Discrepantie

Het verbaast me telkens weer hoe hard het beeld dat mensen van je hebben, kan verschillen van je zelfbeeld. Als mensen mij beschrijven als iemand die positief is en natuurlijk gezag heeft, dan vraag ik me af over wie ze het hebben. Ik zie mezelf als een grote twijfelaar. Nooit zeker of de gekozen weg wel de juiste is en altijd met pijn in het hart al die andere wegen aan het overpeinzen die ik niet heb kunnen nemen.

Het zal dan toch waar zijn wat men zegt: je bent niet één persoon, maar drie – degene die je denkt dat je bent, degene die anderen denken dat je bent en degene die je werkelijk bent. Ik blijf zoeken naar die laatste.

Een weekend Den Haag

Het weer wilde niet echt meewerken. Op het strand van Scheveningen werden we zelfs verrast door een kleine wolkbreuk. Maar het gezelschap maakte dit alles meer dan goed. We werden geweldig in de watten gelegd door vrienden E en L en hun schattige dochter M. Al lukte het me dit keer niet om op slinkse wijze achter het geslacht van de nieuwe baby te komen. We zullen moeten wachten tot december…

Hasselt

Ik kom er niet zo vaak meer, in de hoofdstad van Limburg. De stad zal voor mij ook altijd verbonden blijven met ziekenhuis- en rusthuisbezoeken. Maar als ik er dan, zoals vrijdagavond, ben voor plezierige zaken als een dinner date, sta ik ervan versteld hoe gezellig de binnenstad is en hoe hip en trendy je er kan eten en drinken. Een geslaagde avond.

Een weekendje Condroz – zondag

Onze laatste dag in Château de Vierset. Na het ontbijt kregen we een rondleiding van de heer des huizes. De nieuwe kasteelheer, een architect, praatte vol liefde over het gebouw dat hij met zijn eigen handen en veel oog voor detail gerestaureerd heeft. Voor de huidige eigenaars het kochten, deed het kasteel dienst als vakantiekolonie. Je kan je wel voorstellen hoe het gebouw er aan toe geweest moet zijn… Zes jaar lang heeft de nieuwe eigenaar bijna elk weekend in het gebouw gewerkt om het in zijn originele staat te herstellen. Kamer voor kamer werd gerestaureerd. De natuurstenen vloeren kregen hun oude glans terug. De eiken vloeren werden opnieuw behandeld. Hij leerde zelfs bladgoud aanbrengen om de versieringen op de muren te herstellen. Het merendeel van het werk deed hij zelf. Hij dacht nog eens zes jaar nodig te hebben om alles tot in de puntjes af te werken. Het was fantastisch om naar deze gepassioneerde man te luisteren.

Na de rondleiding, die veel langer duurde dan verwacht – de mens raakte niet uitgepraat over zijn kasteel- pakten we onze spullen bijeen en vertrokken naar een volgend kasteel, het kasteel van Modave. Wat een pracht! Het kasteel is momenteel in het bezit van watermaatschappij Vivaqua, een beetje reclame voor zuiver water moesten we er dus bijnemen. 😉 Het kasteel is gelegen op een rotspunt die 60 meter boven de vallei van de Hoyoux uitsteekt. Je hebt er een magnifiek uitzicht over de omgeving. Naast het uitzicht maakt vooral het stucwerk van Jan Christiaan Hansche (yep, dezelfde als die van de abdij van ‘t park) indruk. Ik hoefde zelfs niet te luisteren naar de audiogids, ik herkende zijn werk meteen.

We aten een pannenkoek in de kelders en vatten het vervolg van onze Route Romantique aan. Op het einde raakten we echter definitief het spoor bijster en besloten we terug te keren richting huis. Het was een bijzonder geslaagd weekend. Het is waar, je hoeft niet altijd ver te gaan om leuke dingen te zien en te beleven.

Een weekendje Condroz – zaterdag

We hadden er strategisch voor gekozen pas om half tien op te staan en wat later aan de ontbijttafel plaats te nemen, in de hoop dat de praatgrage gastvrouw tegen dan al andere gesprekspartners zou gevonden hebben en we rustig van ons ontbijt konden genieten. De ontbijttafel was gedekt met een uitgebreid aanbod aan brood en spijzen. Het was echter duidelijk dat het vlees en de kaas er al een tijdje stonden. Niet zo smakelijk als het warm is. Ik hield het dus bij voorverpakte kaasjes. Ik heb namelijk een heilige schrik om een voedselvergiftiging op te lopen. Van de gastvrouw hadden we gelukkig geen last. Dat deel van ons plan was geslaagd.

Na het ontbijt trokken we opnieuw richting Huy voor een ritje in de téléférique met een tussenstop in het fort dat boven de stad uittorent. Het Fort werd in 1818 door de Nederlanders gebouwd op de plek waar vroeger een kasteel stond. Het enige overblijfsel van het oude kasteel is een waterput van 90 m diep die in de 16de eeuw uit de rotsen werd gehakt. Het was zaterdag en het was ongelooflijk rustig. Het leek wel alsof we de enige mensen waren die zin hadden in een ritje met fabelachtig uitzicht op Huy en de Maas. Na enkele minuten wachten, daagden er nog wat mensen op en vertrok de meer dan vijftig jaar oude kabellift naar boven. Het antieke bakje deed zijn werk en bracht ons veilig en snel naar boven. Daar liepen we een tiental minuten rond, net lang genoeg om een mooi kerkje te bezoeken en dan was het alweer tijd om naar beneden te gaan.

Het was duidelijk dat de man die de lift bediende niet echt de zwaarste job ter wereld had, de téléférique opende pas om elf uur en om kwart na twaalf was het alweer middagpauze. Misschien verklaarde dat de geringe drukte. Halverwege op de terugweg naar beneden stapten mijn vriend en ik uit voor een bezoekje aan het Fort. Grappig dat de mensen die samen met ons naar boven en naar beneden gegaan waren, vlak voordat we uitstapten, in het Frans tegen mekaar zeiden dat er nooit iemand dat Fort bezocht. 😉

Het Fort op zich was in zeer goede staat. De oude put was echt indrukwekkend. Het moet een hels karwei geweest zijn om een put van 90 m diep in de rotsen uit te hakken. Het Fort was van mei 40 tot 5 september 44 een gevangenkamp van de Duitse Wehrmacht. Nu doet het Fort dienst als museum dat de gruwelen van de concentratiekampen en de heldendaden van het verzet in de kijker zet.

De tentoonstellingen in het Fort waren zeer uitgebreid en gestoffeerd met talrijke foto’s, documenten en andere artikelen. Het geheel leek echter opgezet in de jaren 60. De motten hadden aan de uniformen van de poppen gevreten, de foto’s van de concentratiekampen waren vergeeld (wat ze minder confronterend maakte), de artikelen uit de kranten moeilijk leesbaar. Heel de tentoonstelling ademde vergane glorie uit. Iemand had ooit veel tijd in het opzetten van dit alles gestoken, maar daarna was er niets meer veranderd. Wat wel indruk maakte waren de gevangeniscellen. Brrr, om in zo’n donker hok opgesloten te zitten, ik mag er niet aan denken.

We bleven slechts drie kwartier in het Fort. Niet lang genoeg om alles in detail te zien, maar we hadden geen zin om tijdens de ganse middagpauze van de kabelliftbediener in dit verouderde museum te blijven rondhanden. We lieten Huy achter ons en begonnen aan de route romantique, een route van 118km uitgestippeld om met de wagen te doen. Gelukkig hadden we een GPS en een afgeprinte versie van de route, want de bordjes die onderweg de route aangaven waren meer niet dan wel aanwezig. Geen erg, op de GPS gaven we ongeveer de volgende bestemming in en we reden verder tot we opnieuw een bordje tegen kwamen.

De route romantique bracht ons langs oude romaanse kerkjes, versterkte kasteelhoeves, prachtige landschappen, mooie kastelen en pittoreske dorpen. De Condroz heeft het allemaal. Elke bocht bracht ons een nieuwe fotogeniek uitzicht. Jammer dat tijdens het genieten van al dat natuurschoon het snot voortdurend uit mijn neus liep. We moesten regelmatig stoppen aan een vuilbak om ons van volgesnoten papieren zakdoekjes te ontdoen. Niet echt romantisch. 😉

‘s Avonds had ik gereserveerd in Le Coq aux Champs, een restaurant met een Michelinster. We hadden ons fris gewassen en piekfijn uitgedost voor deze gelegenheid. Het was de allereerste keer dat mijn vriend en ik in een restaurant met een ster aten en we hadden er allebei naar uitgekeken. Eerlijk, de gerechten op de kaart zeiden me niet zo veel, maar we besloten all the way te gaan en de menu met vijf gangen te nemen. Mijn vriend ging voor de aangepaste wijnen. Ik hield het bij een aperitiefje met champagne en het stiekem nippen aan de wijn van mijn vriend. Ik was namelijk bob die avond.

Niets dan lof voor Le Coq aux Champs. Het eten was fenomenaal! Het contrast met ons diner de dag ervoor in Li Cwerneu was toch wel groot. Niet dat het in Li Cwerneu niet lekker was, maar het eten in Le Coq aux Champs was duidelijk van een andere orde. Voor dezelfde prijs (190 euro) kregen we kleine kunstwerkjes op ons bord. Elke gang leek wel uit minstens drie verschillende gerechtjes te bestaan en de bediening had hier duidelijk wel hotelschool gevolgd. Het was allemaal zo bijzonder, zo speciaal. Jammer dat ik me van de wijnen moest onthouden, want die waren ook voortreffelijk.

Enige verstoring van een verder perfecte avond: een zatte madam die zich het aperitief, de wijnen en de twee (2!) digestieven iets te goed had laten smaken. Ze probeerde eerst een conversatie met mijn vriend te beginnen, maar die kon haar gelukkig afwimpelen door te doen alsof hij er niets van snapte. Vervolgens begaf ze zich al waggelend naar het toilet om zich onderweg verschillende keren recht te moeten houden aan de stoelen van andere gasten en daarna bij een tafel te blijven plakken om luid te verklaren dat ze haar anniversaire aan het vieren was. En haar tafelgenoot maar grinniken. Nu, ze zal zich wel geamuseerd hebben. Al vrees ik dat het de dag erna wat minder zal zijn geweest. 😉

Voor mijn archief, wat wij aten:

Part de poisson sauvage selon la pêche du jour:  tomates du jardin/amandes fraîches/Bellota/mousseline de St Maure
Plein sud: gambas à la plancha/légumes en crus et cuits/risotto Carnaroli/ roquette/huile de bouillabaisse acidulée
Homard Breton: oignons doux/huître d’été Gillardeau/truffe/crémeux de pomme de terre
Canette des Challans: carottes de chez Ben/Gomasio noisettes, romarin/sauce Bigarde
Gourmandises: fraises et framboises, jus de fleurs et feuilles du jardin/ Choc’ô bon/bonbon violette

De desserts bleven trouwens maar komen. Toen we dachten dat we echt alles gehad hadden, vielen er nog enkele desserts uit de lucht, allemaal even verfijnd. Ik voelde me echt in de zevende hemel.

Een weekendje Condroz – vrijdag

Lang, lang, lang geleden (op 16 mei 2007 om exact te zijn) kregen we een bon voor twee overnachtingen in het Château de Vierset cadeau van de collega’s van mijn vriend. Allez, ‘t is te zeggen, we kregen een afgeprint specimen cadeau, want ze waren vergeten de echte bon op tijd te kopen. Nu, geen probleem, we zouden die bon beslist snel krijgen. Om de één of andere reden raakte dit feit echter in de vergetelheid, tot mijn vriend ergens begin dit jaar het specimen terugvond en zijn collega’s vriendelijk aan hun eerder gemaakte belofte herinnerde. Eindelijk hadden we de echte bon in ons bezit en konden we ons weekendje in de Condroz vastleggen.

Toegegeven, we hebben dit jaar al veel gereisd, maar meestal in gezelschap van anderen. Dit weekendje zou er eentje voor ons twee worden. We waren van plan er een ontspannen weekend van te maken, met lekker eten en voldoende tijd om met z’n tweeën romantisch te doen (al stak een heftige snotvalling daar een stokje voor). Alhoewel de Condroz op slechts een dik uur rijden van Leuven ligt, was de streek volledig onbekend terrein voor ons.  Niet meer dan een bijna vergeten term uit een oud aardrijkskundeboek.

Het Château de Vierset bleek nog mooier dan op de foto’s, al was het onthaal was mij net iets té vriendelijk. We werden een uur aan de praat gehouden door de gastvrouw die alle mogelijke clichés over haar vorige gasten ophing. Benieuwd wat ze over ons zal vertellen. Ze vond het nodig om met potlood aanwijzigingen voor de meest geschikte route op een blad te schrijven (!), ondanks onze vriendelijke geruststelling dat we echt wel een GPS hadden. Na ontsnapt te zijn aan de gastvrouw laadden we de auto uit en probeerden we het bed uit. Een zeer goed bed (uitzonderlijk als je uit gaat logeren) al was het wat aan de korte kant.

Daarna ging het richting Huy, een mooi stadje aan de Maas met een historisch centrum, een schitterende Onze-Lieve-Vrouwekerk een fort en een prachtig plein in het midden van de stad. Huy is uiteraard vooral bekend door de exploten van ex-burgemeester Anne-Marie Lizin. We speelden dan ook voor ramptoerist en bezochten de plek waar mevrouw Lizin de wagen van haar opvolgster ramde. Natuurlijk was er niets meer te zien. 😉 Het werd al snel duidelijk de mevrouw Lizin haar stempel op de stad heeft nagelaten. Er stond geen monument of gerestaureerd huis of er hing wel een plaatje aan dat dit alles te danken was aan mevrouw Lizin. Jawadde.

In Huy volgden we een uitgestippelde wandeling door het centrum tot we ergens het spoor van de sint-jacobsschelpen kwijtraakten. Geen erg, het was al bijna etenstijd en we hadden gereserveerd in Li Cwerneu, het piepkleine restaurantje van de Lady Chef of the Year 2008. In Li Cwerneu waren ze duidelijk nog niet klaar voor ons. De dienster was het terras nog aan het opzetten en vroeg of we binnen een tiental minuutjes konden terugkomen. We deden nog een ommetje en kregen daarna een fijne menu van vijf gangen voorgeschoteld voorafgegaan door een aperitief van het huis. Het meest gedenkwaardige gerecht was de opener: groentjes gegarneerd met bloemen. Heel bijzonder.

Voor mijn archief, dit aten we:

Cuisine Intitive

Dégustation de micros préparations cuisinées en différentes formes, selon mes cueillettes et recherches.

Couleurs / Saveurs / Joie / Légumes et Fleurs du Jardin
Cru de Thon Rouge Blue Fin / Agrumes / Fraise / Citron Vert
Maquereau Breton / Aubergines Blanches / Echalotes / Herbes
Variation de Pintadeau des Landes / Sauge / Petits Pois
Assortiment de quelques Fromages affinés pas Pierre d’Aubel (voor mijn vriend) en Envie de Sucré (voor mij)

Als uitsmijter:

pshuy

Een brandluchtje

Gisterennacht, vlak voor het slapengaan, drong er opeens een doordringende brandgeur mijn door snot verstopte neusgaten binnen. Een brandgeur die ondanks de snotbarrière toch mijn neusharen wist te beroeren, dat kon geen gewoon brandje zijn. Mijn vriend rook het ook en naarstig gingen we op zoek naar de oorzaak van de geur. Want waar geurproducerende rook is, moet vuur zijn. Alle mogelijkheden werden overlopen. Komt de geur van buiten? Neen. Van bij de buren? De plaatsen (badkamer en toilet) aangesloten op de luchtschacht hadden het minst last van het geurtje. Ook niet dus. Op de gang viel er ook geen brandlucht te bespeuren. In de berging roken we ook niets. Bleef over:  één van de vele pc’s in onze leefruimte waar de geur het sterkst leek te zijn.

Je had ons eens moeten zien snuffelen. 😉 Uiteindelijk is je neus zo doordrongen van die geur dat je niet meer in staat bent de oorsprong te identificeren. Uiteindelijk hebben we niks gevonden. Geen enkele pc leek de oorzaak te zijn van de brandgeur. We zagen nergens iets smeulen. Zonder resultaat, staakten we de zoektocht, maar echt gerust hebben we niet geslapen. Gelukkig bleek in de ochtend ons appartement nog intact te zijn. Waar de geur vandaan kwam, zal voor altijd een raadsel blijven.