Voor wie al de reisverhalen van ons culinaire tripje naar Piemonte en onverwachte uitstapje naar Lugano nog eens wil nalezen, heb ik deze gebundeld op één pagina.
op reis
Van Milaan naar Lugano – 1 april 2019
Ik ga er niet om liegen: het opstaan om 6u deed pijn, veel pijn. We pakken onze spullen bijeen en zorgen dat we na het uitchecken in pole position staan wanneer het ontbijt opent om 6.30u. In een snel tempo steken we wat eieren en fruit binnen om ons vervolgens naar het station van Milaan te begeven.
We zijn mooi op tijd voor de trein van 7.10u, die stipt vertrekt op het voorziene uur. Helaas doet zich onderweg een klein akkefietje voor met een passagier die onwel wordt en dient geëvacueerd te worden. Daardoor lopen we meer dan een half uur vertraging op, die we onderweg niet meer kunnen inlopen. Mijn vriend zal dus zeker te laat zijn voor zijn conferentie in Lugano.
In Lugano aangekomen is het even zoeken naar de makkelijkste weg om naar ons hotel te geraken. Het hotel bevindt zich vlakbij het station, dus op papier lijkt dit een makkelijke opdracht. Lugano is echter gebouwd op verschillende heuvels die aflopen naar het meer, waardoor de hoogteverschillen aanzienlijk zijn en het niet altijd even makkelijk is om googlemaps correct te interpreteren.
Gelukkig moeten we niet al te lang zoeken en vinden we het Federale Hotel snel. We zijn blij om aan de receptie te vernemen dat we al dadelijk op de kamer mogen. Kunnen we ons wat opfrissen alvorens aan de dag te beginnen. Mijn vriend vertrekt naar zijn conferentie en ik neem mijn spullen bijeen om Lugano te verkennen.
Ik begin mijn bezoek aan Lugano met een moment van bezinning in de met mooie fresco’s versierde kathedraal. Vanaf het terras van de kathedraal heb je ook een mooi uitzicht over het meer. Ik wandel door de kronkelende straatjes verder naar beneden tot aan de oever van het meer. Mijn eerste indrukken van Lugano zijn zeer positief: wat een charmant stadje! De stralende lentezon op mijn gezicht helpt natuurlijk ook.
Langs de oevers van het meer loop ik verder tot aan het LAC (Lugano Arte e Cultura) museum, een hypermodern gebouw dat me wel kan bekoren. Ik loop de Kirche Santa Maria degli Angioli binnen die van boven tot onder beschilderd is met schitterende fresco’s van de hand van Bernardino Luini, een leerling van Leonardo da Vinci. Zeer indrukwekkend. In de kerk is een dame bezig met de restauratie van de fresco’s, een precisiewerkje dat niet aan mij besteed zou zijn.
Door een groep toeristen te volgen ontdek ik naast de kerk een oude pandgang van een klooster die nu ingewerkt is in de binnentuin van een appartementencomplex. In de pandgang ontdek ik redelijk goed bewaard gebleven overblijfselen van fresco’s uit de 16de eeuw. De fresco’s getuigen van de rijke geschiedenis van Lugano.
De zon blijft haar beste beentje voorzetten en ik zet mijn tocht verder langs het meer in de richting van een mini-versie van de Geneefse Jet d’Eau. Ik wandel op mijn gemak en hier en daar las ik op een bankje een pauze in om te genieten van het mooie uitzicht op het meer en de bergen. Wat een fantastische plek moet dit wel niet zijn om te wonen. Wat mij betreft is Lugano mooier dan Genève. De sfeer in Lugano is ook gemoedelijker dan in het chique Genève.
De promenade langs het meer stopt bij de Jet d’Eau, dus noodgedwongen keer ik op mijn stappen terug. Ik loop de promenade in de omgekeerde richting af tot het uiterste puntje van Parco Ciani, alwaar mensen in badpak zitten te zonnen. Jawel, zo warm is het dus. Na deze fijne wandeling heb ik wel een gelato verdiend, denk ik zo. Via googlemaps kom ik terecht bij -9° Gelato Italiano, een prachtige winkel alwaar het ijs uit van die klassieke zilverkleurig tonnetjes geschept wordt. Ik zet me buiten op hun terras en smul van mijn ijsje met mango en melkchocolade.
Van mijn vriend krijg ik het bericht dat hij net in pauze is. Ik ben vlakbij (de conferentie vindt plaats in een gebouw in het Parco Ciani) en besluit even dag te zeggen tegen hem en zijn collega. Ze zijn zelfs zo vriendelijk om een beetje fruit voor mij te pikken van het buffet.
Omdat ik voor morgenochtend nog geen vervoer naar de luchthaven geregeld heb, besluit ik dit eerst af te handelen. Ik keer op mijn gemak terug naar het hotel en loop hier en daar nog een kerk binnen om het interieur te bewonderen. Om mezelf een steile klim naar boven te besparen, neem ik de funiculare. Een kort ritje dat me flink wat tijd uitspaart.
In het hotel informeer ik naar de mogelijkheden om op de luchthaven te geraken. Mijn vlucht vertrekt om 8.54u en het duurt (zonder file) ongeveer een uur om van Lugano in Malpensa Airport te geraken. De dame aan het onthaal zegt me dat ik zeker twee uur op voorhand op Malpensa moet zijn, maar dat lijkt me ietwat overdreven voor een korte Europese vlucht. Om half zes vertrekken, lijkt me redelijk. Ik informeer naar de kostprijs van een taxi en val bijna achterover wanneer de dame mij deze meedeelt: 280 CHF! Voor dat bedrag kan ik een paar keer op en af vliegen. Het alternatief is de shuttle bus naar de luchthaven, die kost slechts 25 CHF. Helaas heeft de shuttle bus één klein nadeel: deze vertrekt om 3.45u. Ik slik, maar besluit toch maar door te bijten. Opstaan om 3 uur ‘s nachts, daar wordt een mens hard van (ik háát vroeg opstaan).
Ik ga alvast poolshoogte nemen bij het station van Lugano om te kijken waar de bus vertrekt. Het lijkt me niet wenselijk om in het holst van de nacht met een valies en een zware rugzak aan een zoektocht te moeten beginnen. Ik zie vóór het station een kleine pendelbus staan met daarop Milaan Malpensa: gevonden!
Ik neem de funiculare terug naar beneden en ontmoet mijn vriend en zijn collega aan het conferentiecentrum om samen het avondmaal te nuttigen. We maken een korte wandeling door Lugano, want het is de eerste keer dat de collega van mijn vriend hier komt en het zou zonde zijn om niets van deze mooie stad gezien te hebben. Voor mij is het trouwens ook mijn eerste bezoek aan Lugano, maar na een halve dag rondwandelen, voel ik mij al een hele expert. Ik laat hen zelfs trots de door mij ontdekte fresco’s zijn.
Voor het avondmaal komen we terecht in een restaurant dat geheel toevallig dezelfde naam heeft als het hotel waarin we verblijven: Federale. Ik bestel een risotto met vis en paddenstoelen, kwestie van nog een laatste keer van de Italiaanse keuken te genieten. Eén van de betere risotto’s die ik al gegeten heb, trouwens. Mijn bord is leeg op een zucht. (Op het ijsje en fruit na heb ik sinds het ontbijt niets meer gegeten).
Na dit heerlijke avondmaal heb ik nog net een plekje voor een gelato (wel iets minder lekker als die van deze namiddag). Decadent, ik besef het.
Na nog een korte wandeling keren we met de funiculare terug naar het hotel, kwestie van toch nog een beetje slaap mee te pikken alvorens de wekker om 3 uur ‘s nachts afloopt. Ik zet alles klaar voor het vertrek zodat ik mijn vriend niet al te zeer moet storen in het holst van de nacht.
Dit onvoorziene uitstapje naar Lugano was wat mij betreft alleszins een schot in de roos.
Formaggi di Moasca, Villa Prato in Mombaruzzo en Cascina Vallegia – 31 maart 2019
Laatste ontbijt in La Mussia voor mijn vriend en mezelf. De rest van ons gezelschap mag er, dankzij de staking van de luchtverkeersleiders nog een extra dagje Piemonte bij doen. Ik moet zeggen dat deze trip enorm goed is meegevallen. Bijzonder sympathiek gezelschap, heerlijk eten en ik heb erg veel bijgeleerd over de streekproducten van Piemonte. Het is altijd inspirerend om mensen met een passie voor hun product aan het woord te horen.
Alweer het busje in met onze ondertussen vertrouwde chauffeur Marcello. Eerste halte van de dag: kaasboerderij Formaggi di Moasca. Een jong koppel baat deze boerderij uit en geeft ons een rondleiding. We zien geiten (uiteraard, want ze maken geitenkaas), paarden, schapen en lammetjes, kippen en hangbuikzwijnen. En jawel, daarna is het tijd voor een geitenkaasproeverij. Achtereenvolgens proeven we capreggio, taleggio en cacciotta. Allemaal lekker! Het obligate glaasje rode wijn laat ik ditmaal aan mij voorbij gaan, maar voor een yoghurt ijsje is er altijd wel plaats. 😉
Terug ons busje in en op weg naar de volgende bestemming: Mombaruzzo, alwaar ons een gastronomische lunch wacht. Alvorens weer maar eens de voeten onder tafel te schuiven, maken we een korte wandeling door Mombaruzzo. Van al de Italiaanse dorpjes die we tot nu toe bezocht hebben, kan Mombaruzzo mij het minst bekoren, maar het uitzicht vanaf het terras van Villa Prato (uitgebaat door de eigenaars van Distellerie Berta) dát is wel fenomenaal.
Onze groep krijgt een tafel toegewezen in de keldergewelf. En jawel, naar goede gewoonte worden we niets dan lekkers voorgeschoteld. En natuurlijk mag een goed glas wijn daarbij niet ontbreken. Het culinaire hoogtepunt van onze trip, toch wel. Dit aten wij:
Peperone alla monferrina e vitello tonnato:

Ravioli quadri al ragú della tradizione:

stracotto di fassona al nizza con contorno di stagione:

Bunet con riduzione ai lamponi:

Na het dessert worden we door de ober uitgenodigd om onze koffie of thee op het terras te nuttigen. In het zalige lentezonnetje leunen we achteruit met een goed glas grappa als afzakkertje. En de amaretti mochten uiteraard ook niet ontbreken.
De laatste stop van de dag is Cascina Valeggia in Moncalvo. Ik merk bij mezelf en mijn medereizigers een zekere proefmoeheid. Alweer salsicce en kazen, die in vergelijking met onze eerdere proeverijen ietwat tegen vallen. En ook over de wijnen zijn we matig enthousiast. Cascina Vallegia zelf is een grote winkel met veel streekproducten gelegen langs een drukke baan. Ik begrijp wel waarom deze locatie gekozen werd, ze ligt immers op weg naar de luchthaven, maar deze locatie is zoveel minder charmant dan al de vorige die we bezochten. Een beetje de proeverij te veel.
Cascina Vallegia is ook de plek waar we afscheid moeten nemen van onze medereizigers. Een taxi komt ons hier ophalen en zal ons naar Milaan brengen. We wensen de rest van de groep nog veel plezier en vertrekken naar Milaan, terwijl de rest van het gezelschap opnieuw in het busje stapt om terug te keren naar La Mussia.
Dit gastronomische weekend in Piemonte was echt een bijzondere ervaring. Ik heb enorm veel bijgeleerd over de Italiaanse keuken en alleen maar meer respect gekregen voor het harde werk dat er in elk met veel liefde gemaakt product kruipt.
De taxirit naar Milaan verloopt zonder problemen. We droppen onze spullen af in het Spice Hotel en gaan dan op verkenning in het station van Milaan. We moeten maandagochtend heel vroeg (7.10u) de trein nemen naar Lugano, daarom willen we ‘s ochtends vroeg geen tijd verspillen aan de weg zoeken in een groot en onbekend station. Plus, we moeten nog een ticket voor mij kopen. Prachtig station trouwens, letterlijk en figuurlijk grootse architectuur.
We wandelen nog een blokje om en kruipen vervolgens vroeg in bed. Na al de culinaire overdaad van de voorbije dagen, kunnen we dat avondmaal wel gewoon overslaan. 😉
Le Nocciola di Alba, Azienda Agricole Poggio en grappa-huis Berta in Mombaruzzo – 30 maart 2019
Vandaag ontdek ik dat er ook versgeperst fruitsap is bij het ontbijt. Op vraag voor ons geperst door onze gastvrouw Laura. Wat een verwennerij is dat hier.
Mooi op tijd zit iedereen in ons busje, klaar voor alweer een dagje kennis maken met de culinaire rijkdom van het mooie Piemonte. Ik maak me de bedenking dat we beslist wat vaker op reis moeten gaan naar Italië.
De Barolo en Barbera wijnen zijn zonder twijfel het meest bekende product van deze regio, maar wisten jullie dat Piemonte ook bekend is omwille van de hazelnoten? Ik ook niet, hoor. 😉 Nutella is trouwens één van de grootste afnemers van hazelnoten die hier geproduceerd worden.
Het ligt dus voor de hand dat we een hazelnoten boerderij bezoeken: Daniela van l’azienda agricola F.lli Molino toont ons zijn hazelaars, terwijl zijn dochter haar best doet om zijn uitleg van het Italiaans naar het Engels te vertalen. Ik denk echter dat ze nog een beetje harder moet studeren op haar Engels, want echt vlotjes komt het er niet uit. Tip van de dag: schrijf op voorhand de belangrijkste punten uit die je zeker wil meegeven aan je bezoekers en oefen dit op voorhand in.
Grappig: de hazelnotenboerderij verkoopt niet alleen hazelnoten en afgeleide producten, maar ook grasmatten. Dus feitelijk is dit een hazelnoten- en grasmattenboerderij. De boerderijhond loopt vrolijk met ons mee terwijl wij het frisse groen van de hazelaars bewonderen. Boer Daniela vertelt dat je tussen de wortels van deze hazelaars ook zwarte truffels kan vinden.
Voor het eerste deze reis hebben we een primeur te pakken: we zijn namelijk de eerste groep die een bezoek brengt aan deze boerderij. Dat we een beetje proefkonijnen zijn, merk je aan alles: het niet op elkaar ingespeeld zijn van vader en dochter, het geknoei met de proevertjes en het feit dat we in hun persoonlijke woonst naar het toilet moeten gaan. Maar dit soort beginnersfoutjes vallen in het niets bij de ongelooflijke gastvrijheid die de boer en zijn gezin uitstralen. We proeven van hun zelfgemaakte hazelnotenpasta’s: van honderd procent hazelnoten over zwarte chocolade naar een heel bijzondere combinatie van hazelnoten en peren. Vooral die laatste pasta vind ik heerlijk. En jawel, er wordt ook een flesje cider én een flesje rode wijn open gedaan.
Volgende halte: Alba, een prachtig historisch stadje waar het deze zaterdag markt is. Een gedeelte van de markt is voorbehouden aan streekproducten, maar verder is het een gewone markt met producten en kleding zoals bij ons. Ik zou graag nog eens terugkeren wanneer de marktkraampjes weg zijn, want nu vormen ze vaak storende elementen op mijn foto’s.
Aan kerken heeft Alba alvast geen gebrek, tijdens het anderhalve uur dat we hebben om Alba te bezoeken, lopen we maar liefst vier verschillende kerken binnen. Waarvan de Duomo di Alba (in feite een kathedraal) de meest indrukwekkende is.
Op het afgesproken tijdstip spoeden we ons naar de plek waar het busje ons komt ophalen. We treffen op het plein vlakbij de plaats van afspraak een aantal mensen van onze groep die zich een fijn plekje op het terras in de zon toegeëigend hebben. Ze hebben duidelijk niet veel zin om hun plek te verlaten en na wat wachten, besluit ik dan toch maar terug te keren om hen aan te porren in actie te komen. Succes, want even later zitten we allemaal in de bus en vertrekken we naar onze volgende bestemming.
Een prachtige busrit van 45 minuten doorheen een glooiend landschap later komen we aan bij Azienda Agricole Poggio in Castel Boglione. Het mooie berglandschap alleen al maakt het de rit meer dan waard. Matteo Poggio is een enthousiaste jonge wijnmaker die ons na een korte rondleiding doorheen zijn wijnkelders laat proeven van verschillende druivensoorten: dolcetto, barbera, moscato, nebbiolo en chardonnay (I know, dit is een Franse druif).
Terwijl we proeven voorziet hij ons van uitleg. Ook ditmaal krijgen we kazen, charcuterie en broodstokjes te eten bij de wijnen. Niet dat ik de kaas en charcuterie al beu ben, maar de omelet met spinazie en het paasgebak met spinazie en rijst waren wel mijn favoriete hapjes. De wijnen die ik hier proef krijgen van mij een welverdiende tweede plaats in de rangschikking toegewezen, na de wijnen die ik proefde bij Poderi Rosso Giovanni, de eerste dag.
En neen, onze dag zit er nog niet op. Na een busrit van 15 minuten stoppen we bij grappa-huis Berta in Mombaruzzo. De rondleiding hier doet mijn mond open vallen. Over het domein verspreid liggen de stokerij en de opslagplaatsen waar de grappa rijpt vakkundig ingewerkt in de heuvelrug. Maar dat is niet alles: het domein heeft een eigen kruidentuin om de grappa en likeuren van smaak te voorzien. Echt met elk detail is hier rekening gehouden: de opslagplaatsen waar de gigantische vaten liggen, worden via LED’s van verlichting voorzien. De steeds veranderende kleuren zorgen voor een bijzonder feeëriek schouwspel. Om de grappa optimaal te laten rijpen, wordt klassieke muziek gespeeld, omdat onderzoek zou uitwijzen dat dit de kwaliteit bevordert. Dat lijkt mij zever in pakjes, maar het zorgt wel voor een stemmig bezoek.
Na de rondleiding volgt het moment van de waarheid: de proeverij. Op dit vlak haalt Beccaris het moeiteloos van Berta, waar men bijzonder karig is met de proevertjes. Gelukkig compenseren de lekkere amaretti dat een beetje.
Ons laatste bezoek van de dag zit erop en we keren terug naar La Mussia, ondertussen een vertrouwde uitvalsbasis. En jawel, we zetten de traditie van het aperitief in de ondergaande zon verder. Al wordt het snel te fris voor mij en doen we binnen gezellig verder.
Vandaag eten we lasagne al ragù, brasato al barbera wine en panna cotta als dessert. Alweer een heerlijk staaltje Italiaanse kookkunst. Perfect gecomplementeerd door de wijnen die we vandaag kochten. Van het ene culinaire hoogtepunt naar het andere.
Bric Cenciurio in Barolo, Madere in Guarene en Distelleria Beccaris – 29 maart 2019
De dag begonnen met een ontbijt met boerderijproducten en een lekker roerei bij La Mussia. De grappa van gisteren zindert nog wat na in mijn hoofd en ik neem me voor het de komende dagen toch wat kalmer aan te doen. Kwestie van dit weekend heelhuids door te komen.
Na het ontbijt brengt onze chauffeur ons naar onze eerste stop van de dag: wijnhuis Bric Cenciurio in het charmante dorpje Barolo. We worden er vriendelijk onthaald door Alberto en starten met de eerste wijnproeverij van de dag. Eerlijk, om half elf ‘s ochtends staat mijn hoofd nog niet echt naar alcohol, maar omdat ik het zonde vind niet te proeven, besluit ik een klein slokje van elke wijn te nemen en de rest van het glas weg te gieten. Uitspuwen zoals de professionele wijnproevers gaat me nog net iets te ver.
De prosecco waarmee we beginnen is lekker, maar de witte wijnen weten me maar matig te bekoren. Eens we bij de rode wijnen aanbelanden, sluiten de wijnen al beter aan bij mijn smaakpalet. In totaal krijgen we maar liefst elf verschillende wijnen voorgeschoteld. Uiteraard vergezeld van salsicce en Parmezaanse kaas. We sluiten de proeverij af met een glaasje lekker zoete sprankelende rode schuimwijn. Een stevig begin van de dag. Wellicht komt het door het vroege uur, maar de wijnen die we bij Bric Cenciurio proeven, spreken me minder aan dan die van gisteren bij Poderi Rosso Giovanni.
Na de proeverij strekken we even de benen in Barolo. Het is vrij rustig in de straten, we bewonderen het Castello Falletti di Barolo en lopen tot aan een terras dat een mooi uitzicht biedt op de omgeving. Vlakbij bevindt zich een klein wijnmuseum dat gratis is en verrassend interessant. Het is duidelijk dat deze streek zich volop richt op toeristen die van wijn houden.
Als brave kinderen keren we terug naar ons busje dat ons naar de volgende stop van de dag brengt: Madere in Guarene. We komen aan op iets wat op het eerste gezicht een stoffig erf lijkt. Francesca Allessandria, de boer die ons rondleidt spreekt enkel Italiaans, maar heeft een tolk meegebracht om te vertalen naar het Engels. Wat het grappige effect heeft dat ik de uitleg telkens twee keer te horen krijg (de Italianen in Piemonte spreken heel duidelijk en zijn daardoor makkelijk verstaanbaar).
We maken een wandeling doorheen de wijn- en boomgaarden van het domein. Ook hier is het stoffig. De boer legt uit dat het al veel te lang niet meer geregend heeft en dat de natuur snakt naar wat verfrissend hemelwater. Ondanks het stof geniet ik van de wandeling in het zonnetje en de bloeiende appel-, perzik- en perenbloesems rondom ons.
Na de wandeling is het tijd voor, jullie raden het nooit: een proeverij! We beginnen met een glaasje perencider. Verrassend lekker en helemaal mijn ding. De sidré is gemaakt van Madernassa-peren. Daarna schakelen we over op een wijn gemaakt van een iets minder bekende druivensoort: dolcetto. Vroeger werd deze druivensoort veel gedronken, maar tegenwoordig zijn soorten zoals nebbiolo en barbera populairder. Ook ik ben niet echt overtuigd van deze wijnen.
Natuurlijk mogen de hapjes niet ontbreken: salsicce (die we nog zelf moeten snijden en dat blijkt lastiger dan het klinkt), kaas, broodstokjes en voor het eerst: de befaamde hazelnoten waar de streek zo gekend om is. We krijgen ook een stukje Madernassa-peer te proeven. De peer zelf is heel hard, waardoor hij maanden kan bewaard worden. Gestoofd in wijn zou deze ook heel lekker zijn met een stukje vlees.
Volgende stop: Distilleria Beccaris. Grappa! We moeten even wachten voordat de rondleiding start, want voor ons rondt net een groep studenten-wijnmakers hun proeverij af. Even later is het onze beurt: een duidelijk geblondeerde dame geeft ons toelichting bij het distilleerproces van de grappa, dat net zoals alle distilleerprocessen lijkt op dat van whisky. De basis om grappa te maken is druivenpulp: het restant van de wijnmakerij (schillen, pitten en steeltjes). Distilleria Beccaris koopt de grondstof voor hun grappa in bij diverse wijnboeren uit de streek.
Ik moet toegeven dat ik slechts vijftig procent van de toelichting versta. Het is vrij rumoerig in de verschillende ruimtes van de stokerij en de dame die ons rondleidt, doet niet de moeite te wachten tot iedereen er is alvorens aan haar uitleg te beginnen. Op den duur geef ik het op. Ik vang wel half op dat ze al een paar jaar bezig zijn een splinternieuw bijgebouw te plaatsen, maar versta niet goed wat de reden is dat het bouwproject momenteel stil ligt.
Gelukkig maken de proevertjes veel goed. Het aanbod is ronduit indrukwekkend. We mogen niet enkel verschillende soort grappa proeven, maar ook allerlei likeurtjes in de zotste kleurtjes. De knalrode Amaro vind ik verschrikkelijk slecht, maar de andere kleurtjes staan me wel aan: viooltjes (knalblauw), rozen, jeneverbessen (lichtgroen), kaneel, blauwe bessen, appelsien,… Je kan het zo gek niet bedenken of ze maken er hier likeur van. Ik proef ook brandy, limoncello en amaretto. Vooral de brandy weet mij te charmeren. De plakkerige zoetheid van amaretto kan mij hoe langer hoe minder bekoren. Bij dit alles krijgen we cake van hazelnoten, chocolaatjes met rozijnen in grappa geweekt en in grappa opgelegde abrikozen (dé ontdekking van de dag, overheerlijk!).
Als traktatie voor de collega’s koop ik wat chocolaatjes en voor mezelf die chocolaatjes met rozijnen in grappa. Bij het afrekenen hoor ik de geblondeerde dame een beetje schamper opmerken dat we wel héél véél geproefd hebben. Dat is effectief zo, maar als dat een probleem was, had ze dit moeten zeggen. De lieve dame die de ganse reis in elkaar gebokst heeft, is een beetje gegeneerd en biedt aan om voor een aantal personen bij te betalen. Maar dat voorstel wimpelt de geblondeerde dame af. Dan had ze zich beter die nogal venijnige opmerking niet laten ontglippen, vind ik persoonlijk.
We zijn een dik uur vóór het avondeten geserveerd wordt terug in La Mussia. Tijd om te aperitieven! Met een groepje van zes genieten we van de laatste zonnestralen en een glaasje parelende prosecco, gekocht bij Bric Cenciurio deze ochtend. Nu de zon wegzakt, wordt het frisjes, maar met een fleece aan valt het nog net uit te houden. We eten als appetizer een kaas die weg heeft van heel romige, bijna lopende gorgonzola, deze ochtend gekocht aan een kraampje in Barolo. We doen ons best om de lokale economie te steunen, nietwaar?
Laura heeft weer haar best gedaan en schotelt ons tagliatelle al ragù, lonza di maiale met wortelen en een chocoladepudding als dessert voor. We drinken van de wijnen die we doorheen de dag gekocht hebben. Bij het chocoladedessert hoort natuurlijk een glaasje van die sprankelende rode schuimwijn en dan is er voor de liefhebbers (ikke!) nog een glaasje kaneellikeur. De grappa laat ik vanavond wijselijk aan mij voorbij gaan.
Mijn vriend en ik hebben tijdens het diner een heel fijn gesprek met een apotheker op rust en zijn vrouw. De mens is 74, maar dat is hem beslist niet aan te zien. Hij kent niet alleen veel van wijnen, hij is ook enorm belezen en goed bekend met de Europese geschiedenis. Hij en zijn vrouw hebben als koppel duidelijk al veel gereisd en hij weet veel straffe verhalen op te rakelen.
Een twee zonnige superdag in Piemonte.
Aankomst in Piemonte – 28 maart 2019
Er valt iets te zeggen voor vluchten die rond het middaguur vertrekken. Je kan opstaan op een normaal uur, op je gemak douchen en zonder stress je naar het station van Leuven begeven. En ochtends zelfs nog wat werkmails beantwoorden.
Op het perron ontmoet ik meteen al een gedeelte van mijn reisgenoten. Maar misschien moet ik even toelichten hoe deze bijzondere vierdaagse (die onverwacht een vijfdaagse werd) tot stand kwam. Al jaren zijn mijn vriend en ik lid van S.P.Q.R., de Leuvense Rome-vereniging. Niet dat ik zo’n grote Rome-fan ben, maar de meeste leden zijn sympathiek en de vereniging geeft jaarlijks een fantastische receptie om de stichting van Rome te herdenken. 😉 Een tijd geleden contacteerde de voorzitter mij met de vraag of ik geen zin had om mee te gaan op culinaire ontdekkingsreis in Piemonte. Een volledig georganiseerde vierdaagse met een groep waarvan ik slechts drie personen een beetje oppervlakkig kende. Even aftoetsen met mijn vriend, want het uitstapje was niet goedkoop. Maar ja, waarom ook niet, eigenlijk? We werken hard genoeg, dan mogen we onszelf af en toe ook wel eens verwennen.
En zo komt het dat ik op perron 1 van het station van Leuven handjes sta te schudden en kennis maak met een deel van mijn mede-reizigers, die allemaal een aantal jaren meer op de teller hebben dan ikzelf, maar alvast een eerste sympathieke indruk maken.
We trekken in groep door de security en natuurlijk word ik er weer uitgepikt voor een springstoffencontrole. Al mis ik op Zaventem wel het enthousiasme waarmee de Australische veiligheidsverantwoordelijke deze controle aankondigde. Na de security valt onze groep zowat uiteen, sommigen willen gaan shoppen, anderen gaan iets drinken en ik trakteer mezelf op een lekkere groene smoothie. Kwestie van de trip culinair al meteen goed te beginnen.
Aan de gate maak ik kennis met de rest van het reisgezelschap. Het boarden gaat vlot en we hebben net allemaal onze veiligheidsgordel omgegord wanneer de piloot via de intercom meldt dat onze vlucht met een uur vertraging zal vertrekken wegens een syndicale actie van de luchtverkeersleiders. Niets aan te doen uiteraard, gelukkig bestaat er in zulke omstandigheden 4G! Wel jammer dat mijn vriend speciaal op een ontiegelijk vroeg uur is opgestaan om vanuit Genève op tijd in de luchthaven van Milaan Malpensa te geraken. Hij is al bijna ter plekke wanneer ons vliegtuig nog moet opstijgen in Zaventem…
Gelukkig blijft het bij een uur vertraging en kunnen we na een vlucht van een uur en twintig minuten eindelijk aan onze ontdekkingsreis doorheen Piemonte beginnen. De chauffeur van ons busje staat in de aankomsthal van Milaan Malpensa op ons te wachten. En ook mijn vriend vervoegt zich daar bij ons gezelschap van in totaal 17 culinaire enthousiastelingen. In de bus zijn er nog twee plaatsen op overschot, waarvan ik meteen een plaats inpik voor mijn fototoestelrugzak, die duidelijk te groot is om in het bagagerek te passen.
De busrit naar onze eerste culinaire bestemming van de reis is niet echt noemenswaardig te noemen en ik maak van de gelegenheid gebruik om nog een uiltje te knappen onderweg. Een dik uur later dan gepland komen we aan in het centrum van het charmante stadje Agliano Terme, alwaar de sympathieke wijnboer Lionello van wijnhuis Poderi Rosso Giovanni ons opwacht. Het is ondertussen al in de late namiddag en de laagstaande zon doet de warme kleuren van de Italiaanse huizen goed tot zijn recht komen.
We maken een korte wandeling en beklimmen de Torre Panoramica di Agliano die ons een prachtig uitzicht biedt over de wijngaarden in de omgeving van Agliano Terme. De betonnen trap van de toren heeft duidelijk last van betonrot en stiekem ben ik blij dat iedereen erin slaagt ongedeerd terug de begane grond te bereiken.
Vervolgens krijgen we een korte rondleiding in oude gebouwen van wijnhuis Poderi Rosso Giovanni, alvorens naar de splinternieuwe proefzaal te gaan. Een kort ritje met de bus later, stappen we allemaal uit en krijgen we in de avondzon een rondleiding doorheen de wijngaard. Het is altijd boeiend om iemand met passie voor zijn vak te horen spreken en dat geldt zeker voor wijnboer Lionello. Wat ik onthoud van zijn uitleg is dat het onderhouden van zo’n wijngaard een bijzonder arbeidsintensief werk is dat voornamelijk manueel verloopt.
We zijn te vroeg op het jaar om groene ranken aan de wijnstokken te ontdekken, maar we zien wel het sap uit de gesnoeide wijnstokken lopen. De lente is in aantocht… Dat blijkt ook uit de prachtig bloeiende hoogstamkerselaar, die in combinatie met de avondzon een onvergetelijk plaatje oplevert.
En dan is het tijd om te proeven! Ik voel tijdens de uitleg in de wijngaard dat ons gezelschap wat ongedurig wordt, want de lunch is al lang achter de rug en hier en daar denk ik zelfs een knorrende maag op te merken. Ons gezelschap valt dan ook gretig aan op de broodstengels, Parmezaanse kaas en salsicce. En jawel, de wijnen zijn uitstekend. Lionello geeft uitleg bij elke wijn en wij proeven en vergelijken. Ik sluit meteen al vriendschap mijn reisgenoot Patrick, want we blijken over een gelijkaardige smaak te beschikken.
Als afsluiter laat Lionello ons een glas van zijn wijn Gioco dell’oca (ganzenbord) proeven. De kwaliteit van deze wijn kan me echt bekoren, zeker omdat dit een bewaarwijn is die in de toekomst alleen maar beter zal worden. Mijn vriend en ik hebben niet veel overlegtijd nodig, graag een flesje voor ons. Het kost ons wat overredingskracht, want Lionello wil eerst niet verkopen omdat de flessen nog geen etiket hebben. Uiteindelijk gaat hij toch overstag en kopen wij een fles wijn zonder etiket.
Het is een bijzonder goed gestemd gezelschap dat zich vervolgens naar agriturismo La Mussia in Castelnuovo Calcea laat voeren. We zetten onze spullen af in de kamer en mogen een half uurtje later al aan tafel. Onze sympathieke gastvrouw Laura kookte voor ons een authentiek Italiaans avondmaal bij mekaar: heerlijke risotto ai porri e salciccia (ja, ik nam een tweede portie) als primo piatto, rolata di pollo met boontjes als secondo piatto en een chocolade gebak als dessert.
Een deel van het gezelschap neemt na het avondmaal afscheid om te gaan slapen, maar wij doen met een groepje van zes nog even verder met een glaasje grappa (of twee). Het weekend meteen al goed ingezet!
Zuid-Korea, the final episodes
Jullie zullen ongetwijfeld gemerkt hebben, dat ik er eindelijk toe gekomen ben al mijn reisverslagen van Zuid-Korea af te werken. Dat heeft me meer dan een half jaar tijd gekost, een persoonlijk record. De tol van mijn geslonken aantal vrije uren zullen we maar denken. Ik maak alvast het goede voornemen om mijn reisverslagen van Cuba iets sneller online te krijgen.
Voor wie het geheel van de reisverslagen wil nalezen, het ik alles samengebracht op één handige pagina.
Back in Belgium!
I know, I know, deze blog is de laatste maanden ietwat ongestructureerd en onoverzichtelijk geworden, maar bij deze dus een kort berichtje om te laten weten dat ik vandaag, 2 mei, veilig geland ben in België na een fantastisch verblijf in Cuba. Meer gedetailleerde verslagen volgen hopelijk snel… Nadat ik de reisverslagen van Piemonte en Lugano online gezet heb.
PS: Wat een absoluut rotweer, hier in België. Wij hebben zelfs onze chauffage terug opgezet!
Afscheid van Seoul – 16 september 2018
Laatste keer ontbijten in Hotel New Kukje. Het afscheid van Zuid-Korea valt me zwaar. Er valt hier nog zoveel meer te ontdekken. drie weken is gewoon te kort. Ik heb zelfs nog geen 5 procent van al de gerechten die de Koreaanse keuken te bieden heeft, uitgeprobeerd!
Doordat er manifestaties plaatsvinden (ik zei het al eerder, volgens mij is de nationale sport van Koreanen betogen), stopt de Airport Shuttle niet vlakbij ons hotel. We moeten dus een beetje stappen naar een halte waar de bus wel stopt. Niet dat ik dat erg vind, want die halte bevindt zich vlakbij Lotte Hotel waar ik tijdens mijn vorige verblijf in Seoul logeerde. Wel iets chiquer dan het New Kukje hotel, moet ik toegeven. Omdat we de shuttle net gemist hebben, verpozen we even in de inkomhal van het Lotte Hotel, alwaar al meteen een paar werknemers van het hotel zich naar ons toe haasten om te vragen of we hulp nodig hebben. Neen, dank je, maar het is wel vriendelijk dat jullie het vragen.
De Airport Shuttle brengt ons zonder problemen naar Incheon Airport. Als lunch pikken we nog snel een traditioneel Koreaans gerecht mee (sundubu-jjigae voor mij en bibimbap voor mijn vriend) en daarmee zit ons verblijf in Korea erop. Ik hoop echt in de toekomst nog eens te kunnen terugkeren naar dit mooie land!
Van Jeju naar Seoul – 15 september 2018
Ons laatste ontbijt met zelfgemaakte bibimbap, daar moeten we extra van genieten! We rijden met onze huurwagen naar de kleine luchthaven van Jeju en droppen daar de wagen zonder problemen af. Bij het inchecken krijgt onze bagage een speciale priority tag. Wij vermoeden dat iemand een herhaling van het incident bij de heenvlucht van Gwangju naar Jeju heeft willen vermijden. Spijtig genoeg heeft onze vlucht een uur vertraging. Aangezien er niet veel te beleven valt op de luchthaven van Jeju, zit er niets anders op dan K-drama te kijken. 😉
Buiten de vertraging verloopt de vlucht probleemloos. In de luchthaven van Seoul aangekomen nemen we de metro naar ons ondertussen vertrouwde New Kukje hotel. We droppen onze bagage in de kamer en trekken snel de stad in om nog wat van onze laatste uren in Seoul te genieten. We komen midden in een betoging terecht van aanhangers van de ondertussen afgezetten president Park. Alhoewel ik van mening ben dat de president terecht werd afgezet, kan ik niet anders dan bewondering opbrengen voor de vasthoudendheid van haar aanhangers.
Langs de weg staan kraampjes met street food opgesteld en we kopen een grote portie bungeo-ppang (die verdacht hard lijken op hun Japanse tegenhanger taiyaki: met rode bonen of custard gevulde wafels in de vorm van een vis). Wanneer we willen betalen met muntstukken ontsteekt de dame die het kraampje uitbaat echter in een scheldtirade. Blijkbaar is kleingeld haar te min. Gelukkig neemt een vriendelijke bijstander onze verdediging op zich. Geen idee wat de dame in kwestie ons allemaal naar het hoofd geslingerd heeft, maar vriendelijk zal het niet geweest zijn.
We brengen een bezoek aan Deoksugung Palace (dat met de aangestoken verlichting ‘s avonds feeërieker is, dat moet ik toegeven) en lopen vervolgens naar de Sungnyemun Gate (of Namdaemun Gate), waarvan we de vorige keer de ingang niet vonden. Van daaruit slenteren we doorheen Namdaemun Market, waar de meeste kraampjes helaas aan het sluiten zijn.
We hebben zin om iets te gaan drinken en struikelen op straat over een bord dat reclame maakt voor een rooftop bar. Voor de combinatie alcohol en een mooi uitzicht zijn we natuurlijk altijd wel te vinden. Om de rooftop bar te bereiken moeten we doorheen een verlaten klerenwinkel lopen en een lift naar boven nemen, waarin bijzonder weinig info over de bar te vinden is. Een beetje raar allemaal. De onduidelijke signalisatie is wellicht de reden dat we de ganse rooftop bar voor ons alleen hebben. We drinken een flesje soju, ondertussen keuvelend over de problematiek van de Koreaanse pensioenen, één van de redenen waarom we tijdens deze reis zoveel oude vrouwen fysieke arbeid zagen verrichten.
Voor ons laatste avondmaal kiezen we resoluut voor een korean beef barbecue. Heerlijk in combinatie met een flesje magkeolli. Ondertussen zijn we echte pro’s geworden en rollen we ons op de barbecuegrill gebakken vlees vakkundig met wat knoflook in de slabladeren. Alsof we nooit anders gedaan hebben!
We wandelen net zoals op onze eerste avond langs de open gelegde Cheonggyecheon rivier. Omdat het weekend is, staan hier nu allerlei kraampjes met streetfood opgesteld. Jammer genoeg zijn onze magen goed gevuld met korean barbecue en kan er echt niets meer bij. We zullen nog eens moeten terugkomen!
De avond sluiten we af met een cocktail in een bar op de tweede verdieping van een gebouw. Ditmaal zijn de cocktails wel lekker. Er is niet veel volk in de bar, maar de verlichting is sfeervol en de bar is uitgerust met een automaat die zeepbellen blaast. We twijfelen over een tweede cocktail maar besluiten toch maar verstandig te zijn en op tijd in bed te kruipen om goed uitgerust te zijn voor onze lange vlucht terug naar België.




















































































































































































