Wat een tamme bedoening

Zei de Nederlandse dame die in mijn buurt naar de Leuvense carnavalstoet stond te kijken. En ik kon haar geen ongelijk geven. Sommige carnavalisten liepen erbij alsof ze zich stierlijk verveelden. Geen zot en uitbundig gedrag, neen, hier en daar een mooi ingestudeerd dansje, maar het merendeel van de stoet slofte gezapig voort.

Ik herinner mij dat ik als kind dol was op het bijwonen van de stoet en dan vooral op het verzamelen van alle snoep en prulletjes die de heren en dames carnavalisten naar het talrijk op gekomen publiek smeten. Vooral popcorn was zeer gegeerd. Niet omdat ik zo’n popcornliefhebber ben, integendeel, ik lust het goedje nog steeds niet, maar wel omdat ik de zakjes de maandag erna altijd uitdeelde aan mijn vrienden op school. Vaak was het vechten op leven en dood om een snoepje vast te krijgen. En je moest zorgen dat je goed op tijd was om een zo strategisch mogelijke plek te bemachtigen. Natuurlijk zijn deze herinneringen vervormd door de tijd, dat besef ik maar al te goed. Maar vandaag zag ik zelfs snoepjes die eenzaam alleen op straat bleven liggen. En iedereen had plaats zat om de stoet bewonderen. Alles verliep zo verschrikkelijk beschaafd. Ik heb zelfs niemand zijn duwen of trekken. De tijden veranderen.

Hopelijk gaan de carnavalisten vanavond op het Prinsenbal eens goed uit de bol, want dat is toch de essentie van carnaval.

Koud

Zondagavond besliste ik mijn winterjas definitief in de kast te hangen. Het ding is door veelvuldig gebruik veel van zijn vroegere luister verloren en eerlijk gezegd was ik de winter meer dan beu. De meteorologische lente was een goede aanleiding om definitief komaf te maken met die dikke winterjas.

Kou dat ik deze week al heb geleden, niet te doen.

Ergerlijk

Gehoord op het trouwfeest dit weekend. Iemand zegt tegen mijn vriend terwijl hij naar mij wijst: “Heb je je fototoestel moeten afgeven?” Kijk, daar kan ik mij dan zo ongelooflijk aan ergeren. Ten eerste is het óns fototoestel en ten tweede is fotograferen míjn hobby. Natuurlijk neemt mijn vriend ook foto’s, maar ik ben degene die de meeste foto’s neemt, achteraf de selectie maakt, de foto’s bewerkt, online plaatst en van commentaar voorziet.  Ik steek daar echt veel tijd in. Ik wil daar graag een beetje credit voor.

En dat overkomt mij niet alleen met foto’s. Ik krijg het ervan als men er automatisch vanuit gaat dat ik iets wel niet zal kunnen. Ik vermoed dat dit vooroordelen zijn die voortvloeien uit het feit dat ik een vrouw ben. Toegegeven, ik programmeer momenteel niet meer, maar heus, ik heb in mijn jonge jaren nog java geleerd, databaseschema’s opgesteld en connecties met databases gelegd. Ik ken het verschil tussen de programmeertalen en ik trek mijn plan in css, html, xhtml, xml en xslt.

Ik ben telkens weer beledigd als ik merk dat mensen mij onderschatten. Zie ik er dom uit of wat?

Studiekeuze

Stel dat je alles mag overdoen. Dat je opnieuw een studiekeuze mag maken. Zou je dan precies hetzelfde doen? Nu je weet wat je toen niet wist?

Die vraag stelt Nike aan haar lezers. Net als Lien wil ik hier graag een apart berichtje aan wijden.

Het antwoord op deze vraag is simpel: neen, ik zou niet precies hetzelfde doen. Ik zou voor een nóg bredere vorming gaan in mijn middelbare school opleiding. Ik ben ervan overtuigd dat de combinatie van Latijn en wiskunde de beste voorbereiding is op latere universitaire studies (waarvan ik altijd al geweten heb dat ik die zou doen). Jammer genoeg heb ik Latijn maar tot in het vierde middelbaar gevolgd, omdat de combinatie Latijn – 8u wiskunde in mijn school niet aangeboden werd.

Als een echt watje, koos ik voor mijn vertrouwde school en mijn vertrouwde vrienden en liet ik Latijn vallen voor de wiskunde. Ik heb daar nu nog altijd spijt van. Let op, ik was zeer goed in wiskunde. Bij het afstuderen zelfs een prijs gekregen voor dit vak. (De prijs voor Frans en Nederlands kreeg ik niet omdat er per leerling maar één prijs uitgedeeld werd, flauw, flauw.) Ik heb altijd het gevoel gehad dat ik mezelf de meest interessante jaren Latijn ontnomen heb. Tot en met het vierde leer je woordenschat en grammatica, maar in het vijfde en het zesde ga je echt de klassieken lezen. Ik zou die klassieken nu wel opnieuw ter hand kunnen nemen, maar ik kan ze niet meer lezen in hun eigen taal.

Voor mij is wiskunde het beste startpunt voor wetenschappelijke opleidingen en Latijn de beste basis voor talen. Ik merk in mijn taallessen aan het CLT dat die vier jaar Latijn het mij makkelijker maken om andere (Europese) talen te leren. Naamvallen en zo, fluitje van een cent, in Latijn hebben we dat allemaal geleerd. Verder ben ik ervan overtuigd dat het steeds mogelijk is ‘verkeerde’ keuzes recht te zetten. Wil je toch graag een wetenschappelijk richting doen aan de unief, maar volgde je in het middelbaar talen? Volg dan een voorbereidend jaar. Laat je keuzes daardoor niet beperken. En wat is nu een extra jaar op een mensenleven?

Een volgende vraag is of ik nog dezelfde studierichting zou volgen aan de unief. Dit vind ik een heel moeilijke vraag. Ik denk het wel, maar ik zou misschien wat harder studeren, wat meer naar de les gaan (of naar de les gaan, tout court) en wat minder uitgaan en sociaal actief zijn. Al heb ik in mijn studententijd zoveel fantastische mensen leren kennen dat ik daar een heel leven op verder kan teren. En natuurlijk heb ik tijdens mijn, toch wel wilde, studententijd mijn vriend leren kennen.

Ondertussen heb ik twee universitaire diploma’s op zak. Eentje in de richting toegepaste wetenschappen en eentje in de humane wetenschappen. En ik ben nu stevig aan het denken om daar misschien nog een diploma aan toe te voegen. Ik heb als kind nooit geweten wat ik wilde worden. En helaas, ik denk dat het nog steeds niet weet.