10 wijze raadgevingen voor het huwelijk

  1. Blijf altijd het jawoord trouw.
  2. Leef in liefde als man en vrouw
  3. Nooit klagen of elkaar vervelen
  4. Geluk en leed samen delen
  5. Have en goed om bestwil beheren
  6. Geldzaken overleg je minstens 7 keren
  7. Koken zal ‘t vrouwtje voor haar man
  8. Hij, nooit klagen dat het beter kan
  9. Liedevol zullen jullie paren
  10. Om gezonde nakomelingskens te baren.

Wat men zoal niet in familie-albums vindt (let op, niet in die van míjn familie ;-)).

Vrijgezellen: de mannelijke versie

Terwijl de vrouwen het braafjes hielden op een (ultrakort) spelletje met de Wii, gingen de heren in kwestie voor paintball. Paintball is een spel dat me vanop een afstand wel leuk lijkt (jui, schieten op elkaar!), maar waarvan ik weet dat ik er mij beter niet aan waag, wil ik niet bont en blauw zijn de weken nadien.

Het paintballgedeelte verliep redelijk kalmpjes, want mijn spion ter plekke heeft er niet veel over verteld. Na het painballen zouden de heren een pizza eten op ons appartement en de bruidegom wat opdrachtjes laten uitvoeren. Tot zover liep alles goed. Eerste kink in de kabel: ergens in de namiddag zijn de heren shotjes wodka en andere sterke drank beginnen drinken. Eerste slachtoffer gemeld via sms om 18.20u, ik citeer: “Er heeft er al ene gekotst.” Eerst dacht ik dat mijn vriendje me voor de gek aan het houden was. Niet dat ik opkijk van kotsende zatte venten, maar om 18.20u, dat was toch wel heel vroeg. De foto’s die ik de dag erna te zien kreeg, maakten echter heel duidelijk dat het géén grap was.

Wat doen zatte venten met een nóg zattere vent? In bad zetten (in mijn mooie, pas gepoetste badkamer) en met koud water afspoelen. Ijsblokjes kwamen er ook aan te pas, zo heb ik gehoord. Ook hier is fotografisch bewijs van. Onze collectie potentiële chantagefoto’s is sinds dit weekend flink aangegroeid. 😉 Daarna hebben ze hem zijn roes laten uitslapen op ons bed (gelukkig niet op míjn kant en het eerste wat ik zondag gedaan heb, is de lakens verversen).

Wat volgde was meer drank en meer zattigheid, maar gelukkig bleef het kotsen beperkt tot dit ene geval en was het mooi in een emmer (een mens moet vooruitziend zijn). Na een drietal uur was de zieke trouwens al genoeg gerecupereerd om weer meer te doen met de rest. Tijdens het spelevechten met de bruidegom, speelde één van de gasten het echter klaar om zijn zwakke, pas geopereerde pols te blesseren. Het deed blijkbaar stevig pijn. Genoeg pijn om mijn vriend en zijn neef, die kinesist is, te laten beslissen om naar spoed te gaan.

Een kleine delegatie van drie man ging dus naar spoedgevallen, de rest ging naar de Oude Markt. Men vertelt mij dat de bruidegom in spé zo ver heen was dat hij niet eens besefte dat zijn clubje drie man minder telde. In het ziekenhuis werden ondertussen platen genomen van de gekwetste arm. En ja, er zou een klein barstje in zitten. De arm in het gips en na een uur of zo konden de drie ontsnapten de rest weer vervoegen. Een arm in het gips is geen reden om niet verder te feesten, dus kreeg de gekwetste meteen een pint toegestopt. Achja, al die alcohol verdooft de pijn, he?

Verder zijn er nog hilarische filmpjes en foto’s van vrouwen die er een sadistisch genoegen in schepten, de benen en de borstkas van de toekomstige bruidegom te ontharen. De bruidegom in kwestie was verkleed als wielrenner, vandaar. Echt de blik in de ogen van die dames, duivels gewoon. De bruidegom heeft met zijn bmx’je ook nog een race gewonnen tegen een andere als wielrenner verklede vrijgezel op een damesfiets. Met zijn tweeën raceten ze de Collegeberg op. Tja, dan ben je met die kleine wieltjes natuurlijk serieus in het voordeel. Na de race was de bruidegom wel even buiten strijd. 😉

Ik vermoed dat de mensen die zaterdagavond een terrasje op de Oude Markt deden veel gratis entertainment erbij kregen. Ik heb mij alvast een breuk gelachen met de foto’s en de filmpjes.

Een dubbele vrijgezellenavond

Vannacht een poging tot bijslapen gedaan, maar de gevolgen van het weekend laten zich nog steeds voelen. Al een geluk dat we deze week niet te veel gepland hebben, kan ik eindelijk wat knabbelen aan mijn gigantische foto-achterstand.

Goed, het verslagje van de vrijgezellen dus. Het kleine broertje van mijn vriend trouwt binnenkort (veel te snel, vind ik persoonlijk) en aangezien mijn vriend getuige is, was het zijn taak om de vrijgezellen te organiseren. Zelf werd ik vriendelijk uitgenodigd op de vrijgezellen van de toekomstige schoonzus. Al een geluk, want ons appartement was het hoofdkwartier voor de liederlijke uitspattingen van de mannen.

En zo trok ik zaterdagnamiddag richting Bouwel, een boerengat ergens in de Kempen. Niet evident om daar met het openbaar vervoer te geraken, ondervond ik al snel. Anderhalf uur zou ik onderweg zijn naar het station van Bouwel. Van die anderhalf uur zou ik een dik half uur moeten doorbrengen in het station van Lier. Nuja, ik reis altijd met een boek in de bagage, dus heel erg vond ik dat niet. En de zon scheen.

Uiteindelijk deed ik geen anderhalf uur over mijn reis, maar tweeënhalf uur. Hoe dat kwam?  Ik slaagde erin na mijn overstap in Lier de foute trein te nemen, niet de trein richting Turnhout, maar de trein richting Leuven (juist; de richting waarvan ik kwam). Beide treinen kwamen aan op hetzelfde spoor. Die naar Leuven om 16 na het uur, die naar Bouwel om 20 na het uur. Helaas had de trein naar Leuven wat vertraging en omdat ik aan het lezen was, heb ik niet goed opgelet.

Scenario: er komt een trein aan op het spoor dat je verwacht op het uur dat je verwacht. Er wordt niet afgeroepen welke trein het is en op de sporen is ook geen signalisatie die aangeeft over welke trein het gaat. Je stapt op de trein, maar begint achterdochtig te worden op het moment dat je een paar stations ziet voorbijkomen die je je nog herinnert van de heenrit. Je klampt een conducteur aan met de vraag of dit de juiste trein is. Je vermoeden wordt bevestigd: je zit op de trein naar Leuven. Je vloekt eens hard, stapt af in Heist-op-den-Berg. Belt naar het thuisfront om te informeren wat je opties zijn en belt vervolgens naar de zus van je vriend die je normaal in Bouwel zou komen ophalen.

Beetje gevloekt, een trein terug richting Lier genomen en dan daar op een marginaal terrasje bij een frituur een flesje water gedronken om wat te bekomen. Gelukkig was de zus van mijn vriend zo vriendelijk om mij in Lier te komen ophalen. Uiteindelijk waren we drie kwartier te laat op de afspraak. De rest van de dames hadden hun uitrusting (alle dames met duivelshorentjes en een staf met een hartje en de bruid in het wit met een sluier, hoe origineel!) al gekregen en de eerste opdracht was net gestart. Zo erg was het dus niet, maar ik vond het toch een beetje vervelend.

Dat het mijn dagje echt niet was, bleek tijdens de cocktailworkshop. Ik zweer dat ik nog maar één cocktail op had toen ik door mijn onoplettendheid knal tegen de terrasdeur liep, die (dat zweer ik ook) even voordien nog open stond. Gevolg: een plek op de ruit, een gebroken glas en gekwetste trots. Enfin ja, scherven brengen geluk, dus hopelijk was dit een goed voorteken voor de toekomstige bruid en bruidegom. En toen ik naderhand de uitspattingen van de heren te horen kreeg, leek mijn kleine akkefietje opeens maar een detail.

Wat deden we de rest van de avond nog? We speelden drie seconden op de Wii, gingen naar ‘t stad, lieten de bruid daar nog wat dingen verkopen om de pot te spijzen, spotten een BV-in-wording die een programma zou gaan presenteren waar ik nog nooit van gehoord had en trokken voor een dansje naar Café Local. Het was allemaal wel ok, maar geweldig goed geamuseerd heb ik me niet. Het klikte niet zo tussen mij en de dames in het gezelschap. Met de bruid in spé heb ik heel weinig gemeen. Zo weinig dat het lijkt alsof we op andere planeten wonen. Onze gesprekken blijven beperkt tot het uitwisselen van algemeenheden over het weer en het werk. En met de aanwezige vriendinnen was het ook van dat. Gelukkig was er de zus van mijn vriend, waar ik wel heel goed mee overweg kan. Achja, het kan niet met iedereen even goed klikken en de bruid vond het allemaal heel leuk, dat is het voornaamste.

Ik merk dat dit berichtje al langer geworden is dan verwacht. Het verhaal van de heren bewaar ik voor morgen. Ik moet zeggen dat hun avond iets avontuurlijker verliep dan die van ons, dus kom zeker terug om te lezen. 😉

Maharadja

Bijna een jaar geleden kreeg ik voor mijn verjaardag het bordspel Maharadja cadeau. Gisteren zijn we er eindelijk toe gekomen het spel uit te pakken en het effectief te spelen. Het is niet dat ik niet graag gezelschapsspelen speel, het komt er gewoon nooit van. Gebrek aan tijd, het meest gebruikte excuus ooit, jullie kennen dat wel.

Telkens als ik de gulle schenkers zag, voelde ik me een beetje schuldig omdat ik hun cadeau nog altijd niet gespeeld had. En ik probeerde altijd zorgvuldig rond dit gespreksonderwerp te laveren. Omdat het spel al bijna tien maanden stof lag te vergaren in onze kast, besloot ik de koe bij de horens te vatten. Ik legde een datum vast om het spel uit te proberen samen met mijn vriend (helemaal geen liefhebber van gezelschapsspelen), mijn broertje en zijn vriendin.

De avond startte met een flesje Groot Geluk die, tot onze verbazing, besloot helemaal in zijn eentje van de tafel te springen. Door de grote druk in de fles spoot de schuimwijn in het rond. Gelukkig bleef de fles heel, maar de inhoud lag verspreid over onze ganse leefruimte. Enfin, niet getreurd, beetje gedweild, ander flesje open gedaan, de dranklucht genegeerd, Indisch eten besteld en begonnen met het lezen van de spelregels. Die spelregels bleken niet mee te vallen. Maar goed, we gaan een uitdaging niet uit de weg.

Maharadja heeft enorm veel vrijheidsgraden, waardoor er vanalles gebeurt dat je onmogelijk kan voorzien. Ik denk dat je het toch een aantal keer moeten spelen om het goed onder de knie te hebben. Het is wel zo dat wie start vanuit een gunstige positie al van bij het begin van het spel een voordeel kan opbouwen dat nog moeilijk ongedaan te maken valt. Zo was mijn vriend (tot zijn grote vreugde, grommel, grommel) al gewonnen na twee beurten. Het duurde echter nog zes beurten eer wij dat doorhadden. Ik denk wel dat er potentieel in dit spel zit, maar daarvoor moet ik het echt nog een paar keer spelen. En oja, welke dommerik heeft de rode en de paarse stenen zo hard op elkaar laten lijken?

Levenswil

Mijn vriend en ik zijn gisteren mijn bomma in het ziekenhuis gaan bezoeken. Ze ligt er al een tijdje en ze zal er waarschijnlijk nog een tijdje verblijven. Ze heeft een barstje in het heupgewricht in combinatie met botontkalking, enfin zoals gewoonlijk zijn de dokters weer redelijk vaag. Buiten het feit dat ze heel moeilijk kan stappen, is het allemaal niet zo ernstig. Ze heeft geen pijn, maar door haar hoge ouderdom is het een genezingsproces van lange adem.

Haar geestelijk achteruitgang is echter niet meer te stoppen. Ze herhaalt dingen die ze enkele minuten daarvoor al gezegd heeft, herkent ons totaal niet meer, heeft soms woedeaanvallen omdat ze naar huis wil en niet begrijpt waar ze is en sluit elk bezoek af met: “Jullie komen toch gauw terug?” En dat beloof ik dan maar, wetende dat ze ons bezoek tien minuten later toch vergeten is.

En dan denk ik: zo zou ik niet oud willen worden. Langzaam uitdoven tot er niks meer overblijft. Geef mij maar een bang en een boem. Paf, gedaan. En toch zie ik de wil om te leven in de ogen van mijn bomma, ze laat het leven niet los. Komt dit omdat ze de dood al in de ogen gekeken heeft (ze kreeg tientallen jaren geleden het Heilig Oliesel toegediend)? Of klopt het toch dat je met het ouder worden, je beperkte mogelijkheden leert aanvaarden, iets wat ik mij nu nog niet kan voorstellen.

Ik heb geen angst voor de dood, die elk mens vroeg of laat onherroepelijk treft, maar wel voor het proces dat leidt naar de dood. Een proces dat door de moderne geneeskunde, naar mijn mening, vaak te lang gerokken wordt. Ik had mijn bomma een aangenamere weg naar de dood gewenst dan dit totaal vervreemden van alles wat rond haar is.

Muggenbeten

De muggen hebben zich gisterenavond op het verrassingsfeestje van de zus van mijn vriend tegoed gedaan aan mijn bloed. Tuinfeesten zijn leuk, maar ik weet nu dat al de kaarsen die verkocht worden als muggenafwerend, helemaal geen effect hebben. Ik sta helemaal vol met muggenbeten. Ik wou dat ik de mug die zich midden in mijn decolleté geplaatst had om haar avondmaal te verorberen, eerder het hoekje omgeholpen had. Niet echt sexy, zo’n dikke rode bult tussen je borsten en dat net nu het weer eindelijk wat beter is…

Wedding bells

Jawadde, de zus van mijn vriend laat er geen gras over groeien. Na amper een maand samen met haar vriend, een huis gekocht. En nu, na bijna vier maanden samen, verloofd. De zus en haar vriend verloofde vertelden het grote nieuws het zondagmiddag toen we op bezoek waren bij de ouders van mijn vriend. Voor mij niet gelaten, echtscheidingsadvocaten moeten ook hun brood verdienen (just kidding, ik wens ze een lang en gelukkig leven samen). Maar ik vind het wel spijtig dat ze hun grote dag gepland hebben in de maand voor het feest dat wij wilden geven ter ere van ons tienjarig samenzijn. Het strafste van al is dat we ons feest al een tweetal jaar op voorhand aangekondigd hebben (ook de periode waarin we dit wilden organiseren) en nu  zitten we met twee feesten vlak na elkaar. Ze konden toch gerust nog wat wachten? Why the hurry?

Eigen schuld dikke bult, zeker? Ik heb niet echt werk gemaakt van het zoeken naar een geschikte feestplek en een datum voor ons feest ligt ook nog altijd niet vast. Ik zal een versnelling hoger moeten schakelen, ik voel de hete adem van noeste trouwers in mijn nek.

Vrijdagavond

Het stond al een tijdje in mijn agenda: de eerste vrijdagavond van juli zouden mijn vriend en ik iets gaan eten met mijn broertje en zijn vriendin, om daarna nog een beetje Beleuvenissen mee te pikken. Het zou een bijzondere avond worden, want zowel mijn potentieel toekomstig schoonzusje (mijn broer staat even weigerachtig ten opzicht van het huwelijk als ikzelf) als ik zouden dan onze uitslag hebben. Door een gebrekkige communicatie van de faculteit rechten (waarover later meer) zat ik echter nog een beetje in spanning.

Potentieel schoonzusje B had haar punten al wel en was met glans (en waarschijnlijk een graad, vandaag is haar proclamatie) geslaagd. Dus bestelden we prompt een fles cava in restaurant De 3 Tonghen om dit te vieren. Het bepalen van een diploma moet met bubbels gevierd worden, nietwaar? Ik was superblij voor haar. Ze heeft dit jaar ontzettend hard gewerkt aan haar thesis en haar stage. Oververdiend dat ze loon naar werken krijgt. Ze was zelf natuurlijk behoorlijk in de wolken met het afronden van haar studies en ik twijfel er niet aan dat ze een fantastische pedagoge zal zijn.

Na het eten (tapas als voorgerecht, zarzuela voor mij, paëlla voor broer en vriendin en gemengde grillade voor mijn vriend) was het tijd om ons cadeautje te overhandigen. Mijn broer en ik hadden afgesproken dat we een Bongo ballonvaart cadeau zouden geven. Als een diploma behalen nog geen goede reden is om van de grond te gaan, dan weet ik het ook niet meer. 😉

Vervolgens trokken we ter afronding van de avond richting Oude Markt, waar we er met veel geluk in slaagden nog een vrij tafeltje voor vier op een terrasje te vinden. Bart Peeters was net bezig aan de laatste nummers van zijn optreden en de ganse Oude Markt ging uit de bol. Ik moet zeggen dat ik geen fan van Bart Peeters ben, maar het publiek bespelen kan hij als geen ander. Toen de vermoeidheid toesloeg, werd het tijd om huiswaarts te trekken. Een fijne avond.

Achtentachtig jaar

Zo oud is mijn bomma vandaag geworden. Een respectabele leeftijd. We vierden het gisterenavond in intieme kring met al haar kinderen en kleinkinderen. Een klein mirakel dat het gelukt was iedereen bijeen te krijgen, want het is niet evident mijn vier neefjes (de kleinste is een meter vijfentachtig of zo) allemaal op dezelfde dag vrij te vinden.

Mijn bomma wist het merendeel van de tijd niet goed wie al dat jong volk was, maar ik denk dat ze er toch van genoten heeft. Iedereen krijgt graag cadeautjes, nietwaar? Elk cadeautje heeft ze met de grootste zorg uitgepakt, erop lettend om toch zeker maar niet de verpakking te scheuren, die naderhand natuurlijk gewoon bij het oud papier belandt. Mijn broer had me een aantal goeie tips voor cadeautjes gegeven, want bloemen en planten heeft ze al meer dan genoeg en ik wist niet goed wat ze nog kon gebruiken had.

Het was een gezellige avond. We smulden van de gourmet en luisterden naar de reisverhalen van neefje X, die al de halve wereld heeft afgereisd. Hij was net terug uit India en nog herstellend van de typische toeristenziekte. Al viel dat niet te zien aan de hoeveelheid voedsel die hij tot zich nam. Hij was vorig jaar in Australië geweest, dus kon hij ons wat tips geven voor onze komende reis. Als dessert genoten we van ijs uit Averbode en toen kon ik echt geen pap meer zeggen.

6 jaar geleden

Zat ik op dit moment in een ziekenhuis in Hasselt. Te luisteren naar een doktersassistente die duidelijk niet wist waar ze het over had. Enkele uren voordien had ik telefoon van thuis gekregen. Er was iets ernstigs gebeurd met mijn moeder. Ze had plots hoofdpijn gekregen en was bewusteloos geraakt. De dag erna had ik examen, het laatste van de reeks. Ik mailde naar de ombuds dat ik het examen niet kon meedoen en mijn vriend en ik reden zo snel wel konden naar Limburg.

Het gevoel van ontreddering toen mijn moeder op een brancard voorbij gereden werd. Ze was nog even bij bewustzijn geweest, nu lag ze in coma. Ik luisterde naar de assistente die wat onzin over een epilepsieaanval uitkraamde. En ik dacht: een hersenbloeding. Mijn voorgevoel bleek juist te zijn. Na maar liefst twee foute diagnoses kwam de medische wereld dan toch tot de conclusie dat mijn moeder een hersenbloeding gehad had. Waarschijnlijk vlakbij de hersenstam. Op de foto’s was het niet goed zichtbaar.

Vier dagen heeft ze in coma gelegen. Daarna werd ze wakker. Ze herkende ons, kon een beetje praten, zelfs lezen lukte nog. We hoopten op het beste. Dachten aan een lange revalidatie. Die revalidatie heeft ze doorlopen: ze leerde weer lopen en min of meer zelfstandig eten, maar haar geest was gekraakt. Ze ging achteruit. Herkende ons niet meer, dacht dat ze terug een klein meisje was. Vermagerde zienderogen tot er alleen nog maar vel en botten over waren. Ze gaf het op.

Ze woont nu thuis.  Vreemde mensen komen haar ‘s ochtends wassen, helpen haar naar het toilet te gaan. Ze spreekt niet meer en herkent ons zelden. Haar leven speelt zich af tussen de vier muren van haar huis, het huis waar ik geboren ben. Er komen vreemde mensen kuisen en koken. Zij zit in de zetel, kijkt tv. Krijgt een woedeaanval en gilt de hele buurt bijeen. Ze zit vol medicijnen: bloedverdunners, spierverslappers, antidepressiva om de woedeaanvallen te bedaren. Zo’n leven moet een hel zijn. Ik kan mij niets ergers voorstellen op deze wereld.

Zes jaar geleden knapte er ergens een bloedvat in haar hersenen. Ze had één kans op drie om te sterven, één kans op drie om verlamd te zijn, één kans op drie om in de huidige toestand achter te blijven. Mijn moeder heeft nooit veel geluk gehad.