Vandaag moest ik een collega uit de nood helpen. Ze was net terug van een reis van vijf weken door Australië en was zo enthousiast over het land dat ze wanhopig graag terug wilde. Nu is er één klein probleempje met reizen naar Australië: de vliegtuigtickets zijn nogal prijzig. Gelukkig had ze een alternatief gevonden om snel terug te gaan: ze was vast van plan om de fotowedstrijd van haar reisbureau te winnen. Hoofdprijs: een ticket naar Australië. Dus kwam ze mij als “fotografiespecialist” (let op de aanhalingstekens) om raad vragen. Ze wilde haar allerbeste foto indienen. Nu had ik haar eerst wat weggewuifd door te zeggen dat de beoordeling van een foto heel persoonlijk is. Wat de ene geweldig vindt, vindt de andere maar niks.
Maar enkele uren later stond ze aan mijn bureau met een paar afdrukken van haar foto’s. De afdrukken op gewoon papier zagen er op het eerste zicht behoorlijk slecht uit, maar ik wilde de schuld nog wel op de printers van het werk steken, die niet gemaakt zijn om kwalitatieve foto’s af te drukken. Maar de digitale exemplaren waren niet veel beter. Sommige foto’s waren zo erg digitaal ingezoomd dat ik de pixels bijna kon tellen, de horizon had op menig foto een glaasje te veel op en het fototoestel waarmee de foto’s genomen waren, was duidelijk van niet al te beste kwaliteit. Maar ik kon het niet over mijn hart krijgen om haar hoop de grond in te boren. Dus koos ik de meest aanvaardbare foto van de reeks. En hoop ik maar dat er niet te veel inzendingen zijn…