Warschau – 20 juli 2011

De laatste halve dag van de conferentie vloog voorbij. Ik had nog net genoeg tijd om (het klinkt afgezaagd) alweer een heerlijke lunch binnen te steken en terug naar het hotel te wandelen, waar mijn taxi naar de luchthaven al op mij stond te wachten. Jammer dat ik niet meer tijd had om afscheid te nemen van Warschau. De vlucht naar huis was erg saai, vooral de tussenstop in Zurich was er te veel aan. Zeker toen de douane mij bijna mijn twee flessen krupnik ontfutselde die ik in de tax free in de luchthaven van Warschau gekocht had. Rond een uur of half negen landde ik zonder problemen in Brussel, waar ik me even verloren waande in het nieuwe station van Zaventem luchthaven (zo hip geworden, niet te doen) en bracht de trein me naar ons appartementje in het oude vertrouwde Leuven.

Warschau – 19 juli 2011

Na een mindere nacht in het Radisson Blu hotel, zag ik mijn collega weer aan het ontbijt. De muggen hadden mij in Wilanów niet bepaald gespaard en ik was ‘s nachts wakker geworden van de ondraaglijke jeuk. Met het ouder worden, reageer ik steeds meer allergisch op muggenbeten. Mijn onderarm vertoonde een zwelling bijna zo groot als mijn vlakke hand en mijn benen zaten onder de dikke rode bulten met een doorsnede van meer dan een 2-eurostuk.

Het ontbijt was, zoals je dat van een vijfsterrenhotel mag verwachten, dik in orde. Ik zorgde dat ik genoeg at, want de lunch zou volgens het conferentieprogramma pas om kwart voor twee plaatsvinden. Gelukkige bleken er tijdens de koffiepauzes vers fruit en mierzoete koekjes geserveerd te worden. Lang leve de Poolse voorliefde voor gebak en zoetigheden!

De conferentie zelf bracht niet veel vernieuwende inzichten, maar dat had ik ook niet verwacht. Zo’n conferentie is vooral een gelegenheid om te netwerken en een overzicht te krijgen van de stand van zaken in andere landen. Uiteindelijk kampt iedereen zowat met dezelfde problemen. Al verschillen de meningen over hoe die problemen op te lossen. Er waren enkele presentaties die ik zeer goed vond en ik maakte kennis met mensen met wie ik graag businesskaartjes uitwisselde. En oja, de lunch was zoals we dat in Polen gewoon zijn, uitstekend.

De locatie waar de conferentie plaatsvond was ook de moeite. Het Centrum Nauki Kopernik is een splinternieuw gebouw met enerzijds een wetenschapsmuseum en anderzijds een conferentiecentrum met uitzicht op de Wisla en een leuke tuin. Gedeeltelijk gefinancierd met Europees geld, uiteraard. Het Centrum Nauki Kopernik lag vlakbij de nieuwe bibliotheek die we de dag voordien bezochten. Het is duidelijk dat er volop geïnvesteerd wordt om deze buurt een nieuw élan te geven.

Aan het einde van de conferentiedag kregen we toegangsticketjes aangeboden voor het museum. Mijn collega had daar niet meer zoveel zin in en ging terug naar het hotel, maar ik wilde graag nog even in het museum rondlopen. De proefjes waren vooral gericht op kinderen, wat niet wegneemt dat de tentoonstelling goed in mekaar zat met uitleg over scheikundige en natuurkundige fenomenen, een heel onderdeel over de werking van het menselijk lichaam én ze hadden een replica van de slinger van Foucault. De heldere uitleg op de bordjes was zowel in het Pools als in het Engels opgesteld. Anders zou ik er niet veel aan gehad hebben. 😉

Nadat het museum gesloten was, wandelde ik op mijn gemak terug naar het hotel. Onderweg stopte ik even bij de nieuwe vleugel van het prachtig gerenoveerde Chopin Museum voor een kopje échte warme Poolse chocoladedrank en een tiramisu. De warme chocolade was gedecoreerd met marshmellows. Het was heerlijk.

Ik was nog net op tijd in het hotel om snel onder de douche te springen, want de bus voor het avondprogramma stond al op ons te wachten. Ditmaal werden we naar het Centre for Contemporary Art Ujazdowski Castle gebracht, een minder indrukwekkende locatie dan Wilanów. Na de speeches kregen we de prijzenwinnende animatiefilm The Lost Town of Świteź (TODO) te zien. De animatie was prachtig, maar het thema van de film (godsvruchtigheid wordt beloond) was niet bepaald mijn ding.

Oja, het diner was natuurlijk weer erg verzorgd en overvloedig. Alleen spijtig dat we te laat waren om nog een stukje van de tentoonstelling mee te pikken, de honger had ons eerst richting buffet gedreven.

Warschau – 18 juli 2011

Dat ik een zwak voor Polen heb, zal de trouwe lezer (zijn die er eigenlijk?) van dit blog beslist al opgevallen zijn. Dus toen ik voor mijn werk naar een conferentie in Warschau mocht, vond ik het beslist niet erg dat mijn vlucht op maandagochtend om tien voor zeven vertrok. Al deed het wel zeer toen de wekker om twintig na vier afging. Mijn vriend zorgde dat ik zonder ongelukken op Zaventem geraakte, waar mijn collega al op mij stond te wachten. Het begin van een fijne driedaagse.

De conferentie startte officieel pas maandagavond, waardoor we de gelegenheid hadden om de middag en de namiddag in de stad rond te lopen. Het verbaasde me hoe goed na vijf jaar het stadsplan van Warschau nog in mijn geheugen geprent was. Nuja, we waren er toen acht dagen om de zus van mijn vriend te bezoeken en dat is tijd genoeg om een stad grondig te leren kennen.

Mijn collega en ik bezochten het oude stadscentrum, een charmante reconstructie (85% van Warschau lag in puin na WOII) met veelkleurige huizen en een mooi marktplein met in het midden een fontein met een zeemeermin. We slenterden door de straatjes en aten sernik (Poolse kaastaart) op een terras met uitzicht op het Koninklijk Paleis.

Vervolgens brachten we een bezoek een de splinternieuwe universiteitsbibliotheek. Mijn collega had in een artikel in de Morgen gelezen dat dit de moeite van een bezoek waard was en daarvan was geen woord gelogen. De daktuin is een magnifieke staaltje van tuinarchitectuur met bruggen en uitzichtpunten. Heel bijzondere en gedurfde architectuur. Een absolute must-see!

We aten vettig eten (pierogi in mijn geval, hartige pannenkoeken in het hare) in een eetgelegenheid voor studenten. Het was niet lekker, maar kom, de magen waren gevuld. Na het eten wilde mijn collega wat gaan rusten en ging ik alleen naar de Joodse Nożyk synagoge (waar ik de enige bezoeker was) en het Cultuurpaleis, de bruidstaart die Stalin als een cadeautje aan de stad schonk. Alhoewel de meningen over de constructie verdeeld zijn, moet ik zeggen dat ik het gebouw wel kan smaken. Het is kitcherig en het zuigt alle aandacht naar zich toe en schaamt zich daar hoegenaamd niet voor. Ik kocht een kaartje en ging naar boven om van het uitzicht te genieten.

Ik was iets te lang blijven plakken, want moest me nog flink haasten om op tijd in het hotel te zijn voor een snelle douche voordat het avondprogramma startte. Bestemming: Wilanów. Vijf jaar geleden stond dit prachtige kasteeltje gedeeltelijk in de steigers en waren er stukken van de tuin niet toegankelijk, maar nu was alles piekfijn in orde. Tijdens de busrit naar Wilanów regende het pijpenstelen. Maar kijk, net toen we uit de bus stapten, brak de zon door en verlichtte de avondzond de prachtige gele gevels.

We kregen een rondleiding van een gids, zagen een eekhoorntje en werden na de wandeling getrakteerd op schuimwijn zonder prik (de wandeling was wat uitgelopen) en veel te veel hapjes die hielpen om de eerste honger te stillen. Na de nodige speeches (met een ronduit geweldige tolk Pools-Engels, geef die mevrouw een tv-show!) konden we genieten van het optreden van Motion trio, drie mannen die met hun accordeons verrassend moderne muziek brachten. Ik werd er helemaal vrolijk van (en neen, het was niet de schuimwijn).

Rond een uur of half negen mochten we eindelijk aan het copieuze buffet aanschuiven. Man, die Polen kennen iets van lekker eten. De hoorn des overvloeds leek wel over het buffet leeggeschud. Aan tafel bleken we naast een Pool te zitten die afkomstig was uit Poznań, mijn favoriete Poolse stadje. Hij keek behoorlijk verbaasd toen ik hem zei dat ik onlangs nog in zijn geboortestad was geweest.

Een bijzonder geslaagd begin van de driedaagse.

Party!

Ik ben er _eindelijk_ in geslaagd al de foto’s van ons tripje naar Polen te bewerken en van commentaar te voorzien. Aangezien het hier om meer dan 1000 foto’s ging, kunnen jullie je wel voorstellen dat dat een heel karwei was. Komt daar nog eens bij dat ze in Polen een hoop van die rare letters (Ą ą Ć ć Ę ę Ł ł Ń ń Ó ó Ś ś Ź ź Ż ż) gebruiken en klinkers voor watjes vinden. Mijn vingers kregen er kramp van.

Wat fotootjes om te vieren dat dit werkje achter de rug is:















Impressies van Warschau

Nog niet echt aan toegekomen om een verslagje te maken van onze belevenissen in Warschau. Bij deze is dat rechtgezet. (Ik ga zedig zwijgen over de dag na de dag dat ik íets te veel wódka gedronken had…)

Warschau is een zeer boeiende stad, vooral door de vele contrasten: het schitterende (gereconstrueerde) historische centrum, de typische kale en lelijke oostblokflatgebouwen en de splinternieuwe, moderne glazen wolkenkrabbers. Warschau heeft het allemaal. De Polen zijn een mysterieus volkje, ze zien er een beetje zuur uit (misschien door al die jaren onder het communisme te leven?), maar zijn eigenlijk best wel vriendelijk. In alle musea stikt het van de bewakers (bij voorkeur kleine, in het zwart geklede madammetjes die alleen maar Pools kunnen) die je geen vijf minuten uit het oog verliezen. Dat gaat zelfs zover dat je soms het gevoel hebt dat er een persoonlijke bodyguard over je schouders meekijkt.

Het nationaal museum was schitterend. Veel mooie kunst gezien in een bijna leeg museum. Géén gedrum om een glimp van een schilderij te kunnen opvangen, het is eens iets anders. Het etnografisch museum is by far het raarste museum dat ik ooit bezocht heb. Het historisch museum van Warschau op de Oude Markt was heel interessant, alleen jammer van de doordringende geur van één of ander adembenemend kuisproduct dat ons dwong onze stap te versnellen. Een bezoek aan dat museum was werkelijk een multisensorale ervaring. Het legermuseum vond ik, ondanks mijn afkeer voor de aldaar verzamelde moordtuigen, ook wel de moeite. De laatste dag hebben we het archeologisch museum bezocht, wat een onverwachte meevaller bleek. En natuurlijk hebben we zoveel mogelijk paleizen bezocht (toppers: Wilanów en het Royal Castle), allemaal minitieus in de originele staat hersteld.

Wel jammer dat door de verandering van zomer- naar winteruur het om vier uur in de namiddag al stikdonker was. Niet ideaal om nog lange wandelingen te maken. Kwam daar nog eens bij dat de meeste musea sloten om vier uur. Nog nooit zoveel geaperitiefd als in Warschau. 😉

Het eten in Polen is trouwens superlekker. Hun chocolademelk (eerder vloeibare chocolade, veel melk kon ik in dat czekolada-drankje niet terugvinden) is to die for. Zó lekker. En ze doen er meestal dan nog een scheutje sterke drank door. Mmm. Aten we ook: eend met veenbessen en gebakken appeltjes, forel met appelsaus, borsjt, pączki, sernik (Poolse kaastaart), pierogi en natuurlijk dronken we wódka (soms een beetje te veel). Naar bigos, het nationale gerecht van Polen, gingen we tevergeefs op zoek. Duidelijk geen specialiteit in Warschau.

Heel de stad is doordrongen van herinneringen aan de Tweede Wereldoorlog. Op elk gebouw vind je wel ergens een plakkaat dat een gestorven verzetsheld, een gesneuvelde soldaat, een bombardement of de Warsaw Uprising herdenkt. Terwijl de Polen tevergeefs de nazi’s uit Warschau probeerden te verdrijven, keek het Rode Leger van Stalin zonder hulp te bieden toe hoe het Armia Krajowa in de pan gehakt werkt. Politiek niet interessant om de Polen te hulp te komen. :-( Na de Opstand van Warschau brandden de Duitsers ongeveer 85% van de stad plat. Al de historische gebouwen werden (met hulp van de Russen) in de jaren vijftig en zestig minitieus gereconstrueerd aan de hand van de originele plannen, foto’s en soms zelfs schilderijen. Het “wonder van Warschau”.

Wat het weer betreft, hebben we zo’n beetje van alles gehad. Zon (het eerste weekend hebben we zelfs nog een terrasje gedaan), regen, sneeuw. De vier jaargetijden in één week. Leuk om de sneeuw onder mijn voeten te horen knerpen. De regen had voor mij echt niet gehoeven. 😉

De zus van mijn vriend (daar op erasmus en de hoofdreden van ons bezoek) was alleszins blij ons te zien. De meisjes met wie ze samen stage volgt, vallen wat tegen. De stage zelf is niet interessant en haar Pools wil niet echt vlotten. En ik denk dat ze ook wel wat heimwee heeft naar België. Ze zit samen met een ander studentje op een piepklein kamertje. Ongeveer zero privacy dus. De gemeenschappelijke keuken en douche zagen er ook maar belabberd uit. Dan hebben wij in pension nonkel K niet echt te klagen. 😉

Een geslaagde vakantie die naar goede gewoonte veel te snel voorbij vloog. Eén ding is zeker, in Polen zien ze ons beslist nog eens terug!

Weg

Nog een paar uurtjes en ik zit op een vliegtuig richting Warschau, maar eerst moet ik mij nog met mijn zwaar hoofd (te laat gaan slapen, te veel gedronken, te vroeg opgestaan) door een vergadering van drie uur worstelen.

En dan ben ik lekker negen dagen vergaderingvrij! Ha!