op een zaterdagochtend om kwart voor acht ‘s ochtends op in de overtuiging dat na al die jaren er eindelijk nog eens een poging tot oplevering gedaan zou worden. Naïeveling die ik ben. De oplevering was al met een week uitgesteld omdat “de vloerder niet kon komen, maar geen paniek deze week kwam het zeker in orde” (quod non). Nadat ik deze ochtend de slaap uit mijn ogen gewreven had, bleek er deze nacht om half twee een mailtje te zijn binnengelopen: “Voorlopige oplevering uitgesteld wegens overlijden schoonmoeder bouwheer.” Het is me onduidelijk hoeveel schoonmoeders onze bouwheer heeft, want volgens mij is dit excuus al eens eerder gebruikt. Achja, les excuses sont faits pour s’en servir

Benieuwd wanneer de volgende poging gedaan zal worden.

Contrast

Vrijdagavond waren we uitgenodigd bij mijn squashpartner om een glas te drinken op zijn verhuis naar een nieuwe appartement. Het appartement was knap ingericht, met stijlvolle meubels en mooi laminaat op de vloer. Alleen vond ik de muren wat kaal. Toen ik hem zei dat er nog wat decoratie ontbrak, was zijn antwoord: “Ik weet niet, dan wordt het hier zo vol.” En in een flits zag ik ons appartement door zijn ogen: elk stukje muur behangen, elke hoek en elk oppervlak vol met spullen en onze bureaus bijna altijd in een toestand van gezellige chaos. Ik voelde me bijna genoodzaakt om bij thuiskomst een grote opruimactie op te zetten. Bijna, want stiekem ben ik wel gehecht aan de vrolijke chaos in ons appartement. Heel stiekem. 😉

Buren

Mijn vriend en ik hebben niet echt veel contact met de medebewoners van ons appartementsgebouw. Voornamelijk omdat de concentratie bemoeizieke bejaarden net iets te hoog ligt. We zeggen mekaar goeiendag en daar blijft het zowat bij.

Een tijdje geleden trok er echter een nieuwe huurder in het appartement naast dat van ons. We kwamen haar zo nu en dan tegen in de gangen en het leek ons wel een hippe en toffe dame. Een kleine online zoektocht leek dit vermoeden te bevestigen. Vandaar leek het ons een goed idee om haar uit te nodigen voor ons feestje. Ik schoof een kaartje met een uitnodiging onder de deur en wachtte af.

Een kaartje onder onze deur volgde met een bedanking voor de uitnodiging en een mededeling dat het niet paste voor haar, maar dat we zeker welkom waren om bij haar iets te komen drinken. En zo zaten we vrijdagavond samen rond onze eettafel met een glaasje champagne in de hand. En toen de fles leeg was, werd er een nieuwe (roze cava) open gedaan. Voor dat we er erg in hadden was het voorbij middernacht en namen we afscheid van elkaar met de belofte dit nog eens over te doen.

De eerste kennismaking met onze nieuwe buurvrouw was een groot succes. Alleen die dode plantjes op haar balkon, daar moeten we het nog eens over hebben. 😉

Bijna wit

In een daad van overmoed besloten we ons appartement een kleine make-over te geven. De muren vertoonden her en der zwarte strepen en vage plekken die duidelijk van kinderhandjes afkomstig waren. Om maar te zwijgen van de nagellakstrepen die ik soms per ongeluk achterlaat en de kleine deukjes in de muur veroorzaakt door rugzakken, meubelstukken en paraplu’s.

We zagen het helemaal zitten, kochten de witste verf die we konden vinden en begonnen eraan. Eén laag zou wel voldoende zijn, dachten we. De oude verf was niet wit-wit, maar wit met een tikkeltje grijs in, bijna niet te onderscheiden van wit. Maar na een paar penseelstreken werd al heel snel duidelijk dat één laag wit niet echt zou volstaan, want die witte verf met een tikkeltje grijs bleef er maar doorkomen. Zelfs een tweede laag, bleek op sommige plaatsen op het randje.

Veel meer werk dan oorspronkelijk voorzien, dus. En dat terwijl zowel mijn vriend als ikzelf niet echt liefhebbers van schilderen zijn. Vooral de discipline randjes van plinten onder chauffages verven is mijn persoonlijke favoriet. Gelukkig hebben we komend weekend nog een extra dag in onze agenda’s geblokkeerd. Dat extra laagje komt er wel!