Baby’s, baby’s

Zaterdagavond waren we te gast bij vrienden die onlangs een tweede zoontje gekregen hebben. Het kind had dezelfde naam als mijn broer. En aangezien ik lang, lang geleden verantwoordelijk was voor de keuze van de naam van mijn broertje, kon ik hen alleen maar feliciteren met hun goede smaak. 😉

Grappig hoe verschillend kinderen van dezelfde ouders kunnen zijn. De eerste jongen was een echte huilbaby, terwijl de tweede een modelbaby is: goed eten, braaf slapen en altijd goed gezind. Nu konden onze vrienden smakelijk lachen met de wallen op de foto’s van na de geboorte van de eerste, maar ik herinner me dat bezoek aan hun eerste kindje nog goed: we moesten onze stem de ganse tijd verheffen om het gekrijs te overstemmen. Dan zit je er als ouder toch even door, kan ik me voorstellen.

Ondertussen is hun eerstgeborene uitgegroeid tot een flinke kerel vol energie wiens mond geen moment stil stond tijdens ons bezoek. Het klikte meteen tussen ons en hij heeft mij een hele uiteenzetting gedaan over maaidorsers. En ik mocht zelfs met zijn autootjes en zijn pop spelen! Een hele eer, want zo goed kent het jongetje ons eigenlijk niet.

En nu zijn we alweer op weg naar een babyborrel. De opvolging is verzekerd.

Waterpijpdate

Zo stond het in mijn agenda genoteerd. Ik heb van mijn leven nog nooit een sigaret aangeraakt. De geur alleen al stoot me af, maar kameraad E wist ons te overtuigen dat een waterpijp iets helemaal anders was. Het zou naar appeltjes smaken en helemaal niet zo ongezond zijn als een sigaret. Van dat laatste ben ik niet echt overtuigd, maar mijn vriend wilde het graag een keertje proberen. Dus maakten we een afspraak om de in Egypte gekochte waterpijp van kameraad E aan een test te onderwerpen.

We aten eerst samen mosselen op een terras in Heverlee, gelukkig zonder dat de donkere wolken boven ons hun natte lading losten. Na het avondmaal zakten we af naar het studiootje van E en na wat gepruts om de kooltjes te laten branden, lukt het hem om de waterpijp aan de praat te krijgen. Als backup hadden mijn vriend en ik een flesje schuimwijn en een fles wodka met karamelsmaak meegenomen. Een beetje anticiperend op het feit dat we het waarschijnlijk niet zo lekker zouden vinden.

En tja, wat kan ik zeggen. De geur is inderdaad fruitiger en niet zo afstotend als sigarettenrook en het kruipt niet zo erg in je haar en kleren, maar het smaakt vies en verbrand. Al beweerde kameraad E dat zo’n waterpijp in Egypte veel beter smaakt. Na drie trekjes had ik het wel gehad. Niet voor herhaling vatbaar. Wel voor herhaling vatbaar: het gejuich van de OHL supporters dat ons door het open raam bereikte na de overwinning op Anderlecht. Wat een debuut in eerste klasse!

En de wodka en de schuimwijn zorgden ervoor dat het toch een gezellige avond werd waarop we klonken op het leven en de overwinning.

Waar gebeurd

Er was eens een brave bediende die zijn Word-document naar een PDF wilde omzetten. Het was een snuggere bediende die echter van informaticatoepassingen niet zoveel kaas gegeten had. Dus bedacht hij een ingenieuze oplossing: hij printte het Word-document af op de dichtstbijzijnde netwerkprinter en scande dit document vervolgens in op het multifunctionele kopieerapparaat. Om even later de PDF op de gedeelde netwerkschijf op te halen.

Groot werden zijn ogen, toen ik hem toonde hoe hij in een paar seconden een mooi, doorzoekbaar PDF-document kon maken, zonder ook maar vanachter zijn computer te moeten komen.

Eind goed, al goed.

Een driedaagse zonder internet

Dan komt een mens thuis van een gezellige driedaagse in Trier om bikkelhard geconfronteerd te worden met de rauwe werkelijkheid: een extremistische zonderling vermoordt 93, voornamelijk jonge, mensen in Noorwegen en Amy Winehouse stierf op veel te jonge leeftijd, waarschijnlijk aan het gevecht met haar eigen demonen. Bam, welcome back.

Gelukkig was er ook een straaltje goed nieuws: sinds vrijdagnacht zijn mijn vriend en ik de trotse peetouders van een schattig meisje. De bevalling is supervlotjes gegaan en heel binnenkort zullen we haar met eigen ogen gaan bewonderen.

Warschau – 20 juli 2011

De laatste halve dag van de conferentie vloog voorbij. Ik had nog net genoeg tijd om (het klinkt afgezaagd) alweer een heerlijke lunch binnen te steken en terug naar het hotel te wandelen, waar mijn taxi naar de luchthaven al op mij stond te wachten. Jammer dat ik niet meer tijd had om afscheid te nemen van Warschau. De vlucht naar huis was erg saai, vooral de tussenstop in Zurich was er te veel aan. Zeker toen de douane mij bijna mijn twee flessen krupnik ontfutselde die ik in de tax free in de luchthaven van Warschau gekocht had. Rond een uur of half negen landde ik zonder problemen in Brussel, waar ik me even verloren waande in het nieuwe station van Zaventem luchthaven (zo hip geworden, niet te doen) en bracht de trein me naar ons appartementje in het oude vertrouwde Leuven.

Warschau – 19 juli 2011

Na een mindere nacht in het Radisson Blu hotel, zag ik mijn collega weer aan het ontbijt. De muggen hadden mij in Wilanów niet bepaald gespaard en ik was ‘s nachts wakker geworden van de ondraaglijke jeuk. Met het ouder worden, reageer ik steeds meer allergisch op muggenbeten. Mijn onderarm vertoonde een zwelling bijna zo groot als mijn vlakke hand en mijn benen zaten onder de dikke rode bulten met een doorsnede van meer dan een 2-eurostuk.

Het ontbijt was, zoals je dat van een vijfsterrenhotel mag verwachten, dik in orde. Ik zorgde dat ik genoeg at, want de lunch zou volgens het conferentieprogramma pas om kwart voor twee plaatsvinden. Gelukkige bleken er tijdens de koffiepauzes vers fruit en mierzoete koekjes geserveerd te worden. Lang leve de Poolse voorliefde voor gebak en zoetigheden!

De conferentie zelf bracht niet veel vernieuwende inzichten, maar dat had ik ook niet verwacht. Zo’n conferentie is vooral een gelegenheid om te netwerken en een overzicht te krijgen van de stand van zaken in andere landen. Uiteindelijk kampt iedereen zowat met dezelfde problemen. Al verschillen de meningen over hoe die problemen op te lossen. Er waren enkele presentaties die ik zeer goed vond en ik maakte kennis met mensen met wie ik graag businesskaartjes uitwisselde. En oja, de lunch was zoals we dat in Polen gewoon zijn, uitstekend.

De locatie waar de conferentie plaatsvond was ook de moeite. Het Centrum Nauki Kopernik is een splinternieuw gebouw met enerzijds een wetenschapsmuseum en anderzijds een conferentiecentrum met uitzicht op de Wisla en een leuke tuin. Gedeeltelijk gefinancierd met Europees geld, uiteraard. Het Centrum Nauki Kopernik lag vlakbij de nieuwe bibliotheek die we de dag voordien bezochten. Het is duidelijk dat er volop geïnvesteerd wordt om deze buurt een nieuw élan te geven.

Aan het einde van de conferentiedag kregen we toegangsticketjes aangeboden voor het museum. Mijn collega had daar niet meer zoveel zin in en ging terug naar het hotel, maar ik wilde graag nog even in het museum rondlopen. De proefjes waren vooral gericht op kinderen, wat niet wegneemt dat de tentoonstelling goed in mekaar zat met uitleg over scheikundige en natuurkundige fenomenen, een heel onderdeel over de werking van het menselijk lichaam én ze hadden een replica van de slinger van Foucault. De heldere uitleg op de bordjes was zowel in het Pools als in het Engels opgesteld. Anders zou ik er niet veel aan gehad hebben. 😉

Nadat het museum gesloten was, wandelde ik op mijn gemak terug naar het hotel. Onderweg stopte ik even bij de nieuwe vleugel van het prachtig gerenoveerde Chopin Museum voor een kopje échte warme Poolse chocoladedrank en een tiramisu. De warme chocolade was gedecoreerd met marshmellows. Het was heerlijk.

Ik was nog net op tijd in het hotel om snel onder de douche te springen, want de bus voor het avondprogramma stond al op ons te wachten. Ditmaal werden we naar het Centre for Contemporary Art Ujazdowski Castle gebracht, een minder indrukwekkende locatie dan Wilanów. Na de speeches kregen we de prijzenwinnende animatiefilm The Lost Town of Świteź (TODO) te zien. De animatie was prachtig, maar het thema van de film (godsvruchtigheid wordt beloond) was niet bepaald mijn ding.

Oja, het diner was natuurlijk weer erg verzorgd en overvloedig. Alleen spijtig dat we te laat waren om nog een stukje van de tentoonstelling mee te pikken, de honger had ons eerst richting buffet gedreven.

Warschau – 18 juli 2011

Dat ik een zwak voor Polen heb, zal de trouwe lezer (zijn die er eigenlijk?) van dit blog beslist al opgevallen zijn. Dus toen ik voor mijn werk naar een conferentie in Warschau mocht, vond ik het beslist niet erg dat mijn vlucht op maandagochtend om tien voor zeven vertrok. Al deed het wel zeer toen de wekker om twintig na vier afging. Mijn vriend zorgde dat ik zonder ongelukken op Zaventem geraakte, waar mijn collega al op mij stond te wachten. Het begin van een fijne driedaagse.

De conferentie startte officieel pas maandagavond, waardoor we de gelegenheid hadden om de middag en de namiddag in de stad rond te lopen. Het verbaasde me hoe goed na vijf jaar het stadsplan van Warschau nog in mijn geheugen geprent was. Nuja, we waren er toen acht dagen om de zus van mijn vriend te bezoeken en dat is tijd genoeg om een stad grondig te leren kennen.

Mijn collega en ik bezochten het oude stadscentrum, een charmante reconstructie (85% van Warschau lag in puin na WOII) met veelkleurige huizen en een mooi marktplein met in het midden een fontein met een zeemeermin. We slenterden door de straatjes en aten sernik (Poolse kaastaart) op een terras met uitzicht op het Koninklijk Paleis.

Vervolgens brachten we een bezoek een de splinternieuwe universiteitsbibliotheek. Mijn collega had in een artikel in de Morgen gelezen dat dit de moeite van een bezoek waard was en daarvan was geen woord gelogen. De daktuin is een magnifieke staaltje van tuinarchitectuur met bruggen en uitzichtpunten. Heel bijzondere en gedurfde architectuur. Een absolute must-see!

We aten vettig eten (pierogi in mijn geval, hartige pannenkoeken in het hare) in een eetgelegenheid voor studenten. Het was niet lekker, maar kom, de magen waren gevuld. Na het eten wilde mijn collega wat gaan rusten en ging ik alleen naar de Joodse Nożyk synagoge (waar ik de enige bezoeker was) en het Cultuurpaleis, de bruidstaart die Stalin als een cadeautje aan de stad schonk. Alhoewel de meningen over de constructie verdeeld zijn, moet ik zeggen dat ik het gebouw wel kan smaken. Het is kitcherig en het zuigt alle aandacht naar zich toe en schaamt zich daar hoegenaamd niet voor. Ik kocht een kaartje en ging naar boven om van het uitzicht te genieten.

Ik was iets te lang blijven plakken, want moest me nog flink haasten om op tijd in het hotel te zijn voor een snelle douche voordat het avondprogramma startte. Bestemming: Wilanów. Vijf jaar geleden stond dit prachtige kasteeltje gedeeltelijk in de steigers en waren er stukken van de tuin niet toegankelijk, maar nu was alles piekfijn in orde. Tijdens de busrit naar Wilanów regende het pijpenstelen. Maar kijk, net toen we uit de bus stapten, brak de zon door en verlichtte de avondzond de prachtige gele gevels.

We kregen een rondleiding van een gids, zagen een eekhoorntje en werden na de wandeling getrakteerd op schuimwijn zonder prik (de wandeling was wat uitgelopen) en veel te veel hapjes die hielpen om de eerste honger te stillen. Na de nodige speeches (met een ronduit geweldige tolk Pools-Engels, geef die mevrouw een tv-show!) konden we genieten van het optreden van Motion trio, drie mannen die met hun accordeons verrassend moderne muziek brachten. Ik werd er helemaal vrolijk van (en neen, het was niet de schuimwijn).

Rond een uur of half negen mochten we eindelijk aan het copieuze buffet aanschuiven. Man, die Polen kennen iets van lekker eten. De hoorn des overvloeds leek wel over het buffet leeggeschud. Aan tafel bleken we naast een Pool te zitten die afkomstig was uit Poznań, mijn favoriete Poolse stadje. Hij keek behoorlijk verbaasd toen ik hem zei dat ik onlangs nog in zijn geboortestad was geweest.

Een bijzonder geslaagd begin van de driedaagse.