We begonnen de dag met een ontbijt in dezelfde bar als gisteren. Weinig origineel misschien, maar als het je ergens bevalt, waarom dan niet teruggaan? De hitte was deze ochtend draaglijker en er vielen zowaar een paar (zeer welgekomen) druppels uit de hemel. De regendruppels waren een aangename verfrissing op mijn verhitte huid.
Eerste stop van de dag: het Neues Museum dat een formidabele collectie Egyptische kunst bezit. Mijn interesse in de tijd van de farao’s werd in het tweede middelbaar gewerkt tijdens de geschiedenislessen die gegeven werden door een leerkracht met passie voor zijn vak. De piramiden, de mysterieuze godheden in mensengedaante met dierenhoofden, de sfinxen, de Nijl die zich als een groen, leven gevend lint door het woestijnlandschap slingerde, het fascineerde me allemaal mateloos. De passie voor Egypte ging zelfs zover dat ik er een ring met hiërogliefen en twee gouden hangertjes aan overgehouden heb. Eentje stelt het levensteken voor en het andere mijn naam en die van mijn vriend (fonetisch) geschreven in hiërogliefen (of dat hebben ze ons althans wijsgemaakt toen we in Egypte waren).
Het Neues Museum is opnieuw geopend sinds november 2009. En zelfs zonder de Egyptische collectie is dit gebouw de moeite van het bezoeken waard. De ruïnes van het oude museum zijn knap gerestaureerd en aangevuld met nieuwe delen waar de schade onherstelbaar was. In sommige ruimten zijn de oude muurschilderingen van voor de oorlog bewaard gebleven. De architect heeft er echter voor gekozen deze niet te restaureren, maar ze in hun huidige toestand te bewaren. Wat een zeer bijzonder effect geeft. Je loopt als het ware rond in een museum vol littekens. Ik vond het prachtig.
De collectie zelf was natuurlijk ook geweldig: oude papyrusrollen, mummies, beelden, sarcofagen en als pièce de résistance het borstbeeld van Nefertite. De curatoren van het museum hadden ervoor gekozen de traditionele chronologische volgorde van de artefacten te doorbreken. Dit leidde ertoe dat ik het soms moeilijk had de samenhang van de getoonde voorwerpen in de zalen te begrijpen. En soms vond ik de link die tussen de voorwerpen gelegd werd gewoon ver gezocht.
Mij spraken de portretten van Egyptenaren het meeste aan. De borstbeelden gaven een idee over hoe deze mensen die duizenden jaren geleden leefden eruit gezien moeten hebben. Niet zo veel verschillend van onszelf. Het allermooiste borstbeeld was uiteraard dat van de mooie Nefertite. Helaas was het niet toegestaan haar beeltenis te fotograferen.
We waren alweer langer in het museum gebleven dan gepland, dus werkten we de bovenste verdieping met de prehistorische collectie op en drafje af. Toch het vermelden waard: een bijzondere, gouden ceremoniële hoed die dienst deed als maan- en zonnekalender. Verrassend accuraat voor een volk dat wij toch als primitief beschouwen.
Het Neues Museum heeft ook een klein, maar gezellig café met lekkere en originele gerechten. Zo kon je er bijvoorbeeld Egyptische tapas bestellen, helemaal in de sfeer van de collectie. Ik hield het op een broodje met tomaat en mozarella en een mango lassi (niet Egyptisch, wel lekker). Jammer dat het café zo klein was. Er kwamen regelmatig mensen binnen die tevergeefs zochten naar een plaatsje om te eten. Spijtig dat men bij de reconstructie geen grotere eet- en drinkruimte voorzien heeft. In dat opzicht kan men wel wat leren van de Amerikaanse musea waar je als je dat wenst een heel driegangenmenu kan eten en er plaats zat is.
Toen we het museum in de late namiddag verlieten waren de zon (en de hitte) weer van de partij. We wandelden langs de beroemde laan Unter den Linden en genoten van de mooie gebouwen langs weerszijden en de schaduw die de lindebomen ons boden. Ergens in de helft stopten we bij Casa Italia voor een ijsje (ik) en een biertje (mijn vriend). Mijn ijsje zag eruit als spaghetti: de tomatensaus werd nagebootst door aardbeiensaus, de spaghettislierten waren ijsslierten en bovenop dat alles lagen amarenakersen en geschaafde witte chocolade (kaas). Grappig.
Op naar de Brandenburger Tor, aan de voet waarvan op Pariser Platz de Franse feestdag één dag te vroeg gevierd werd met fastfoodkraampjes en optredens in de taal van Molière. Ik had een beetje moeite om me onder de zonnige hemel en in het feestgedruis de zwaarwichtige geschiedenis van deze plek voor de geest te halen. Zelfs bij het Holocaust Denkmal aan de Ebertstrasse lukte me dit niet goed. Het was gewoon te leuk om tussen de rechthoekige blokken van verschillende hoogtes verstoppertje te spelen.
Voor het avondeten richtten we onze schreden naar het Sony Center aan de Potsdamer Platz. Aan de Potsdamer Platz waan je je even in New York met al die futuristische hoogbouw. Mij sprak het Sony Center het meeste aan: een soort reusachtige glazen tent boven een binnenplaats met een fontein, terrasjes en zelfs een cinemazaal. We zochten een plek op het terras van het Australische restaurant Corroboree, een prima manier om onze Australiëreis van twee jaar geleden in de herinnering te brengen en een goed excuus voor mijn vriend om een vettige burger te eten. Ik hield het bij een wrap, want dat ijsje in de namiddag was groter dan verwacht.
Volgens de planning zouden we na het avondeten Checkpoint Charlie bezoeken, maar zover zijn we nooit geraakt. Een luchtballon aan een touwtje zorgde voor een onverwachte, maar zeer geapprecieerde wijziging in de plannen. En zo zagen we, hangend in een luchtballon, de zon roodgloeiend ondergaan boven Berlijn. We waren maar twaalf minuten boven en dit tochtje kostte ons meer dan een euro per minuut, maar het was de moeite waard.
Ondertussen was het te laat voor Checkpoint Charlie en keerden we terug naar het Sony Center, omdat ik dringend naar het toilet moest. Het mag trouwens gezegd dat Duitsland het land is met de properste toiletten. Ik heb een kleine blaas dus ik heb veel vergelijkingsmateriaal. Zelfs de openbare toiletten zijn onberispelijk schoon. We rustten nog even uit aan de fontein en genoten van de lichtshow (blauw en roze) boven onze hoofden. Een flinke wandeling later waren we terug in ons hotel.