Buren

Mijn vriend en ik hebben niet echt veel contact met de medebewoners van ons appartementsgebouw. Voornamelijk omdat de concentratie bemoeizieke bejaarden net iets te hoog ligt. We zeggen mekaar goeiendag en daar blijft het zowat bij.

Een tijdje geleden trok er echter een nieuwe huurder in het appartement naast dat van ons. We kwamen haar zo nu en dan tegen in de gangen en het leek ons wel een hippe en toffe dame. Een kleine online zoektocht leek dit vermoeden te bevestigen. Vandaar leek het ons een goed idee om haar uit te nodigen voor ons feestje. Ik schoof een kaartje met een uitnodiging onder de deur en wachtte af.

Een kaartje onder onze deur volgde met een bedanking voor de uitnodiging en een mededeling dat het niet paste voor haar, maar dat we zeker welkom waren om bij haar iets te komen drinken. En zo zaten we vrijdagavond samen rond onze eettafel met een glaasje champagne in de hand. En toen de fles leeg was, werd er een nieuwe (roze cava) open gedaan. Voor dat we er erg in hadden was het voorbij middernacht en namen we afscheid van elkaar met de belofte dit nog eens over te doen.

De eerste kennismaking met onze nieuwe buurvrouw was een groot succes. Alleen die dode plantjes op haar balkon, daar moeten we het nog eens over hebben. 😉

Bijna wit

In een daad van overmoed besloten we ons appartement een kleine make-over te geven. De muren vertoonden her en der zwarte strepen en vage plekken die duidelijk van kinderhandjes afkomstig waren. Om maar te zwijgen van de nagellakstrepen die ik soms per ongeluk achterlaat en de kleine deukjes in de muur veroorzaakt door rugzakken, meubelstukken en paraplu’s.

We zagen het helemaal zitten, kochten de witste verf die we konden vinden en begonnen eraan. Eén laag zou wel voldoende zijn, dachten we. De oude verf was niet wit-wit, maar wit met een tikkeltje grijs in, bijna niet te onderscheiden van wit. Maar na een paar penseelstreken werd al heel snel duidelijk dat één laag wit niet echt zou volstaan, want die witte verf met een tikkeltje grijs bleef er maar doorkomen. Zelfs een tweede laag, bleek op sommige plaatsen op het randje.

Veel meer werk dan oorspronkelijk voorzien, dus. En dat terwijl zowel mijn vriend als ikzelf niet echt liefhebbers van schilderen zijn. Vooral de discipline randjes van plinten onder chauffages verven is mijn persoonlijke favoriet. Gelukkig hebben we komend weekend nog een extra dag in onze agenda’s geblokkeerd. Dat extra laagje komt er wel!

Een onverwachte gast

Deze ochtend (of bijna-middag, het is maar hoe je het bekijkt) openden we de lamellen van het schuifraam naar het balkon en kijk eens wie we daar zagen:

Een zanglijster! Hij zag er een beetje ongelukkig uit en verroerde geen vin. Snel een paar fotootjes genomen en dan plannen gesmeed hoe het diertje te helpen. Het hele voorval deed ons terugdenken aan die keer dat er een gierzwaluw in onze dampkap terecht was gekomen, toen we nog in de Parkstraat woonden. We hebben dat beestje toen gevangen en naar een vogelopvangcentrum gebracht.

Dus haalden we alvast een schoenendoos boven en prikten we daar wat gaatjes in om er zeker van te zijn dat de lijster voldoende lucht zou krijgen. Heel voorzichtig deed ik het schuifraam open en behoedzaam begaf ik me richting lijster, maar voordat ik mijn move kon uitvoeren, besloot het beestje dat die schoenendoos hem toch maar niks leek en koos hij het hazenpad. Het enige souvenir dat ons nog rest van zijn aanwezigheid, zijn wat witte vloeibare uitwerpselen. Hopelijk komt hij niet in de klauwen van één of andere kat terecht.

Vakmanschap

En zo is ons appartementsgebouw sinds vandaag een rookkoepel rijker en een paar traptreden armer. Je zou toch denken dat die vaklieden een beetje voorzichtig te werk zouden gaan, met respect voor andermans werk… Een processie van Echternach, is het.


(Foto van één van de medebewoners.)

Childproof

Gisterenavond hadden we vrienden K en M met hun kroost over de vloer. Drie kinderen van respectievelijk drie, vier en vijf jaar. Ik moet jullie niet vertellen dat het gezellig druk was op ons mini-appartementje. Gelukkig hebben we veel knuffels in huis en hadden de ouders zelf ook een hoop speelgoed bij en dan was er nog Nemo om rust te brengen. Al schort er nog iets aan de childproofheid van onze rotanzetel. Die kieperde maar liefst twee keer om, telkens met een ander kind erin. Gelukkig kwamen ze er allebei met de schrik vanaf.

Het hoofdgerecht (pasta met scampi en appel in een kerriesausje) was niet echt een succes bij onze jonge gasten. De oudste van de drie vond het: beikes en beperkte zich tot enkel scampi (waar ik ook al blij mee was). De gevulde pasteitjes en de tomatensoep met balletjes (hey, ik ken mijn klassiekers) vielen daarentegen gelukkig wel in de smaak. En de fruitsla met ijs ging er ook vlotjes in. Al stond de oudste erop om het fruit in “patronen” te eten: eerste de kiwi, dan de bosbes, dan de framboos en tot slot de appel. Enzoverder enzovoort.

Ach, de onbezorgdheid van een kindertijd. Hoe erg mis ik dat niet.

Een onverwachte gast

Vandaag kreeg ik ergens rond de middag een telefoontje van vriendin L. Ze had op het laatste nippertje te horen gekregen dat ze voor haar werk naar een congres in Leuven moest. En aangezien ze ergens in het verre West-Vlaanderen woont, zag ze het niet zitten om vrijdagochtend supervroeg op te staan om de files te trotseren. Ze was, m.a.w., op zoek naar logies.

Nu wil het toeval dat wij een mooie logeerkamer heb met daarin een stapelbed uitermate geschikt voor logeerpartijtjes. Enig nadeel was dat noch ik, noch mijn vriend vóór kwart voor tien thuis zouden zijn. We spraken af dat mijn vriend, die naar een laatavondvergadering moest in de buurt van ons appartement, vriendin L even zou binnen laten en dan zou terugkeren naar zijn vergadering.

En zo werd ik vanavond na de Russische les verwelkomd door een vrolijke vrouwenstem. Het is eens iets anders. 😉

Een baaldag

Vandaag moest er een belangrijke beslissing genomen worden op het werk, een beslissing die de verdere werking van mijn team serieus kan beïnvloeden. En ondanks het feit dat ik heb proberen weerstand te bieden, ben ik uiteindelijk gezwicht voor de druk van de grote baas en heb ik een beslissing genomen waarmee ik het in mijn hart niet eens ben. Ik was het op den duur gewoon zo beu dat ik mijn verzet gestaakt heb en voor de overgave gekozen heb. En daarna voelde ik mij een ontzettende zwakkeling.

Kwam daar nog eens bij dat op het eind van de dag (iedereen was al naar huis) een collega aan kwam zetten met iets kleins wat ik snel had willen afhandelen, maar waarbij ze allerlei complicaties zag. Zaken die ik me niet eens gerealiseerd had. Ze heeft tijdens ons een half uur durend gesprek zeker vijf keer gezegd: “Jamaar dat is geen verwijt naar u toe.” Waardoor ik het natuurlijk wel als een verwijt opvatte en ik me een nog grotere loser voelde.

En dan eindigde de dag met een supertoffe Algemene Vergadering (ja, u leest het goed een Algemene Vergadering van de mede-eigenaars die eind september gehouden wordt…) waar we een half uur gebekvecht hebben over het feit dat één van de mede-eigenaars, een vereniging, niet wil meebetalen aan de kosten voor de algemene delen. Het gaat hier over een schamel bedrag van 150 euro per jaar. En het is een vereniging met veel leden. Enfin, zo kleinzielig, het werd op den duur lachwekkend. En ze hadden speciaal om dat punt te maken een notaris-penningmeester opgetrommeld, die natuurlijk vlak na dat agendapunt vertrok. En oja, die voorlopige oplevering van de algemene delen, die zal tot nader order ook nog wel even op zich laten wachten. Nihil novi sub sole. (hey ik kan ook Latijn!)

Stapelbed

Na wat omzwervingen langs Australië en vervolgens Turnhout, zijn vrienden E en T opnieuw in Leuven beland. Ze kochten hier een huis en zitten momenteel volop in verbouwing. En zoals dat gewoonlijk gaat, wanneer men verbouwt, hadden de werken vertraging opgelopen. Wat redelijk vervelend was, want daardoor waren ze genoodzaakt met z’n vieren in een hotelkamer te kamperen. Gisteren (woensdag) kregen we een kort, verwarrend mailtje dat nogal op een noodkreet leek. De hotelkosten liepen op en het sanitair was nog altijd niet klaar. En of we wilden helpen het stapelbed ineen te steken? Na een telefoontje werd het één en ander me duidelijker. Na overleg met mijn vriend besloten we de daklozen aan te bieden enkele dagen bij ons door te brengen als het sanitair de volgende dag (donderdag) nog niet klaar was.

Wij wonen niet bepaald groot en het appartement is niet echt voorzien op vier volwassenen en twee kinderen, maar als het echt nodig was, zou het wel gaan. We hebben een stapelbed in de logeerkamer en in de leefruimte kunnen we matrassen op de grond leggen. Tot mijn grote opluchting kreeg ik vandaag het bericht dat ons aanbod niet nodig was. Het sanitair was klaar en ze konden naar het toilet gaan en zich wassen, zij het enkel met koud water. Dus trokken we vanavond naar hun nieuwe huis om te helpen het stapelbed voor de dochters in mekaar te steken. Het was geen IKEA-product en de handleiding liet erg te wensen over. Maar met de verzamelde brains van twee ingenieurs en één informaticus zijn we eruit geraakt. 😉

Benieuwd of de meisjes morgen blij zullen zijn met hun nieuwe bed.