Woensdagavond hadden we een collega en zijn vriendin over de vloer. De collega is al een tijdje out met een vervelende voetblessure en we zaten samen om een regeling uit te werken die toeliet dat hij toch van thuis uit kon werken, ondanks zijn immobiliteit (zijn vriendin kan hem moeilijk elke dag naar het werk voeren). Net op dat moment ging de deurbel.
Via de intercom zag ik dat het één van de mede-eigenaars van ons appartementsgebouw was die haar appartement verhuurt. Een oudere dame van het type dat elke frank in twee bijt (aja, want zij rekent nog in franken), geen internet heeft en dus moeilijk bereikbaar is en het te veel vindt om te betalen voor een aangetekend schrijven gericht aan onze nog steeds heftig tegenspartelende bouwheer. Enfin, een vervelend dametje dat ons belt op ongelegen momenten en je in het midden van de winkelstraat tegen houdt om heel haar uitleg te doen terwijl je net erg gehaast bent.
Ze had al eerder voor de deur gestaan toen ik nog niet thuis was, maar toen had mijn vriend haar niet binnen gelaten. Toch voelde ik me verplicht haar te woord te staan vanuit mijn functie als voorzitter van de Raad van mede-eigendom. We hadden al laten vallen tegen onze gasten dat er een vervelend dametje voor de deur stond, toen ik naar beneden ging. Bleek dat ons dametje in kwestie een doos pralines bij had voor mij en mijn vriend omdat we haar een draft versie voor een brief gericht aan de bouwheer bezorgd hadden.
Het schaamrood steeg me naar de wangen, want ze was speciaal twee keer langs gekomen om die pralines af te geven. Toen ik terug boven was, moffelde ik de pralines, die ik normaal met de gasten gedeeld zou hebben, haastig weg. Want hoe kan je een gulle gift als deze rijmen met het beeld van een gierig dametje dat we geschetst hadden? Zo zie je maar, oordeel niet te snel…