Testrit met mijn nieuwe fiets

Deze vrijdag arriveerde mijn fiets met de post. Meteen goed voor het grootste postpakket dat ik ooit ontvangen heb. Ik vermoed dat de concierge in ons gebouw het pakket in kwestie ontvangen heeft, want het stond opeens automagically voor onze deur op het derde verdiep.

IMG_5993[1]

Mijn vriend was zo enthousiast dat hij de vrijdagavond meteen de fiets in mekaar zette. En ik moet toegeven, het is echt een mooie fiets. Mat zwart met een korfje vooraan om boodschappen in te doen en een handige draaiversteller (ok, ik beken, ik heb opgezocht hoe zo’n ding om de versnellingen te bedienen, heet).

Zaterdag had ik wegens Pop In Mixed geen tijd om mijn nieuwe fiets uit te proberen, maar zondagnamiddag was het schitterend fietsweer en trok ik mijn wielrennersbroek aan voor een eerste testrit. Die broek was absoluut een must om mijn weke delen te beschermen, want ik heb al een tijd niet meer gefietst. 😉

We besloten een stukje van Route 46 die helemaal rond het meer van Genève loopt, te verkennen. Het eerste stuk van de route was niet echt aangenaam, omdat we langs een grote weg moesten fietsen, niet echt de pittoreske fietsroute waarop ik had gehoopt. Vanaf Bellevue konden we de grote weg gelukkig achter ons laten. We fietsen ongeveer tot aan Versoix en vonden het toen welletjes voor een eerste testrit. More to come!

Oja, onderweg kwamen we langs de UN gebouwen alwaar een kleine groep Spanjaarden vreedzaam protesteerde tegen de onafhankelijkheid van Catalonië.

IMG_6019

IMG_6023

IMG_6024

IMG_6025

Fietsherstelperikelen

Een tijdje geleden botste ik met het achterlicht van mijn fiets ergens tegen en zei het rode plastic kapje van mijn achterlicht ‘krak’. Kapot. Het lichtje zelf brandde nog wel, maar de reglementair rode kleur was nu wit. Geen nood. Naar het fietsherstelpunt onder het Rector De Somerplein, want die hebben superlange openingsuren, heel handig voor mensen zoals ik die normaal gezien niet voor de normale sluitingstijd terug van het werk zijn.

De jongeman aldaar monsterde mijn achterlicht en zei me dat ze zo geen achterlicht in voorraad hadden en dat ze dit moesten bestellen en dat hij dit niet kon doen. Geen probleem voor mij, ‘t is niet dat de afstand van mijn appartement naar het Rector De Somerplein onoverbrugbaar is, ik zou wel op een ander moment terugkomen.

Een paar dagen later stond ik opnieuw met mijn fiets in het fietsherstelpunt. Ik wees een nogal nors ouder heerschap op mijn kapotte achterlicht en liet de fiets daar achter, in de overtuiging dat ze binnen een paar dagen wel over het juiste achterlicht zouden beschikken.

Groot was dan ook mijn verbazing toen hetzelfde heerschap mijn enkele dagen later bij het ophalen van mijn fiets doodleuk meedeelde dat het achterlicht niet hersteld was, omdat ze, ik citeer: “zo geen achterlicht hadden”. Ik was te verbouwereerd om een goeie repliek te bedenken. ‘t Is niet dat het hier over een hightech achterlicht ging van een superfancy fiets. Neen, we hebben het over een doodgewone stadsfiets, niet eens van de allerbeste kwaliteit aan de oprukkende roestplekken te zien.

Dan maar met mijn fiets naar het Velo fietspunt met de iets moeilijkere openingsuren getrokken, waar ze mijn achterlicht in een wip hersteld hadden.

Onvoorstelbaar.

Dood vogeltje

Mijn moeder was een hevige fan van schlagers. Als kind was ik hierdoor helemaal niet mee met de moderne muziekscène. Heel de hype rond Madonna en zo, het ging allemaal aan mij voorbij. Neen, bij ons thuis stond steevast één of andere lokale radio op waar rond de klok plakkers van Benny Neyman, de Zangeres zonder Naam, André Hazes, Paul Severs, Dennie Christian, Conny en de Rekels, Duo X, Willy Sommers en vele anderen gedraaid werden. In die tijd hadden het Vlaamse en Nederlandse levenslied geen geheimen voor mij. Veel van die nummers kan ik nu nog altijd woord voor woord meezingen. Tot mijn eigen ergernis, want een fan van het genre ben ik nooit geweest.

Toch waren er tussen die schlagers nummers die mij tot in het diepste van mijn ziel geraakt hebben. Ik weet niet meer exact hoe oud ik was. Ik kan me nog wel herinneren dat ik achterop de fiets van mijn moeder in een kinderstoeltje zat. Ik vermoed dat ik een jaar of drie geweest zal zijn. We gingen ergens naartoe en ik huilde tranen met tuiten. Ontroostbaar was ik. Achteraf vertelde mijn moeder dat het heel wat moeite had gekost om erachter te komen wat de oorzaak van deze tranenvloed was. En toen kwam het eruit: het vogeltje was dood: hij had te hoog gevlogen. En dode vogeltjes dat was toen ongeveer het triestigste wat ik mij kon voorstellen.

Daar moest ik aan terugdenken, zondag op Erfgoeddag toen we het dode vogeltje met de felle kleuren bemerkten dat zijn eeuwige rustplaats op de trommel van de beiaard gevonden had.

dood vogeltje

Ik mis…

Mijn vorige bakker in de Parkstraat. Van Huyck-Vandenplas heeft volgens mij het beste brood van heel Leuven. Mijn favoriete brood daar, nog steeds ongeslagen op één: het Siroccobrood. Absoluut jummie. Zelfs nog lekker en zacht als het al twee dagen oud is. Een heel verschil met het brood van de bakker aan het station dat vaak al oudbakken is als je het ‘s avonds koopt. De winkel aan het station kan wat mij betreft ook een facelift gebruiken. De winkel heeft een afgeleefde uitstraling en nodigt niet bepaald uit tot het kopen van gebakjes en zoetigheden. Maar ja, door luiheid en gemakzucht gedwongen, halen we nu daar ons brood.

Ik moet mij dringend eens een fiets aanschaffen.

Het leven van een buschauffeur

Respect. Deze ochtend was het weer van dat. Stampvolle bus, fietsende studenten die plots voor, achter en naast de bus opduiken, vrachtwagens die de weg blokkeren, omgevallen fietsen die half op straat liggen, voetgangers die zonder omkijken de straat oversteken, wegenwerken, strakke tijdschema’s,… Ik stond vanochtend helemaal vooraan in de bus en ik kan u zeggen, ik schrik mij elke keer een hoedje als er opeens een fietser uit het niets verschijnt. Ja, echt, respect.