Culinaire overdaad

Het begon met de fajitas vrijdagavond, gevolgd door talrijke hapjes, Oosterse scampi met rijst en door de gastvrouw gemaakte chocoladecake als dessert op zaterdagavond. Zondagmiddag schoven we onze voeten onder de Langste Tafel terwijl we gezellig keuvelden met de oudjes rondom ons en zondagnamiddag werden we getrakteerd op taart en koffie voor de verjaardag van mijn grootmoeder. 91 al en ondanks het feit dat ze de week voordien haar pols had gebroken in het rusthuis door een ongelukkige uitschuiver op een natte plek, at ze met veel smaak haar taart op. Alsof er niets gebeurd was en ze helemaal niet het verband en vervolgens de voorlopige gips van haar pols had getrokken. De vrouw is gewoon fysiek onverwoestbaar. Doodjammer dat haar geheugen steeds meer op een kaas met gaten begint te lijken.

Mijn vriend kon dit weekend ook zijn hartje ophalen. Zowel vrijdag als zaterdag waren we te gast bij een koppel dat een kat in huis had. De eerste kat was speels, de tweede kat liet zich gewillig strelen terwijl ze op de schoot van mijn vriend lag. En de twee vrolijke jongens van het zaterdagse koppel maakte dat hij het kind in hem de vrije teugel kon laten.

Zonder de begrafenis was het een perfect weekend geweest.

Begrafenissen

De dood hoort bij het leven. En al wanen we ons soms onsterfelijk, vroeg of laat komt de confrontatie met de harde werkelijkheid. De pijn van een te vroeg gestorven vader, gestorven aan de ziekte die de laatste tijd in mijn omgeving heftig te keer gaat, want ook mij collega moest zijn moeder vorige week afgeven.

En zo zaten mijn vriend en ik vandaag in de mis te luisteren naar verhalen over een man die ik slechts vluchtig leerde kennen. Vorig jaar, op het huwelijk van zijn zoon, onze vriend. Bijna dag op dag een jaar geleden hoorden we onze vrienden opnieuw muziek maken en gedichten voordragen, maar nu was de vrolijkheid vervangen door droefenis. En op zo’n momenten voel je je machteloos, want hoe troost je mensen die een rots in hun leven verloren hebben? De troost van een weerzien na de dood, kan ik hen niet geven, want daar geloof ik nog niet in. Een knuffel, een kus, een stilzwijgende blik van begrip, dat is alles wat we te bieden hadden.

Fajitas

Gisteren waren we te gast bij vrienden en boy, werden we verwend. Eerst toastjes met zalm en tomaatjes en ham, daarna fajitas met kip en gehakt en elk mogelijk sausje dat je je maar kan voorstellen en dan nog tiramisu met speculaas (waarom noemt iedereen dat tegenwoordig speculoos?) als dessert. Dit alles vergezeld van een lekker glaasje wijn. Gelukkig was de fietstocht op weg naar huis bergaf, zodat we de zwaartekracht haar werk konden laten doen.

Erg knap waren trouwens de bouwplannen voor hun nieuwe huis, helemaal zelf getekend door de vrouw des huizes die werkt in een architectenbureau. Een mooi, modern huis van twee verdiepingen en een grote kelder eronder op een niet onaardig lapje grond. Van zoveel ruimte kunnen wij appartementsbewoners enkel dromen. Al zit ik niet meteen te wachten op de miserie van het opvolgen van aannemers en vaklui die zich nooit, maar dan ook nooit, aan gemaakte afspraken houden. Minder oppervlakte heeft ook zo zijn voordelen. Het grootste voordeel is minder schoonmaakwerk en als er iets is waar ik een hekel aan heb, dan is wel aan schoonmaken. 😉

Liefde in tijden van cholera

Deze klassieker van Márquez lag al een tijdje in mijn boekenkast op mij te wachten. Het lezen erin verliep wat stroef. Zo zaten er zeker meer dan twee maanden tussen de eerste helft en de tweede helft van het boek. Vreemd, want “Honderd jaar eenzaamheid” van dezelfde auteur kon ik gewoon niet wegleggen en las ik in één ruk uit.

Nochtans is het boek, zoals we dat van Márquez gewoon zijn, briljant geschreven. Ik denk dat mijn gevoel voor romantiek met de jaren afgenomen is (en ik was al nooit een echte romanticus). En ik ben veel te nuchter om in de eeuwige liefde te geloven. Hoe vaak ik het mannelijke hoofdpersonage wel niet heb willen toeschreeuwen: move on! Maar kijk, de laatste bladzijden waarin de twee oudjes mekaar uiteindelijk vinden, wisten me toch te betoveren. Wie weet vaart die boot nog altijd rond op een rivier ergens in Latijns-Amerika. Het weze hen gegund.