De dag dat we geëvacueerd werden

Door de drukte van de laatste dagen, heb ik jullie nog helemaal niets kunnen vertellen over de allereerste keer in mijn leven dat ik geëvacueerd werd.

Woensdagavond, rond kwart na vijf, vertrokken we vanuit Brussel Centraal naar Leuven. We waren nog geen drie minuten aan het rijden of de trein kwam plotseling tot stilstand, op een zucht verwijderd van Brussel Noord . We hadden meteen het gevoel dat er iets niet klopte. En ja, daar weerklonk de stem van de conducteur: technische problemen. De machinist deed zijn best om het opgelost te krijgen.

We maakten meteen al een kruis over ons eerste uur Japans taalpractitum. Oh well, toch al niet ons favoriete onderdeel van de les. Gelukkig hadden we wel onze cursussen bij en wat blijkt? Er is geen betere leeromgeving denkbaar dan een trein gestrand tussen twee stations zonder internetconnectie. Eén van mijn meest productie studeeruurtjes tot nu toe dit semester.

Na een half uur of zo werden we officieel een trein in nood en kregen we te horen dat we geëvacueerd zouden worden. Ik voelde me zowaar een damsel in distress.  Na een anderhalf uur wachten, mochten we de trein verlaten. Twee galante heren hielpen mij vanaf het trapje op de sporen springen en hier en daar stond iemand om ons met een zaklantaarn bij te lichten.

Na een kort wandelingetje tot aan Brussel Noord konden we onze reis naar Leuven verder zetten om nog net de pauze en het tweede deel van de Japanse les te kunnen meepikken.

Meteen het spectaculairste wat ik deze week meemaakte. (Wat zegt dit over mijn leven?)

We’re all connected

Vrijdagavond gingen mijn vriend en ik naar het USO-reisconcert in de PDS. Ik had niet verwacht veel bekenden tegen te komen, maar kijk, de Russische les bleek goed vertegenwoordigd te zijn (waarschijnlijk voelde iedereen zich zwaar onder druk gezet omdat twee van onze klasgenootjes meespelen in het USO ;-)). En na het concert liep ik op de receptie geheel onverwacht iemand tegen het lijf met wie ik nog in de studentenvereniging gezeten heb. De (zwangere) dame in kwestie bleek dan weer mijn in het USO spelende klasgenootjes uit de Russische les te kennen. En dit weekend vond ik op Facebook het meisje terug met wie ik jaren geleden in de noteleer zat en die toen mijn beste vriendinnetje was. En zij blijkt nu het lief te zijn van een collega met wie ik regelmatig samenwerk.

Had ik al eens gezegd dat het een kleine wereld is?

PS: Na elk klassiek concert dat ik bijwoon, zucht ik dat ik toch dringend mijn instrument eens vanonder het stof moet halen. Tot nu toe is het nog altijd bij zuchten gebleven.

Apéro-crémaillère

Tot voor enkele dagen had ik dit prachtige woord nog nooit gehoord. Een apéro-crémaillère is niet alleen een mooi woord, maar ook de Franse versie van een housewarmingparty.  Zodoende richtten we gisteren namiddag onze schreden (en onze wagen) naar de Brusselse rand en kon ik nog eens mijn beste Frans boven halen. Al was ik, met mijn inkrimpende Franse woordenschat, veel te snel uitgepraat naar mijn goesting. Stiekem was ik opgelucht toen er een Nederlandstalige collega van mijn vriend aanbelde. Mijn voorraad synoniemen om het koppel te feliciteren met hun gezellige nieuwe woonst was op dat moment al helemaal uitgeput en de langer wordende stiltes begonnen wat pijnlijk te worden.

Don’t drink and drive

Citaat uit een interview met een verkeersslachtoffer in de Standaard:

Nieuwjaar komt eraan. In ons land stapt men makkelijk in de wagen na een bedrijfsreceptie waar iets te veel champagne is geschonken. Drinken en rijden is hier maatschappelijk aanvaard. Daarom vind ik die collectieve boosheid na zo’n ongeval zo dubbel. Als we als maatschappij aanvaarden dat je mag rijden én drinken, horen die ongevallen erbij.

De vinger op de wonde. Don’t drink and drive, het wil er bij de meeste Belgen nog steeds niet in. Het is waar, ik zie het zelf maar al te vaak: mensen die na enkele glazen op een receptie vrolijk achter het stuur kruipen. Of na een uitgebreide diner met meerdere gangen en aangepaste wijnen nog een degustiefje bestellen en dan fluitend naar huis rijden. Ik maak er tegenwoordig zelfs geen opmerking meer over als ik vrienden dit zie doen en dat terwijl ik vroeger nochtans een hartstochtelijk voorstander was van het rijbewijs met punten. Het is antwoord is voorspelbaar:  “Och, er zijn toch zo weinig alcoholcontroles, de kans om gepakt te worden is bijna nihil.” Maar daar gaat het niet over. Wat kan mij die boete schelen? Een mensenleven valt niet in geld uit te drukken. Zo’n verlies is onherstelbaar.

Hartverscheurend mooi

Weer een prachtig filmmeesterwerk van Belgische bodem: Altiplano. Al is deze film minder toegankelijk (en daardoor ook minder commercieel interessant) dan de Helaasheid der Dingen. Maar wat een magnifieke film! De schoonheid van de Andes contrasteert op een pijnlijke manier met de hardheid en de willekeur van het leven. Of je nu in Peru, Irak of België woont, een geliefde verliezen, raakt ieder mens even erg. Een hartverscheurend mooie film die het verdient om gezien te worden. Vanaf 25 november in de Belgische zalen. Mis hem niet.

Meningsverschil

“Goh,” zeg ik tegen mijn vriend, ‘s avonds in bed wanneer we over zulke dingen plachten te praten, “ik moet toch echt dringend eens uitzoeken wat ik wil in het leven.”

Och,” antwoordt hij, “dat weet ik al lang. Jij wil alles.”

‘t Zal wel een zaak zijn van: hij kent me beter dan ikzelf, zeker?

Een drama

En dan denk ik niet alleen aan de vrienden en familieleden van de drie jonge meisjes die uit het leven weggerukt werden op een moment dat het voor hen nog maar goed en wel begonnen was, maar ook aan de jonge kerel die de rest van zijn leven verder zal moeten met hun dood op zijn geweten. Hoe vaak zal hij die bewuste nacht al herbeleefd hebben? Gewenst hebben dat hij net een pint minder gedronken had of zich beter aan de snelheid gehouden had? Gehoopt dat het slechts een boze droom was? De gevolgen zal hij, net als de vrienden en familieleden van de gestorven meisjes, de rest van zijn leven meedragen. Dat moet verschrikkelijk zijn.