Just for fun, dacht ik hier eventjes alle blogposts die ik het voorbije jaar aan mijn tandproblemen wijdde bij mekaar te plakken:
kroon
Verdrinken in de tandartstoel
Deze ochtend bracht ik net iets meer dan twee uur door in de tandartsstoel, met dank aan dat ongeval dat ik lang, lang geleden had. Op zich ben ik wel het één en ander gewoon. Die keer dat de tandarts door mijn metalen kroon moest heen boren was ook niet prettig en per slot van rekening heb ik bijna twee jaar een beugel gedragen. De uren die ik voor die beugel met mijn mond opengesperd in een tandartsstoel gelegen heb, kan ik niet op twee handen tellen. Maar het is echt lang geleden dat ik meegemaakt heb dat twee uren zo traag voorbij gingen.
De tandarts moest een tijdelijke kroon installeren op mijn kies. Dus moest ze rond de voorlopig opgebouwde tand (bestaande uit dat materiaal waarvan vullingen gemaakt zijn en waarvan ik ondertussen al een paar stukjes was kwijtgeraakt) rondom rond afslijpen om plaats te maken voor de kroon. De kies in kwestie bevindt zich helaas helemaal achteraan linksboven in mijn kaak. Eén van de moeilijkst bereikbare plekken dus. Zowel de tandarts als ikzelf hebben afgezien en ik ben een paar keer bijna gestikt doordat het water van dat slijpding in mijn keelgat liep. En hoezeer de tandarts ook haar best deed, het was een geduw en getrek om bij de juiste plaats te geraken, waardoor ik nu een gescheurde mondhoek heb.
Nu, gelukkig was dit de vervelendste (en langste) behandeling van allemaal. Nog twee keer en ik kan er hopelijk weer voor een jaar of vijftien tegen. 😉
Een nieuwe kroon
Lang, lang geleden, toen ze bloggen nog moesten uitvinden en ik nog een onbezorgde studente was die met haar fiets de Leuvense straten onveilig maakte, heb ik een ongeval gehad aan de Naamsepoort in Leuven. Omvergereden door een wagen die mij niet van de berg (ik kwam uit de richting van de Parkpoort) naar beneden had zien sjezen. Het was examentijd en ik was naar het kot van een vriend gefietst om samen te lunchen. Helaas bleek hij niet thuis te zijn ofwel heeft hij toen de bel niet gehoord, waardoor ik onverrichter zaken rechtsomkeert moest maken en ik een ietwat verstrooide chauffeur op mijn pad vond.
De auto raakte me op mijn linkerflank en ik herinner me dat mijn kin met een serieuze smak het asfalt raakte. Zo snel ik kon krabbelde ik recht (het waren immers examens, ik kon me geen ongeval veroorloven) en bij een eerste oppervlakkige inspectie van mezelf stelde ik wat schaafwonden en kneuzingen vast die niet al te ernstig leken. De chauffeur moet nog meer ontdaan geweest zijn dan ikzelf, want hij kwam vliegensvlug op me toegesneld en vroeg of ik ok was. Op het moment zelf dacht ik van wel, maar ik noteerde toch zijn contactgegevens en nummerplaat.
Na het ongeval fietste ik terug naar mijn kot, waar het pas tot mij doordrong dat de schade toch iets ernstiger was dan eerst gedacht. Ik stelde een bloedende wonde aan de onderkant van mijn kin vast en ik kreeg het bloed dat uit de schaafwonden op mijn benen liep maar niet gestelpt, tegelijkertijd begonnen de kneuzingen op mijn benen op te zwellen en donkerpaars te worden. Ik besefte dat ik door de shock verkeerd gehandeld had. Ik had moeten vragen een ambulance te bellen en mij naar het ziekenhuis te brengen, per slot van rekening was ik op mijn hoofd gevallen.
In die tijd had ik nog geen gsm (ja, ik ben gewoon zó oud) en de telefoonlijnen op mijn kot waren altijd bezet (ik zat op een meisjespeda). Het lukte me dus niet om vanuit mijn kot naar mijn ouders te bellen om hulp. Dus trok ik snel een lange broek aan om de wonden te bedekken (die een paar minuten later al helemaal vol bloed hing) en liep ik naar Alma III waar ook een telefoon was. Ik moet mijn moeder de stuipen op het lijf gejaagd hebben met mijn zielige snottertelefoontje. Een ware smeekbede om hulp. Helaas was mijn vader die namiddag net op stap en kon ze hem (geen gsm’s weten jullie wel) niet bereiken. Mijn moeder kon ongelooflijk doortastend zijn als één van haar welpen in gevaar was en ze slaagde erin haar neef, een ambulancier, te mobiliseren om mij met de ambulance op mijn kot te komen ophalen en naar Gasthuisberg te voeren.
Op Gasthuisberg heb ik een uur of drie op Spoed gezeten totdat er eindelijk een assistentje tijd had om naar mijn wonden te kijken. Het goeie nieuws was dat het bloeden ondertussen gestopt was. De wonden werden verzorgd, de dokter ging na of ik geen hersenschudding had en ik mocht terug naar huis. Ondertussen waren mijn vader en moeder in Leuven aangekomen en konden zij me naar mijn kot terug brengen. Zij hadden ondertussen ook de politie gebeld zodat ik aangifte kon doen van het ongeval voor de verzekering. Onderweg naar mijn kot merkte ik plots dat ik precies een barst in mijn achterste kies voelde, linksboven helemaal achteraan. Een feit dat ik liet optekenen in het proces verbaal.
Toen ik samen met mijn ouders naar mijn fiets ging kijken, bleek die het er ook niet zo goed vanaf gebracht te hebben. Het voorste wiel was helemaal verwrongen en toen ik probeerde erop te fietsen lukte mij dat nog amper. Het moet de adrenaline geweest zijn die mij na het ongeluk voortstuwde van de Naamsepoort naar mijn kot.
Een paar dagen (en een gemist examen) later zat ik bijgevolg bij de tandarts. Die stelde vast dat de kies door de schok van de val op mijn kin in twee was gespleten. Hij verwijderde het losse stuk tand en enkele weken later moest ik terug komen om een metalen kroon over die achterste kies te laten plaatsen. Het werd nog een heel gedoe met de verzekering van de chauffeur die mij had aangereden, maar uiteindelijk kreeg ik een bedrag uitbetaald voor de geleden schade.
Ik moet zeggen dat ik lang niet meer aan dat ongeval gedacht heb, tot ik vandaag in de tandartsstoel lag. Ik had immers sinds een paar dagen verschrikkelijke tandpijn. Zo erg dat ik er ‘s nachts van wakker werd en ik noodgedwongen dafalgan moest gaan kopen bij de apotheker. Nu moeten jullie weten dat ik normaal nooit pijnstillers neem. Ik verdraag redelijk goed pijn, maar boy, tandpijn dat is toch iets helemaal anders. Zonder die pijnstillers had ik gewoon niet kunnen functioneren op het werk.
Enfin ja, ik dacht dat de pijn veroorzaakt werd door de kies vóór de kies met de kroon. Helaas het onderzoek wees uit dat het wel degelijk de kies met de kroon was waar het probleem zich situeerde. Zo’n metalen kroon sluit je tand nooit honderd procent volledig af en in de loop der tijden kunnen er bacteriën onder de kroon terecht komen met een ontsteking tot gevolg. Crap. Om mijn pijn te verdrijven zou ik een wortelkanaalbehandeling moeten ondergaan en moet de kroon vervangen worden. Nu, ik heb altijd geweten dat die kroon niet het eeuwige leven had en op termijn vervangen moest worden, maar het kostenplaatje (rond de duizend euro) deed me toch even slikken. En dat geld van de verzekering heb ik ondertussen natuurlijk al lang opgesoupeerd.
Om mij tijdelijk uit de nood te helpen, moest de tandarts door de metalen kroon heen boren om mijn daaronder gelegen tand te kunnen reinigen. Niet prettig, ik kan het jullie verzekeren. Maar goed, ‘t is niet dat ik veel keuze had. Gelukkig werkte de verdoving erg goed. Na meer dan een uur was de klus gefikst en kon ik met een tijdelijke vulling en een gat in mijn metalen kroon terug naar huis keren.
En dus wordt één van mijn eerste acties van het nieuwe jaar: een bezoekje aan de tandarts, alwaar mijn oude kroon verwijderd zal worden en mijn wortelkanalen opgevuld zullen worden. Blijkbaar heb ik vier kanalen in plaats van drie dus dat gaat me ook nog wat extra kosten. Blah.
Maar ik ben wel van de pijn verlost. Dat is ook al iets.
Driekoningen
‘k Heb nog niks geschreven over het driekoningenfeestje van het voorbije weekend. Een jaarlijkse traditie die nu al aan editie 11 toe is. Het aantal aanwezige kindjes was weer met één toegenomen. Nog even en het kleine grut is talrijker dan de volwassenen. En we kunnen er alvast zeker van zijn dat er volgend jaar een koningsbaby extra bij is.
Omdat ons feestje dit jaar op driekoningen zelf viel, hadden we afgesproken om allemaal verkleed te komen. Onze vrolijke bende met kronen, beddenlakens, badjassen en rare hoofddeksels had er duidelijk zin in. En natuurlijk mocht de traditionele driekoningentaart niet ontbreken. Als ex-queen mocht ik als eerste een stukje kiezen. De eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat ik het stuk met de boon (euh, olifant, ja, echt tegenwoordig stoppen ze olifanten in taarten) al direct zag zitten. Ik had echter niet behoefte mezelf op te volgen, dus liet ik het stukje liggen en werd één van de medefeestvierders koningin. Het was haar allereerste keer, dus dat was wel gepast.