Valentijnsdiner

Omdat we de laatste avonden veel te veel gekuisd hebben naar onze goesting, namen we gisteren een snipperavond. Mijn vriend had een tafeltje gereserveerd in een restaurantje in het Leuvense (wat niet zo eenvoudig bleek te zijn, één dag voor Valentijn). Het uitverkoren restaurant was de Etenstijd in de Muntstraat. Een restaurant dat voor ons voor eeuwig en altijd onlosmakelijk met een “hapje boter” verbonden zal zijn. 😉

Mijn vriend had pas om acht uur gereserveerd omdat ik ‘s avonds nog naar een presentatie van een Fin over nieuwe media wilde gaan. Big mistake van mijn kant. De Fin bleek een goed spreker te zijn, maar de inhoud van zijn presentatie kon mij echt niet boeien. Ik zat niet bepaald te wachten op een opsomming van alle Finse fondsen die op de één of andere manier subsidies aan kunstenaars uitkeren. Boooooring. En ik kon er niet vroegtijdig tussenuit knijpen, want er waren maar zes luisteraars aanwezig.

Na de presentatie moeten spurten om mijn trein te halen, want de presentatie was dan ook nog eens uitgelopen. Dat spurtje bleek bij aankomst in het station trouwens overbodig te zijn. De eerste treinen richting Leuven waren aangekondigd met twintig minuten vertraging. Grmbl, het was mijn openbaar vervoer-dagje niet.

Gelukkig waren we nog net op tijd in het restaurant, dat bomvol Valentijnvierders zat. We kwamen al direct in de juiste stemming door het aangeboden aperitief. Het was trouwens een ware hekselketel in de Etenstijd. Doordat we vlakbij de etenslift zaten, konden we de obers bijzonder goed observeren. De stress steeg zienderogen. Te veel volk in een klein restaurant en te weinig personeel. De keuken die de bestellingen niet kon volgen. Een koppel dat na meer dan een uur wachten op hun eten het boos aftrapte. Animatie verzekerd. Ons kon het niet zozeer deren. We hadden de tijd en de wijn werd goed bijgeschonken. 😉

Het eten was trouwens voortreffelijk. Vooral de zalm en tonijn met mosterdroom was overheerlijk. Ik vond het alleszins een behoorlijk geslaagde avond. Om de twee overstresste obers een hart onder de riem te steken, hebben we een deftige fooi achtergelaten. En wat bleek, een derde ober had afgezegd voor de avond. De obers waren verbaasd dat we hen een schouderklopje gaven voor het harde werk. Waarschijnlijk hadden ze die avond al veel negativiteit te verduren gekregen. Ook chapeau voor de mensen in de keuken. Dat moet daar beslist niet plezant geweest zijn.

Afgang

Yab to the rescue, of toch iets wat daarvoor moet doorgaan. Mijn baas belt vlak voor de middag dat hij beneden in vergadering zit met een externe persoon die via UMTS wilde surfen om internetgewijs het één en andere te laten zien. Klein probleempje: UMTS wilde niet meewerken en een externe laptop op ons interne netwerk aansluiten is niet mogelijk. Dus of ik effe met een reservelaptop wilde komen opdraven.

Geen probleem, ik grits ergens een reservelaptop en een netwerkkabel mee en spoed mij naar beneden. Ik storm een beetje de vergaderzaal binnen om te merken dat niet alleen mijn baas daar zit maar ook de Grote Baas. Kuch, geen probleem, doen alsof er niks aan de hand is. Ik ga op zoek naar een bruikbare netwerkingang en speur daarbij zeer aandachtig de grond af (al onze vergaderzalen hebben aansluitingen die onder zo’n luikje in de grond verborgen zijn). De externe persoon is ondertussen helemaal afgeleid door mijn zoekgedrag. Waarop de Grote Baas mij er vriendelijk op wijst dat de netwerkaansluitingen zich – heel erg praktisch – gewoon in de muur bevinden. D’oh!

Een beetje opgelucht steek ik de netwerkkabel in en wil vervolgens hetzelfde doen met de laptop. Vind ik toch nergens een netwerkingang aan dat toestel, zeker. Ik de laptop al langs drie kanten volledig onderzocht, wanneer blijkt dat de netwerkingang verstopt is achter een zeer mooi gecamoufleerd luikje. Weer d’oh. Met een inwendige zucht, start ik het toestel op en merk vervolgens dat dit een exemplaar met kuren is. Eentje die niet op batterij wil werken en altijd in het stopcontact moet steken. Ik zucht inwendig nog een beetje luider, haast mij naar boven om de voeding en de bijhorende kabels te zoeken, spurt naar beneden, zet de laptop opnieuw aan en kan nog een vijftal minuutjes wachten tot het ding volledig opgestart is. Ondertussen probeer ik er uitwendig helemaal relax en zelfverzekerd uit te zien.

Terug boven gekomen denk ik er plots aan dat ik op die reservelaptop aangelogd ben met mijn account en de laptops hier zijn zo ingesteld dat ze na tien minuten inactiviteit automatisch gelockt worden. Aiaiai, ik voorvoel problemen. Dus besluit ik maar snel een broodje te gaan halen en dat op mijn bureau op te eten, kwestie van zeker beschikbaar te zijn als die pc gelockt is en niemand buiten ik die kan unlocken.

En ja hoor, een dik kwartier later belt mijn baas of ik de laptop even kan komen unlocken. Enfin, ik zal alleszins een onuitwisbare indruk gemaakt hebben op de externe persoon als de plaatselijke kluns van dienst. Er is dus wel degelijk een reden dat ik, wanneer ik zelf een presentatie moet geven, áltijd minstens een kwartier op voorhand daar ben. Ik heb een hekel aan dat geprul met kabels en het onder-de-tafel-kruipen dat meestal met het gesleur met pc’s gepaard gaat. En dat verergert alleen maar als er een paar mensen op je vingers (of erger, op je gat, als je onder tafel gekropen bent) zitten te kijken en je foute paswoorden begint te typen of de netwerkingang niet vindt. Stressy.

Wat ik mis in ons nieuwe appartement

Internet, internet, internet, en oja, bijna vergeten: internet.

Wat ik zeker niet mis, maar helaas (voorlopig) moet tolereren: stof, stof, stof. Bergen fijn stof dat overal tussenkruipt. Zolang er nog werken zijn in het gebouw, valt hier helaas niet veel aan te doen. We moeten nu eenmaal door de bouwwerf die de inkomhal en de trappenhal zijn om ons appartement te bereiken.

Maar ik klaag niet. Mijn vriend en ik hebben voorlopig nog helemaal geen buren (er is al één andere persoon in zijn appartement getrokken een paar verdiepingen hoger) en dus kan ik mijn muziek zo luid zetten als ik wil en zoveel lawaai maken als ik wil. Eat that, nonkel K!

PS: Wat supergeweldig is: ik kan ‘s ochtends een half uur langer in bed blijven liggen en gewoon te voet naar het station! Jay!

Dringende oproep!

Dames, dit is een berichtje speciaal aan jullie gericht. Er is dringend nood aan vrouwelijke versterking op de BlogMeet Leuven! Op dit moment zijn wij vrouwen/meisjes zwaar ondervertegenwoordigd op de BlogMeet en dit terwijl er toch zeer veel vrouwen/meisjes zijn die er in hun vrije tijd een blogje op nahouden. Hoe komt dit? Spreekt dit soort events vrouwen minder aan? Of denken jullie misschien dat de gespreksonderwerpen van de avond te zeer de nerderige toer op zullen gaan? (Quod non.)

Commentaar en suggesties zijn welkom.

De eerste keer…

– Samen in bad in ons nieuw appartementje.
– Gesekst in het splinternieuwe bed, met de splinternieuwe lakens en de splinternieuwe kussens en de splinternieuwe donsdekens.
– Geslapen in datzelfde bed.

Wij zijn EINDELIJK verhuisd, mensen!!! Jaja, zondag 11 februari gaat mijn persoonlijke geschiedenis in als een Memorabele Dag. We hebben van de gelegenheid gebruik gemaakt om samen met nonkel K een flesje champagne te kraken. De fles lag al op ons te wachten sinds juli vorig jaar, een cadeautje als dank voor de organisatie van een fijn weekend. Beter laat, dan nooit.

De laatste nacht!

Dan we bij de nonkel van mijn vriend geslapen hebben. Vandaag verhuizen we! Hoera! Het appartement is nog niet honderd procent af, maar we kunnen er in leven. We hebben een bed en twee bureaus, stromend water, verwarming en elektriciteit. Er moet nog heel wat heen en weer versleurd worden, maar we zorgen dat we het hoogst noodzakelijke hebben.

Eindelijk!

Terug uit Groningen

Het was een zeer geslaagde business trip. Lekker gegeten (teppanyaki), goed gedronken (saké) en een miniwandelingetje in de sneeuwstorm gemaakt. Groningen leek me wel een leuke stad, maar door het slechte weer ‘s avonds hebben we niet echt van de sfeer in de stad kunnen proeven. Wel jammer dat het zo ver rijden is. Gelukkig hadden de Nederlanders gisteren speciaal voor ons een weeralarm afgekondigd, waardoor heel veel Nederlanders zich niet op de baan durfden wagen. Handig, want daardoor hebben we geen file gehad en de wegen zelf waren zeer goed berijdbaar.

Het hotel dat men voor mij geboekt had, was subliem. Ik had een junior suite, mét sterrenhemel boven het bed. Een apart bad en douche in de badkamer, volautomatisch sluitende gordijnen, flatscreen tv: dikke luxe. Jammer dat het maar voor één nachtje was en dat ik alleen in dat grote bed lag. 😉

En niet alleen de accomodatie was dik in orde. De mensen met wie we ter plekke afgesproken hadden, kenden “hun ding”. Erg verfrissend om eens gespaard te blijven van al die marketing blabla en te kunnen praten met mensen die wisten waarover ze het hadden.

Das Leben der Anderen

Dinsdagavond ben ik samen met de eminente Jeronimo naar “Das Leben der Anderen” gaan kijken. Omdat filmkijken met een lege maag voor storende nevengeluiden zorgt, zijn we eerst iets gaan eten in een Vietnamees restaurantje dat “De Blauwe Lotus” heet (jaja, ik ben in een boek van Kuifje gaan eten). Qua prijskwaliteitsverhouding zeker een aanrader. De porties waren zelfs een beetje aan de grote kant. (Al vond Jeronimo zijn kip een beetje te droog, ‘t was misschien al een oud beest. 😉 )

“Das Leben der Anderen” is trouwens een echte aanrader. Het verhaal speelt zich af in het vroegere Oost-Duitsland, in een tijd dat je zelfs door je partner bespioneerd kon worden. De grauwheid en lelijkheid (die vierkante autodozen, die grijze flatgebouwen,…) druipt ervan af. Vooral de figuur van Stasi-commandant Gerd Wiesler was ongelooflijk goed neergezet. Ik kende de acteur Ulrich Mühe niet, maar was onder de indruk van zijn prestatie. Langzaamaan zie je hoe deze onkreukbare mens, die eigenlijk een zielig leven heeft en alleen maar in functie van zijn job leeft, begint te twijfelen aan zijn onwrikbaar geachte overtuiging. Schitterend.

Ongelooflijk hoe het systeem van het communisme tot zulke excessen geleidt heeft. Ik kan met niet voorstellen hoe het is te leven onder een regime waar je elk woord moet wikken en wegen, waar één verkeerde uitspraak je in de verhoorkamer van de Stasi kan brengen. Brrr. Lang leve de democratie.