De laatste dag van de werkweek stond volledig in het teken van het ontwikkeltraject dat ik samen met mijn collega-leidinggevenden volg. Of dat was althans de bedoeling, want de raderen van de machinerie stoppen helaas niet wanneer ik opleiding heb. Daarom zag ik mij genoodzaakt een uur vroeger dan normaal naar het werk af te zakken om de dag al vergaderend te beginnen. Blah.
De opleiding zelf vond ik matig interessant. De theorie van het situationeel leiding geven, heb ik ondertussen al een paar keer te horen gekregen en deze keer was zeker niet de meest inspirerende. Hoogtepunt van de opleiding was de anekdote die de lesgeefster vertelde over haar stiefzoon die zonder rijbewijs door het leven gaat, maar wel plaatsneemt achter het stuur van zijn wagen en zich in het verkeer waagt. Ik denk dat ze zich deze slip of the tongue achteraf beklaagd heeft, want onze reacties waren navenant. En het vertrouwen in haar capaciteiten als coach kreeg een flinke deuk.
Maar goed, na nog een uurtje gewerkt te hebben na de opleiding (ik wilde niet het weekend ingaan met meer dan honderd ongelezen mails), had ik wel een drankje met de collega’s verdiend. We klonken samen op de mooie nazomeravond op het terras van de Sint-Gorikshallen, om vervolgens met ons groepje van acht naar restaurant Menma af te zakken voor een dampende kom ramen. Alweer een paar collega’s laten kennis maken met deze Japanse lekkernij.
Met een groepje van vijf die hards sloten we de avond af op het terras van de Brew Dog (serieus, in oktober om tien uur ‘s avonds nog buiten zitten in korte mouwen, normaal kan een mens dat niet noemen). En ja, we praatten te veel over het werk, maar eens stoom aflaten met gelijkgezinden kan deugd doen.