IJssculpturen

Al jaren spreken mijn vriend en ik erover om naar het ijssculpturenfestival van Brugge te gaan. Door onze drukke agenda’s tijdens de kerstvakantie (jaja, ik zie daar de ironie zelf ook van in) kwam het er echter nooit van. Dit jaar hadden we ons vast voorgenomen te gaan. Lang op voorhand een datum geprikt (30 december), vriendjes gezocht om mee te gaan, fototoestel hoog op de niet-te-vergeten-lijst gezet, we waren er helemaal klaar voor.

En nu is de boel vroegtijdig afgebroken. :-(

Een weekendje Ardennen – zaterdag

Goed, ik zal er geen doekjes om winden. Sunparks Vielsalm is een park dat zijn beste tijd gehad heeft. De muren van ons huisje leken wel van karton en het meubilair ging duidelijk al een tijdje mee. Gelukkig was het sanitair, inclusief sauna, splinternieuw. Het was voor mij de eerste keer dat ik in zo’n park verbleef. Uit mezelf zou ik dit ook nooit doen. Het heeft iets kunstmatigs: al die identieke huisjes, het zwembad dat ooit hip geweest moet zijn, het winkeltje dat veel te dure producten verkocht, de belachelijke verplaats-je-wagen-stickers die ‘s nachts op de wagens geplakt werden terwijl er parkeerplaats zat was. Maar kom, het was goedkoop.

Aangezien we vlak boven de keuken sliepen, werden we ‘s ochtends vroeg gewekt door hongerig babygehuil. Het kon erger, want de baby’s hadden zich ‘s nachts voortreffelijk gedragen en waren muisstil geweest. Eén voor één druppelden de neven en nichten binnen en werd er aan de ontbijt/brunchtafel aangeschoven. Ik kauwde moeizaam op veel te hard brood uit het plaatselijke winkeltje. We speelden wat spelletjes en hingen wat rond. Ik moest me wat aanpassen aan dit ritme, want ik ben een veel hoger tempo gewoon als ik een uitstapje maak. Gelukkig had ik wat CV’s mee om na te lezen, want wie weet, misschien zou ik me nog verveeld hebben.

In de late middag (14.00u) schoven we de voeten onder tafel voor een lading croque-monsieurs. Ontdekking van de dag: croques met kaas en banaan. Verrassend lekker. Daarna kwam er eindelijk wat actie in de groep en vertrokken we richting het subtropisch zwemparadijs. Nuja, paradijs, het ding had een zwembad, een glijbaan en dat was het zowat. Op een klein uurtje hadden we zowat alles gezien wat er te zien viel en amuseerden we ons wat met elkaar natspetsen in het kinderbadje. De baby’s in het gezelschap waren eigenlijk nog een beetje te klein om echt te kunnen genieten van de waterpret, maar ze gedroegen zich eens te meer voorbeeldig. Modelkinderen.

Ik vind zwemmen op zich heel leuk, maar er zijn een paar dingen waar ik een verschrikkelijke hekel aan heb: de veel te kleine omkleedhokjes, die rottige lockers waarvan er altijd wel een paar kapot zijn en die gewoon veel te klein zijn om je spullen goed op te bergen, de douches na het zwemmen die niet krachtig genoeg zijn om het zeep uit mijn haren te spoelen, de vuile voetstappen achtergelaten door modderschoenen in de kleedhokjes, de geur van chloor in mijn haar. Als ik naar een publiek zwembad gaan, zijn dit dingen waar ik me altijd over moet zetten.

Na een uur of twee zwemmen, hielden we het voor bekeken. We droogden ons haar en gingen terug naar het huisje, waar we ongeveer een uur discussieerden over wat we vervolgens zouden doen. Uiteindelijk splitsten mijn vriend en ik ons samen met aangetrouwde neef D en zijn zoontje B af van de groep en gingen we een avondwandeling maken in de omgeving. Tot dan toe hadden we nog niets van de streek gezien. Omdat bij valavond een boswandeling maken met een buggy niet zo’n goed idee leek, trokken we naar het centrum van Vielsalm waar we rond een kunstmatig meer liepen. Heel leuk en ontspannend.

Na de wandeling dronken we iets in een plaatselijke taverne.. Een warme chocomelk met amaretto voor mij en een plaatselijk gebrouwen bier voor de heren. Peuter B hield het op een beetje water en glutenvrije koekjes. De koekjes hadden duidelijk een gunstig effect op de spijsvertering van B, want de geur die even later uit zijn pamper omhoog steeg was memorabel. De geneugten van het ouderschap. 😉

We wandelden op het gemak naar het huisje terug en genoten van een laat avondmaal met spaghetti en spelletjes als dessert.

Een weekendje Ardennen – vrijdag

Mijn vriend en ik verbleven dit weekend samen met zijn neven en nichten en hun nakomelingen in Sunparks in Vielsalm. Hoofddoel van dit weekendje was gezellig samen zijn. Dit keer had ik de organisatie van het weekend niet op mij genomen wegens te weinig tijd en vooral te weinig goesting. Mijn vriend en ik hadden wel aangeboden om de boodschappen te doen voor het ganse weekend.

Omdat mijn vriend en ik het de laatste tijd ontzettend druk hebben op het werk, waren we later dan wenselijk in de Colruyt in Leuven. We winkelden al hollend door de Colruyt op basis van een onvolledig boodschappenlijstje dat ons door één van de nichtjes bezorgd was. Het was al half acht voordat we richting Vielsalm konden vertrekken. Al een geluk dat we ons oorspronkelijk plan om pas in Luik te gaan winkelen veranderd hadden.

Het geluk was echter niet aan onze kant, want vlak voor Luik bleek er een tunnel gesloten zijn, waardoor we een omleiding moesten volgen doorheen Luik. Het pluspunt: ik zag voor de eerste keer de overdonderdende schoonheid van het station Luik-Guillemins in het echt. Het minpunt: het verkeer ging stapvoets en we zagen heel onze timing overhoop gehaald. Onze eigen magen begonnen ondertussen serieus te rammelen en we vermoedden dat het bij de neefjes en nichtjes die op onze boodschappen zaten te wachten niet anders zou zijn.

Uiteindelijk waren we pas rond half tien in Vielsalm en bleken we zowat de laatsten te zijn. Gelukkig waren er onder de deelnemers twee professionele koks die het heft in handen namen en in een mum van tijd overheerlijke pannenkoeken op tafel toverden. Na een eerste hap van mijn pannenkoek met appeltjes voelde ik de stress in mijn lijf afnemen.

De rest van de avond babbelden we en speelden we spelletjes. We kropen vroeg in bed, een beetje bang gemaakt door het vooruitzicht van wenende baby’s in de ochtend.

Opening Filmfestival van Gent

Oef, de werkweek zit er weer op. Het was hectisch door de vele zieken, maar er zijn gelukkig ook voordelen aan mijn job. Eén van die voordelen was een uitnodiging voor twee personen voor de opening van het Filmfestival van Gent. In Zaal 2 van de Kinepolis vonden we, na de rode loper getrotseerd te hebben en door geen enkel journalist interessant genoeg bevonden te zijn om geïnterviewd te worden, twee zetels met mijn naam erop. Op de zetel naast mij plakte de naam van Freya Van den Bossche en ik zag mezelf al uitgebreid netwerken met de minister. Jammer genoeg kwam ze niet opdagen en kon ik haar niet uithoren over de interne strubbelingen bij de sp.a en zaak Frank Vandenbroucke.

Het filmfestival werd geopend door De Helaasheid der Dingen, de film van het boek van Verhulst. Een goeie keuze van de organisatoren om op die manier Vlaams talent in de kijker te zetten. Een terechte keuze ook, de film is een meesterlijke verfilming van het boek. Veel scènes komen rechtstreeks uit het boek en de marginaliteit dit Verhulst zo prachtig weet te omschrijven, spat van het scherm. En toch voel je een zeker mededogen voor deze losers. Ze graven hun eigen graf, maar doen het op een onvergetelijke manier. Applaus trouwens voor de jonge Kenneth Vanbaeden die een werkelijk magistrale vertolking neerzet van de jonge Gunther Strobbe (ja, de namen in de film zijn veranderd, waarschijnlijk om niet nog meer boel te krijgen met de échte familie Verhulst). De hele cast is trouwens uitmuntend. Ik begrijp waarom men in Cannes zo enthousiast was over deze film.

Genoeg lof over De Helaasheid der Dingen. Oordeel gewoon zelf als je de film gaat bekijken met één van de tickets die Humo gratis weggeeft. Na de film ondervonden we pas echt het voordeel van als een VIP behandeld te worden. In de VIP-tent wachtten ons drank à volonté, gesponsord door Martini en zeer bijzondere hapjes. Ik ben niet echt een Martini-fan, dus de cocktails op basis van dit drankje liet ik aan me voorbij gaan. Het drankje met de weinig originele naam Martini Rosé bleek echter een onverwacht schot in de roos. Veel lekkerder dan de cava waarmee de obers rondkwamen, al moest je dit drankje wel zelf gaan halen aan de Martinibar. Terwijl we aan celebrity spotting deden, probeerden we zoveel mogelijk obers met hapjes naar ons plekje te lokken. Er passeerden bloedworst, een bietenslaatje, iets in de vorm van een eidooier dat pikant smaakte (drie keer gevraagd wat het was en dan maar opgegeven), oesters, consommé, sushi, patébolletjes vermomd als kaaskroketjes (ieuw), moelleux, taartjes, limoenmousse en de sterkste sangria die ik in mijn leven ooit gedronken heb.

Enfin, ik hoef er geen tekening bij te maken dat we behoorlijk goedgezind, maar veel en veel te laat de snikhete (het zweet liep langs mijn rug en ik had een open kleed aan, ocharme die heren in smoking) VIP-tent verlieten. Aan de vestiaire liepen we nog Stijn Coninx tegen het lijf waar we nog even een saaie, werkgerelateerde babbel mee had.

Als afscheidscadeautje kregen we een exemplaar van de Morgen, parfum en een fotoboek van de film. Gelukkig konden mijn vriend en ik met collega’s van mij mee naar Leuven rijden, want ik denk niet dat we er al liftend geraakt zouden zijn, in onze lichtelijk beschonken toestand.  😉

Een avond en een dag in Luxemburg

Gisteren en vandaag bevond ik me, voor de verandering, nog eens in het buitenland. Niet voor het plezier ditmaal, serieuze werkaangelegenheden brachten mij naar ons sympathieke buurlandje Luxemburg. Rond zes uur ‘s avonds (de receptie voor de pensionering van een collega liep op haar laatste beentjes) vertrok ik lichtjes aangeschoten richting het station. Ik vond de juiste trein en nestelde me in eerste klasse (één van de voordelen van reizen voor het werk). Drie uur later stond ik in het station van Luxemburg. Tot daar was mijn reis bijzonder vlot verlopen. Daar zou echter dra verandering in komen.

Ik had het adres van het hotel bij me en via google maps de route tussen het station en het hotel afgeprint. Dat was minder vlot gegaan dan verwacht, want googlemaps had moeite met het adres. Te voet zou het een twintigtal minuten stappen zijn, maar ik was moe en lui en dacht, ik neem gewoon een taxi. Ik wilde gewoon de eerste de beste taxi instappen die klaar stond aan het station, maar blijkbaar waren er duidelijk afspraken gemaakt tussen de taxichauffeurs onderling en diende ik de juiste taxivolgorde te respecteren. Door twee opeenvolgende taxichauffeurs werd ik naar de voorste taxi in de rij verwezen.

Toen ik een taxichauffeur gevonden had die me wilde laten meerijden, gaf ik hem het papier met het adres van mijn hotel. De GPS van de taxi vond het adres echter niet. Door mijn eigen problemen met google maps verbaasde mij dit niet echt, maar ik ging ervan uit dat taxichauffeurs de meeste hotels wel ongeveer wisten liggen. De taxichauffeur verontschuldigde zich en ging aan een collega de weg vragen. Ik voelde me eensklaps al veel minder op mijn gemak. Ik zag me al verloren rijden in Luxemburg, wanhopig op zoek naar het juiste hotel.

Na meer dan vijf minuten (en geloof me, dan duren minuten heel lang) kwam de chauffeur terug. We vertrokken, hopelijk naar de juiste bestemming. Ik volgde wat mee op mijn google maps kaartje. Niet eenvoudig, want het was donker en probeer dan maar eens straatnaamborden te onderscheiden. Opeens zaten we op de autostrade en toen kwam mijn gevoel van onbehagen terug, dit klopte volledig niet met mijn plannetje en de Portugese taxichauffeur kon Engels noch Frans. En mijn Portugees is onbestaande.

Dus probeerde ik wat met handen en voeten en in mijn beste Frans uit te leggen dat ik niet zeker was of we wel op de juiste weg zaten. Ik zag me al bij een verkeerd IBIS-hotel aankomen. Weet ik veel hoeveel IBIS-hotels er in Luxemburg zijn. Dus stopten we langs de kant van de weg en om het communicatieprobleem op te lossen, kreeg ik prompt een gsm in mijn handen geduwd. Aan de andere kant van de lijn verzekerde een Franstalige collega van de taxichauffeur mij dat we op de goede weg waren. We spraken af dat ik bij het hotel zou nagaan of ik de correcte bestemming had bereikt en dan pas zou betalen. Zo gezegd zo gedaan.

Tot mijn grote opluchting, bleek het hotel waar ik afgezet werd wel degeljk het juiste te zijn. Een les voor de toekomst: Google maps heeft niet altijd gelijk. Al een geluk dat ik niet geprobeerd had daar te voet naartoe te gaan. Het hotel lag pal aan de autosnelweg en een flink eind van het station verwijderd.

Opgelucht betaalde ik de chauffeur, nam mijn keycard in ontvangst en ging naar mijn rookvrije kamer waar een heel duidelijke rookgeur hing. Dégoutant. Doordat ik zo blij was het juiste hotel bereikt te hebben, had ik er niet meer aan gedacht een taxi voor de volgende ochtend te bestellen. Dus ik opnieuw naar het onthaal waar de heel onvriendelijke bediende een taxi voor me vastlegde. Ik geef toe dat mijn Frans niet meer is wat het geweest is, maar is dat een reden om mij half uit te lachen? Ik doe mijn best om jouw taal te spreken en je hebt me toch verstaan, of niet soms?

Terug naar mijn kamer, waar de keycard dienst weigerde en ik bijgevolg voor gesloten deur stond. Ok, ik heb de magneetstrip misschien iets te lang in de gleuf laten steken, maar ik zal toch heus niet de enige zijn die dat al overkomen is. Terug naar beneden, waar ik een preek kreeg van de bediende aan het onthaal dat ik mijn kaart te lang in de gleuf had gestoken. Hallo, ik ben nog altijd klant, he, een klein beetje vriendelijkheid, is dat te veel gevraagd? Het kostte hem welgeteld twee seconden om het euvel te herstellen. Wie werkt er nu trouwens nog met van die ouderwetse magneetkaarten?

Enfin, ik geraakte verder zonder problemen op mijn kamer waar ik helaas knarsentandend moest vaststellen dat er geen internet was. En dat voor een hotel dat zich, vermoed ik, voornamelijk richt op business travellers. Ben uit pure miserie dan maar vroeg gaan slapen. Maar eerlijk is eerlijk, ik heb geslapen als een roosje.

Hoe we bijna verloren liepen

Het is een typisch groepsfenomeen. Iemand loopt een bepaalde richting uit en de rest volgt zonder nadenken. Als lemmingen. Het overkwam ons aan het begin van onze wandeling. Al snel had ik, met de wegbeschrijving in de hand, door dat er iets niet klopte. Jammer genoeg vielen mijn opmerkingen eerst in dovemansoren. Op een gegeven moment begon het ook bij anderen te dagen dat er iets niet klopte. De groep viel in twee delen uiteen. Eén deel keerde op zijn stappen terug. Het andere deel bleef dapper voortgaan. Ook ik ben een lemming, want mijn vriendjes zaten in het deel dat bleef verder gaan en dus volgde ik, tegen beter weten in.

Tot we in het metrostation kwamen, dat duidelijk niet het metrostation was dat in onze wegbeschrijving stond. Eindelijk slaagde ik erin wat mensen te overtuigen en de groep splitste weer in twee. Ik keerde met mijn volgelingen op onze stappen terug om de juiste weg te zoeken. De andere helft besloot de metro te nemen en ergens over te stappen op de juiste lijn.

Het terugkeren bleek een goed idee te zijn, al snel vonden we de juiste weg en we zagen allerlei prachtige art nouveau woningen en een schattige marktje. En wonder boven wonder, we vonden het juiste metrostation en wie zat er in de metro die we nog nét haalden? De twee andere groepen. And there was much rejoicing.

De rest van de dag heb ik de navigatie op mij genomen. We zijn niet meer verloren gelopen. 😉

Een weekend Den Haag

Het weer wilde niet echt meewerken. Op het strand van Scheveningen werden we zelfs verrast door een kleine wolkbreuk. Maar het gezelschap maakte dit alles meer dan goed. We werden geweldig in de watten gelegd door vrienden E en L en hun schattige dochter M. Al lukte het me dit keer niet om op slinkse wijze achter het geslacht van de nieuwe baby te komen. We zullen moeten wachten tot december…

Een weekendje Condroz – zondag

Onze laatste dag in Château de Vierset. Na het ontbijt kregen we een rondleiding van de heer des huizes. De nieuwe kasteelheer, een architect, praatte vol liefde over het gebouw dat hij met zijn eigen handen en veel oog voor detail gerestaureerd heeft. Voor de huidige eigenaars het kochten, deed het kasteel dienst als vakantiekolonie. Je kan je wel voorstellen hoe het gebouw er aan toe geweest moet zijn… Zes jaar lang heeft de nieuwe eigenaar bijna elk weekend in het gebouw gewerkt om het in zijn originele staat te herstellen. Kamer voor kamer werd gerestaureerd. De natuurstenen vloeren kregen hun oude glans terug. De eiken vloeren werden opnieuw behandeld. Hij leerde zelfs bladgoud aanbrengen om de versieringen op de muren te herstellen. Het merendeel van het werk deed hij zelf. Hij dacht nog eens zes jaar nodig te hebben om alles tot in de puntjes af te werken. Het was fantastisch om naar deze gepassioneerde man te luisteren.

Na de rondleiding, die veel langer duurde dan verwacht – de mens raakte niet uitgepraat over zijn kasteel- pakten we onze spullen bijeen en vertrokken naar een volgend kasteel, het kasteel van Modave. Wat een pracht! Het kasteel is momenteel in het bezit van watermaatschappij Vivaqua, een beetje reclame voor zuiver water moesten we er dus bijnemen. 😉 Het kasteel is gelegen op een rotspunt die 60 meter boven de vallei van de Hoyoux uitsteekt. Je hebt er een magnifiek uitzicht over de omgeving. Naast het uitzicht maakt vooral het stucwerk van Jan Christiaan Hansche (yep, dezelfde als die van de abdij van ‘t park) indruk. Ik hoefde zelfs niet te luisteren naar de audiogids, ik herkende zijn werk meteen.

We aten een pannenkoek in de kelders en vatten het vervolg van onze Route Romantique aan. Op het einde raakten we echter definitief het spoor bijster en besloten we terug te keren richting huis. Het was een bijzonder geslaagd weekend. Het is waar, je hoeft niet altijd ver te gaan om leuke dingen te zien en te beleven.