Gisteren gaf vriendin D een barbecue omdat ze haar tweede diploma gehaald had (D combineerde net als ik een voltijdse studie rechten met voltijds werken, maar is hier net iets efficiënter in dan ikzelf) én omdat ze ging samenwonen met haar vriend. Als dat geen goeie reden is om een feestje te geven, dan weet ik het ook niet meer.
Het was de eerste keer dat we de vriend van D zagen en die eerste kennismaking viel goed mee. Ik moet eerlijk toegeven dat ik een beetje een macho verwachtte. Vriend L zit bij de politie en is een motorrijder. (Ja, ik weet het, vooroordelen, vooroordelen.) En zoals zoveel voordelen bleken ook deze onterecht te zijn. De vriend van D was een beminnelijke gastheer en een lieve vader voor zijn kindjes. Ja, D gaat deel uitmaken van een nieuw samengesteld gezinnetje. Ik was echt onder de indruk van hoe goed de kindjes haar aanvaard hadden. D had duidelijk hun hartjes gestolen. Toch niet zo evident.
De aanwezigen op de barbecue vormden een zeer gemengd publiek. Wat vrienden, wat buren, wat familieleden. Buiten D, kenden we niet veel volk. K, met wie we eerder op de week iets waren gaan eten was er ook, ik kende nog een paar mensen van ziens en de rest totaal niet. Gelukkig was de sociale bui van Beleuvenissen blijven hangen en werd er al snel fijn gebabbeld. (Dat moest wel, want het vlees was ofwel te hard gebakken ofwel nog half rauw. Barbecuen, het is een kunst.) Het meest heb ik genoten van het gesprek met de vader van L. Een echte volksmens. Ik zag hem zo zijn levensverhaal aan de toog doen. Hij was apetrots op zijn jongste zoon, die niet op de barbecue kon zijn omdat hij in het buitenland zat voor zijn werk. Een sappig gesprek.
Doordat er veel mensen met kindjes waren, begon het eerste volk al rond negen uur ‘s avonds te vertrekken. Dat kwam ons redelijk goed uit, want we waren nog moe van de beleuvenisuitspattingen en konden een beetje bijslapen wel gebruiken.