Mijn vriend en ik zijn vandaag wat vroeger opgestaan omdat we graag willen catamaran varen. Gisterenavond kregen we mijn broer en zijn vriendin niet overtuigd om mee te gaan, maar mijn vriend en ik hebben wel zin in wat actie. Een ganse dag op het strand liggen, is niet echt aan ons besteed. Het ontbijt is, zoals te verwachten viel, overdadig. Ik geniet vooral van de heerlijke vers gebakken omelet.
We melden ons aan bij het verhuurpunt van de catamarans, kayaks en andere zeevaartuigen. We informeren of en wanneer we een catamarantochtje kunnen maken. We kunnen meteen te water gaan, maar krijgen mét de catamaran ook een kapitein mee. Blijkbaar hebben ze in Varadero niet voldoende vertrouwen in de toeristen om hen alleen de zee op te laten. We hebben dit nochtans al eens gedaan in Corsica. Maar goed, op zich is een boottochtje met z’n drieën ook wel leuk. Zo kan ik mijn Spaans nog wat oefenen. Ik vertel dat mijn vriend een zeildiploma heeft, maar de kapitein van onze catamaran heeft er blijkbaar niet veel vertrouwen in. Hij vraagt aan mijn vriend waar de wind vandaan komt en als die niet meteen kan antwoorden, vervliegt meteen zijn kans om de catamaran zelf te mogen besturen.
Het tochtje duurt niet superlang (een twintigtal minuten), maar we genieten van de nabijheid van het water en de zon op ons gezicht. Terug op het strand informeren we meteen wanneer de snorkeltochten vertrekken. Dat blijkt over tien minuten te zijn. Gelukkig zijn we op alles voorzien en hebben we ons snorkelmateriaal al bij ons. We haasten ons naar het buffetrestaurant waar mijn broer en zijn vriendin nog aan het ontbijten zijn om te vragen of ze zin hebben om mee te gaan snorkelen. We slagen er niet in hen mee te krijgen, dus keren mijn vriend en ik met ons tweetjes terug naar het vertrekpunt.
Dezelfde catamaran waarmee we deze ochtend een boottochtje maakten, brengt ons nu naar een goeie snorkelplek. Ditmaal moeten we de catamaran niet alleen delen met een kapitein, maar ook met twee Franse meisjes. Met een vloot van vier catamarans varen we allemaal naar dezelfde plek. De catamaran brengt ons in een half uur naar de snorkellocatie. We hebben de wind in de zeilen, dus we scheren aan een stevig tempo over de golven.
Het snorkelen zelf is superleuk. Er zijn meer vissen dan op Cayo Levisa, al heeft het viseten dat de professionele fotograaf die met onze groep meereist, daar wellicht ook iets mee te maken. Het helpt alleszins om veel mooie vissen in beeld te krijgen. En ja, ook mijn vriend en ik poseren voor wat foto’s. Benieuwd naar het resultaat!
De terugtocht naar het strand van ons hotel duurt langer dan de heentocht. De kapitein moet immers tegen de wind in oploeven. Het is duidelijk dat wij de beste kapitein van de vier getroffen hebben. Al snel laat onze catamaran de rest van de vloot achter zich. Tot grote tevredenheid van onze kapitein finishen we als eerste op het strand. Wij feliciteren hem met zijn mooie overwinning. 😉
Rond twaalf uur zijn we terug in het hotel. Na een kleine zoektocht treffen we mijn broer en zijn vriendin aan in de lobby van het hotel, aan het profiteren van de wifi. 😉 Mijn vriend en ik lopen snel naar de kamer om het zout van ons af te spoelen en daarna trakteren we onszelf op een mojito met een extra dosis rum añejo. De mojitos in het hotel bevatten een minimale hoeveelheid rum, maar door een extra shot bruine rum toe te voegen, zijn ze perfect. Het ideale aperitief alvorens ons naar het lunchbuffet te begeven.
Mijn vriend en ik keren rond 15u terug naar het verhuurpunt om een paddle board uit te lenen, maar helaas, het verhuurpunt blijkt gesloten te zijn. Dus gaan we maar een beetje zwemmen en daarna sluiten we aan bij de salsalessen aan het zwembad. Aangezien er te weinig mannen zijn (het eeuwige probleem), bied ik aan om als man te dansen. Voor mij is het de eerste keer dat ik de rol van man opneem en dat blijkt toch minder evident dan verwacht. Mijn respect voor de mannelijke dansers, dat leiden is echt niet makkelijk.
We sluiten de namiddag af met een zwempartijtje in het prachtige turquoise water van Varadero. Echt, de kleur en de helderheid van dat water is onvergetelijk.
Voor het avondmaal hebben we een tafeltje gereserveerd in het Italiaanse restaurant van ons hotel. We bestellen een flesje Freixenet cava om te klinken op de mooie dag. De minestronesoep is matig lekker en mijn stukje vis en het dessert zijn zeker ok, maar ik moet toegeven dat ik het gigantische aanbod van het buffetrestaurant mis.
De rest van de avond brengen we door in de lobby van het hotel, genietend van cocktails en rum. De avondanimatie (een goochelshow) kan ons niet echt bekoren.
Ons plan om vandaag een beetje uit te slapen mislukt jammerlijk. Mijn vriend en ik zijn allebei wakker om 7 uur. De schade van de talrijke muggenbeten wordt nu pas echt duidelijk. Op mijn rug is een mooie rij steken waarneembaar, perfect parallel aan mijn bh-bandjes. De muggen hebben recht door mijn kleed heen gestoken. Mijn vriend amuseert zich met het behandelen van al mijn beten, die al serieus aan het opzwellen zijn (ik reageer nogal allergisch op muggenbeten). It’s not a pretty sight en dat net nu we als afsluiter van de vakantie een paar dagen zee en strand in het vooruitzicht hebben. Ik doe opnieuw beroep op het medicijnkastje van de vriendin van mijn broertje en krijg van haar een anti-allergiepilletje. Hopelijk helpt dat om de zwellingen en de jeuk onder controle te houden.
Het ontbijtbuffet in Hotel Moka blijkt een meevaller. Er is zelfs vers gebakken omelet. Ik geniet van het redelijk gevarieerde aanbod en smul als dessert van een soort rijstpap. Heel lekker!
Na de check-out stappen we in yet another taxi, die ons naar de laatste bestemming van onze reis brengt: Varadero! Het is alweer een probleem om de twee valiezen en twee trekrugzakken in de koffer van de taxi te krijgen. De oplossing is ondertussen genoegzaam bekend: de koffer dichtbinden met een koord. Werkt perfect. Gelukkig hebben we deze keer een moderne taxi mét airco en geen oldtimer. Fijn om eens voor de verandering niet aan de zetels vast te plakken. De zetels zijn zelfs vrij comfortabel. Mooi, die oldtimers, maar voor lange ritten gaat er niets boven het comfort van een moderne wagen.
Na een rit van iets meer dan drie uur rijden we het schiereiland Varadero op. Toegegeven, we hebben even last van een cultuurschok wanneer we ons hotel binnen stappen. We zijn van het rustige Las Terrazas in het centrum van het Cubaanse massatoerisme beland: het schiereiland Varadero is een langgerekte strook wit zandstrand met het ene na het andere all-inclusive hotel. En ja, hier gaan wij de laatste drie dagen van onze reis gezellig mee de toerist uithangen. In Starfish Cuatro Palmas, een adult only hotel met zwembad, een eigen stukje strand en alle drank en eten inbegrepen. Because: why not?
Onze koffers laten we achter in de bagageruimte (gelukkig hebben we daar deze keer op geanticipeerd en hebben we wel ons zwempak onder onze kleren aangedaan) en we gaan rechtstreeks naar het lunchbuffet. Jawadde, wat een overdaad! Het is ergens een beetje choquerend om te zien hoeveel eten hier ligt, terwijl we de voorbije dagen mensen bij staatswinkels zagen aanschuiven om brood en eieren te kopen. Varadero is een plek die volledig in het teken van de toeristen staat. Zo’n all-in hotel is een wereld op zich en je kan hier perfect twee weken doorbrengen met zee, strand, animatie, eten en drinken, zonder dat je het hotel moet verlaten.
Wanneer we echter een handdoek voor het strand proberen te bemachtigen, merken we al snel dat het échte Cuba ook hier niet veraf is. Eerst willen de dames van de beach club ons geen handdoeken meegeven omdat we nog geen kamernummer hebben, dus moeten we terug naar het onthaal om te informeren wat ons kamernummer is. Dan zijn alle handdoeken in de was en moeten we noodgedwongen zonder handdoek naar het strand. Na nog twee tevergeefse pogingen slagen mijn vriend en ik er dan toch eindelijk in drie handdoeken vast te krijgen. Dat aantal handdoeken ligt blijkbaar heel erg moeilijk, want we hebben maar recht op twee handdoeken omdat we een kamer van twee personen hebben. Wij leggen uit dat ons gezelschap uit vier personen bestaat, maar daar hebben de dames geen oren naar. Het is al een wonder dat we een extra handdoek losgekregen hebben. (Als je de handdoeken niet terug brengt, moet je trouwens een fikse boete betalen.)
Het is flink heet op het strand, zo heet dat we bijna onze voetzolen verbranden. Gelukkig slagen we erin vier strandstoelen te bemachtigen onder wat parasols. We smeren zonnecrème met de liters én profiteren van het all-inclusive aanbod. Een glaasje rum op het strand, wel ja, moet kunnen, nietwaar? Naarmate de namiddag vordert, pakken de donkere wolken zich samen boven het strand. Het lijkt erop alsof elk moment een fikse regenbui boven onze hoofden kan losbarsten. Gelukkig houden we het droog en brengen de wolken een beetje verkoeling.
Na een namiddag luieren en zwemmen gaan we de sleutel van onze kamer halen. We zitten in een apart gedeelte van het hotel, wat verder van de restaurants en de bars. Fijn om te merken dat met onze wensen is rekening gehouden, ik had immers een rustige kamer gevraagd. We spoelen het zand en het zoute water van ons af en maken van de gelegenheid gebruik om het bed uit te testen. 😉
Net voor zonsondergang begeven we ons met ons vieren terug naar het restaurant voor het buffet. We worden getrakteerd op een werkelijk prachtige zonsondergang en ik vloek binnensmonds dat ik mijn camera op de kamer gelaten heb. Hopelijk morgen een herkansing.
Het buffet voor het avondmaal is zo mogelijk nog overdadiger dan het buffet ‘s middags. Ik ga hier geen moeite doen om op te sommen wat er allemaal te eten valt, maar het is indrukwekkend. En alles ziet er zeer verzorgd uit.
Na het eten doen we wat elke goede toerist in Varadero doet: naar de avondanimatie aan het zwembad gaan. Een niet onaardig rockgroepje speelt covers van bekende nummers. Mijn vriend en ik glippen er even tussenuit om met onze internetkaartjes te profiteren van de wifi in de lobby van het hotel. Dat lukt niet honderd procent zoals gepland, want het lukt ons niet om uit te loggen (elk wifi-kaartje is goed voor één uur internet, maar als je uitlogt, kan je de resterende minuten op een ander moment gebruiken). Reden te meer om nog een extra rum añejo te gaan halen aan de bar. 😉
We sluiten de avond af met een mini-wandeling rond het hotel. Aan de overkant van de straat waaraan ons hotel ligt, is een latino show aan de gang, inclusief veren en minuscule bikini’s. Dat wordt hier nog een interessante afsluiter. 😉
Deze ochtend opgestaan om 6.45u. Ik kan niet ontkennen dat het pijn deed. Een ochtendmens zal ik wel nooit worden… We stond zo vroeg op omdat we op tijd wilden zijn om de allereerste ferry naar het vasteland te nemen en aangezien het een dikke tien minuten stappen van de bungalow naar de ontbijtplek was, hadden we genoeg marge ingecalculeerd.
Ons groepje van vier was als allereerste aan het ontbijt. Of wacht, neen, die brutale kaas stelende vogel van gisteren was nóg vroeger opgestaan om zich een lekker ontbijthapje toe te eigenen. Ik probeerde de pannenkoeken, maar dat bleek geen succes. Het eten op dit eiland kon me maar matig bekoren, maar goed, we zijn er niet ziek van geworden, dat is ook al iets.
Na uitgecheckt te hebben bij dezelfde onvriendelijke onthaalbediende als gisteren (ik begin te vermoeden dat zijn slechte humeur wel eens iets te maken zou kunnen hebben met de onmenselijk lange dagen dat hij hier moet kloppen) lopen we met onze bagage naar de aanlegsteiger van de ferry. Onderweg merken we ontelbaar veel krabbetjes op die zich verstoppen tussen de wortels van de mangroves.
De ferry van 9u is mooi op tijd. Ditmaal krijgen we een plekje op de oude ferry toegewezen. Wat we geen van allen erg vinden, want het is best een aangename boottocht en zo hebben we langer de kans om ervan te genieten. Gelukkig is de ferry lang niet zo volgeladen als gisteren.
Wij hadden met onze taxichauffeur geregeld dat hij ons zou komen ophalen op dezelfde plek waar hij ons de dag voordien had afgezet. Tot onze verbazing staat er ons echter geen mooie, rode oldtimer te wachten, maar een kleine, lelijke, gele lada. De chauffeur is ook een andere dan de dag voordien, maar hij is duidelijk goed gebrieft, want hij stapt recht op ons af en legt uit dat onze chauffeur verhinderd was, maar hij zal ons naar Las Terrazas brengen. We kijken iet of wat vertwijfeld naar de lada, maar low and behold, al onze valiezen passen zelfs in de koffer en dat zónder dat daar een touw aan te pas moet komen.
Binnen in de wagen is het zitcomfort helaas niet zo hoog. De zetels zijn behoorlijk oncomfortabel en het is gezellig warm, zo dicht op elkaar gepakt. Op de koop toe is de staat van de wegen waar we langs rijden abominabel. De ene put volgt na de andere en we worden flink door elkaar geschud.
De rit is echt onaangenaam, maar de chauffeur spant zich in om er het beste van te maken. Hij stopt zelfs onderweg om ons van de befaamde mamey vrucht te laten proeven, die een dame langs de kant van de weg te koop aanbiedt. Hij vraagt aan de dame om een mes en snijdt de vrucht voor ons open. Mijn vriend en ik proeven van de (lekkere!) vrucht, maar mijn broer en zijn vriendin durven het niet te wagen. De schrik om ziek te worden zit er goed in.
Na meer dan twee uur afzien in de lada, komen we aan in Hotel Moka in Las Terrazas. Las Terrazas is een dorp met 900 inwoners in de heuvels van Sierra de Rosario. Midden in een door de UNESCO beschermt natuurreservaat. De naam Las Terrazas verwijst naar de voor de pijnbomen aangelegde terrassen waar het gebied om bekend staat. De huidige inwoners halen hun inkomsten vooral uit het eco-toerisme.
We melden ons bij de receptie en krijgen te horen dat we pas om 16u kunnen inchecken. Tot we kunnen inchecken, mogen we onze bagage achterlaten in een opberghok. Hotel Moka biedt een ruim aanbod aan wandelingen en activiteiten aan en we besluiten meteen de natuurwandeling met gids te boeken. Altijd leuk om wat bij te leren over de lokale fauna en flora.
We eten een lichte lunch in het hotel (voor zover je spaghetti carbonara licht kan noemen, natuurlijk, het smaakt alleszins) en wachten aan ons tafeltje tot het 13u is. Ons groepje van vier krijgt voor de wandeling gezelschap van een Nederlands koppel, die met een huurwagen door Cuba reizen. Ze bevestigen ons dat dit niet altijd even makkelijk is. Wij blij dat we voor taxi’s als vervoermiddel gekozen hebben.
De gids is een oudere man die enorm veel weet te vertellen over de natuur in de omgeving van Las Terrazas. De wandeling doorheen de groene bossen is schitterend en we spotten onderweg hagedissen en veel verschillende vogelsoorten. Op de letterlijke hoofdvogel (de tocororo, de nationale vogel van Cuba) is het echter nog even wachten. Hoezeer de gids ook zijn best doet om de roep van de tocororo na te bootsen, het beestje laat zich niet zien. Al horen we nu en dan wel zijn roep als antwoord weerklinken vanuit het gebladerte.
Ondertussen wordt ons gezelschap aangevallen door duizenden muggen. Ondanks al de deet die ik op mijn lichaam smeer, vallen de muggen elk stukje bloot lijf aan dat ze kunnen vinden. Ze steken zelfs gewoon door mijn kleedje heen. Het is duidelijk dat een beetje deet deze muggen niet kan ontmoedigen om van mijn lekkere bloed te proeven. Ik probeer de muggen zo goed mogelijk weg te slaan, maar dat is onbegonnen werk. Ik houd mijn hart vast voor het resultaat van deze onverholen aanval.
Naar het einde van de wandeling toe hebben we geluk, daar vertoont zich, eindelijk, de tocororo, een prachtig, klein vogeltje met een rood, blauw en wit verenkleed, dat net aan die kleurencombinatie zijn titel van nationale vogel te danken heeft. Ik slaag er zelfs in een min of meer geslaagde foto van het beestje te maken. We sluiten de wandeling af in koffiestop Aire Libre voor een, volgens onze gids, geweldige ijskoffie. Helaas lust ik geen koffie, dus ik houd het op een flesje water.
Gelukkig zijn we ondertussen vlakbij ons hotel, want net op het einde van de wandeling barst er een fameuze regenbui los. We haasten ons tussen de regendruppels door terug naar Hotel Moka. Het is ondertussen 16u en de receptie wordt overspoeld door vers aangekomen gasten die allemaal tegelijkertijd willen inchecken. We zien het niet zitten om in de rij te gaan staan, dus drinken we nog iets in de bar. Ik bestel me een daiquiri, maar het smaakt me minder als de vorige keren. Kan het zijn dat ik de Cubaanse cocktails beu begin te worden? Een beetje meer variatie zou alleszins leuk zijn. Terwijl we onze cocktail drinken, barst het onweer in alle hevigheid los boven Las Terrazas. Het hele hotel is zo geconstrueerd dat in het gebouw bomen geïntegreerd zijn en de gangen zijn wel overdekt maar open naar buiten toe. Heel mooi, maar als het regent, staat er wel overal water in het hotel.
Wanneer de rij aan de check-in balie eindelijk is opgelost, checken we in en gaan we naar onze kamer. We profiteren van de goeie douche (met veel druk op het water, da’s niet overal het geval) en maken tijd voor een uitgebreide vrijpartij. Het regent nog steeds, dus veel activiteiten (buiten muggenbeten tellen, ik kom aan een goede dertig steken) staan er vandaag niet meer op het programma.
Ons avondmaal nuttigen we in het restaurant van Hotel Moka. Het is gestopt met regenen en vanaf het terras van het restaurant zien we de zon ondergaan tussen de bomen. Omdat er verder niet veel te doen valt in het hotel, drinken we rum op de kamer en kijken we naar de gopro filmpjes van de voorbije dagen. Ik moet eerlijk zijn dat voor mij Las Terrazas iet of wat een tegenvaller is. Mijn verwachtingen worden alleszins niet ingelost.
Onze laatste ochtend in Viñales. Jammer, want het was hier echt prachtig. Na het ontbijt nemen we afscheid van de iet of wat handtastelijke huisbaas en zijn vrouw en bedanken hen voor de goede zorgen. Ze hebben ons alleszins overvloedig voorzien van lekker eten en bijhorende tips over hoe maag- en darmproblemen te bekampen.
Om 8 uur vertrekken we. Een beetje vroeger dan gewoonlijk, maar vandaag hebben we een ferry te halen. Opnieuw worden we opgehaald door een prachtige oldtimer. De rit naar het vertrekpunt van de ferry verloopt vlekkeloos. De taxi zet ons af vlak voor het ticketverkooppunt. Ditmaal moeten we geen schrik hebben om de ferry te missen: we zijn de allereerste klanten en dan moeten we nog niet eens een ticket kopen, want dat hebben we al. We nestelen ons in de comfortabele zeteltjes en wachten tot de ferry aankomt. Een vriendelijke oude heer laadt onze bagage op een kar en brengt deze naar de aanlegsteiger van de ferry. Lekker makkelijk én goedkoop (slechts 1 CUC).
Een half uur later zien we twee boten aankomen: een oude aftandse ferry en een snellere, moderne boot. We hebben geluk, aangezien de kruier onze bagage op de nieuwe boot heeft gezet, kunnen wij een plaatsje daarop bemachtigen. We zijn dan ook veel sneller dan de andere boot op onze bestemming: Cayo Levisa, een prachtig tropisch eiland met witte stranden en helderblauw water.
We stappen van de boot en lopen met onze bagage over een vlonderpad omringd door mangroven. Wanneer we aan het onthaal van het hotel komen, krijgen we meteen een drankje aangeboden. Helaas, dit drankje is niet een versgeperste heerlijkheid, zoals we ondertussen gewoon zijn, maar zo’n vies oplospoeder-fruitdrankje. Ik krijg met de beste wil van de wereld niet meer dan één slok binnen. De rest laat ik discreet ergens achter.
Het is nog geen 11u wanneer we ons melden aan het onthaal, hopend dat we al in onze bungalows kunnen. Helaas, de bediende aan het onthaal maakt ons duidelijk dat hij geen minuut wil afwijken van de checkintijd van 15u, of onze kamers nu klaar zijn of niet. Op zich heb ik daar uiteraard begrip voor, maar wij storen ons vooral aan de bijzonder onvriendelijke manier waarop de bediende aan het onthaal dit ons meedeelt. Het verschil tussen een casa (uitgebaat door privépersonen) en een staatshotel is meteen duidelijk.
De bediende aan het onthaal staat erop dat we onze paspoorten bij hem achterlaten (terwijl elke Cubagids zegt dat je dit nooit mag doen). Onze valiezen moeten we ergens dumpen in een kleine ruimte achter het onthaal. We voelen ons niet meteen welkom.
We hebben de cruciale fout gemaakt niet ‘s ochtends in onze casa al ons badpak aan te trekken. Ondanks het feit dat dit eiland een populaire bestemming is voor dagjestoeristen, zijn er nergens omkleedruimtes en de toiletten, wel, die zijn op twee na allemaal verstopt. Niet bepaald een prettig gezicht. Ik kleed me dan maar om in de ruimte met de wastafels. De andere toiletbezoeksters zullen wel tegen wat blote borsten kunnen.
Voor mijn broertje is het onvriendelijke onthaal de druppel en hij gaat in staking. Hij vindt Cayo Levisa maar niks en laat dit duidelijk blijken. Wij proberen hem te zeggen dat dit de andere kant van Cuba is en dat zo’n staatshotel een ervaring op zich is, hoe onvriendelijk het personeel hier ook mag zijn. Maar hij ziet het anders.
Mijn vriend, de vriendin van mijn broertje en ikzelf beslissen dat we één onvriendelijke bediende ons verblijf op Cayo Levisa niet gaan laten verpesten en we boeken een snorkeltochtje om 11.30u. Dat heldere blauwe water hier zit ongetwijfeld vol met vissen. We laten het aan mijn broer om onze bagage te bewaken bij het onthaal.
De boot die ons naar de snorkel- en duikplek brengt, is dezelfde als degene die ons naar Cayo Levisa gebracht heeft. Mijn vriend en ik hebben onze eigen snorkels bij (gekocht in Corsica) en de vriendin van mijn broertje heeft een snorkel geleend. We trekken onze zwemvliezen aan en springen in het heldere, turquoise water. We zien meteen hele scholen vissen rond de boot zwermen (het feit dat de matrozen brood in het water gooien, zal daar ook wel iets mee te maken hebben).
De vriendin van mijn broertje heeft iet of wat last met de zwemvliezen, maar nadat ze die heeft uitgedaan gaat het beter. We snorkelen zo’n drie kwartier in het heldere water en keren dan met de boot terug naar Cayo Levisa, alwaar mijn broer nog steeds op dezelfde plak bij het onthaal zit te wachten.
Tijd voor de lunch. Aangezien er zich slechts één hotel bevindt op Cayo Levisa, beperkt het aanbod aan restaurants zich tot twee. Wij maken het ons niet te moeilijk en gaan voor het grote self service buffetrestaurant vlakbij de receptie. Het lunch-piekuur is gepasseerd, wat maakt dat het niet zo gemakkelijk is om een aanvaardbaar propere tafel te vinden. Na wat rondlopen, vinden we een tafel die ermee door kan.
Het buffet is best ok. De gerechten zijn vrij basic, maar we hebben genoeg keuze. We blijven wel ver weg van de kazen, want er zijn een aantal brutale vogels die zomaar het restaurant binnen vliegen en zo stout zijn om wat blokjes kaas van het buffet weg te plukken. Het personeel doet enkele halfslachtige pogingen om de vogels met wat geklap weg te jagen, maar dat maakt duidelijk weinig indruk. Gratis entertainment tijdens de lunch. -)
Ondertussen is het 15u en kunnen we eindelijk inchecken. Wanneer we ons om 15u stipt opnieuw naar het onthaal begeven, blijkt dat de onthaalbediende onze paspoorten die daar al een uur of vier liggen nog niet gekopieerd heeft. We zuchten even om de slechte service, maar laten het passeren.
Het is een stevig eindje stappen van de receptie over het vlonderpad naar onze bungalows, maar gelukkig blijken onze twee bungalows goed mee te vallen. Ze zijn reusachtig groot, liggen op een paar meter stappen van het strand en beschikken over zowel een binnen- als een buitendouche.
We slagen er zowaar in een strandhutje met strandstoelen te bemachtigen van dagjestoeristen die met de ferry vertrekken (met als bonus een prachtig zicht op enkele Franse billen). Zelfs het humeur van mijn broer lijkt op te klaren. We doen de ganse namiddag niet veel meer dan zwemmen en genieten van het lege strand. Nu de dagjestoeristen weg zijn, is het aangenaam rustig en kunnen we uitgebreid de schoonheid van de turquoise zee en het witte strand opzuigen.
Mijn vriend en ik maken een wandeling naar een verlaten plek op het strand alwaar we van de gelegenheid gebruik maken om de liefde te bedrijven. Hoe vaak heeft een mens een strand voor zich alleen? 😉
Op de terugweg naar ons strandhutje zien we dat er boven het hoofdeiland een flinke regenbui hangt, gelukkig blijven wij op Cayo Levisa daarvan gespaard. Heel mooi, dat prachtige witte zand, maar het kruipt wel overal tussen. We maken uitgebreid gebruik van onze twee douches om al het zand van ons af te spoelen en keren terug naar het buffetrestaurant voor het avondmaal. Het buffetaanbod is ongeveer hetzelfde als ‘s middags, maar we hebben wel de mogelijkheid om verse vis en te laten bakken op de gril.
Na het avondmaal willen we nog iets te gaan drinken in de enige bar die het eiland rijk is. We zijn nog geen twintig meter gevorderd op het vlonderpad, wanneer er een stevige regenbui losbarst. Mijn vriend en ik rennen zo snel als we kunnen over het vlonderpad naar de bar, alwaar we nog net kunnen binnen glippen voordat de bediening het laatste luik neerlaat om de regen buiten te houden. Wij stellen vast dat we onderweg echter ergens mijn broer en zijn vriendin zijn kwijtgeraakt. De bar zit stampvol, maar omdat we het allebei jammer zouden vinden om de avond op dit mooie eiland niet samen met onze reisgenoten door te brengen, besluiten we de bar te verlaten en verder te lopen naar onze bungalows.
Het is even wringen om buiten te geraken uit de bar, waarvan alle luiken nu helemaal dicht zijn (een bediende moet voor ons een luik opnieuw een stukje openen), maar gelukkig is het ergste van de regenbui ondertussen achter de rug. De hemel klaart verrassend snel op en we zien zelfs sterren aan de hemel verschijnen. Veel meer dan dat wij gewoon zijn in het door licht vervuilde Europa.
Mijn broer en zijn vriendin waren inderdaad doorgelopen tot aan hun bungalow. Allebei flink doorweekt door de regen. We besluiten een fles rum te openen die we in Viñales kochten en wat gezellig te babbelen in de bungalow van mijn broer tot we opeens een gigantische kakkerlak opmerken die zomaar onbeschaamd door de leefruimte paradeert. Ik kan er niets aan doen, maar er ontsnapt een kleine gil aan mijn lippen. Kakkerlakken zijn nu eenmaal ontzettend vieze beesten en opeens moet ik eraan denken dat mijn koffer gewoon open in onze bungalow ligt. Meteen flitsen er scenario’s door mijn hoofd van kakkerlakken die over mijn proper gewassen kleren kruipen.
Wat volgt is een onvervalst slapstickmoment. Mijn broer die met een asbak het dier probeert te vangen, want, ocharme dat beestje, hij gaat dat gewoon buiten zetten… En wij met ons drieën die dat ongedierte liefst willen doodkloppen met de schoenmaat 48 van mijn broer. Uiteindelijk slaagt mijn broer er zowaar in het ding te vangen (na het één keer te laten ontsnappen), maar ik denk wel dat er in de achtervolging een aantal poten gesneuveld zijn. Mijn broer zet de (hopelijk zwaargewonde) kakkerlak buiten en wij zetten onze avond verder.
Terug in onze eigen bungalow heb ik nog de eer het broertje of zusje van onze gehandicapte kakkerlak tegen te komen, terwijl ik poedelnaakt op het toilet zit. Geen genade deze keer. Het beest sneuvelt na een moedige strijd en wordt vervolgens door mij door het toilet gespoeld. Eind goed, al goed. 😉
Bij het ontbijt blijken mijn broer en zijn vriendin nog steeds geplaagd door darmproblemen. De toeristenziekte is heel hardnekkig, hier in Cuba. Maar goed dat we extra immodium gekocht hebben.
Vandaag beperken we ons tot wat uitstappen in Viñales zelf. Via de uitbater van onze casa regelen we een taxi. En nogal corpulente chauffeur met een knalrode wagen komt ons oppikken. Trots vertelt hij dat het voertuig 70 jaar oud is. Wat er, om eerlijk te zijn, ook aan te zien is. Het ding hangt duidelijk met haken en ogen aan elkaar. Het comfort in de wagen is niet zo hoog, maar daar zijn we ondertussen al een beetje aan gewend geraakt, hier in Cuba.
Al snel wordt het ons duidelijk dat we ditmaal geen officiële taxi getroffen hebben. De officiële taxi’s hebben allemaal een duidelijk zichtbaar bordje met ‘taxi’ aan hun voorruit hangen. Dit attribuut ontbreekt echter in onze knalrode wagen en het valt op dat onze chauffeur erg voorzichtig is bij het parkeren van zijn voertuig. Hij zal altijd op een plek ver weg van de ingang gaan staan. Oh well, onze chauffeur is een aimabele man en het tarief dat hij voorstelde om een dag met ons rond te rijden, is veruit het goedkoopste tot nu toe.
Onze eerste stop van de dag is Cueva del Indio, een niet zo grote grot met druipsteenformaties, waarvan we elders al mooiere exemplaren gezien hebben. Na een korte wandeling stappen we over in een bootje dat ons naar de andere kant van de grot brengt. Mooi, maar echt onder de indruk zijn we niet.
Volgende halte: Cueva de San Miguel. Dit is een grot waar je gewoon kan doorwandelen en om eerlijk te zijn, niet echt de moeite. Gelukkig is het inkomgeld laag genoeg om niet van een teleurstelling te moeten spreken. Wat deze grot toch de moeite van een bezoek waard maakt, is het feit dat de holtes en spleten vroeger dienst deden als woonst voor gevluchte slaven. Her en der in de grot zijn scènes nagebouwd om het (ongetwijfeld harde) leven van vroeger te evoceren.
Aan het einde onze wandeling door de grot worden we opgeschrikt door tromgeroffel. Een zeer stevig gebouwde zwarte komt op ons afgelopen en voert vlak voor onze neuzen een vuurspuwact uit. Hij strijkt ook verschillende malen met een fakkel over zijn armen (waarop geen haartje meer te bespeuren valt). We durven niet anders dan hem een fikse fooi geven. Wie weet spreekt hij anders wel een Santería vloek op ons uit. 😉
Derde stop: de Jardin Botanico van Viñales, een prachtige tuin die vol met de meest exotische bomen en planten staat. De tuin werd aangelegd door twee zussen, kinderen van een zwarte vader en een Aziatische moeder. We krijgen een heel boeiende rondleiding in de tuin en zien zelfs een kolibrie! Het lukt me niet het vogeltje goed in beeld te brengen, maar toch blij dat ik voor het eerst in mijn leven een kolibrie in het wild gezien heb. Op het einde van de rondleiding mogen we nog wat vers fruit proeven, afkomstig uit de tuin. Heel erg boeiend!
Terwijl we onderweg genieten van de eighties music die onze chauffeur voor ons speelt, rijden we verder naar de Mirador del Valle, waar we de Valle de Viñales vanuit alweer een ander gezichtspunt kunnen bewonderen. Op deze plek bevindt zich ook een informatiepunt dat heel boeiende uitleg biedt over het ontstaan van deze bijzondere vallei en zijn fauna en flora. Jammer dat de meeste canvassen met uitleg al wat aan het verslijten zijn.
Volgende halte: de Mural de la Prehistoria. De Cubaanse schilder Leovigildo González, leerling van de befaamde Mexicaanse kunstenaar Diego Rivero, schilderde op de kale rots van een mogote een reusachtige en bijzonder kleurrijke muurschildering die de evolutie uitbeeldt. Van ammonieten tot homo sapiens (al zijn er toch wat tussenstappen verdwenen, waarschijnlijk wegens plaatsgebrek). Het kunstwerk dateert uit 1959-1962 en maakt gebruik van de scheuren in de rots voor speciale licht- en kleureffecten. De muurschildering wordt regelmatig overschilderd om de kleuren levendig te houden.
Als laatste stop op onze rondrit, zet onze chauffeur ons af bij een plek waar we kunnen ziplinen. Aangezien ik een kleedje aan heb en geen short bij heb om onderaan te doen, sta ik niet meteen te springen om deze uitdaging aan te gaan. Gelukkig heeft de rest van mijn gezelschap ook net zoveel zin in een zipline-ervaring.
In de plaats daarvan maken we een wandeling die start op dezelfde plaats als waar je de zipline tickets kan kopen. We verwachten niet al te veel van deze wandeling, maar onverwacht komen we op mooie paden terecht geflankeerd door kunstzinnige houten beelden. We maken een kleine lus en genieten van de prachtige natuur rondom ons. We komen langs een uitkijkpunt, een grot, een groen watertje, een paard en wat koeien en geiten. Het is stevig warm en vooral mijn broer en zijn vriendin hebben het lastig.
Na de wandeling brengt onze sympathieke chauffeur ons terug naar het centrum van Viñales. Ondertussen is het al ongeveer 14u. Tijd voor het middagmaal. We komen terecht in restaurant Tres Jotas alwaar we ons eerst naar het toilet begeven om het rode stof van onze handen te wassen. Ik durf het aan The Three J Tapas te bestellen. Lekker veel variatie, al blijft natuurlijk altijd ergens de schrik spelen om ziek te worden. Leuk detail: de rekening wordt gebracht in een uitgehold boek.
Na het middagmaal keren we terug naar onze casa, waar we de hitte en het rode stof van ons afspoelen. Mijn vriend en ik hebben na al dat in de wagen zitten zin in nog een wandeling, maar we kunnen mijn broer en zijn vriendin niet overtuigen om mee te gaan. Dus trekken we er met zijn tweetjes op uit en laten we ons op goed geluk leiden door openstreetmap.
De wandeling brengt brengt ons langs boerderijen met allerlei gewassen en een koffieplantage met ditmaal wel mooie, groene koffiestruiken. We komen zelfs een verdwaalde kalkoen tegen! We pauzeren er even bij een overdekt open lucht café en drinken er de beste cocktail van gans de reis: een guarapi ron (suikerrietsap, citroensap, appelsiensap, ananassap en rum), uiteraard bestellen we een extra portie rum om de cocktail net dat meer pit te geven. We worden bediend door een supervriendelijk meisje dat ons gerust stelt: al het ijs dat ze gebruiken, wordt gemaakt van flessenwater. Oef!
We wandelen tot aan een prachtig meer in de Valle del Silencio. Het is me niet geheel duidelijk of dit meer kunstmatig is of door mensen aangelegd, maar de omgeving is alleszins prachtig. En guess what? Je kan er koffie, rum en sigaren kopen. Wie had dat verwacht? Op de terugweg maken we nog een ommetje langs de Mirador van Valle del Silencio die uitkijkt over de omgeving waar we zonet gewandeld hebben. Mooi met de ondergaande zon.
We komen volledig bestoft terug van deze wandeling en nemen onze tweede douche van de dag. Het water dat van mijn lijf stroomt ziet helemaal rood. Tijd voor het avondmaal! Origineel zijn we deze keer niet, we keren terug naar Cubar, waar we onze eerste dag in Viñales zulke heerlijke cocktails gedronken hebben. We gaan opnieuw voor tapas en genieten van de lekkere kroketjes, patatas bravas, brochettes, tortilla en bruschetta’s. En ik ontdek dat een banana daiquiri zo mogelijk nóg lekkerder is dan een gewone daiquiri.
We sluiten de avond af met een lekker glas rum en zijn het er allen over eens: Viñales is het voorlopige hoogtepunt van onze trip naar Cuba.
Goed geslapen in onze kleine kamer. Bij het ontbijt wachten ons de klassiekers: vers fruit, versgeperst fruitsap, wat brood, kaas, cake en een lekkere omelet. Het smaakt ons! Mijn broer is nog niet volledig de oude, maar het lukt hem om te eten en hij voelt zich goed genoeg om mee te gaan paardrijden. Hoera!
We hebben met onze ranchero afgesproken aan de kerk van Viñales. Vanaf daar is het een dik kwartier stappen naar de ranch. We voelen de zon al stevig branden. Dat belooft voor ons ritje straks!
Op onze bestemming aangekomen, krijgen we alle vier een paard toegewezen. Mijn vriend, die de meeste rij-ervaring heeft, mag de bruine hengst bestijgen die voorop gaat. Na hem komt mijn broer op een bruin paard, dan ik op Morro, een wit paard, daarna de vriendin van mijn broer op een bruin paard en onze cowboy sluit de stoet af.
De paarden zijn heel mak en blijven mooi in het rijtje lopen, al moet ik zeggen dat mijn paard er duidelijk wat minder zin in heeft dan de rest. Een paardrijtocht is dé ideale manier om de Viñales vallei te bezoeken. Het landschap is echt prachtig: de rode grond contrasteert met het groen van de Mogotes (kalkstenen heuvels met grillige vormen die willekeurig rondgestrooid lijken) en de blauwe lucht maakt het veelkleurig plaatje compleet.
Bij de eerste stop bij een tabaksplantage heeft mijn broer een klein accidentje: hij blijft bij het afstijgen met zijn schoen haken in de stijgbeugel en valt van zijn paard. Gelukkig heeft hij niets ernstigs, alleen een deuk in zijn zelfbeeld. 😉
Valle de Viñales heeft de reputatie de beste tabak ter wereld voort te brengen. Op de tabaksplantage krijgen we een rondleiding in de schuren waar de tabak te drogen hangt. Vervolgens krijgen we een uitgebreide uitleg over het ganse proces: het oogsten, drogen en fermenteren gebeurt in de vallei zelf, waarna het merendeel van de tabaksbladeren in fabrieken tot sigaren verwerkt worden. Een deel van de tabaksbladeren worden echter ter plekke verwerkt. De sigaren die op de plantage zelf gerold worden hebben een jaar gefermenteerd, versus drie maanden voor de sigaren van een fabriek.
We zijn niet de enigen die deze plantage bezoeken. We krijgen gezelschap van een Frans koppel en een jonge vrouw. Ik merk al snel dat het voor de anderen niet zo eenvoudig is om de uitleg in het Spaans te volgen en ik vertaal vanuit het Spaans naar het Frans. Aangezien de jonge vrouw samen met het Franse koppel gearriveerd was, ging ik er automatisch vanuit dat zij ook Franstalig was. Blijkt ze een Londense te zijn die slechts één taal machtig is: het Engels. Dus dan maar de rest van de uitleg naar het Engels vertaald, want het Franse koppel verstaat gelukkig wel Engels.
Na de uitleg is het eindelijk zover: we mogen een sigaar proeven die hier ter plekke gerold is. De tabaksboer toont hoe hij het uiteinde van zijn sigaar in honing dopt en er dan aan trekt. Ik ben niet echt een fan van roken, dus ik laat de sigaar passeren. Mijn broer (die zo nu en dan na een barbecue al eens een sigaar boven haalt) is in zijn nopjes en toont maar al te graag dat dit niet zijn eerste sigaar is. Voor mijn vriend is het daarentegen wél zijn eerste sigaar. Het lukt hem niet echt om rook uit het ding te krijgen. Nog werk aan zijn techniek dus. 😉 Ondanks het feit dat noch mijn vriend noch ik sigaren roken, kopen we toch een bundeltje sigaren. Leuk om iets bijzonders te kunnen aanbieden aan onze toekomstige gasten.
De Londense is trouwens erg in haar nopjes met haar eerste sigaarervaring. Ze vraagt me te filmen en neemt een berg selfies met de sigaar om op haar instagram account te zetten. Ze vertelt ons dat ze in de city werkt en dat dit de eerste reis is die ze helemaal alleen maakt, tot groot ongenoegen van haar vader. Aan haar trekken te zien, vermoed ik dat ze van Middenoosterse afkomst is. Ze moet nog vrij jong zijn, maar ze heeft al stevig aan haar gezicht laten prutsen: opgespoten lippen en haar onbeweeglijke voorhoofd verraad botox-gebruik. Oh well, zo lang ze maar gelukkig is, niet?
Vervolgens krijgen we uitleg over de Cubaanse rum en koffie. Als didactisch materiaal hebben de uitbaters van de ranch een paar miezerige koffiestruiken geplant, nuja struiken, het zijn eerder takjes die zich duidelijk niet in hun nopjes voelen in de droge, stoffige omgeving.
Na dit bezoek bestijgen we opnieuw onze paarden. Morro, mijn paard is niet al te enthousiast. Van zodra we in draf gaan, laat hij het afweten. Hij draaft een paar meter en dan valt hij terug op een stapsvoets tempo. Mijn caballo automatico heeft een stevige eigen wil.
Op de terugweg lassen we een drankpauze in bij een soort cafetaria met picknicktafels onder een rieten dak. Mijn vriend en ik nemen het risico een bestellen een coco loco: een verse kokosnoot met rum. Lekker! We zullen later wel zien welk effect die keuze op onze darmen heeft.
Na de drankpauze tsjokken we, nog steeds in dezelfde volgorde, terug. Morro geeft er ongeveer de brui aan en laat een steeds grotere afstand vallen tussen hem en het paard van mijn broer. Wanneer we op het einde van de rit afstijgen zien we alle vier rood van het stof. Maar het was wel een unieke ervaring. En mijn broer is niet ziek geweest!
Van zo’n paardrijtochtje krijgt een mens honger: tijd voor het middagmaal! Op goed geluk stappen we één van de restaurants in de hoofdstraat van Viñales binnen. Restaurant 1920 serveert tapas. Ideaal! En blijkbaar hebben ze ook daiquiri’s. 😉 Wat een verrassing. 😉 Alvorens te eten, gaan we één voor één naar het toilet om ons een beetje op te frissen, het kost me stevig wat moeite om al het rode stof van mijn handen en mijn gezicht te wassen.
Onze volgende uitstap is iet of wat minder poëtisch. Aangezien de immodium er hier aan een schrikwekkend tempo doorgaat, gaan we naar de farmacía om wat extra geneesmiddelen. In mijn beste Spaans omschrijf ik al de symptomen van mijn broertje en we krijgen een Cubaans geneesmiddel mee dat vergelijkbaar is met immodium en wat in water oplosbare zakjes die de maag zouden moeten kalmeren. De vriendelijke dame in de farmacía geeft een zeer uitgebreide uitleg over hoe de geneesmiddelen te gebruiken die verrassend verstaanbaar is. Ze benadrukt eveneens dat mijn broer best een dokter raadpleegt als de symptomen verergeren. Aangezien ik ooit zelf met een bacterie van onze reisje naar Tunesië ben terug gekomen, ben ik er vrij gerust in. Toen ik een bacterie had opgedaan, hielp zelfs immodium niet. Bij mijn broer lijken de ongemakken min of meer onder controle.
Trouwens: niets dat de bacteriën zo snel onschadelijk maakt als een beetje alcohol. We stappen een staatswinkel binnen en kopen een fles Cubaanse rum. Een fijn souvenir om later nog eens aan deze reis terug te denken.
Het is nog wat vroeg voor het avondmaal, dus besluiten we nog wat de toerist uit te hangen. We laten ons van het centrum van Viñales door een taxi naar Los Jazmines brengen, waar we een mooi uitzicht hebben over de vallei. Wel jammer dat de ondergaande zon voor tegenlicht zorgt. Niet ideaal om foto’s te maken van een landschap.
Van Los Jazmines nemen we dezelfde taxi naar El Balcón, dat volgens onze reisgidsen ook een mooi uitzicht zou bieden. De taxichauffeur biedt aan om op ons te wachten en we gaan zonder nadenken in op dat aanbod. Bij nader inzien hebben we een sterk vermoeden dat we veel te veel betaald hebben voor deze taxirit en dat we de taxichauffeur beter hadden laten vertrekken om een goedkopere taxi aan te houden. Persoonlijk heb ik een hekel aan afdingen en helaas geldt dat ook voor de rest van mijn gezelschap. We zijn collectief slechte onderhandelaars. Enfin ja, het is niet dat de modale Cubaan het zo breed heeft.
Wanneer onze dure taxi ons afzet bij El Balcón vraagt de chauffeur opnieuw of hij op ons moet blijven wachten. We bedanken hem echter en zeggen dat we ons wel zullen redden. Hij geeft ons zijn kaartje en dringt erop aan hem zeker terug te bellen voor de terugrit naar het centrum. Wij knikken beleefd van ja, maar geen haar op ons hoofd dat erover denkt hem terug te laten komen. Bij El Balcón treffen we een prachtig terras aan waar het verrassend rustig is. We bestellen een drankje en genieten van het mooie uitzicht.
We hebben geluk, op het moment dat wij terug willen naar het centrum, treffen we een taxi die net klanten heeft afgezet bij El Balcón. Voor slechts 4 CUC bengt deze taxi onze naar het centrum. Wat ons eerdere vermoeden bevestigt dat we veel te veel voor de vorige rit betaald hebben.
Terug in het centrum van Viñales, gaan we iets eten bij El Olivo, dat aangeraden wordt door onze reisgids. Iedereen in mijn gezelschap beperkt zich tot Europese gerechten, behalve ik, ik waag mij aan één van de suggesties van de chef: cabrito asado al vino blanco con romero fresco (een jong geitje met witte wijn en rozemarijn). We hebben allemaal een beetje schrik om ziek (of zieker) te worden, maar aan de andere kant zou ik het jammer vinden om nergens meer van de plaatselijke specialiteiten te kunnen proeven. Het geitenvlees, afkomstig van de biologische boerderij van het El Olivo, is heel erg lekker en supermals!
Na het avondeten nemen mijn vriend en ik afscheid van mijn broertje en zijn vriendin. Mijn broertje is nog steeds herstellend en wil graag wat slaap inhalen.
Mijn vriend en ik vinden een leuk dakterras om de avond af te sluiten met een lekkere canchánchara. Dat we ook nog eens een paar vuurvliegjes spotten, is de kers op de taart. Ik heb nog nooit een vuurvliegje in het echt gezien!
Vandaag staat de langste rit van heel de reis op het programma: ongeveer vier uur en een half. Helaas is mijn broertje de voorbije nacht echt heel ziek geweest. Alle fijne symptomen van een voedselvergiftiging tegelijkertijd: diarree, overgeven en koorts. Wijselijk besluit hij het ontbijt over te slaan. Wat maakt dat we met ons drietjes zijn, op ons dakterras.
De oldtimer die ons naar Viñales zal brengen is de mooiste tot nu toe: een prachtige paars-witte chevrolet die blinkt als nieuw. We leggen aan de uitbater van onze casa en aan de chauffeur uit dat mijn broer heel ziek is en dat het wellicht nodig zal zijn om onderweg een paar noodstops in te lassen om de wagen blinkend proper te houden. De taxichauffeur is heel vriendelijk en geeft aan dat hij wel zal wachten tot we klaar zijn om te vertrekken.
In afwachting van ons vertrek beginnen we te puzzelen met onze bagage, die geraakt nét niet in de koffer van de oldtimer. Niets wat niet kan opgelost worden met een stevig stuk touw. 😉
Uiteindelijk voelt mijn broer zich goed genoeg en kunnen we toch rond 9u vertrekken zoals gepland. Zijn vriendin heeft hem volgepompt met immodium en motilium om de rit hopelijk zonder kleerscheuren door te komen. Wij duimen dat er niet te veel noodstops nodig zijn.
De taxichauffeur is echt heel begripvol voor de situatie. Regelmatig vraagt hij of hij moet stoppen. Gelukkig is dat voorlopig niet het geval. Onderweg zien we veel lifters langs de weg staan. Wanneer ze onze oldtimer zien aankomen, doen ze teken of ze niet mee kunnen (veel Cubanen hebben zelf geen auto en liften is een courante manier van zich verplaatsen). Onze auto zit echter al helemaal vol.
We lassen één pitstop in en zowaar: ze beschikken daar over een proper toilet. Moh! Het is een mooie, maar lange rit, die ons terug voert langs de buitenwijken van Havana. Maar eerlijk: meer dan vier uur met z’n drieën op de achterbank van een oldtimer zitten, comfortabel is dat toch niet.
De rit verloopt gelukkig zonder incidenten. Mijn broer voelt zich nog altijd erg mottig, maar het ergste leed lijkt geleden. Rond 14u komen we aan in Viñales. Onze Casa bevindt zich in een wijk waar de straat uit verhard zand bestaat, maar de eigenaars zijn heel vriendelijk en de kamers zijn sober, maar proper. De eigenaar geeft ons een ganse uitleg over de bezienswaardigheden in Viñales. Uiteraard volledig in het Spaans. Toch blij dat ik een aantal jaar Spaanse les achter de kiezen heb.
Mijn broer voelt zich niet goed genoeg om samen met ons op zoek te gaan naar een bescheiden middagmaal. Hij blijft achter in de kamer, terwijl wij naar het restaurant gaan dat onze gastheer ons heeft aangeraden. Er blijkt echter een technisch probleem te zijn, waardoor het restaurant gesloten is. We komen net op hetzelfde moment bij het restaurant aan als een groep toeristen. De uitbater van het restaurant biedt aan ons naar een andere plek te brengen en ook onze gastheer dringt erop aan dat we de groep volgen.
Uiteindelijk zouden we door onze ervaring in Havana wijzer geworden moeten zijn, maar goed, we komen dus weer in een restaurant terecht waar we te veel betalen voor een simpel broodje (6 CUC). Gelukkig is de rum er wel goedkoop!
We gaan op zoek naar een plek om geld af te halen, wat verrassend vlot lukt. Viñales is duidelijk een populaire toeristenbestemming. We kopen een hoedje voor de vriendin van mijn broertje om haar bleke velletje te beschermen tegen de felle Cubaanse zon. Vervolgens keren we terug naar het hotel om mijn broertje op te halen die zich ondertussen wat beter voelt. Gelukkig maar, want ik had in mijn hoofd al een hoop Spaanse zinnetjes zitten oefenen om samen met hem naar de dokter te gaan.
We gaan samen iets drinken in de hoofdstraat van Viñales. De hoofdstraat is één lange aaneenschakeling van restaurants die zich allemaal in mooie historische panden met aan de voorkant overdekte galerijen bevinden. Op goed geluk komen we in restaurant Cubar terecht met een erg gezellige binnentuin. Ik bestel me eerst een daiquiri frappé en vervolgens een whisky sour. Beide cocktails zijn werkelijk uitstekend. We zijn ongeveer de enige klanten en we hebben (opnieuw) een privé dienster ter beschikking. Ze doet duidelijk erg haar best, want ons glas is nog maar twee seconden leeg of ze komt het al weghalen. Super snel afruimen zonder dat iedereen klaar is, is blijkbaar erg beleefd in Cuba.
Voor het avondmaal keren we terug naar onze casa. We hebben aan onze gastheer gezegd dat mijn broer last heeft van maag en darmen en dat we graag iets simpel zouden eten. We krijgen kip met rijst voorgeschoteld. Het lukt mijn broer, die wat hersteld is na zijn middagdut, zelfs om er wat van te eten. Goed, want morgen staat er een paardrijtocht op het programma en het zou jammer zijn mocht hij dit missen.
We gaan (alweer) op tijd slapen. De airco op de kamer maakt echter zoveel lawaai dat we beslissen hem af te zetten en enkel de ventilator op te zetten. Hopelijk krijgen we het deze nacht niet te warm.
Genoten van een heel uitgebreid ontbijt. Qua hoeveelheid overtreft dit ontbijt alle voorgaande. En dan te bedenken dat Hostal Colonial D + D één van de goedkoopste casas was. Nuja, de eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat Cienfuegos nu niet meteen het meest toeristische gedeelte van Cuba is. Maar ik heb echt genoten van onze namiddag gisteren en vind het jammer dat we hier geen dagje langer kunnen blijven.
Stipt om 9u nemen we een beetje met spijt in het hart de taxi naar onze volgende bestemming: Playa Larga aan de Varkensbaai (ja, die van de gefaalde invasie). Bijna twee uur lang genieten we van het landschap met mangobomen en rijstplantages dat voorbij glijdt. Na iets meer dan een half uur gereden te hebben, merken we dat er op één van de twee rijvakken een strook dikke bruine korrels ligt. Een lang uitgerokken lint dat de helft van de weg in beslag neemt, zover we kunnen zien. Om de strook te vermijden moet de chauffeur met de wagen op het linkerrijvak rijden, want het rechterrijvak is volledig ingenomen. Tot hij een tegenligger ziet opdagen en moet terugkeren naar het rechterrijvak. Dit betekent dat we over de bruine korrels rijden, wat een bijzonder rare gewaarwording is. Het lijkt wel of er rijst op de weg ligt!
En jawel, ik informeer bij de chauffeur wat er op de weg ligt en hij bevestigt ons vermoeden: arroz. Blijkbaar is dit de ideale manier om rijst te laten drogen: op een asfaltweg. Maakt niet uit dat daar nu en dan een wagen over rijdt. Wij kijken een beetje bedenkelijk naar mekaar en ik denk bij mezelf: gelukkig koken ze rijst….
Aangekomen in de Varkensbaai moet onze chauffeur verschillende keren informeren alvorens we ons hotel vinden. De uitleg die we bij de boeking ontvingen, is allesbehalve duidelijk en blijkbaar is dit établissement toch minder bekend dat de eigenaars zelf dachten. Uiteindelijk komen we bij een sober huis waarbij op het plat dak extra kamers gebouwd zijn. De kamers zijn heel erg sober, maar hey, zolang er airco is, klaagt niemand.
We hebben twee opties voor vandaag: ofwel bezoeken we het Parque Nacional Ciénaga de Zapata ofwel brengen we een namiddag door op het strand. De meerderheid kiest voor het strand. Een beetje relaxen zal ons deugd doen. We bemachtigen vier strandstoelen en zetten deze bij mekaar in de schaduw van wat palmbomen. Buiten de aanwezigheid van wat (zielige) straathonden is het heel rustig op het strand. We zwemmen, delen een pizza als snack (de straathonden zijn bijzonder geïnteresseerd), genieten van een verse kokosnoot met rum en een mojito en maken een wandeling langs de baai. We hebben ook onze snorkel bij, maar in het glasheldere water zijn niet veel vissen te zien. Om een goede snorkelplek te bereiken, zouden we een boot moeten nemen. Oh well, er komen zeker nog gelegenheden om te snorkelen deze trip.
Na een namiddag luieren op het strand, maak ik me stiekem de bedenking dat ik toch liever de mangroven gezien had. Het is niet dat ik elke dag in Cuba ben en dit voelt een beetje als een verloren namiddag, maar goed, het strand was ook mooi. Een ander nadeel van te lang op het strand rondhangen: we zijn allemaal verbrand. Bij mijn vriend en mezelf valt het nogal mee, het is vooral de vriendin van mijn broertje die stevig verbrand is. Ze heeft een huid die erg slecht tegen de zon kan en heeft zich wellicht wat te weinig ingesmeerd. Ook de anders zo witte bast van mijn broer ziet flink rood. We spoelen het zout en het zand van ons af in de douche en smeren ons allemaal in met een dikke laag aftersun.
Klaar voor het avondmaal op het dakterras van onze casa! Wij zijn de enige gasten die een avondmaal besteld hebben en kunnen dus alweer genieten van privébediening. Ik smul van werkelijk heerlijke kreeft en ook de andere gerechten zijn erg lekker. We krijgen zelfs een ijsje als desser! ‘s Avonds is er niet zoveel te doen in Playa Larga, dus besluiten we wat spelletjes te spelen op de kamer. Helaas zijn mijn vriend en ik de verschillende edities van black stories die ik speciaal voor deze reis gekocht had, thuis vergeten. Naarmate de avond vordert begint mijn broer zich steeds slechter te voelen. Hij lijkt zelfs wat koorts te hebben. Een goeie reden om de avond vroeg af te ronden. Hopelijk is hij na een goede nachtrust morgen beter!
Opgestaan met het nieuws van de aanslagen in Sri Lanka. Meer dan 200 doden… Naast het onvoorstelbare verlies voor vrienden en familie, kan ik me voorstellen dat dit een stevige klap zal betekenen voor het toerisme in Sri Lanka. Wat een drama op deze mooie Paasdag.
Ons laatste ontbijt op het binnenkoertje van Casa Sofia in Trinidad. Vandaag brengt onze oldtimertaxi ons naar Cienfuegos. De rit is werkelijk prachtig. Rond het middaguur komen we aan in Hostal Colonial D + D alwaar ons een gastvrije ontvangst met versgeperst sap wacht. De uitbater zijn Engels is zeer goed en hij geeft ons een uitgebreide uitleg over wat we zeker moeten doen in Cienfuegos. We laten onze bagage achter in de gezellige kamers en wandelen naar het stadscentrum.
Het is een stevig eindje wandelen naar het centrum en het is heel warm. Onze magen beginnen een beetje te grommelen (de darmproblemen lijken onder controle te zijn) en we stappen op goed geluk een klein restaurant binnen waar we de enige klanten zijn en de airo veel te hoog staat. En jawel, ze hebben er een live bandje! We eten er sandwiches die best wel lekker zijn.
Na de lunch lopen we verder naar Plaza José Martí. Ik heb niet geteld hoeveel pleinen, straten, gebouwen,… aan deze Cubaanse held gewijd zijn, maar ik kan jullie verzekeren dat het er heel veel zijn. Het is rustig op de Plaza José Martí. Twee werkmannen zijn bezig met de opbouw van een podium en wij informeren wat er aan de hand is. Ze geven ons mee dat het vanavond groot feest is op de Plaza ter gelegenheid van het tweehonderdjarig bestaan van Cienfuegos. Helaas, het feest begint pas om elf uur ‘s avonds en wij moeten de volgende dag alweer vroeg uit de veren. Jammer, als we hier een dagje langer geweest waren, had ik graag meegefeest.
Het eerste gebouw (met een prachtig torentje) dat we willen bezoeken, blijkt helaas gesloten te zijn, dus zetten we onze wandeling verder langs een straatje met artisanale producten. De vriendin van mijn broertje koopt er twee mooie houten colibri’s. Benieuwd waar deze een plekje zullen krijgen in hun nieuwe woonst.
We lopen verder tot we de zee zien. Op een vervallen steiger staan allerlei kunstvoorwerpen. Een ietwat eclectische mix die me wel weet te bekoren. We worden achtervolgd door een zeer zielige en magere straathond die wellicht hoopt dat we hem iets te eten zullen toesteken. Helaas, we hebben niets bij. Het dier heeft een grote wonde aan zijn achterlijf, maar lijkt daar al bij al weinig last van te ondervinden. In de verte zien we twee pelikanen over het water voorbij scheren. Het moet van Australië geleden zijn dat ik nog pelikanen in het wild zag. Mooi!
Onze gastheer had ons een paar restaurants aanbevolen en we besluiten deze op voorhand te gaan scouten, kwestie van een fijn avondmaal te hebben. Op zijn Cubaans vragen we de menukaart, kijken wat in het restaurant zelf rond en bedanken vervolgens vriendelijk voor de gegeven informatie.
Het is warm, tijd om een drankpauze in te lassen. We komen terecht op het dakterras van El Ocaso met mooi uitzicht over Cienfuegos en de zee. We zijn de enige klanten in de zaak en krijgen prompt een privé-ober toegewezen. Deze hangt een heel verhaal op dat hij eigenlijk een gecertificeerde gids is en dat hij morgen graag onze privégids wil zijn. Wij bedanken vriendelijk en leggen hem uit dat we morgenvroeg alweer naar onze volgende bestemming vertrekken.
Na de uitleg over het gidsgedoe, volgt de uitleg over de sigaren. Hij komt met allerlei sigarenkistjes aanzetten die veel minder kosten dan in de officiële winkels. Hij weet hoe mensen te overtuigen, want hij gooit alle mogelijke verkoopargumenten in de strijd. Dat zijn baas in de sigarenfabriek werkt en daarom deze sigaren zo voordelig kan verkopen, dat hij niet veel verdient en zijn dochter (toont foto) graag een goeie toekomst zou geven. Enfin ja, bottom line is dat we uiteindelijk zo murw gepraat zijn, dat mijn vriend en ik beslissen over te gaan tot de aankoop van een kistje MonteCristo’s voor de inderdaad belachelijk lage prijs van 50 CUC. Wij vragen ons af of we opgelicht zijn, maar de doos en de sigaren zien er zeer echt uit (voor zover we daar over kunnen oordelen, natuurlijk) en we krijgen er een certificaat bij. Misschien zijn er ergens een paar kistjes van een vrachtwagen gevallen of zo?
De drankjes vallen dan weer tegen. De blauwe mojito die ons werd aangeraden weet mij niet te overtuigen en de caipirinha smaakt ook niet zoals het hoort. Gelukkig is het er niet duur.
Na deze een beetje uit de hand gelopen pauze wandelen we verder langs de brede Paseo del Prado. Het is nog een stevig eindje stappen naar Punta Gorda, het einde van de laan, dus nemen we een tuktuk om ons tot daar te brengen. We genieten van het mooie uitzicht op het water en de bijzondere architectuur van het Palacio de Valle, een bombastische mix van Venetiaanse en Moorse motieven. Blijkbaar kan je iets drinken op het dakterras, dus dat doen we dan maar. Deze keer houden we het bij water en een biertje.
We wandelen terug langs het water en genieten van de prachtige zonsondergang boven de zee. Onze gastheer had ons verteld dat er vandaag een maritiem festival plaatsvond in Cienfuegos en we komen midden in de mensenmassa terecht. Iedereen zit met een drankje te genieten van de zonsondergang en her en der staan kraampjes opgesteld. Superleuke vibe, alleen jammer dat we redelijk wat lege flesjes in het water zien ronddrijven.
Voor het avondmaal keren we terug naar één van de restaurants die onze gastheer had aangeraden: Doña Nora. Het restaurant bevindt zich op de eerste verdieping van een prachtige koloniale woning. Ik eet er werkelijk heerlijke vis, die met een glimlach geserveerd wordt door knappe Cubaanse jonge meisjes. Enige minpuntje: de buitentemperatuur is ondertussen wat gezakt en het is behoorlijk frisjes in het restaurant, met de balkondeuren wagenwijd open. Spijt dat ik geen vestje heb meegenomen!
Als afsluiter van deze heerlijke maaltijd bestellen van een glaasje rum. De dames komen de rum met de nodige zwier aan tafel uitschenken en mijn broer heeft zowaar flessengeluk! En oja: een kerel met gitaar zorgde voor live muziek. 😉
Na de maaltijd hebben we geen van allen zin om dat hele stuk terug te wandelen naar de casa. We houden de eerste de beste taxi aan en geven hem het adres van onze casa. De taxichauffeur blijkt een erg joviale kerel uit Havana te zijn die onlangs naar Cienfuegos verhuisd is. Het is duidelijk dat hij zijn weg hier nog niet goed kent, want we moeten googlemaps (dat illegaal is in Cuba) boven halen om hem te assisteren. Hij trekt zich niet al te veel van de verkeersregels aan, want hij negeert een duidelijk zichtbaar verbodsteken en rijdt zonder veel nadenken een eenrichtingsstraat in. Wij slikken even en zijn blij dat we heelhuids bij onze casa geraken.
Het is nog niet heel laat, maar een keertje op tijd in bed zal ons deugd doen!