Dinsdag 16 juni: Plantation Alley

Vandaag stond er een reis terug in de tijd op het programma. We bezochten twee plantations: Laura plantation en Oak Alley plantation.

Beide plantations bevonden zich op een uurtje rijden van onze uitvalsbasis in Baton Rouge. De GPS had een beetje moeite om onze bestemming te vinden, maar uiteindelijk kwamen we mooi op tijd aan.

De rondleiding op Laura plantation duurde ongeveer anderhalf uur. De gids vertelde over de boeiende geschiedenis van het huis en haar bewoners. De plantatie werd decennialang geleid door sterke Creoolse vrouwen. De gids hielp ook meteen een misverstand uit de wereld over de term Creools. Creools in de oorspronkelijke betekenis, zoals die gehanteerd wordt in Louisiana, wil niet zeggen “van gemixt bloed”, maar wel “katholiek en geboren in Noord-Amerika”.

De plantage werd gerund met behulp van slaven. Voor de eigenaars van de plantage was zo’n slaaf een hele investering die moest renderen. Door de Code Noir , opgelegd door de koning van Frankijk, werden er echter grenzen opgelegd aan wat de eigenaars met hun slaven konden doen. Zo waren ze bevoorbeeld verplicht om hun leven lang voor hun slaven te zorgen. Alle slaven werden katholiek gedoopt en moesten de zondagsrust respecteren.

De vrouwen die president waren van de plantage hadden de zware verantwoordelijkheid om voor hun bedrijf én hun ganse familie te zorgen. Laura, het meisje dat voorbestemd was om de plantage over te nemen, weigerde echter. Zij koos ervoor zich los te maken van de Creoolse levenswijze en een echte Amerikaanse te worden voor wie individualiteit op de eerste plaats komt. Bovendien had ze het lef om met een niet-katholiek te trouwen. Iets wat haar familie haar nooit vergeven heeft.

De tweede plantage die we bezochten was Oak Alley. We lunchten er met een slaatje, een gumbo en een po-boy (een gigantisch broodje smos). Voor de kinderen waren er frietjes en chicken nuggets. Oak Alley werd genoemd naar de prachtige driehonderd jaar oude eiken die langs de laan naar het huis staan. Het huis was als een decor uit een sprookje. De magnifieke omgeving werd al voor talrijke films gebruikt.

De rondleiding in Oak Alley plantation vond ik minder interessant dan die in Laura plantation. Er werd niets verteld over het leven van de slaven en het harde leven op de plantage. Er werd enkel wat verteld over de levensgeschiedenis van de vorige bewoners van het huis. Het huis was mooier ingericht dan Laura plantation, maar niet met de originele meubels. Het meisje in Creoolse klederdracht dat ons rondleidde, gaf de indruk een van buiten geleerd lesje op te dreunen. De kindjes F en K gedroegen zich voorbeeldig en konden op veel vertederende blikken rekenen.

Na de rondleiding dronken mijn vriend en ik een mint julep, een drank op basis van bourbon, muntsiroop en heel veel ijs. Heel lekker en verfrissend. Daarna ging het terug richting Baton Rouge. De kinderen waren moe en echt veel hebben een vijfjarige en een tweejarige natuurlijk niet aan zo’n historische rondleidingen. Bovendien wachtte hen nog een rit van een uur in de wagen. Met kinderen reizen, het vraagt wat aanpassingen.

Thuis gekomen aten we aardbeien, de officiële vrucht van de staat Louisiana, met platte kaas. Heerlijk in dit warme weer. Onze gastheer was helaas in minder goede doen. Hij had slecht nieuws gekregen over zijn zaken aan het thuisfront. Ik heb geprobeerd wat advies te geven, maar eerlijk gezegd, zag het er niet goed uit. Hopelijk neemt hij een goede advocaat onder de arm en valt er toch nog iets te regelen.

De fauna in Baton Rouge heeft het niet echt op mij begrepen. Ik sta helemaal onder de muggenbeten. En niet van die kleine beten, neen, gigantische rode bulten die jeuken als gek. En ik maar moeite doen om niet te krabben. Bovendien kreeg ik tijdens mijn ochtendlijke douche gezelschap van een kakkerlak. Naakt en nat zette ik het op een gillen. Gelukkig blies het beest snel zijn laatste adem uit, waarna ik het samen met gigantisch veel toiletpapier door het toilet spoelde. Rust in vrede.

Maandag 15 juni: Op verkenning in Baton Rouge

Toch wat last gehad van de jetlag. Ergens rond half vier ‘s ochtends wakker geworden en een uur of zo wakker gelegen. Toch zijn we erin geslaagd van half negen tot half acht in bed te liggen (al dan niet slapend). Echt uitgeslapen voelen we ons nog niet, maar ik denk dat we snel in het juiste ritme zullen zitten.

We hebben het rustig aan gedaan op onze eerste volledige dag in Amerika. Op het gemak ontbeten en daarna samen met vriendin L en de kindjes F en K naar het centrum van Baton Rouge (T was naar school). Baton Rouge is de hoofdstad van Louisiana, maar een toeristische trekpleister kan je het moeilijk noemen. Veel spannende dingen vallen er niet te beleven in down town Baton Rouge.

Er zijn een paar opmerkelijke gebouwen die gerealiseerd werden door de autocraat met grootsheidswaan Huey Long. Het hoogste daarvan, het State Capitol werd in 1932 gebouwd en deed me qua architectuur wat denken aan het cultuurpaleis in Warschau. Lelijk en bombastisch. Maar het uitzicht vanaf de 27ste verdieping was werkelijk adembenemend. De Mississippi lag aan onze voeten en de zon scheen op onze hoofden.

Even schoot mijn hart in mijn keel toen F op de balustrade klom. In een flits zag ik een hoopje bloed en beenderen 27 verdiepingen lager op de grond liggen. Gelukkig konden we haar snel vastgrijpen. Terug op de begane grond, bezochten we de pronkerige vergaderzaal waar de staatsregering van Louisiana samenkomt. Op een bepaalde plaats zag je een overblijfsel van een vroegere aanslag: in het gerestaureerde plafond stak nog een potlood die door de kracht van de explosie in het plafond geslingerd was. We kregen ter plekke een gratis bordje jambalaya, een typisch Creools gerecht.

Na ons bezoek aan het State Capitol, was het al tijd voor het middageten. We trokken hiervoor naar een lunchgelegenheid met de welluidende naam Poor Boy Lloyd’s. Het eten moest je aan de toog bestellen en daarna werd het aan de tafel gebracht. We bestelden een gumbo, een soort maaltijdsoep met rijst uit New Orleans. Een beetje pikant en heel lekker.

Daarna trok L met de kindjes naar huis en verkenden mijn vriend en ik de stad op ons eentje. We wandelden langs de oevers van de Mississippi en bezochten het Old Governor’s Mansion, dit pand werd gebouwd naar voorbeeld van het Witte Huis, alweer een folietje van Huey Long. Het contrast tussen de hete temperatuur buiten en de airco was enorm. Het Old Governor’s Mansion was volop bezig met het herinrichten van hun collecties. En ik denk dat het daarna wel de moeite is om te bezoeken.

Na dit bezoek hadden we het wel gezien in Baton Rouge. Op het enige terrasje van heel Baton Rouge dronken we een cocktail, een margarita. Hij smaakte een beetje chemisch, maar het vele ijs zorgde voor de nodige verfrissing. We werden opgehaald door vriend K, die ons langs de arme buitenwijken naar hun huis terugbracht. De armoedige wijken worden vooral bevolkt door zwarten. Rassensegregatie mag dan wel officieel afgeschaft zijn in de Verenigde Staten, in de werkelijkheid worden kleurlingen nog steeds achtergesteld.

Zondag 14 juni: Aankomst in Baton Rouge

Tja, veel valt er niet te zeggen over zo’n lange vliegtuigreis. Zitten, eten, lezen en proberen wat te slapen. Slapen op vliegtuigen, het is nooit mijn specialiteit geweest. Film kijken is een optie, maar de kwaliteit van die kleine schermpjes in de zetel voor je is ondermaats, om over de slechte geluidskwaliteit nog maar te zwijgen. En ondertitels aanzetten is niet mogelijk.

Om in New Orleans te geraken, moesten we een overstap maken in Chicago. Voor die overstap hadden we anderhalf uur. Dat leek ons ruim voldoende, maar de tijd die we nodig hadden om van de landingsplaats naar de vertrekgate van onze binnenlandse vlucht te geraken, hadden we ernstig onderschat.

Een overzicht van de stappen die we nodig hadden om van A naar B te gaan: koffer van de band halen, koffer op een andere band zetten, de veiligheidscontrole passeren alwaar we onze vingerafdrukken moesten achterlaten, daarna een trein nemen naar de andere kant van de luchthaven en dan opnieuw door een veiligheidscontrole voor de handbagage. Na al deze stappen, bleek dat we nog exact vier minuten hadden om ons vliegtuig te halen. Vier minuten die we al spurtend op de luchthaven hebben doorgebracht.

Hijgend kwamen we bij de vertrekgate aan. We waren de allerlaatsten die op het vliegtuig stapten. Na ons gingen de deuren dicht. Gelukkig was de crew op de hoogte van het feit dat we helemaal van de andere kant van de luchthaven kwamen en waren ze zo vriendelijk geweest om op ons te wachten. Grote opluchting toen we op onze plaatsen zaten. De rest van de vlucht verliep vlotjes.

Bij aankomst in New Orleans stond vriend K ons al op te wachten. De temperatuur in New Orleans was op dat moment een aangename 35 graden. Een kleine schok, toch wel. Onderweg naar Baton Rouge praatten we bij met vriend K, al kostte het me de nodige moeite om aandachtig te luisteren. Ik voelde mijn oogleden zwaar worden. We waren dan ook al bijna vijftien uur onderweg.

In Baton Rouge werden we enthousiast onthaald door vriendin L en de kinderen F, T en K. We kregen meteen een rondleiding door het huis en kregen de mooiste kamer van het ganse huis. Mijn vriend speelde daarop zijn kleren uit en dook het zwembad in, terwijl ik aan de kant bleef om fotootjes van het waterplezier te nemen. Kleine F, vijf jaar en al een heuse dame, heeft een echte boon voor mijn vriend en overstelpte hem met kusjes. De jeugd van tegenwoordig is er vroeg bij. 😉

Na het avondeten gaven we het gevecht tegen de slaap op en kropen we in ons bedje.

Kikker

Impressies van ons feest

Respect voor trouwers die ‘s ochtends vroeg moeten opstaan om naar de kapper te gaan, zich vervolgens naar het stadhuis haasten, dan naar de kerk en wiens feest tot in de vroege uurtjes duurt. Ons feest duurde van 3 uur ‘s middags tot 12 uur ‘s nachts en ik was helemaal kapot rond middernacht.

Het was fantastisch, daar niet van, maar ik had nooit gedacht dat mensen welkom heten en afscheid nemen zo vermoeiend kon zijn. Door de vrije formule van ons feest kon iedereen een beetje komen wanneer hij of zij wilde, waardoor we eigenlijk continu bezig zijn geweest. We zijn er zelfs niet in geslaagd om alle feesttafels af te gaan om een babbeltje te doen.

We hebben heel veel complimentjes gekregen over onze feestlocatie. En ik maak er hier graag een beetje reclame voor, want het mag gezegd, ons feest was picobello in orde. Zaal Aulnenhof, onthoud die naam. We hadden natuurlijk het weer aan onze kant. De zon scheen de ganse dag (ik heb er zelfs tan lines aan overgehouden, maar ben gelukkig niet verbrand) en we konden tot het avondeten gezellig buiten zitten. De kinderen hebben zich ongelooflijk goed geamuseerd op het springkasteel. Er waren ballonnetjes, schmink en neptattoos. Zoveel blije gezichtjes. En alweer moet ik een pluim geven aan de feestzaal die dit allemaal voor ons geregeld heeft.

Ik denk dat er in totaal zo’n 180 volwassenen en 44 kinderen waren. Onze jongste gast was 2 weken oud en duidelijk al een echt fuifbeest. 😉 Het was geweldig, het was fantastisch, het was in een flits voorbij.

Laste minute afzeggingen

Het regent hier afzeggingen. :-( Allemaal met een geldige reden, dat wel. Een ziekenhuisopname met een enkelbreuk en gescheurde ligamenten, een ziek kind, een bevel tot rusten van de dokter wegens een moeilijke zwangerschap, een crematie, een beenbreuk,… Het lijkt wel alsof onze gasten getroffen worden door het noodlot. In totaal hebben we al 9 afzeggingen voor ‘s avonds en vier voor de namiddag ontvangen. Zo, zo jammer. Als iemand nog last minute wil komen, er is dus nog plaats aan de feestdis.

Lees op de trein en win

Omdat ik een fan ben van lezen en van treinen en bijgevolg dus zeker van lezen op de trein, wil ik graag dit persbericht op mijn blog zetten.

Wie op 16 juni met de trein reist, neemt best een boek mee. Die dag delen Stichting Lezen en NMBS bladwijzers uit aan iedereen die leest in de trein. Met de bladwijzers zijn ook verschillende prijzen te winnen.

Op dinsdag 16 juni krijgen lezers in de trein een cadeautje. Tussen 7 en 18 uur gaat een team van ‘boek-spotters’ op zoek naar lezende treinreizigers. Zij krijgen een exclusieve bladwijzer cadeau. De vijf bladwijzers zijn geïllustreerd door Jeroom, Judith Vanistendael, Brecht Evens, Maarten Vandewiele en Klaas Verplancke.

Op de achterkant van die bladwijzers vinden lezers een kraslot waarmee ze één van de 50 boekenpakketten of een lees-vakantie ter waarde van 1.000 Euro kunnen winnen. In totaal worden er ruim 20.000 bladwijzers uitgedeeld op het Vlaamse en Brusselse spoorwegnet.

De actie is een initiatief van Stichting Lezen en NMBS. Ondanks onheilspellende berichten over ontlezing en het einde van het boek, zijn treinreizigers ongetwijfeld de grootste en meest actieve leesgroep in Vlaanderen. Met deze actie willen NMBS en Stichting Lezen hun leesenthousiasme aanmoedigen.

Stress

Deze ochtend stond ik op en ik merkte het meteen: stress. Veel stress. Al bij al ben ik er nog redelijk lang van gespaard gebleven. Doordat het zo druk was op het werk en daarbuiten had ik  niet veel tijd om op voorhand te stressen.

Begrijp me niet verkeerd, ik kijk erg uit naar het feest van morgen, maar tegelijkertijd is er die een beetje irrationele angst dat er vanalles misloopt. Achja, het zal wel loslopen. Twee keer knipperen met de ogen en die dertiende juni zal alweer tot het verleden behoren. En dan: vakantie!

Examens

Her en der pik ik berichten op van studenten die aan de examens bezig zijn. En hoewel examens voor mij meestal een stressy periode van zelfbeklag waren (waarom ben ik toch niet eerder begonnen? waarom heb ik niet meer gedaan in de loop van het jaar? ik kan het niet! hulp!), mis ik het wel een beetje.

Het had wel iets: samen in een grote aula zitten zweten op een paar blaadjes papier. Klamme handjes bij de mondelinge examens. Het solidariteitsgevoel van “allemaal in hetzelfde schuitje zitten”. De ontlading na een goed examen. De zwoele avonden op kot (in mijn herinnering vallen examens altijd samen met een hittegolf) die doorgebracht werden met alles behalve blokken. Ganse avonden op een terrasje zitten, terwijl je nog zo gezworen had  maar één glas te drinken. Blokken op een handdoek in het park (dodelijk voor de productiviteit, geloof me).

Dit jaar is mijn eerste examenvrije jaar sinds mensenheugenis (de clt-examens reken ik even niet mee). Het is slecht weer en ik verdrink in het werk. En dan heb ik even heimwee naar mijn studentenbestaan. Meer bepaald naar de tijd dat ik full time student was. De examenperiodes die ik doorsparteld heb terwijl ik al werkte, waren een pak minder leuk.

Aan alle studenten: veel succes gewenst! ‘t Is ideaal blokweer. 😉