Opening Filmfestival van Gent

Oef, de werkweek zit er weer op. Het was hectisch door de vele zieken, maar er zijn gelukkig ook voordelen aan mijn job. Eén van die voordelen was een uitnodiging voor twee personen voor de opening van het Filmfestival van Gent. In Zaal 2 van de Kinepolis vonden we, na de rode loper getrotseerd te hebben en door geen enkel journalist interessant genoeg bevonden te zijn om geïnterviewd te worden, twee zetels met mijn naam erop. Op de zetel naast mij plakte de naam van Freya Van den Bossche en ik zag mezelf al uitgebreid netwerken met de minister. Jammer genoeg kwam ze niet opdagen en kon ik haar niet uithoren over de interne strubbelingen bij de sp.a en zaak Frank Vandenbroucke.

Het filmfestival werd geopend door De Helaasheid der Dingen, de film van het boek van Verhulst. Een goeie keuze van de organisatoren om op die manier Vlaams talent in de kijker te zetten. Een terechte keuze ook, de film is een meesterlijke verfilming van het boek. Veel scènes komen rechtstreeks uit het boek en de marginaliteit dit Verhulst zo prachtig weet te omschrijven, spat van het scherm. En toch voel je een zeker mededogen voor deze losers. Ze graven hun eigen graf, maar doen het op een onvergetelijke manier. Applaus trouwens voor de jonge Kenneth Vanbaeden die een werkelijk magistrale vertolking neerzet van de jonge Gunther Strobbe (ja, de namen in de film zijn veranderd, waarschijnlijk om niet nog meer boel te krijgen met de échte familie Verhulst). De hele cast is trouwens uitmuntend. Ik begrijp waarom men in Cannes zo enthousiast was over deze film.

Genoeg lof over De Helaasheid der Dingen. Oordeel gewoon zelf als je de film gaat bekijken met één van de tickets die Humo gratis weggeeft. Na de film ondervonden we pas echt het voordeel van als een VIP behandeld te worden. In de VIP-tent wachtten ons drank à volonté, gesponsord door Martini en zeer bijzondere hapjes. Ik ben niet echt een Martini-fan, dus de cocktails op basis van dit drankje liet ik aan me voorbij gaan. Het drankje met de weinig originele naam Martini Rosé bleek echter een onverwacht schot in de roos. Veel lekkerder dan de cava waarmee de obers rondkwamen, al moest je dit drankje wel zelf gaan halen aan de Martinibar. Terwijl we aan celebrity spotting deden, probeerden we zoveel mogelijk obers met hapjes naar ons plekje te lokken. Er passeerden bloedworst, een bietenslaatje, iets in de vorm van een eidooier dat pikant smaakte (drie keer gevraagd wat het was en dan maar opgegeven), oesters, consommé, sushi, patébolletjes vermomd als kaaskroketjes (ieuw), moelleux, taartjes, limoenmousse en de sterkste sangria die ik in mijn leven ooit gedronken heb.

Enfin, ik hoef er geen tekening bij te maken dat we behoorlijk goedgezind, maar veel en veel te laat de snikhete (het zweet liep langs mijn rug en ik had een open kleed aan, ocharme die heren in smoking) VIP-tent verlieten. Aan de vestiaire liepen we nog Stijn Coninx tegen het lijf waar we nog even een saaie, werkgerelateerde babbel mee had.

Als afscheidscadeautje kregen we een exemplaar van de Morgen, parfum en een fotoboek van de film. Gelukkig konden mijn vriend en ik met collega’s van mij mee naar Leuven rijden, want ik denk niet dat we er al liftend geraakt zouden zijn, in onze lichtelijk beschonken toestand.  😉

Een avond en een dag in Luxemburg

Gisteren en vandaag bevond ik me, voor de verandering, nog eens in het buitenland. Niet voor het plezier ditmaal, serieuze werkaangelegenheden brachten mij naar ons sympathieke buurlandje Luxemburg. Rond zes uur ‘s avonds (de receptie voor de pensionering van een collega liep op haar laatste beentjes) vertrok ik lichtjes aangeschoten richting het station. Ik vond de juiste trein en nestelde me in eerste klasse (één van de voordelen van reizen voor het werk). Drie uur later stond ik in het station van Luxemburg. Tot daar was mijn reis bijzonder vlot verlopen. Daar zou echter dra verandering in komen.

Ik had het adres van het hotel bij me en via google maps de route tussen het station en het hotel afgeprint. Dat was minder vlot gegaan dan verwacht, want googlemaps had moeite met het adres. Te voet zou het een twintigtal minuten stappen zijn, maar ik was moe en lui en dacht, ik neem gewoon een taxi. Ik wilde gewoon de eerste de beste taxi instappen die klaar stond aan het station, maar blijkbaar waren er duidelijk afspraken gemaakt tussen de taxichauffeurs onderling en diende ik de juiste taxivolgorde te respecteren. Door twee opeenvolgende taxichauffeurs werd ik naar de voorste taxi in de rij verwezen.

Toen ik een taxichauffeur gevonden had die me wilde laten meerijden, gaf ik hem het papier met het adres van mijn hotel. De GPS van de taxi vond het adres echter niet. Door mijn eigen problemen met google maps verbaasde mij dit niet echt, maar ik ging ervan uit dat taxichauffeurs de meeste hotels wel ongeveer wisten liggen. De taxichauffeur verontschuldigde zich en ging aan een collega de weg vragen. Ik voelde me eensklaps al veel minder op mijn gemak. Ik zag me al verloren rijden in Luxemburg, wanhopig op zoek naar het juiste hotel.

Na meer dan vijf minuten (en geloof me, dan duren minuten heel lang) kwam de chauffeur terug. We vertrokken, hopelijk naar de juiste bestemming. Ik volgde wat mee op mijn google maps kaartje. Niet eenvoudig, want het was donker en probeer dan maar eens straatnaamborden te onderscheiden. Opeens zaten we op de autostrade en toen kwam mijn gevoel van onbehagen terug, dit klopte volledig niet met mijn plannetje en de Portugese taxichauffeur kon Engels noch Frans. En mijn Portugees is onbestaande.

Dus probeerde ik wat met handen en voeten en in mijn beste Frans uit te leggen dat ik niet zeker was of we wel op de juiste weg zaten. Ik zag me al bij een verkeerd IBIS-hotel aankomen. Weet ik veel hoeveel IBIS-hotels er in Luxemburg zijn. Dus stopten we langs de kant van de weg en om het communicatieprobleem op te lossen, kreeg ik prompt een gsm in mijn handen geduwd. Aan de andere kant van de lijn verzekerde een Franstalige collega van de taxichauffeur mij dat we op de goede weg waren. We spraken af dat ik bij het hotel zou nagaan of ik de correcte bestemming had bereikt en dan pas zou betalen. Zo gezegd zo gedaan.

Tot mijn grote opluchting, bleek het hotel waar ik afgezet werd wel degeljk het juiste te zijn. Een les voor de toekomst: Google maps heeft niet altijd gelijk. Al een geluk dat ik niet geprobeerd had daar te voet naartoe te gaan. Het hotel lag pal aan de autosnelweg en een flink eind van het station verwijderd.

Opgelucht betaalde ik de chauffeur, nam mijn keycard in ontvangst en ging naar mijn rookvrije kamer waar een heel duidelijke rookgeur hing. Dégoutant. Doordat ik zo blij was het juiste hotel bereikt te hebben, had ik er niet meer aan gedacht een taxi voor de volgende ochtend te bestellen. Dus ik opnieuw naar het onthaal waar de heel onvriendelijke bediende een taxi voor me vastlegde. Ik geef toe dat mijn Frans niet meer is wat het geweest is, maar is dat een reden om mij half uit te lachen? Ik doe mijn best om jouw taal te spreken en je hebt me toch verstaan, of niet soms?

Terug naar mijn kamer, waar de keycard dienst weigerde en ik bijgevolg voor gesloten deur stond. Ok, ik heb de magneetstrip misschien iets te lang in de gleuf laten steken, maar ik zal toch heus niet de enige zijn die dat al overkomen is. Terug naar beneden, waar ik een preek kreeg van de bediende aan het onthaal dat ik mijn kaart te lang in de gleuf had gestoken. Hallo, ik ben nog altijd klant, he, een klein beetje vriendelijkheid, is dat te veel gevraagd? Het kostte hem welgeteld twee seconden om het euvel te herstellen. Wie werkt er nu trouwens nog met van die ouderwetse magneetkaarten?

Enfin, ik geraakte verder zonder problemen op mijn kamer waar ik helaas knarsentandend moest vaststellen dat er geen internet was. En dat voor een hotel dat zich, vermoed ik, voornamelijk richt op business travellers. Ben uit pure miserie dan maar vroeg gaan slapen. Maar eerlijk is eerlijk, ik heb geslapen als een roosje.

Hoe we bijna verloren liepen

Het is een typisch groepsfenomeen. Iemand loopt een bepaalde richting uit en de rest volgt zonder nadenken. Als lemmingen. Het overkwam ons aan het begin van onze wandeling. Al snel had ik, met de wegbeschrijving in de hand, door dat er iets niet klopte. Jammer genoeg vielen mijn opmerkingen eerst in dovemansoren. Op een gegeven moment begon het ook bij anderen te dagen dat er iets niet klopte. De groep viel in twee delen uiteen. Eén deel keerde op zijn stappen terug. Het andere deel bleef dapper voortgaan. Ook ik ben een lemming, want mijn vriendjes zaten in het deel dat bleef verder gaan en dus volgde ik, tegen beter weten in.

Tot we in het metrostation kwamen, dat duidelijk niet het metrostation was dat in onze wegbeschrijving stond. Eindelijk slaagde ik erin wat mensen te overtuigen en de groep splitste weer in twee. Ik keerde met mijn volgelingen op onze stappen terug om de juiste weg te zoeken. De andere helft besloot de metro te nemen en ergens over te stappen op de juiste lijn.

Het terugkeren bleek een goed idee te zijn, al snel vonden we de juiste weg en we zagen allerlei prachtige art nouveau woningen en een schattige marktje. En wonder boven wonder, we vonden het juiste metrostation en wie zat er in de metro die we nog nét haalden? De twee andere groepen. And there was much rejoicing.

De rest van de dag heb ik de navigatie op mij genomen. We zijn niet meer verloren gelopen. 😉

Een weekend Den Haag

Het weer wilde niet echt meewerken. Op het strand van Scheveningen werden we zelfs verrast door een kleine wolkbreuk. Maar het gezelschap maakte dit alles meer dan goed. We werden geweldig in de watten gelegd door vrienden E en L en hun schattige dochter M. Al lukte het me dit keer niet om op slinkse wijze achter het geslacht van de nieuwe baby te komen. We zullen moeten wachten tot december…

Een weekendje Condroz – zondag

Onze laatste dag in Château de Vierset. Na het ontbijt kregen we een rondleiding van de heer des huizes. De nieuwe kasteelheer, een architect, praatte vol liefde over het gebouw dat hij met zijn eigen handen en veel oog voor detail gerestaureerd heeft. Voor de huidige eigenaars het kochten, deed het kasteel dienst als vakantiekolonie. Je kan je wel voorstellen hoe het gebouw er aan toe geweest moet zijn… Zes jaar lang heeft de nieuwe eigenaar bijna elk weekend in het gebouw gewerkt om het in zijn originele staat te herstellen. Kamer voor kamer werd gerestaureerd. De natuurstenen vloeren kregen hun oude glans terug. De eiken vloeren werden opnieuw behandeld. Hij leerde zelfs bladgoud aanbrengen om de versieringen op de muren te herstellen. Het merendeel van het werk deed hij zelf. Hij dacht nog eens zes jaar nodig te hebben om alles tot in de puntjes af te werken. Het was fantastisch om naar deze gepassioneerde man te luisteren.

Na de rondleiding, die veel langer duurde dan verwacht – de mens raakte niet uitgepraat over zijn kasteel- pakten we onze spullen bijeen en vertrokken naar een volgend kasteel, het kasteel van Modave. Wat een pracht! Het kasteel is momenteel in het bezit van watermaatschappij Vivaqua, een beetje reclame voor zuiver water moesten we er dus bijnemen. 😉 Het kasteel is gelegen op een rotspunt die 60 meter boven de vallei van de Hoyoux uitsteekt. Je hebt er een magnifiek uitzicht over de omgeving. Naast het uitzicht maakt vooral het stucwerk van Jan Christiaan Hansche (yep, dezelfde als die van de abdij van ‘t park) indruk. Ik hoefde zelfs niet te luisteren naar de audiogids, ik herkende zijn werk meteen.

We aten een pannenkoek in de kelders en vatten het vervolg van onze Route Romantique aan. Op het einde raakten we echter definitief het spoor bijster en besloten we terug te keren richting huis. Het was een bijzonder geslaagd weekend. Het is waar, je hoeft niet altijd ver te gaan om leuke dingen te zien en te beleven.

Een weekendje Condroz – zaterdag

We hadden er strategisch voor gekozen pas om half tien op te staan en wat later aan de ontbijttafel plaats te nemen, in de hoop dat de praatgrage gastvrouw tegen dan al andere gesprekspartners zou gevonden hebben en we rustig van ons ontbijt konden genieten. De ontbijttafel was gedekt met een uitgebreid aanbod aan brood en spijzen. Het was echter duidelijk dat het vlees en de kaas er al een tijdje stonden. Niet zo smakelijk als het warm is. Ik hield het dus bij voorverpakte kaasjes. Ik heb namelijk een heilige schrik om een voedselvergiftiging op te lopen. Van de gastvrouw hadden we gelukkig geen last. Dat deel van ons plan was geslaagd.

Na het ontbijt trokken we opnieuw richting Huy voor een ritje in de téléférique met een tussenstop in het fort dat boven de stad uittorent. Het Fort werd in 1818 door de Nederlanders gebouwd op de plek waar vroeger een kasteel stond. Het enige overblijfsel van het oude kasteel is een waterput van 90 m diep die in de 16de eeuw uit de rotsen werd gehakt. Het was zaterdag en het was ongelooflijk rustig. Het leek wel alsof we de enige mensen waren die zin hadden in een ritje met fabelachtig uitzicht op Huy en de Maas. Na enkele minuten wachten, daagden er nog wat mensen op en vertrok de meer dan vijftig jaar oude kabellift naar boven. Het antieke bakje deed zijn werk en bracht ons veilig en snel naar boven. Daar liepen we een tiental minuten rond, net lang genoeg om een mooi kerkje te bezoeken en dan was het alweer tijd om naar beneden te gaan.

Het was duidelijk dat de man die de lift bediende niet echt de zwaarste job ter wereld had, de téléférique opende pas om elf uur en om kwart na twaalf was het alweer middagpauze. Misschien verklaarde dat de geringe drukte. Halverwege op de terugweg naar beneden stapten mijn vriend en ik uit voor een bezoekje aan het Fort. Grappig dat de mensen die samen met ons naar boven en naar beneden gegaan waren, vlak voordat we uitstapten, in het Frans tegen mekaar zeiden dat er nooit iemand dat Fort bezocht. 😉

Het Fort op zich was in zeer goede staat. De oude put was echt indrukwekkend. Het moet een hels karwei geweest zijn om een put van 90 m diep in de rotsen uit te hakken. Het Fort was van mei 40 tot 5 september 44 een gevangenkamp van de Duitse Wehrmacht. Nu doet het Fort dienst als museum dat de gruwelen van de concentratiekampen en de heldendaden van het verzet in de kijker zet.

De tentoonstellingen in het Fort waren zeer uitgebreid en gestoffeerd met talrijke foto’s, documenten en andere artikelen. Het geheel leek echter opgezet in de jaren 60. De motten hadden aan de uniformen van de poppen gevreten, de foto’s van de concentratiekampen waren vergeeld (wat ze minder confronterend maakte), de artikelen uit de kranten moeilijk leesbaar. Heel de tentoonstelling ademde vergane glorie uit. Iemand had ooit veel tijd in het opzetten van dit alles gestoken, maar daarna was er niets meer veranderd. Wat wel indruk maakte waren de gevangeniscellen. Brrr, om in zo’n donker hok opgesloten te zitten, ik mag er niet aan denken.

We bleven slechts drie kwartier in het Fort. Niet lang genoeg om alles in detail te zien, maar we hadden geen zin om tijdens de ganse middagpauze van de kabelliftbediener in dit verouderde museum te blijven rondhanden. We lieten Huy achter ons en begonnen aan de route romantique, een route van 118km uitgestippeld om met de wagen te doen. Gelukkig hadden we een GPS en een afgeprinte versie van de route, want de bordjes die onderweg de route aangaven waren meer niet dan wel aanwezig. Geen erg, op de GPS gaven we ongeveer de volgende bestemming in en we reden verder tot we opnieuw een bordje tegen kwamen.

De route romantique bracht ons langs oude romaanse kerkjes, versterkte kasteelhoeves, prachtige landschappen, mooie kastelen en pittoreske dorpen. De Condroz heeft het allemaal. Elke bocht bracht ons een nieuwe fotogeniek uitzicht. Jammer dat tijdens het genieten van al dat natuurschoon het snot voortdurend uit mijn neus liep. We moesten regelmatig stoppen aan een vuilbak om ons van volgesnoten papieren zakdoekjes te ontdoen. Niet echt romantisch. 😉

‘s Avonds had ik gereserveerd in Le Coq aux Champs, een restaurant met een Michelinster. We hadden ons fris gewassen en piekfijn uitgedost voor deze gelegenheid. Het was de allereerste keer dat mijn vriend en ik in een restaurant met een ster aten en we hadden er allebei naar uitgekeken. Eerlijk, de gerechten op de kaart zeiden me niet zo veel, maar we besloten all the way te gaan en de menu met vijf gangen te nemen. Mijn vriend ging voor de aangepaste wijnen. Ik hield het bij een aperitiefje met champagne en het stiekem nippen aan de wijn van mijn vriend. Ik was namelijk bob die avond.

Niets dan lof voor Le Coq aux Champs. Het eten was fenomenaal! Het contrast met ons diner de dag ervoor in Li Cwerneu was toch wel groot. Niet dat het in Li Cwerneu niet lekker was, maar het eten in Le Coq aux Champs was duidelijk van een andere orde. Voor dezelfde prijs (190 euro) kregen we kleine kunstwerkjes op ons bord. Elke gang leek wel uit minstens drie verschillende gerechtjes te bestaan en de bediening had hier duidelijk wel hotelschool gevolgd. Het was allemaal zo bijzonder, zo speciaal. Jammer dat ik me van de wijnen moest onthouden, want die waren ook voortreffelijk.

Enige verstoring van een verder perfecte avond: een zatte madam die zich het aperitief, de wijnen en de twee (2!) digestieven iets te goed had laten smaken. Ze probeerde eerst een conversatie met mijn vriend te beginnen, maar die kon haar gelukkig afwimpelen door te doen alsof hij er niets van snapte. Vervolgens begaf ze zich al waggelend naar het toilet om zich onderweg verschillende keren recht te moeten houden aan de stoelen van andere gasten en daarna bij een tafel te blijven plakken om luid te verklaren dat ze haar anniversaire aan het vieren was. En haar tafelgenoot maar grinniken. Nu, ze zal zich wel geamuseerd hebben. Al vrees ik dat het de dag erna wat minder zal zijn geweest. 😉

Voor mijn archief, wat wij aten:

Part de poisson sauvage selon la pêche du jour:  tomates du jardin/amandes fraîches/Bellota/mousseline de St Maure
Plein sud: gambas à la plancha/légumes en crus et cuits/risotto Carnaroli/ roquette/huile de bouillabaisse acidulée
Homard Breton: oignons doux/huître d’été Gillardeau/truffe/crémeux de pomme de terre
Canette des Challans: carottes de chez Ben/Gomasio noisettes, romarin/sauce Bigarde
Gourmandises: fraises et framboises, jus de fleurs et feuilles du jardin/ Choc’ô bon/bonbon violette

De desserts bleven trouwens maar komen. Toen we dachten dat we echt alles gehad hadden, vielen er nog enkele desserts uit de lucht, allemaal even verfijnd. Ik voelde me echt in de zevende hemel.

Een weekendje Condroz – vrijdag

Lang, lang, lang geleden (op 16 mei 2007 om exact te zijn) kregen we een bon voor twee overnachtingen in het Château de Vierset cadeau van de collega’s van mijn vriend. Allez, ‘t is te zeggen, we kregen een afgeprint specimen cadeau, want ze waren vergeten de echte bon op tijd te kopen. Nu, geen probleem, we zouden die bon beslist snel krijgen. Om de één of andere reden raakte dit feit echter in de vergetelheid, tot mijn vriend ergens begin dit jaar het specimen terugvond en zijn collega’s vriendelijk aan hun eerder gemaakte belofte herinnerde. Eindelijk hadden we de echte bon in ons bezit en konden we ons weekendje in de Condroz vastleggen.

Toegegeven, we hebben dit jaar al veel gereisd, maar meestal in gezelschap van anderen. Dit weekendje zou er eentje voor ons twee worden. We waren van plan er een ontspannen weekend van te maken, met lekker eten en voldoende tijd om met z’n tweeën romantisch te doen (al stak een heftige snotvalling daar een stokje voor). Alhoewel de Condroz op slechts een dik uur rijden van Leuven ligt, was de streek volledig onbekend terrein voor ons.  Niet meer dan een bijna vergeten term uit een oud aardrijkskundeboek.

Het Château de Vierset bleek nog mooier dan op de foto’s, al was het onthaal was mij net iets té vriendelijk. We werden een uur aan de praat gehouden door de gastvrouw die alle mogelijke clichés over haar vorige gasten ophing. Benieuwd wat ze over ons zal vertellen. Ze vond het nodig om met potlood aanwijzigingen voor de meest geschikte route op een blad te schrijven (!), ondanks onze vriendelijke geruststelling dat we echt wel een GPS hadden. Na ontsnapt te zijn aan de gastvrouw laadden we de auto uit en probeerden we het bed uit. Een zeer goed bed (uitzonderlijk als je uit gaat logeren) al was het wat aan de korte kant.

Daarna ging het richting Huy, een mooi stadje aan de Maas met een historisch centrum, een schitterende Onze-Lieve-Vrouwekerk een fort en een prachtig plein in het midden van de stad. Huy is uiteraard vooral bekend door de exploten van ex-burgemeester Anne-Marie Lizin. We speelden dan ook voor ramptoerist en bezochten de plek waar mevrouw Lizin de wagen van haar opvolgster ramde. Natuurlijk was er niets meer te zien. 😉 Het werd al snel duidelijk de mevrouw Lizin haar stempel op de stad heeft nagelaten. Er stond geen monument of gerestaureerd huis of er hing wel een plaatje aan dat dit alles te danken was aan mevrouw Lizin. Jawadde.

In Huy volgden we een uitgestippelde wandeling door het centrum tot we ergens het spoor van de sint-jacobsschelpen kwijtraakten. Geen erg, het was al bijna etenstijd en we hadden gereserveerd in Li Cwerneu, het piepkleine restaurantje van de Lady Chef of the Year 2008. In Li Cwerneu waren ze duidelijk nog niet klaar voor ons. De dienster was het terras nog aan het opzetten en vroeg of we binnen een tiental minuutjes konden terugkomen. We deden nog een ommetje en kregen daarna een fijne menu van vijf gangen voorgeschoteld voorafgegaan door een aperitief van het huis. Het meest gedenkwaardige gerecht was de opener: groentjes gegarneerd met bloemen. Heel bijzonder.

Voor mijn archief, dit aten we:

Cuisine Intitive

Dégustation de micros préparations cuisinées en différentes formes, selon mes cueillettes et recherches.

Couleurs / Saveurs / Joie / Légumes et Fleurs du Jardin
Cru de Thon Rouge Blue Fin / Agrumes / Fraise / Citron Vert
Maquereau Breton / Aubergines Blanches / Echalotes / Herbes
Variation de Pintadeau des Landes / Sauge / Petits Pois
Assortiment de quelques Fromages affinés pas Pierre d’Aubel (voor mijn vriend) en Envie de Sucré (voor mij)

Als uitsmijter:

pshuy

BGGD #14

Eindelijk nog eens een Brussels Girl Geek Dinner in onze sympathieke hoofdstad! Ik heb het even opgezocht, het was al bijna een jaar geleden dat ik nog een Girl Geek Dinner bijwoonde. Maar dit keer had ik op donderdagavond 13 augustus geen enkele verplichting en zorgde ik ervoor dat mijn naam op de gastenlijst stond.

Met Els Vermang hadden de organisatoren een zeer boeiende spreker in huis gehaald. Vol passie sprak Els over de realisatie van de kunstwerken van LAb[au] waarbij gebruik gemaakt wordt van de modernste technologie. Van al de girl geek dinner-presentaties die ik al meegemaakt heb, vond ik dit één van de boeiendste. Al moest ik me tot het uiterste inspannen om alles goed te verstaan. De akoestiek in de Bozar liet te wensen over, zeker als je op de laatste rij zat (wat misschien niet zo’n strategische keuze was). De Dexia-toren in Brussel kende ik natuurlijk, maar het interactieve kunstwerk dat LAb[au] realiseerde met de verlichting van de toren, had ik om de één of andere reden gemist (waarschijnlijk omdat het rond de kerstperiode was). Jammer, want het spreekt me aan om als toeschouwer zelf te kunnen ingrijpen in een kunstwerk.

Vóór de uiteenzetting van Els Vermang pikte ik nog de tentoonstelling van de Young Belgian painters Award 2009 mee. Niet alle werken spraken me aan. Sprongen er voor mij uit: de foto’s van Winterslag van Lara Mennes (het Limburgse mijnverleden boeit me sowieso), het grappige kaartenkasteel van Caroline Pekle (ik heb me moeten inhouden om het geen duwtje te geven) en de fascinerende installatie Frameworks 5x5x4 van Els Vermang.

De avond werd afgesloten met lekkere, verzorgde broodjes, stukjes quiche, gazpacho, glaasjes witte wijn, dessertjes en fijne gesprekken. De Bozar mag nog eens een girl geek dinner hosten, wat mij betreft. 😉

Rest me nog Clo te bedanken voor alweer een geslaagd event.