Status: grandioos mislukt. Grmbl.
persoonlijk
Gezocht: goed excuus
Ergens had ik het een beetje verwacht. Maar toen ik van enkele collega’s hoorde dat zij hun brief al ontvangen hadden, hoopte ik dat ik er niet bij zou zijn. Maar het is dus zover. Vorige week stak er een droog briefje in de brievenbus: of ik aub naar het politiekantoor kon gaan om daar de blijde boodschap op te halen. Brave burger als ik ben, stond ik zaterdagochtend in het politiebureau alwaar de dame in kwestie mijn brief helemaal niet terugvond. Stiekem hoopte ik op een administratieve fout. Die hoop werd echter door een voicemailboodschap op maandagochtend de kop ingedrukt.
Gisterenavond werd ik dan door een lang aangehouden beltoon opgeschrikt van mijn cursussen Russisch. Een politie-agent, die het nodig vond om twee minuten lang zijn vinger op de bel te houden, stond voor de deur, met de leuke mededeling dat ik kon gaan zitten. Hoera! Ik heb dus de eer en het genoeg om aangesteld te zijn als voorzitter van het stembureau. Ik mag zelfs zelf mijn secretaris aanduiden. Als dat niet mooi is!
Ik kan alvast een kruis maken over de babyborrel waarop we die dag uitgenodigd waren. De plicht roept. Om 7.15u wordt ik al verwacht in het stembureau. Wat een onchristelijk vroeg uur om op een zondag te moeten opstaan. En dat voor een schamel bedragje van enkele euro’s. Bah. Tenzij iemand mij een goed excuus kan bezorgen? Liefst snel?
Vrouwen!
Ik weet het, dit is een uitspraak die meestal uit mannenmonden op te tekenen valt, maar echt, soms begrijp ik ze zelf niet, mijn seksegenoten. Een klein voorbeeldje uit de Russische les van vorige week.
We kregen een oefening waarbij we op basis van gegeven antwoorden, een vraag moesten formuleren. Dit alles in het Russisch, dat spreekt voor zich. Het eerste antwoord was (vertaald uit het Russisch): “Neen, ik ben allergisch aan chocolade.” Blijgemutst stel ik aan mijn compagnon (de oefening moest per twee gemaakt worden) voor om als vraag te nemen: “Ben je allergisch aan vruchten?”
Het meisje in kwestie was echter niet akkoord met het woord “vruchten”. Ze vond dat daar “noten” of een andere allergie-opwekker moest staan. Allemaal goed en wel, maar we hebben het Russische woord voor “noten” nog helemaal niet geleerd. Dat zei ik haar dan ook en ik vulde dit aan met de zin: “Dat maakt toch helemaal niet uit wat daar staat, zolang de zin maar klopt.”
Schiet dat mens daar uit haar slof: “Dat maakt wel uit! Ik kan daar dood van gaan!” Euh, jah. Ik ken nog mensen met notenallergie, maar is dat een reden om zo uit je krammen te schieten? Ik was helemaal verbouwereerd. Wat ik zag als een onschuldige opmerking, was helemaal verkeerd gevallen. Kan ik nu weten dat zij allergisch is aan van alles en nog wat? En de relevantie hiervan voor de oefening is me nog steeds niet duidelijk. Mijn zin was grammatikaal perfect. Wat heeft het dan voor zin om in het woordenboek te gaan zoeken naar een beter woord, terwijl we maar een paar minuten voor de ganse oefening hadden?
Enfin, de rest van de vragen heb ik dus alleen mogen verzinnen, terwijl de juffrouw naast mij in staking was. Belachelijk.
Dromen
Vroeger had ik de meest waanzinnige dromen. Tegenwoordig is dat anders. In de droomflarden die ik me nog herinner, spelen het werk en mijn collega’s steeds de hoofdrol. Niet dat ik geen toffe collega’s heb of zo, maar in mijn dromen word ik liever niet met werksituaties geconfronteerd. Daar heb ik overdag al genoeg mee te maken. Bring back de goeie oude vliegdromen!
Waarom ik niet op de twiist-afterparty was
Omdat mijn dag gisteren er zo uit zag:
- Drie kwartier vroeger opstaan dan gewoonlijk.
- Vergadering van 9.30u tot 11.00u over een toepassing die gebruik zal maken van de eID.
- Samen met een collega te laat toekomen op een personeelsbriefing.
- Happy hour (‘s middags, go figure)!
- Snel middagmaal met de collega’s.
- Teamvergadering van 13.30u tot 15.00u.
- Brainstorm van 15.00u tot 17.00u.
- Nog enkele dringende mails beantwoorden en naar huis vertrekken.
- De trein naar huis nemen.
- Een kwartier op adem komen en richting Limburg vertrekken.
- Ziekenhuisbezoek.
- Zware gesprekken voeren in een bijzonder lawaaierige omgeving. Stijlvolle brasserie, lekker eten, maar je moet wel schreeuwen om je verstaanbaar te maken. Vermoeiend en niet leuk.
- Thuiskomen rond 23.15u.
- Je afvragen of een afterparty er nog bij kan.
- Beslissen dat je bed opzoeken een beter idee is.
- Stiekem een beetje spijt hebben dat je er niet bij was.
Rookvrije cafés nu!
Vanavond na de laatste les Russisch ben ik nog iets gaan drinken met de juffrouw en de medestudentjes. De juffrouw wilde per sé trakteren, dus wie ben ik om haar dat plezier niet te gunnen. 😉
Jammer genoeg was er geen plaats in het rookvrije café waar we meestal iets gaan drinken. Daardoor konden we niets anders dan uitwijken naar het niet-rookvrije café vlakbij. Jammer dat de cafés in de buurt van het CLT niet dikker gezaaid zijn. Als het aan mij gelegen had, dan had ik graag een wandeling door de regen gemaakt om een café met beter luchtomstandigheden te vinden. Maar in groep moet je je aanpassen, dus probeerde ik niet al te hard te denken aan de gevolgen van passief roken.
Het was een heel gezellige avond, maar de gevolgen zijn duidelijk merkbaar: ik stink van kop tot teen naar de sigarettenrook. Walgelijk.
Moederdag
Vier moeders hebben mijn vriend en ik gisteren in de bloemetjes gezet. Drie daarvan waren heel blij met hun cadeautje. De vierde barstte in hartverscheurend gejammer uit. Of het iets met het cadeau te maken had, met het concept moederdag of met de hele hopeloosheid van de situatie, ik zal het nooit weten. Wat ik wel weet, is dat je er niet bepaald vrolijk van wordt.
Yesterday
Zo’n fantastische dag gehad, gisteren. Mijn collega’s waren stuk voor stuk superenthousiast met hun uitnodigingen voor ons feest, ik zag Dikkie doctor worden en tegelijkertijd was ik aanwezig bij een historisch moment voor de K.U.Leuven: de bekendmaking van de nieuwe rector. Ik stond met mijn kleine bescheiden fototoestel tussen al die professionele fotografen met hun dure camera’s. En vechten om een zo goed mogelijk beeld te maken van Mark Waer. Persjournalistiek, het is toch een vak apart. Ik zat daarna helemaal vol met adrenaline.
Om de adrenaline wat te laten zakken, dronken we nog een paar glaasjes op de receptie van Dikkie. Mijn vriend was aan de praat geraakt met een Japanner en tot onze grote vreugde konden we zelfs een (beperkt) gesprek in het Japans voeren. We kregen een compliment voor onze kennis van de taal, al weet je met die superbeleefde Japanners natuurlijk nooit of ze het echt menen. 😉 We hebben de Japanner onze meishi gegeven. Contacten in Japan zullen ons in de toekomst zeker nog van pas komen.
En ‘s avonds zaten we met een gezelschap van zes vrienden voor een groot scherm van de beste Star Trek film ooit te genieten. Zalig.
Proficiat dr. Dikkie!
Aan de kuchjes en de tics te merken, was hij duidelijk zenuwachtig, (toen nog) doctorandus Dikkie. En misschien was het niet zo politiek correct om de zwarte mannetjes in zijn presentatie met meer ziektes op te zadelen dan de niet-zwarte mannetjes 😉 , maar hij heeft het goed gedaan. De presentatie was duidelijk en begrijpbaar, zelfs voor iemand zoals ik, die al jaren geen statistiek meer gedaan heeft. En Dikkie kreeg van Bart De Moor het beste compliment ever: deze doctoraatsthesis was zo goed dat hij geschreven kon zijn door een ingenieur. 😉
Proficiat doctor Dikkie!
10 jaar
Ongelooflijk. Het lijkt nog helemaal niet zo lang geleden: die eerste kus, die eerste weken toen alles nog nieuw en avontuurlijk was. We zijn veranderd sinds die dag. Volwassener geworden. Het zorgeloze is verdwenen. Het waren geen tien jaar met alleen maar rozengeur en maneschijn. Maar ik meen te mogen zeggen dat de minder mooie momenten ons sterker gemaakt hebben.
Bedankt om mijn rots in de branding te zijn, schatje!