The Kinepolis Experience

Dat het al ettelijke maanden geleden was dat we nog eens in de Kinepolis van Leuven geraakt waren, bleek uit het feit dat er plots op het eerste verdieping een heuse in glazen wanden gevangen snoepwinkel verschenen was. Nog meer gekraak van nacho’s en popcorn vergezeld van misselijk makende kaaswalmen opstijgend uit plastieken bakjes tijdens de filmvertoning, the joy. En het ergerlijkste was dat je amper om het ding heen kon. Een heel smal weggetje was er uitgespaard langs de glazen wanden voor de filmliefhebbers die zich niet wensten vol te proppen met smaak- en kleurstoffen overgoten met veel te veel vet en suikers.

Bij de vertoning van de voorfilmpjes bleek ook het één en ander veranderd te zijn. Reclamefilmpjes en trailers werden nu door elkaar vertoond en niet in aparte blokken zoals vroeger. Om er zeker van te zijn je als kijker die boeiende boodschappen niet over het hoofd kan zien. En zo nu en dan kwam er tussen de filmpjes door een mededeling met het aantal minuten dat de filmliefhebber nog op het begin van de eigenlijke film moest wachten. Veel te lang, ik zal het jullie zeggen, veel te lang! Gelukkig kan je door de mogelijkheid om op voorhand je zetel te reserveren gewoon een kwartier te laat komen zodat je heel het voorfilmpjesgedoe gewoon kan overslaan. Die trailers bekijk ik dan wel online wanneer ik er zelf zin in heb.

Ik hoop dat die plannen voor een tweede cinemacomplex in Leuven effectief gerealiseerd zullen worden…

De 100 mooiste plekken op aarde

Ik ben niet echt zo’n passioneel iemand, maar als ik één passie in mijn leven heb, dan is het reizen. Dus doe ik graag mee als er bestemmingen op een lijstje van zogezegd 100 mooiste plekken ter wereld kunnen afgevinkt worden.

Op deze plekken liet ik een stukje van mijn DNA achter:

  1. (10) Great Barrier Reef in Australië: mijn onbetwiste nummer één
  2. (13) Niagara Falls in de Verenigde Staten en Canada: het pretparkgevoel dat rond dit donderend natuurgeweld hangt, vond ik afbreuk doen aan de natuurlijke schoonheid van de watervallen
  3. (15) Abu Simbel in Egypte: duizenden jaren oud, in stukken gezaagd en in de woestijn heropgebouwd: ongelooflijk indrukwekkend (de terugtocht met de bus doorheen de woestijn was ook memorabel wegens het uitvallen van de airconditioning en oja, er zaten gewapende mannen op de bus om ons, toeristen, te beschermen)
  4. (38) Vaticaanstad, Italië: Hoogste concentratie geestelijken per vierkante meter ter wereld, of zoiets.
  5. (44) Colosseum in Rome: een must voor elke liefhebber van de oudheid.
  6. (51) De fresco’s in de Sixtijnse kapel in Vaticaanstad: heel erg mooi als je abstractie kan maken van de honderden toeristen die discreet en minder discreet met hun point and shoot camera’s zitten te flitsen terwijl duidelijk staat aangegeven dat dit verboden is.
  7. (54) De Acropolis en het Parthenon in Athene: Griekenland heb ik met mijn middelbare school bezocht als laatstejaarsreis. Ik herinner mij een zwart en vuil Parthenon, maar naar het schijnt hebben de Grieken dat mooi opgekuist voordat de crisis toesloeg.
  8. (57) De Big Ben en de Houses of Parliament in Londen: Londen is één van die steden waar ik maar geen genoeg van krijg.
  9. (58) De Meteora, op pilaarvormige rotsen gebouwde kloosters, in Thessalië (Griekenland): Eveneens bezocht op de Griekenlandreis (die niet zo’n succes was). Indrukwekkend en het enige plekje in Griekenland dat ik na deze reis nog eens terug wilde zien.
  10. (60) Het koninklijk paleis en Wat Phra Kaeo in Bangkok, Thailand: Goud, edelstenen en onvoorstelbare pracht en praal.
  11. (62) De Nijl tussen Luxor en Aswan in Egypt: Een cruise die ik iedereen kan aanraden en dé ideale manier om dit land te verkennen.
  12. (63) Eiffeltoren in Parijs: Al een stuk of vijf keren onder gestaan, één keer naar boven geweest.
  13. (67) Louvre Museum in Parijs: Te groot, veel te groot.
  14. (68) Het Alhambra in Granada in Spanje: Een sprookje.
  15. (74) De Uluru (Ayers Rock) in Australië: Ik vond persoonlijk Kata Tjuta mooier.
  16. (77) De tempel van Karnak in Egypte: Indrukwekkend overblijfsel van een verdwenen beschaving die we nooit helemaal zullen doorgronden.
  17. (78) Het Vrijheidsbeeld in New York: Tot aan haar voeten gewandeld, maar niet in de kroon geweest, omdat de plaatsen al lang op voorhand uitverkocht waren.
  18. (79) De Sagrada Familia in Barcelona: Twee keer bezocht. Ik zie het me nog een derde, een vierde en een vijfde keer doen. Je bent een Gaudí-liefhebber of je bent het niet.
  19. (81) Het oude centrum van Praag, Tsjechië: I <3 Oost-Europa.
  20. (86) Het mausoleum van keizer Qin Shi Huangdi en het terracotta leger in Xi’an, China: Nog nooit in China geweest, maar ik heb wel een paar leden van het leger op verplaatsing gezien. Maar dat telt niet, zeker?
  21. (87) Sydney en het Opera House, Australië: Als ik ooit emigreer (en heel veel geld heb), dan zal het naar Sydney zijn!
Staat gepland voor de komende paasvakantie:
  • (90) Het parlementsgebouw in Boedapest, Hongarije.

Tot mijn verbazing staat er geen enkele plek uit Japan in dit lijstje. Een schandelijke vergetelheid, als je het mij vraagt.

Moraal van het verhaal: er valt nog veel te ontdekken op deze wereldbol.

Afgekeken van Boskabout!

De taarten van Demeestere

De traditionele nieuwjaarsgourmet in mijn ouderlijk huis op de allereerste dag van het jaar wordt al even traditioneel gevolgd door een kerststronk en Limburgse vlaaien. Omdat de taartjes van Demeestere de vorige keer zo in de smaak waren gevallen bij mijn vader, hadden mijn vriend en ik beloofd deze keer voor een Leuvens dessert te zorgen.

We bestelden op voorhand de volgende creaties (ze taarten noemen doet hen oneer aan):

  • Luchtig schuim van melkchocolade met crèmeux van peperkoek en een krokante toets in buchevorm
  • Creatie van bittere chocolade en chibouste-crème in buchevorm
  • Een tarte tatin met jonagold appel
  • Een assortiment van 4 mini dessertjes: duo van chocolade, bavarois van framboos, verfijnd soesje en frangipanne met peer

Uiteraard was het te veel, maar gesmuld dat er werd, het had geen naam.

Honderd en negen

Nieuwjaarskaartjes de deur uit! Een persoonlijk record, denk ik. Ook historisch: nog nooit deden we zo laattijdig onze nieuwjaarskaartjes op de post. Ik geef toe dat we rijkelijk laat waren met onze bestelling, maar als de postbode die ons pakje vorige week donderdag kwam afleveren, langer dan twee seconden aan onze voordeur gewacht had, waren ze nog in 2011 gepost geraakt. Een mens moet de kans krijgen om uit bed te springen en een sprintje naar de parlofoon te doen, he.

Waar is de tijd dat postbodes na Nieuwjaar op hun ronde nog in bijna elk huis een druppel voorgeschoteld kregen?

PS: Oja, de kaartjes werden besteld bij Foto.com en ik moet zeggen dat ik aardig verrast was door de kwaliteit.

Kick-off op het werk

De collega’s zijn weer allemaal een gelukkig nieuwjaar gekust, er werd geklonken op het nieuwe jaar en beste wensen uitgewisseld.

Na de traditionele receptie op het werk zakten we met een stuk of veertien collega’s af naar Le Bar à tapas om daar, naar echt Spaanse traditie, pas rond een uur of drie ons eten te krijgen, maar hey, het was lekker.

We zijn weer vertrokken voor wat ongetwijfeld een boeiend jaar zal worden!

Oudjaar

Dit jaar vierden we Oudjaar in restaurant Ter Eycken, gewoon omdat ik te lui was om zelf iets te organiseren. Het restaurant was niet onze eerste keuze en we moesten nogal lang wachten tussen de gangen door, maar wie maalde daarom, want we brachten de avond door onder vrienden. Onze laatste avond van 2011 vulden we met gesprekken over politiek, de VS, Spanje, de crisis, ambities, carrièreplannen, nieuwe liefdes, Japan en nog veel meer.

Dit aten wij (voor mijn archief):

Glaasje bubbels
—-
Hapje

—-
Samenspel van Sint-Jakobsnootjes en kreeft

—–
Soepje van waterkers met huisgerookte zalm

——-
Filet van hert met zijn wintergarnituur en kroketjes

——-
Sorbet van champagne met een soepje van bosvruchten

Hopelijk hebben jullie allemaal genoten van de laatste dag van 2011!

Mijn laatste daad voor 2011

Een storting op naam van de Wikimedia foundation, want als er één website is die ik dagdagelijks bezoek, dan is het wel Wikipedia. Als ik een beetje moedeloos raak van de huidige politieke en economische toestand in de wereld, dan doet het deugd te weten dat er initiatieven bestaan waar mensen gratis hun kennis delen en samenwerken om de grootste bron van menselijke kennis ooit te bouwen. En ja, ook Wikipedia heeft af te rekenen met mistoestanden en politieke spelletjes, maar dat neemt niet weg dat het een fantastisch initiatief is.

Op naar een minder stresserend 2012!

Een tweedaagse in Noord-Engeland

Timingsgewijs kwam ons werkbezoek aan Newcastle, Leeds en Sheffield niet echt goed uit wegens de grote hoeveelheid dossiers en deadlines op het werk, maar de trip was tot in de puntjes gepland en voorbereid en onze gastheren verwachtten ons.

Zodoende vlogen we op woensdag 30 november naar Newcastle, mijn allereerste bezoek aan deze oude Noord-Engelse industriestad. We landden, ondanks een staking van het luchtvaartpersoneel, zonder problemen op Engelse bodem. Een taxi bracht ons naar Malmaison, een hotel dat qua inrichting wat aan een bordeel deed denken (een associatie die me, gezien de naam, geheel en al opzettelijk lijkt). Vanuit het raam van mijn zwart-rode kamer had ik een prachtig uitzicht op de Tyne die Newcastle van Gateshead scheidt.

Om het werkbezoek op gepaste manier af te trappen, dronk ik met mijn collega’s een cocktail (de twee dames) en een whiskey (de heer in ons gezelschap). Lange tijd zag het er immers niet zo goed uit voor deze geplande trip. Een afgelasting hing in de lucht, maar kon gelukkig vermeden worden.

Na een veel te korte nachtrust (ik had na de cocktail nog tot één uur ‘s nachts op de hotelkamer zitten werken), zag ik mijn collega’s terug aan het ontbijt. Om voldoende energie voor de komende dag op te doen, bestelde ik eggs benedict met gerookte zalm. Sinds onze Australië-reis mijn favoriete op eieren gebaseerde ontbijt.

Na het ontbijt werden we in de hotellobby opgewacht door gastheer nummer één, die ons meevoerde naar de Toffee Factory in Ouseburn. De Toffee Factory begon haar leven als een snoepfabriek, maar raakte nadat de fabriek de deuren sloot ernstig in verval. Op het einde groeiden er zelfs bomen uit de voormalige snoepfabriek (nog te zien op google maps). Het gebouw onderging echter de voorbije jaren een totale metamorfose. We hadden geluk: net vandaag had onze gastheer de sleutel van het renoveerde gebouw van de aannemer in ontvangst genomen. We kregen dus in primeur een rondleiding door het pand.

De Toffee Factory is een bedrijfsgebouw dat ruimtes ter beschikking stelt aan kleine en middelgrote creatieve ondernemingen. Een eenmanszaak kan er een bureau in één van de gemeenschappelijke ruimten huren en gebruik maken van de goed uitgeruste gemeenschappelijke infrastructuur (onthaal, douches, keukens, breedband internetconnectie, vergaderruimten, etc.). Een groter bedrijf kan er een aparte eigen ruimte in gebruik nemen. Wat het gebouw bijzonder maakt, is niet enkel de geschiedenis van het pand en de ligging vlak aan de samenvloeiing van de Tyne en de Ouseburn, maar ook de manier waarop de uitbating gebeurt. Voor een vaste prijs, kunnen de huurders van het pand gebruik maken van alle faciliteiten en er worden geregeld activiteiten georganiseerd om de verschillende huurders met elkaar in contact te brengen, in de hoop dat er zo interessante cross-overs ontstaan.

Na de rondleiding in de Toffee Factory wandelden we langs de oevers van de Ouseburn waar we zagen hoe oude industriële panden daterend uit de tijd van de eerste industriële revolutie een nieuwe bestemming gekregen hadden. We zagen een kinderboekenmuseum in een oude molen, een boerderij op de grond van een voormalige fabriek, een manège in oude loodsen, enzovoort. Een buurt in volle verandering.

We wandelden verder langs steile straten naar de Biscuit Factory, een oud pand dat omgevormd was tot atelier en kunstgalerij. We lunchten in The Cluny met een Geordie pot, een soort stoofpotje van rundsvlees en aardappelen. Geordie is ook de naam van het plaatselijke dialect.

We namen na de lunch afscheid van gastheer nummer één om vervolgens de trein naar Leeds te nemen waar gastheer nummer twee ons opwachtte. Onze gastheer, of kortweg Toby, was de voornaamste reden voor ons bezoek aan Noord-Engeland. Mijn collega had hem vorig jaar tijdens een conferentie in Londen ontmoet en was erg onder de indruk van zijn visie en gedrevenheid. En ik kon haar geen ongelijk geven. Wat een charmante en charismatische man.

Vol enthousiasme bracht hij ons naar een reconversieproject in Leeds, waar de troosteloze vervallenheid en vergane glorie van verdwenen industrieën langzaam maar zeker nieuw leven ingeblazen werden. We bezochten twee erg inspirerende gebouwen die met dezelfde filosofie als de Toffee Factory uitgebaat werden: jonge bedrijven samen brengen om zo tot interessante kruisbestuivingen te komen. We gluurden binnen bij verschillende bedrijven en zagen oude industriële gebouwen die leken op Egyptische tempels en torens uit de Italiaanse renaissance. Die industriëlen vroeger durfden groot te denken.

We dronken iets in een plaatselijke pub om vervolgens opnieuw de trein te nemen naar onze laatste bestemming van de dag én de trip: Sheffield.

De omgeving van het station van Sheffield was duidelijk recent opgewaardeerd: een zilverkleurig gebogen kunstwerk waarlangs water naar beneden stroomde in combinatie met trapvormige waterpartijen en een fontein leidden de bezoekers vanuit het station recht het hart van de stad in. We logeerden in het Mercure Hotel met uitzicht op het glazen dak van de Sheffield Winter Garden. Onze Toby had nog een afspraak, een bijeenkomst van een buurtcomité of zoiets, maar zou ons daarna komen ophalen in het hotel voor een laat diner.


‘Photograph by Andy Barker, courtesy of Sheffield City Council’

Zo rond een uur of negen nestelden we ons aan een tafel in de Wig and Pen, een verwijzing naar de advocatenbuurt waarin we ons bevonden. Het eten was really delicious and a good time was had by all. Toby was werkelijk de perfecte gastheer: hij reeg met gemak het ene boeiende verhaal aan het andere. En de avond vloog voorbij.

Na het diner kroop ik rechtstreeks in bed. Het was op zich al een vermoeiende dag geweest en ik had nog een slaapachterstand in te halen van de korte nacht daarvoor.

Vrijdag 2 december was onze laatste dag in Sheffield. Omdat onze vlucht vanuit Manchester om zes uur ‘s avonds vertrok, waren we verplicht ons bezoek vroegtijdig te beëindigen om half twee in de namiddag. Om het maximum uit onze halve dag te halen, stonden dus extra vroeg op voor een ontbijt met vis, gepocheerde eieren en kipper, een gepekelde haring die in de UK typisch bij het ontbijt gegeten wordt.

Eerst stond een bezoek aan het Advanced Manufacturing Park Technology Centre op het programma. Dit bedrijfsgebouw concentreerde zich voornamelijk op hoogtechnologische bedrijven. Daarnaast kregen we ook uitleg over de ambitieuze uitbreidingsplannen voor het Advanced Manufacturing Park op de plek waar nu de restanten van een oude koolmijn liggen.

Daarna kregen we een rondleiding in het ElectricWorks gebouw. Een vrij klassiek gebouw dat door de inventieve en gedurfde aankleding in een hippe werkomgeving was veranderd. Sprong meteen in het oog: de glijbaan in de inkomhal. Dé snelste manier om van de vierde verdieping het gelijkvloers te bereiken. Natuurlijk moest ik die glijbaan uitproberen! Kleine hindernis: ik had een jurk aan, niet bepaald een glijbaanvriendelijke uitrusting. Tijdens de bliksemsnelle rit in de buis naar beneden, kroop dit weerbarstige kledingstuk natuurlijk naar boven. Gelukkig kon ik vlak voor de landing mijn jurk min of meer naar beneden trekken om mijn eer (en mijn gezicht) te redden.

Als glijbaanexpert kan ik jullie verzekeren dat dit de allerbeste glijbaan ooit was. Je voelde tijdens het naar beneden glijden niets van de ribbels die de overgang tussen de verschillende ringen van de buis vormen. Zo glad als een biljartlaken was die buis. Geweldig! Ik kon het dan ook niet laten om nog een tweede keer naar beneden te gaan. Dit keer me minder zorgen makend over de toestand van mijn kledingstukken. Iedereen zal al wel eens zwarte panty’s gezien hebben, zeker?

Na het ritje met de glijbaan, gingen we voor de lunch naar een plek waar ze organisch eten serveerden en dat tegelijktijd een tewerkstellingsproject was voor werklozen die elders moeilijk aan een job geraakten. Ik koos voor de Thai Spiced Scottisch mussels (wat een combinatie!) Tijdens de lunch maakten we kennis met twee plaatselijke politici die wat meer vertelden over hun toekomstvisie op Sheffield en met iemand die een investeringsfonds voor de creatieve industrie leidde. Deze laatste vertelde ons over een product waar hun fonds onlangs in geïnvesteerd had: een plastic trombone. Hij verzekerde ons dat de klankkwaliteit van de plastic trombone die van een echte evenaarde. Ik kon dit moeilijk geloven, maar oordelen jullie vooral zelf:

En toen was het tijd om afscheid te nemen. Na een vlotte treinrit kocht ik op de luchthaven van Manchester nog enkele Schotse zandkoekjes voor de collega’s. Ons vliegtuig bracht ons in een wip en een zucht terug naar België. Een inspirerende uitstap.

Uitwaaien in Scheveningen

We maakten gebruik van het bezoekje aan ons petekindje om nog een dagje langer in Nederland te blijven. Mijn vriend en ik hadden er na de voorbije drukke dagen allebei behoefte aan om wat uit te waaien op het strand. De weergoden waren ons gunstig gezind: niet te koud en geen spatje regen te zien. We bezochten de gerenoveerde pier van Scheveningen ‘s nachts én overdag en leerden het begrip zandmotor kennen. En wat smaakt er beter dan een warme chocomelk met slagroom na een lange strandwandeling?

Een impressie:

Een bezoek aan ons petekindje in Den Haag

Tweede kerstdag brachten we een bezoekje aan ons Nederlands petekindje. Al bijna een half jaar is ze ondertussen: een vrolijke meid met bolle wangetjes en prachtige blauwe ogen die de ganse dag goedgezind is. Echt een schat van een meisje. Al zal ze, als derde in de rij, haar vrouwtje moeten leren staan tegenover haar oudere zus en broer.

Grote zus M van ons petekindje gaat ondertussen naar de Amerikaanse School in Den Haag. In een paar maanden tijd heeft het kind daar vlot Engels leren spreken. Ongelooflijk hoe snel een kleuter zo’n vreemde taal absorbeert. Voordat M naar school ging, kon ze geen woord Engels en nu konden we hele conversaties met haar houden in het Engels. Ze verbeterde zelfs onze uitspraak! Een vaardigheid waarmee ze de rest van haar leven voordeel zal doen. Persoonlijk vind ik het nog altijd doodjammer dat mijn ouders niet de mogelijkheden hadden om mij tweetalig op te voeden. Een goede talenkennis is immers een stevig fundament om een carrière uit te bouwen. Zeker als je bedenkt dat interessante jobs zich in de toekomst meer en meer in grote internationale bedrijven zullen situeren. En België is maar een stipje op de wereldkaart.