Voor wie graag mijn belevenissen in Parijs erop wil nalezen, hier is’t te doen:
Paris
Musée Jacquemart-André – 6 oktober 2019
Onze laatste dag in Parijs goed begonnen met een lekker uitgebreid ontbijt. Lijn collega en ik pakken onze valiezen en begeven ons naar de hotelreceptie om uit te checken. Wellicht omdat het zondag is, treffen we daar de portier die ons de voorbije avonden altijd vriendelijk gegroet heeft bij onze terugkeer in het hotel. Het is duidelijk dat gasten uitchecken niet zijn dagdagelijkse bezigheid is, want het kost hem heel wat moeite om de uitcheckformaliteiten te vervullen. Vervolgens ontspint zich een vaudeville met onze koffers. Bij het koppel dat vlak voor ons uitcheckte, zuchtte hij al dat hij geen plaats meer had om de valiezen te bewaren en wanneer wij hem onze koffers overhandigen, lijkt hij wel de wanhoop nabij. Ostentatief opent hij alle bewaarplaatsen voor valiezen om te tonen dat er écht geen plaats is. Nochtans lijkt mij dat hij de koffers gewoon wat moet herschikken om plaats vrij te maken. Uiteindelijk zet hij onze twee koffers bovenaan een steile trap. Voor mijn geestesoog zie ik mijn koffer (inclusief laptop van het werk) al van de trap donderen, maar de portier verzekert ons dat onze koffers veilig staan. We zullen er maar het beste van hopen.
Helaas, ook op onze laatste dag in Parijs regent het. We duiken dan maar de metro in (samengevat: te veel trappen en veel te warm) voor een bezoekje aan het Musée des Arts Forains, dat allerlei kermisobjecten zou tentoonstellen. We moeten overstappen in Olympiades en komen uiteindelijk aan in metrostation Cour Saint Emilion, een mooi, ruim en modern metrostation. Wat een contrast met de andere metrostations die we al bezocht hebben!
Helaas, het Musée des Arts Forains blijkt een privaat museum te zijn dat enkel op afspraak te bezoeken valt. Dat stukje informatie was mij ontgaan op hun website. De security aan de ingang is behoorlijk onvriendelijk wanneer we informeren of het alsnog mogelijk is een ticket te kopen. We zien immers mensen langs ons passeren die het museum binnen gaan. Kaartjes verkopen is duidelijk niet de taak van deze twee heren en qua klantvriendelijkheid komen ze niet verder dan wijzen naar het plakkaatje met de telefoonnummer van het museum (les parisiens…). Mijn collega en ik doen een poging om binnen te geraken op het telefoonnummer, maar we krijgen geen gehoor. Wij zijn allebei zwaar teleurgesteld, want de glimp die we kunnen opvangen van het museum ziet er alvast veelbelovend uit, met echte paardenmolens en verklede mensen. Jammer.
We brengen dan maar een blitzbezoekje aan Bercy Village gelegen aan Cour Saint-Emilion. Bercy Village is een collectie van voormalige pakhuizen waarin vroeger een wijnmarkt gehouden werd en die nu prachtig gerenoveerd zijn om onderdak te bieden aan winkels en gezellige restaurantjes. De centrale wandelstraat is mooi versierd met kleurrijke ballonnen. Jammer dat het nog te vroeg is om te lunchen. We nemen wel even de tijd om te kijken de fantastische fotografische kunstwerken van Laurent Pons, die de wereld van Star Wars naar de straten van Parijs brengt.
Dik tegen onze goesting begeven we ons opnieuw naar de metro voor een bezoekje aan onze tweede keuze: Musée Jacquemart-André. Dat museum is gelukkig wel open en blijkt een onverwacht schot in de roos te zijn. Het gebouw op zich (de voormalige privé-woonst van Édouard André en Nélie Jacquemart) is op zich al meer dan de moeite van een bezoek waard. Het koppel verzamelde tijdens hun leven een prachtige kunstcollectie en hun bescheiden stulpje vormt het perfecte decor om deze verzameling te tonen.
Maar er is meer, we hebben het geluk de tijdelijke tentoonstelling van werken uit La collection Alana te kunnen bezoeken, een privéverzameling van Italiaanse renaissancekunst in Amerikaanse handen. De werken zijn werkelijk van topkwaliteit en zowel mijn collega als ik zijn echt onder de indruk van de tentoongestelde kunst. Bij mij zijn het vooral de prachtige kleuren en het oog voor detail van de kunstenaars die mijn aandacht trekken. Naar sommige werken kan je gewoon blijven kijken. Magnifiek. Een echte toptentoonstelling!
Wanneer we buiten stappen na ons bezoek (dat veel langer geduurd heeft dan verwacht), schijnt onverwacht de zon. De herfstzon op ons gezicht doet deugd en zo komt die zonnebril zowaar toch nog van pas. Onverwacht, maar zeer welkom!
Omdat het zo’n prachtig weer is besluiten we te voet naar ons hotel terug te wandelen om optimaal te genieten van deze mooie namiddag. We passen chique winkelgalerijen zoals Le Printemps en Galeries Lafayette. Omdat er zoveel te zien is, vorderen we te traag en dreigen we daardoor in tijdsnood te geraken. Dus nemen we toch maar de metro naar Oberkampf. We moeten nog eten en we lopen liever niet het risico om onze Thalys naar Brussel-Zuid te missen.
Tripadvisor leidt ons naar Crêperie Gigi om (eindelijk) te kunnen genieten van een heerlijke, met calvados geflambeerde pannenkoek, vergezeld van huisgemaakte warme chocomelk. Een betere afsluiter van dit weekend hadden we ons niet kunnen wensen.
Terug in het hotel blijken onze beide koffers nog mooi aan de bovenkant van de trap te staan. Hoera! Een zeer onaangename rit met valiezen in een stampvolle metro zijn we terug in station Paris-Nord. We kopen er wat chocolaatjes voor de collega’s en voor onszelf een paar macarons voor de terugrit op de trein.
De terugrit verloopt zonder problemen en we komen zelfs wonder boven wonder stipt op tijd aan in Brussel-Zuid. De NMBS is zo vriendelijk om naadloze aansluiting naar Leuven te voorzien door mijn trein naar Leuven een kwartier vertraging te bezorgen. Soms wil het ook wel eens meezitten met het openbaar vervoer.
Een fijn weekend dat smaakt naar meer.
Les catacombes de Paris en Baltard au Louvre – 5 oktober 2019
Mijn eerste nacht in Parijs min of meer goed geslapen (mijn collega snurkt een beetje en dat ben ik niet gewoon). Het ontbijt blijkt een meevaller. Scrambled eggs, lokale kazen, heerlijke gerookte zalm,… Ik ontwaar zelfs tomaat en komkommer. Een bijzonder on-Frans ontbijt, maar hey, mij hoor je niet klagen. Enige minpuntje (en ook erg on-Frans): het stokbrood is niet vers.
Helaas, de weergoden zijn ons niet gunstig gezind: het regent. Awoert! Nuja, niets aan te doen. Gelukkig heb ik een regenjas bij die ik onder mijn donsjas aandoe, kwestie van droog te blijven, want dat dons zuigt water op als een spons.
Vandaag staat er een rondleiding in de catacomben op het programma. In een ver verleden bezocht ik al eens de Parijse riolen, maar dit stukje Parijse ondergrond is mij tot nu toe onbekend. Mijn collega en ik nemen de (verschrikkelijk drukke en veel te hete) metro naar de dichtsbijzijnde halte bij de catacomben. We zijn te vroeg voor onze afspraak, dus kopen we een beetje op goed geluk een toegangsticket voor het museum met de langste naam ooit: le musée de la Libération de Paris – musée du général Leclerc – musée Jean Moulin.
We starten ons bezoek met een afdeling naar de bunker waar tijdens de tweede wereldoorlog la résistance één van haar hoofdkwartieren had. Zulke plekken laten niet na een indruk op mij te maken. Ook het museum zelf, dat in zijn geheel gewijd is aan de helden van het verzet, generaal Leclerc en Jean Moulin blijkt onverwacht interessant. Voor een museum dat we op goed geluk zijn binnen gestapt om droog te blijven is dit een echte meevaller. We moeten ons zelfs haasten om op tijd buiten te zijn voor de rondleiding in de catacomben.
Tien minuten voordat de rondleiding start, ontmoeten we mijn oud-collega en zijn vriend bij de ingang van de catacomben. We treffen daar tevens onze gids die een charmant Engels spreekt met een stevig Frans accent. Ik moet toegeven dat deze rondleiding vrij prijzig is (wij betaalden 87 euro per persoon), maar zeker de moeite waard.
We horen het verhaal van het ontstaan van de grotten onder Parijs. Oorspronkelijk waren dit zandsteengroeves die zich buiten de stadsgrenzen bevonden, maar doordat Parijs (met behulp van al het zandsteen dat in de groeves ontgonnen werd) zeer snel groeide, werden de zandgroeves opgeslokt door het uitdijende Parijs. Dit leidde al snel tot ongelukken: instortingen doordat gebouwd werd op instabiele ondergrond.
Het feit dat de Parijse ondergrond een gatenkaas was geworden door de zandsteengroeves, plaatste de Parisiens voor een uniek probleem: hoe de stabiliteit van hun groeiende stad garanderen. De arbeiders van de zandsteengroeves kregen aldus een nieuwe taak: het stabiliseren van de Parijse ondergrond.
Al snel ontstond er een nieuw probleem: de Parijse kerkhoven die uit hun voegen barstten. In de middeleneeuwen heerste het bijgeloof dat je op de Dag des Oordeels in je oorspronkelijk toestand zou herrijzen. Om dit mogelijk te maken, moest jouw stoffelijk overschot wel op een katholiek kerkhof worden begraven, in de schaduw van een kerktoren. Hoe zou God anders weten dat jij een godvrezende katholiek was geweest?
Dit gebruik leidde tot kerkhoven waar doden in massagraven op mekaar gestapeld werden en lijken die in blote lucht zich in verregaande staat van ontbinding bevonden. De geur in de buurt van die kerkhoven moeten bepaald adembenemend geweest zijn. Tot er op bepaalde dag zich een incident voordeed waarbij een muur van één van die kerkhoven instortte: een muur die een hoop menselijke resten bevatte. Ik hoef er geen tekening bij te maken…
Tijd om schoon schip te maken. De kerkhoven werden leeggemaakt en alle overblijfselen werden per kerkhof onder de grond in de lege zandsteengroeves gelegd. Het is dat gedeelte van de catacomben dat ongetwijfeld het meest fascinerend is. Je wandelt langs muurtjes gemaakt van menselijke beenderen en schedels. Je passeert grote holtes volledig opgevuld met de beenderen van lang geleden overleden Parisiens die eens op één van de leeggemaakte kerkhoven lagen.
Onze rondleiding brengt ons op plekken waar je als normale toerist geen toegang toe hebt. Het is heel bijzonder om met zo’n klein groepje rond te dwalen in de duistere gangen en krochten onder Parijs. Dikke pluim ook voor onze gids, die echt een fantastische verteller is. Interessante feiten wisselt ze af met grapjes, om een tegengewicht te bieden aan de toch ietwat morbide omgeving. Wel vervelend dat ik bijna de ganse wandeling verplicht ben mijn fototoestelrugzak vast te houden. Het is namelijk verboden om een rugzak op je rug te dragen, om wille van het risico per ongeluk een muurtje met eeuwenoude beenderen te doen instorten. Mijn fototoestelrugzak is echter niet geschikt om op de borst te dragen, dus moet ik de zware rugzak de ganse tijd in mijn handen houden.
Na twee uur rondleiding nemen we afscheid van onze gids. We begeven ons naar een gezellige straat met allerlei marktkraampjes en authentiek Parijse eetgelegenheden. Tijd om de inwendige mens te versterken. We vinden een leuke plek voor ons vieren op het verwarmde terras (niet ecologisch, wel gezellig) van Maison Péret. Ik bestel mij een glaasje champagne, want ja, ik kom niet elke dag in Parijs en we laten een charcuterie- en kaasschotel aanrukken. Mijn collega en ik zijn natuurlijk razend nieuwsgierig om te vernemen hoe onze oud-collega en zijn partner het stellen in Parijs. Ze zijn gemengd enthousiast. Mijn oud-collega is zeer tevreden op zijn nieuwe job, maar ze zijn allebei iets minder fan van de Parisiens. De typisch Parijse hautaine houding, daar raken ze moeilijk aan gewend.
Na dit hartige vieruurtje begeven we ons met z’n vieren naar de nieuwe werkplek van onze oud-collega, een prachtig herenhuis dat onze oud-collega nu volledig aan het laten opfrissen is. We nodigen onszelf meteen uit om in het voorjaar de resultaten van die opfrissingswerken te bewonderen. Van de werkplek van onze oud-collega lopen we naar het appartement van mijn oud-collega en zijn vriend. De tocht brengt ons langs de Champs Elysée met zijn dure boetieks en chique winkels. Not my cup of tea, om eerlijk te zijn. Het appartement van mijn oud-collega daarentegen is werkelijk prachtig. Op een tiental minuten lopen van zijn werk, in een statig appartementscomplex. Très chic!
Na ons bezoekje aan het appartement nemen mijn collega en ik afscheid en keren we met de metro terug naar ons hotel. We willen ons immers een beetje opfrissen en omkleden voor het diner bij Baltard au Louvre.
Helemaal opgedirkt begeven we ons opnieuw naar de metro. We moeten overstappen in Strasbourg en daar loopt het mis. Om de één of andere reden weigert het metrostel te vertrekken en we zijn op dat moment eigenlijk al te laat voor onze afspraak. Heel ongewoon, want de Parijse metro’s (hoewel verschrikkelijk warm en oncomfortabel) volgen elkaar snel op en vertrekken meestal een paar seconden nadat ze gestopt zijn aan het perron. We beslissen om af te stappen en de rest van de weg te voet te gaan, uiteindelijk moeten we nog maar twee haltes met de metro. Net op het moment dat wij terug op het perron staan, horen we het geluid van de sluitende deuren. Mijn collega slaagt er nog net in op het metrostel te springen, maar bij mij gaan de deuren voor mijn neus dicht. Oeps…
Ik besluit bij het oorspronkelijke plan te blijven en te voet verder te gaan. Ondertussen bezorg ik via whatsapp de nodige instructies aan mijn collega, want die heeft noch het adres, noch de naam van het restaurant genoteerd. Uiteindelijk blijkt het voorval snel vergeten, dankzij googlemaps komen we allebei tegelijkertijd aan bij Baltard au Louvre, een half uur later dan gepland. En dan maak ik mij opnieuw de bedenking: hoe zouden we zo’n situatie vroeger zonder smartphones opgelost hebben?
Wat volgt is een ware topavond bij Baltard au Louvre. Heerlijk eten, uitstekende wijn, een vallende ficus die mij zeker tien minuten de slappe lach bezorgt en mijn eerste kennismaking met het concept van mulesing (klinkt als dierenmishandeling, als je het mij vraagt). Na het diner komt de Vlaamse chef van Baltard au Louvre, Ewout Vranckx, even een babbeltje doen. Sympathieke gast die geweldig goed kan koken. We complimenteren hem uitgebreid, maar hij blijft bescheiden. Een man naar mijn hart.
Coquillages ouverts a cru, fine gelée de bonite, brocolettis:
Queue de lotte farcie et rôtie, purée de pois cassés, jus de veau tranché au condiment:
Filet de canette des Dombes, céleri clouté au lard, châtaignes rôties, jus de civet:
Mirabelle poêlée avec son chutney, noix de Grenoble:
Mijn collega en ik nemen na deze fantastische culinaire ervaring afscheid van onze oud-collega en zijn vriend en besluiten onszelf nog op een afzakkertje te trakteren bij Nelson’s, bijna recht tegenover Baltard au Louvre. De whisky sour met kaneel smaakt zo hemels dat ik niet anders kan dan er nog een tweede te bestellen. Een waardige afsluiter van de avond.
Na al dat eten (en drinken) en omdat we geen zin hebben om opnieuw de metro te nemen, besluiten we te voet terug te keren naar het hotel. Het is nog vrij warm buiten en het regent niet. Ideaal! Ik moet onderweg wel even een café binnenglippen voor een plaspauze, maar we zijn het allebei over eens: een wandeling is zoveel aangenamer dan de Parijse metro!
Van Brussel naar Parijs – 4 oktober 2019
Lang, lang geleden prikten mijn collega en ik het eerste weekend van oktober in onze agenda’s voor een bezoek aan onze oud-collega in Parijs. In aanloop naar dit weekend hield ik de weersvoorspellingen angstvallig in de gaten. Helaas, waren de voorspellingen unaniem slecht: regen, regen en nog eens regen. Dus ging ik op voorhand ijverig op zoek naar activiteiten waarbij slecht weer geen rol zou spelen. Want iedereen weet ondertussen al wel dat ik een bloedhekel heb aan regen.
Na een vrijdagvoormiddag hard werken, vertrokken mijn collega en ikzelf rond 12.30u naar Brussel-Centraal. Ik kocht een slaatje voor op de trein bij de nieuwe Prêt à Manger in Brussel-Centraal (ben daar op korte tijd vast klant geworden, de slaatjes zijn een aangename afwisseling met die van de Exki die ik ondertussen een beetje beu geraakt ben).
De Thalys naar Parijs vertrok (tot mijn grote verbazing) stipt op tijd om 13.13u. Ik maakte van de rit gebruik om nog wat te werken, zodat ik met een gerust gemoed op weekend kon vertrekken.
Verrassend snel stonden we met onze valiesjes in het station van Paris-Nord. We kochten meteen een metrokaartje voor drie dagen, zodat we ons zeker droog van punt A naar punt B konden verplaatsen. Mijn eerste contact met de Parijse metro liep meteen al mis: mijn kaartje werd geweigerd. Gelukkig was er een vriendelijke heer die het poortje voor mij blokkeerde zodat ik erdoor kon met mijn valies.
We stapten af in metrostation Oberkampf en een kleine wandeling later waren we in Hotel Hor Les Lumières. Onze kamer was niet al te groot, maar voorzien van alle comfort. We dropten snel onze bagage af op de kamer en namen de metro naar Hôtel de Ville, want ja, onze eerste momenten in Parijs spendeerden we als ramptoerist bij de Notre Dame. De schade aan dit prachtige bouwwerk is echt immens. De buitenste steunberen waren allemaal gestut en het dak is volledig weg. Eerlijk waar, ik weet niet hoe lang het zal duren om dit Parijse icoon in zijn vroegere glorie te herstellen en zelfs of dit überhaupt nog mogelijk zal zijn, maar dat het prijskaartje navenant zal zijn, staat nu al vast.
Lang konden we niet in de buurt van de Notre Dame blijven (ik weerstond de verleiding om een pannenkoek te kopen aan één van de vele kraampjes), want mijn collega en ik hadden een ticketje voor een bezoek aan Ateliers des Lumières om 18u. Ik wist niet goed wat ik van dit bezoek moest verwachten, maar de beelden op de website zagen er alvast indrukwekkend uit. We waren een kwartiertje te vroeg, maar mochten toch al binnen. Een paar tellen later stonden we in een gigantische ruimte waarin vroeger een ijzergieterij en vervolgens een fabrikant van industriële machines gevestigd waren.
We kwamen binnen tijdens het einde van het korte programma ‘Japon rêvé, images du monde flottant‘, gevolgd door een fragment uit ‘Verse‘, een hedendaagse creatie van Thomas Vanz. Op zich al indrukwekkend, want de geprojecteerde beelden dekten elk stukje muur van de gigantische fabriekshal af, de vloer inbegrepen. De beelden vloeiden subtiel in mekaar over, waardoor je het gevoel kreeg dat je je in een droomwereld bevond. En dan moest het beste nog komen: ‘Van Gogh, La nuit étoilée‘. De kleuren en beelden van Van Gogh leenden zich uitstekend tot deze dromerige bewerking. We wisten werkelijk niet waar eerst kijken, want de beelden waren overal anders. Prachtig!
We waren zo onder de indruk dat we het programma van Van Gogh twee keer bekeken en misschien waren we nog langer blijven kijken, als we niet om acht uur gereserveerd hadden bij Bien Ficelé. Gelukkig bevond het restaurant zich niet al te ver stappen van Atelier des Lumières. Ik had dit restaurant gereserveerd louter op basis van de locatie en de positieve tripadvisor reviews. En ook nu liet tripadvisor mij niet in de steek. Het eten was heerlijk en ik ben nog nooit in mijn leven zo snel bediend geweest. Onze voorgerechten (ik ging voor de tartare de boeuf) stonden na nog geen tien minuten wachten voor onze neuzen. We waren amper begonnen aan onze aperitief cocktail! En de rest van de gerechten volgden aan hetzelfde verschroeiende tempo.
Passerden op ons bord:
tartare de boeuf angus fumé, jaune d’oeuf fermier, potimarron à l’amaretto, amandes grillées:
pêche du jour, cocos de Paimpol au lait de coco, cresson, groseilles:
mousse au chocolat, croustillant pistache, glace yaourt:
Dit alles vergezeld van overheerlijke wijn.
De metro bracht ons zonder problemen naar de halte vlakbij ons hotel. Omdat we allebei nog geen zin hadden om in bed te kruipen, dronken we nog eens laatste glaasje wijn in een brasserie vlakbij ons hotel. Dit bleek een vergissing. De wijn mocht dan wel spotgoedkoop zijn, het was echte koppijnwijn. Het contrast met de heerlijke wijn die we bij Bien Ficelé gedronken hadden, kon amper groter zijn. Geen einde in de schoonheid…
Sprakeloos
#Paris
En hoe moeten we nu verder?