Goede voornemens

Meestal doe ik daar niet aan. Maar toen mijn disgenoten bleven aandringen, kon ik mits een beetje denkwerk op één goed voornemen komen: mij meer focussen. Ik neem veel hooi op mijn vork, misschien soms een beetje te veel, waardoor ik er niet in slaag iets écht goed te doen. Mijn grootste frustratie is nog steeds dat ik in niets uitblink, maar misschien ligt dit louter en alleen aan mezelf. Om in iets te kunnen uitblinken, moet je in dat iets tijd investeren en mijn tijd wordt maar al te vaak in kleine stukjes gekapt en over veel te veel dingen verstrooid.

Focussen dus. Al vrees ik dat dit een aartsmoeilijke opgave zal zijn. Want dat wil zeggen dat ik keuzes zal moeten maken en (gasp!) dingen zal moeten schrappen en iedereen weet dat dit niet mijn sterkste punt is. I want it all and I want it now.

Beu

Gisterenavond zijn we nog maar eens een pasgeboren baby gaan bezoeken. En hoewel ik niets tegen baby’s an sich heb, wat sommige mensen ook mogen denken, de ziekenhuisbezoekjes beginnen mij een beetje tegen te steken. Altijd dezelfde vragen moeten stellen: hoe was de bevalling, hebben jullie lang nagedacht over de naam, was het moeilijk om het geslacht geheim te houden, op wie lijkt ze het meest, drinkt ze goed, komt de borstvoeding goed op gang, heb je epidurale genomen, is ze een beetje gewicht kwijt geraakt na de geboorte, heeft ze last van krampjes na het eten, zijn de grootouders trots? 

Ik kan zo’n bezoek langzamerhand al dromen, antwoorden inbegrepen. Zwangerschappen, bevallingen en baby’s, ik weet er alles van. En dan te bedenken dat ik zelf geen enkele ambitie in die richting heb.

Yikes

Straks komt er iemand bij ons logeren en wij waren dat helemaal vergeten. Rap, rap, rap als een wervelwind door ons huis gehold om de grootste rommel weg te werken. En snel, snel, snel, de lakens van het logeerbed afgenomen en in de was gedaan zodat ons logé in een deftig bed kan slapen.

Nog anderhalf uur en dan zitten we achter de feestdis. Tijd voor damage control.

Rome

Dankzij een tip van de toekomstige schoonbroer (van mijn vriend, niet van mij, zolang we niet getrouwd zijn, kan er ook geen sprake zijn van schoonfamiliebanden 😉 ), leerden mijn vriend en ik de serie Rome kennen. Vroeger, toen ik nog Latijn studeerde, was ik een hevige fan van het klassieke Rome. Ik las alles wat ik maar te pakken kon krijgen over deze periode en was erg onder de indruk van de reconstructie van de Romeinse Colonia Ulpia Traiana in Xanten. De laatste jaren bekoelde deze liefde echter. Ik kreeg andere interesses en het Oude Rome was voor mij iets van het verleden.

En toen ontdekten we de serie Rome. De makers hebben kosten nog moeite gespaard om het oude Romeinse Rijk te laten herleven. Wat een genot om die historische personages op onze muur (projector, weet u wel) hun duivelse plannen te zien smeden. De beelden zijn soms zo gruwelijk realistisch dat je bijna de geur van bloed ruikt. Lang vergeten Latijnse teksten, geschreven door Julius Caesar himself, spelen weer door mijn hoofd. En zelfs al weet ik hoe deze eerste reeks zal aflopen, ik kijk met spanning uit naar de laatste aflevering.

Er gaat niets boven een uurtje vluchten naar een ander tijdperk.

Kerstkitsch

Jaja, het is weer zover. We worden om de oren geslagen met melige kerstliedjes, de kerstverlichting flikkert stroboscopisch, mannen met witte baarden duiken te pas en te onpas op, rode hoofdtooien met witte accenten lijken de nieuwe rage en de geur van glühwein overheerst. Kerstmarktentijd!

En weten jullie wat? I like it! Bijgevolg was ik vanavond te vinden op de Leuvense kerstmarkt. De kraampjes waren nog maar pas open en de grote massa was er nog niet. Alle tijd om zonder dringen de kerstkitsch in ogenschouw te nemen, een overheerlijke geflambeerde Bretonse pannenkoek met warme gekaramelliseerde appeltjes en vanille-ijs te verorberen en zomaar wat rond te lopen.

Als je zomaar wat rondloopt, kom je vaak onverwacht leuke dingen tegen die het moeilijk maken de knip op de portemonnée te houden. Na het traditionele kaarsje voor het goeie doel, kochten we drie quiches, twee paar handschoenen met zo’n hoedje dat ze van vingerloze handschoenen omtovert tot wanten en een soort wonderkaarsjes die eeuwig zullen branden met behulp van slaolie en keukenpapier. Ja, gladpratende Hollanders, ik heb er een zwak voor. Dat en het feit dat de pyromaan in mij gilde: “hebben, hebben, hebben”. 😉

Morgen volgen foto’s van onze nieuwe vurige aankoop. Eerst slaolie kopen. 😉

Privacy, een heikel punt?

Interessant artikel bij Netsensei.

Ik vind dit een heel relevante discussie. Eerst en vooral denk ik dat het goed is dat mensen even stilstaan bij wat het eigenlijke doel is van zo’n klantenkaart. Als de consument dan goed geïnformeerd is, kan hij of zij de keuze maken om al dan niet zo’n kaart aan te vragen.

Aan de andere kant werk ik momenteel mee aan een (niet-commercieel) project waarbij het de bedoeling is informatie aan de klant te leveren die zo goed mogelijk aansluit bij wat die klant wil. En dan kom je automatisch terecht bij het analyseren van het gedrag van de klant op een website, eventueel gecombineerd met profielinformatie die de klant zelf vrijgeeft. Belangrijk in deze is volgens mij dat de klant goed geïnformeerd wordt over wat er met zijn gegevens gebeurt.

Naar mijn aanvoelen, gaan jongeren veel losser om met persoonlijke informatie dan ouderen. Ze zijn het immers gewoon altijd en overal profielinformatie achter te laten op honderd en één netwerksites. Daar waar ouderen de reflex hebben zich meer af te schermen.

Gelukkig bestaat er in België een wet op de verwerking van persoonsgegevens die elke Belg beschermt.