Dat ik een zwak voor Polen heb, zal de trouwe lezer (zijn die er eigenlijk?) van dit blog beslist al opgevallen zijn. Dus toen ik voor mijn werk naar een conferentie in Warschau mocht, vond ik het beslist niet erg dat mijn vlucht op maandagochtend om tien voor zeven vertrok. Al deed het wel zeer toen de wekker om twintig na vier afging. Mijn vriend zorgde dat ik zonder ongelukken op Zaventem geraakte, waar mijn collega al op mij stond te wachten. Het begin van een fijne driedaagse.
De conferentie startte officieel pas maandagavond, waardoor we de gelegenheid hadden om de middag en de namiddag in de stad rond te lopen. Het verbaasde me hoe goed na vijf jaar het stadsplan van Warschau nog in mijn geheugen geprent was. Nuja, we waren er toen acht dagen om de zus van mijn vriend te bezoeken en dat is tijd genoeg om een stad grondig te leren kennen.
Mijn collega en ik bezochten het oude stadscentrum, een charmante reconstructie (85% van Warschau lag in puin na WOII) met veelkleurige huizen en een mooi marktplein met in het midden een fontein met een zeemeermin. We slenterden door de straatjes en aten sernik (Poolse kaastaart) op een terras met uitzicht op het Koninklijk Paleis.
Vervolgens brachten we een bezoek een de splinternieuwe universiteitsbibliotheek. Mijn collega had in een artikel in de Morgen gelezen dat dit de moeite van een bezoek waard was en daarvan was geen woord gelogen. De daktuin is een magnifieke staaltje van tuinarchitectuur met bruggen en uitzichtpunten. Heel bijzondere en gedurfde architectuur. Een absolute must-see!
We aten vettig eten (pierogi in mijn geval, hartige pannenkoeken in het hare) in een eetgelegenheid voor studenten. Het was niet lekker, maar kom, de magen waren gevuld. Na het eten wilde mijn collega wat gaan rusten en ging ik alleen naar de Joodse Nożyk synagoge (waar ik de enige bezoeker was) en het Cultuurpaleis, de bruidstaart die Stalin als een cadeautje aan de stad schonk. Alhoewel de meningen over de constructie verdeeld zijn, moet ik zeggen dat ik het gebouw wel kan smaken. Het is kitcherig en het zuigt alle aandacht naar zich toe en schaamt zich daar hoegenaamd niet voor. Ik kocht een kaartje en ging naar boven om van het uitzicht te genieten.
Ik was iets te lang blijven plakken, want moest me nog flink haasten om op tijd in het hotel te zijn voor een snelle douche voordat het avondprogramma startte. Bestemming: Wilanów. Vijf jaar geleden stond dit prachtige kasteeltje gedeeltelijk in de steigers en waren er stukken van de tuin niet toegankelijk, maar nu was alles piekfijn in orde. Tijdens de busrit naar Wilanów regende het pijpenstelen. Maar kijk, net toen we uit de bus stapten, brak de zon door en verlichtte de avondzond de prachtige gele gevels.
We kregen een rondleiding van een gids, zagen een eekhoorntje en werden na de wandeling getrakteerd op schuimwijn zonder prik (de wandeling was wat uitgelopen) en veel te veel hapjes die hielpen om de eerste honger te stillen. Na de nodige speeches (met een ronduit geweldige tolk Pools-Engels, geef die mevrouw een tv-show!) konden we genieten van het optreden van Motion trio, drie mannen die met hun accordeons verrassend moderne muziek brachten. Ik werd er helemaal vrolijk van (en neen, het was niet de schuimwijn).
Rond een uur of half negen mochten we eindelijk aan het copieuze buffet aanschuiven. Man, die Polen kennen iets van lekker eten. De hoorn des overvloeds leek wel over het buffet leeggeschud. Aan tafel bleken we naast een Pool te zitten die afkomstig was uit Poznań, mijn favoriete Poolse stadje. Hij keek behoorlijk verbaasd toen ik hem zei dat ik onlangs nog in zijn geboortestad was geweest.
Een bijzonder geslaagd begin van de driedaagse.