Morlaix, Barnenez en Brest – 3 augustus 2020

Heerlijk geslapen, onze eerste nacht in Brest. Het is zo stil in ons hotel dat het wel lijkt alsof we het ganse gebouw voor ons alleen hebben. Wanneer we ‘s ochtends gaan ontbijten, wordt dat gevoel alleen maar versterkt. We hebben de ontbijtruimte én het ontbijtbuffet voor ons alleen. En ja, het is toegelaten om zelf onze borden te vullen. We moeten enkel een masker opzetten en er is een beperking op het aantal mensen dat zich tegelijkertijd aan het buffet mag bevinden, maar aangezien mijn vriend en ik alleen zijn, vormt dat niet echt een probleem. En hoera voor de eerste keer scrambled eggs en worstjes!

IMG_2068

Aangezien deze vakantie nogal last minute tot stand gekomen is, heb ik alles minder goed gepland dan gewoonlijk. Het gevolg daarvan is dat we vanuit Brest terug moeten rijden naar Morlaix, dat eigenlijk veel dichter bij Roscoff ligt dan bij Brest. Dus brengen we 43 minuten in de auto door omdat ik per sé het Viaduc de Morlaix wil zien. Gelukkig is het viaduct echt de moeite, al is het jammer dat het uitzicht wordt verpest door een paar lelijke parkeerplaatsen vol met wagens waar vroeger de rivier de Morlaix stroomde. Ik hoop alvast dat ook dit pittoresk stadje in de toekomst slimmer zal worden en hun overdekte rivier terug bovengronds zal brengen. Hoe mooi zou het zijn dit prachtige viaduct weerspiegeld te zien in een glinsterende rivier?

IMG_8310

IMG_8312

IMG_8319

Morlaix zelf is ook de moeite, met prachtige historische vakwerkhuizen en leuke, steile steegjes en trappen die ons steeds hoger naar het viaduct leiden. Het viaduct is 292 meter lang en 62 meter hoog en bestaat uit twee niveaus. Op het hoogste niveau ligt de spoorweg, de reden waarom dit viaduct gebouwd werd en op het tweede niveau kunnen de voetgangers van het mooie uitzicht op Morlaix genieten. Tijdens de tweede wereldoorlog werd het viaduct getroffen door een Engelse bom, maar de schade bleef beperkt en de Duitse bezetters slaagden erin het viaduct op enkele uren te repareren en opnieuw in gebruik te nemen.

IMG_8312

IMG_8321

IMG_8323

IMG_8324

IMG_8327

IMG_8328

IMG_8330

IMG_8331

IMG_8332

IMG_8335

IMG_8337

IMG_8340

IMG_8341

IMG_8344

IMG_8345

IMG_8349

IMG_8355

IMG_8356

IMG_8357

IMG_8358

IMG_8359

Na het viaduct vanuit zoveel mogelijk verschillende hoeken bewonderd te hebben wandelen, we naar het Maison dite de la duchesse Anne. De naam alleen al prikkelt mijn nieuwsgierigheid. En het huis blijkt een architectonisch pareltje: gebouwd in 1530 biedt het een unieke kijk op de architectuur van een chique privéwoning uit de Renaissance. Dat de bewoners van dit huis er warmpjes bij zaten, blijkt uit de monumentale houten trap met fantastische sculpturen en de gigantische schouw die vooral ontworpen is om bezoekers te imponeren en niet zou misstaan in een kasteel. De traphal is volledig open tot aan het dak en werd vroeger verlicht door een gigantische luchter met ontelbare kaarsen. De dame bij wie we ons inkomticketje kochten, geeft een zeer gepassioneerde uitleg in het Frans over dit alles. Al ben ik er zeker van dat het anderstalige koppel dat dit huis samen met ons bezocht niet veel verstond van haar uitleg.

IMG_8367

IMG_8368

IMG_8369

IMG_8371

IMG_8374

IMG_8383

IMG_8400

Het is al bijna half twee wanneer we het huis verlaten. We verliezen dan ook niet veel tijd met de zoektocht naar een restaurant. Een vijftigtal meter treffen we het gezellige terras van Le Café de l’Aurore aan, waar het gezellig zitten is in de schaduw. Tot nu toe werden we deze trip altijd vlot bediend, maar hier merken we al snel dat het restaurant overrompeld is door de hoeveelheid klanten op het terras. We hadden het eerst niet door, maar het terras is gewoonweg gigantisch groot en het wordt al snel duidelijk dat de keuken de hoeveelheid klanten niet aan kan. De vriendelijke dienster komt ons melden dat het even zal duren en in eerste instantie vormt dat niet echt een probleem voor ons. We hebben de tijd en vinden de chaos en klagende klanten rondom ons beste wel entertainend. Wanneer we echter een uur later nog altijd geen eten hebben, beginnen we ons de keuze voor dit restaurant te beklagen. Uiteindelijk staan onze slaatjes (!) pas om 14.46u voor onze neus. En hoe lekker ze ook mogen zijn, die wachttijd is gewoon niet “acceptable”.

IMG_2100

IMG_2102

IMG_8403

We eten snel ons slaatje op en keren terug naar de auto voor wat ongetwijfeld het hoogtepunt van de dag zal worden: een bezoek aan de Cairn de Barnenez, het oudste gebouw in de wereld. Met zijn meer dan 6850 jaar op de teller is de Cairn de Barnenez ruim tweeduizend jaar ouder dan de oudste piramide in Egypte. Jawadde! En dan te bedenken dat dit ongelooflijke mausoleum bijna verdwenen was, omdat het de vorige eeuw als steengroeve werd gebruikt…

Helaas, helaas, helaas, ook hier zijn we het slachtoffer van mijn slechte planning. De Cairn de Barnenez is gesloten voor bezoekers op maandag. Frustratie alom! We kunnen het bouwwerk zelfs niet eens zien liggen vanaf de parking (die, het moet gezegd, vrij minuscuul is, veel bezoekers komen hier duidelijk niet). We laten ons echter niet ontmoedigen en maken een omtrekkende beweging in de hoop vanaf een andere plek toch een glimp van het bouwsel te kunnen opvangen. En jawel, we hebben geluk, we lopen een veld in en zien een paar stenen uitsteken boven de omheining die uit prikkeldraad en een hoge haag bestaat. We zien dat er eerdere gefrustreerde bezoekers zijn gepasseerd, want de haag is een stukje lager op een bepaalde plek en de prikkeldraad is er omgebogen. En zo kunnen we toch nog dit bouwwerk bewonderen.

IMG_8409

IMG_8414

IMG_8417

De omgeving van de baai van Morlaix is prachtig, dus maken we van de gelegenheid gebruik om een wandeling te maken. De blauwe lucht, de mooie stranden en het helderblauwe water zijn zo uit een vakantiefolder weggelopen. Prachtig! Is ons bezoek aan Barnenez toch niet voor niets geweest.

IMG_8427

IMG_8429

IMG_8432

IMG_8445

IMG_8449

IMG_8450

Op de terugweg naar Brest boek ik via La Fourchette (The Fork) een tafel bij restaurant Aux Tours du Château in Brest. Net als gisteren kost het ons redelijk wat moeite om een restaurant te vinden. Zondag en maandag zijn duidelijk sluitingsdagen in Bretagne.

We parkeren onze auto in dezelfde straat als gisteren en wandelen doorheen het zonovergoten Brest. De avondzon zet de restanten van de verdedigingswerken van Vauban en het indrukwekkende Chateau in de verf. Jammer genoeg is Brest om wille van zijn haven en strategische ligging bijna volledig plat gebombardeerd in de tweede wereldoorlog, waardoor er van de oorspronkelijk historische stad nog weinig overblijft. In tegenstelling tot bij andere verwoeste steden koos men hier voor een snelle heropbouw. Dat maakt dat Brest verre van de mooiste Franse stad is, maar wel eentje met een zeer boeiende geschiedenis. We bewonderen de Pont de Recouvrance en omgeving en wandelen vervolgens naar restaurant Aux Tours du Château.

IMG_8451

IMG_8453

IMG_8455

IMG_8457

IMG_8459

IMG_8462

IMG_8463

IMG_8465

IMG_8466

IMG_8469

IMG_8471

IMG_8474

IMG_8479

IMG_8480

IMG_8485

IMG_8486

IMG_8488

IMG_8491

IMG_8495

Ondanks de stralende avondzon, vinden we het toch een beetje te koud om buiten te zitten. We krijgen een fijne tafel aangeboden en genieten van een bijzonder copieuze maaltijd, met zeevruchten als voorgerecht en Sint-Jacobsvruchten als hoofdgerecht. De porties zijn groot, wat maakt dat er geen ruimte meer is voor een dessert.

IMG_2112

IMG_2124

Bij terugkeer in onze kamer willen we nog snel een douche nemen om ons op te frissen voor het slapen gaan. Ook in dit hotel blijkt de policy te zijn dat de kamers niet opgemaakt worden en de handdoeken niet vervangen om wille van het coronavirus. Alleen zijn ze ons dat vergeten mee te delen bij het inchecken. Geen erg, we dalen snel de monumentale art-deco trap af om aan de receptie propere handdoeken te vragen. En kunnen alsnog het zweet van de dag van ons afspoelen.