Uitwuiffeestje

Dinsdagavond begaven wij ons na het werk met de trein naar Antwerpen om mijn neef uit te wuiven. Mijn neef vertrekt binnen enkele dagen voor drie maanden naar Haïti om daar vrijwilligerswerk te doen (respect!). Omdat uitwuiven met een lege maag mij een beetje kregelig maakt, aten we eerst sushi aan de lopende band bij Wagamama op de Keyserlei. Na het eten wandelden we op ons dooie gemak naar de Predikerinnenstraat, in de wetenschap dat een te vroege gast een niet zo welgekomen gast is. We waren erg benieuwd om viereneenhalf jaar na de aankoop de resultaten te zien van de verbouwingswerken die maar bleven aanslepen en die zonder het harde werk van mijn nonkel en tante beslist nog tien jaar langer geduurd zouden hebben.

Toch waren we een tiental minuten te vroeg op de afspraak. We belden aan en na even wachten, hoorde ik een vrouwenstem in de parlofoon die ons welkom heette. Boven gekomen bleek dat de vrouwenstem in kwestie aan mijn tante toebehoorde, die, dat weten we nu, aan de parlofoon klinkt als een jong meisje. De gastheer-vrijwilliger zat ondertussen in een overall op zijn knieën in het kleinste kamertje, alwaar hij druk bezig was het splinternieuwe toilet te monteren. Dat was er nog niet van gekomen en aangezien hij toch wel wat volk verwachtte, leek het niet onverstandig een toilet te installeren. Waarop mijn tante verhalen vertelde over dorstige schilderwerken waarbij drank gerantsoeneerd werd en uitstapjes naar het openbaar toilet. Al had onze neef een goede oplossing gevonden voor het ontbrekende toilet: in de straat stonden twee Dixies die verlichting konden bieden in hoge nood en hij kon nog altijd terecht in het huis van mijn nonkel en tante dat zich op fietsafstand bevond.

Van al de feestjes die ik al bijgewoond heb, moet ik toegeven dat ik nog nooit onthaald geweest ben door een toilet monterende gastheer. Ik denk dat hij er zelf de humor ook wel van in zag. Feit is dat we een nieuwe running joke hebben. En het toilet geraakte (gelukkig) gemonteerd voordat de andere gasten arriveerden. Dat de deur ontbrak, zagen we graag door de vingers. Al heb ik wijselijk toch maar mijn blaas dichtgeknepen tot ik thuis was. 😉

Koude billen

Om de één of andere onverklaarbare reden is het op het werk altijd ijskoud in de vrouwentoiletten. En dan bedoel ik dus écht ijskoud. Het gevoel alsof je een industriële frigo binnenstapt, zo koud. Mijn billen schrikken zich elke keer een hoedje als ze in contact komen met de frisse toiletbril. Stiekem vermoed ik dat dit gewoon een manier is om te zorgen dat er niet te veel gekletst wordt in de toiletruimte.

Nu heeft één van mijn pientere vrouwelijke collega’s er niet beter op gevonden dan de deur naar de toiletruimte te blokkeren in de stand “open” (waar die wegwerpemmer voor papieren handdoekjes al niet nuttig voor is). Dit om te proberen de ruimte op iets aangenamere temperatuur te brengen. Tot grote hilariteit van de mannen, natuurlijk. Met flauwe grapjes als “‘t Is opendeurdag bij de vrouwen.” tot gevolg.

Pfft, zij hebben makkelijk praten, hun toilet is wél lekker warm!

Woepsie

Daarnet per ongeluk het toilet binnengestormd terwijl mijn vriend zijn neefje (zoon van nonkel K) erop zat. Tja, dat komt ervan als je nergens sleutels op de deuren hebt steken…

Maar toch: woepsie.

Mijn arme blaas

Vannacht of vanmorgen is de hoofdleiding gesprongen in het gebouw waar ik werk. Gevolg: de watertoevoer is afgesloten en het is verboden naar het toilet te gaan. U kan zich de ontzetting bij de vrouwelijke werknemers hier al levendig voorstellen, zeker? Gelukkig kwam er snel een bevredigende oplossing uit de bus: we mogen met z’n allen naar het toilet in het hotel hier tegenover en als troost voor het geleden ongemak krijgen we gratis fruitsap en cake van de Grote Baas.

En zo weten jullie meteen wat hier het gespreksonderwerp van de dag is.