Wii!

Mijn vriend en ik waren gisteren uitgenodigd op een barbecue bij één van zijn collega’s. De gastvrije collega was al meer dan een jaar verhuisd en had zijn collega’s (zo gaat dat in van die kleine, gezellige bedrijfjes) eindelijk uitgenodigd om zijn nieuwe stekje te bewonderen. Het barbecueplan werd trouwens snel opgeborgen wegens gebrek aan barbecueweer.

Gelukkig gaat er niks boven een lekkere fondue om het een beetje warm te krijgen. Alhoewel dat warm krijgen toch te wensen overliet. Het was bepaald kil in het nieuwe huis. Ik heb de ganse avond zitten bibberen en mijn handen voelden als ijsklompjes. Zelfs dicht bij het fonduestel kruipen, bracht geen soelaas. De collega was vergeten de chauffages op te zetten en die werden blijkbaar niet snel genoeg warm om de temperatuur wat behaaglijker te maken. Een schoonheidsfoutje.

Verder was het een mooi huis, met een prachtige living gekoppeld aan een veranda met glazen dak, waardoor je op mooiweerdagen de sterrenhemel kunt zien. Het huis had ook een prachtige tuin omzoomd door mooie, grote bomen die al een beetje herfstkleuren vertoonden. Alleen jammer van al de trapjes en niveauverschillen in het huis. Het huis was vroeger een fermette waaraan met stukjes en beetjes verbouwd is. Op het bovenverdiep waren er maar liefst vier niveauverschillen. ‘k Zou nogal vaak op mijn gat gaan, ‘s nachts als ik half slapend naar het toilet moest. 😉

Op het einde van de avond, om het eten te verteren, werd de Wii boven gehaald. Na een tennispartijtje of twee kwam mijn bloedsomloop weer op gang. Echt plezant, zo’n wii. De enige spelconsole die mij kan bekoren. Wie weet, als we ooit eens een tv hebben. 😉

Mijn eerste les Russich

Mijn eerste indruk: Russisch is een leukere taal dan Japans. Maar dat kan ook aan de juffrouw gelegen hebben die ongeveer een triljoen keer enthousiaster was dan onze juffrouw Japans. De groep was ook veel kleiner: 12 leerlingen versus 35 leerlingen, het is net iets gezelliger in de les Russisch dan in de overbevolkte les Japans. De juffrouw Russisch is een rasechte Russische, die nog maar negen jaar in ons land woont, waardoor ze met een schattig Russisch accent praat. ‘t Is een echte babbelkont bovendien die ook de nodige aandacht besteedt aan het overbrengen van de Russische cultuur. Ik mocht haar van bij de eerste oogopslag. Heb trouwens al een leuk gesprek gehad met haar over democratie in Rusland en de positie die Poetin (volgens mij zo’n beetje de nieuwe tsaar) daar nu inneemt. Ik heb het gevoel dat ik zaterdagochtend met plezier vroeg zal opstaan om de les bij te wonen.

PS: Er zaten meisjes bij mij in de les die op foto’s Lenin en Stalin niet herkenden. Ik viel bijna van mijn stoel.

Das? Welke das?

En zo is nog maar eens bewezen dat je niet alles moet geloven wat je op ‘t internet leest. 😉

PS: In ‘t echt is Lies nog veel mooier en liever dan ze op de foto lijkt. En dat buikje, is toch ondertussen al echt wel een flinke dikke buik geworden. Benieuwd naar het baby’tje dat er binnenkort zal uitkomen.

PS: Goya weet nu eindelijk wat een smoothie is. Hoeft hij daar geen vieze gedachten meer bij te hebben. 😛

Toeval

Jaja, het bestaat. Begin deze week kocht ik een nieuw kookboek met recepten voor smoothies. Voor de schappelijke prijs van vier euro was ik in één klap 46 mooi geïllustreerde smoothierecepten rijker. Daar kan een mens niet voor sukkelen, denk ik dan.

Donderdagavond was ik in dit boek op zoek naar een geschikt recept voor een dessert. Mijn oog viel op de banariosmoothie. Een simpele smoothie met banaan en Oreo-koekjes. Het klonk lekker, maar Oreo-koekjes, daar had ik nog nooit van gehoord. Een snelle internetzoektocht leverde mij echter meteen een berg informatie van Oreo-liefhebbers op. Omdat ik echter niet zeker was dit soort koekje in de winkel te kunnen vinden, besloot ik op safe te spelen en toch maar voor de tropicanasmoothie te gaan.

En nu de clou van mijn verhaal. Deze ochtend heb ik mij nog maar net achter mij bureau genesteld of mijn lieve collega U vraagt of ik geen zin heb in een koekje. Jawel, jullie raden het al, een Oreo-koekje. Blijkbaar stond er één of ander promoteam in het Centraal Station pakjes koekjes uit te delen. Jammer genoeg had ikzelf het team gemist, maar dankzij mijn collega heb ik toch een koekje kunnen proeven. Ik ben nu geen Oreo-leek meer. 😉

En zo werd mijn culinair begrippenkader weer een klein beetje uitgebreid.

Squash

Toen ik daarstraks hijgend en puffend bij de squash aankwam (ik was de tijd wat uit het oog verloren omdat ik aan het kuisen was, we verwachten morgen namelijk hoog bezoek), bleek het veldje dat ik mooi op tijd telefonisch gereserveerd had, helemaal niet gereserveerd te zijn. Was ik helemaal voor niks door de regen gekomen. :-( Gelukkig kwam er snel een veldje vrij en konden we toch nog twintig minuutjes spelen, op kosten van de zaak natuurlijk, want zij hadden een fout gemaakt. En na die twintig minuutjes kwam er een ander veldje vrij en zo hebben we in totaal toch mooi vijftig minuten volgemaakt voor de prijs van een half uur. ‘k Vond het helemaal niet zo erg dat ze ons vergeten waren op te schrijven. 😉

En toen zat ik opgesloten…

Om iets voor zeven besloot ik het totaal uitgestorven gebouw waar ik mijn dagen al werkend doorbreng, te verlaten. Nu weet ik wel dat de voordeuren gesloten worden om zeven uur, maar ik dacht nog net op tijd te zijn om door de voordeur te kunnen glippen. Dat vermoeden werd bevestigd toen ik zonder problemen de eerste deur passeerde door op zo’n knop te drukken om het slot te openen. Vervolgens stond ik in het voorportaal met de grote glazen deuren die uitgeven op de straat. Ik spoed mij naar de glazen deur en ja, gesloten. Na alle deuren geprobeerd te hebben, zat er niets anders op dan terug te keren naar de ontvangsthal en via één of andere achteruitgang het gebouw te verlaten.

Om in de ontvangsthal te geraken, moest ik echter terug door de tussendeur die ik zonet met de knop geopend had. Klein probleempje. Die tussendeur was van buitenaf niet te openen. Ook niet met mijn badge, want die werkt niet meer na zeven uur. Dus daar stond ik. Even voelde ik een golf van paniek opkomen toen ik besefte dat ik geen belwaarde meer op mijn gsm had en ik dus niemand van mijn penibele situatie (opgesloten tussen twee deuren) op de hoogte kon brengen. Ik zag me in gedachten al de nacht doorbrengen in het voorportaal van ons gebouw, wachtend op de eerste noeste werknemers van de volgende dag om mij te bevrijden.

Gelukkig wist ik de initiële paniek te onderdrukken en besloot ik een beetje logisch na te denken. Normaal is er een nachtwacht in het gebouw. Die moest ik toch op één of andere manier kunnen bereiken. En ja, aan de tussendeur stond een knop om het onthaal te bellen. Dus besloot ik daar maar eens op te drukken. Groot was mijn opluchting toen aan de andere kant van de lijn bijna meteen werd opgenomen. De redding was nabij! De vriendelijke nachtwaker heeft mij zonder morren buiten gelaten. Ik hoef jullie niet te vertellen hoe geweldig opgelucht ik was. Al bij al heb ik maar een aar minuten opgesloten gezeten. Ik heb zelfs nog de trein gehaald die ik oorspronkelijk wilde nemen.

Moraal van het verhaal: overwerken is nergens goed voor.

Leeg

Het is hier leeg. Al de bureaus rondom mij zijn verlaten. Het enige geluid dat de stilte doorbreekt, zijn mijn vingers op het toetsenbord van mijn pc. Het ziet ernaar uit dat ik hier nog wel even zit. Ik haat korte deadlines en nog meer in combinatie met lang uitlopende vergaderingen. Een mens moest op twee plaatsen tegelijkertijd kunnen zijn.

De eerste les Japans

De eerste les Japans zit erop. Gisteren moeten hollen om mijn trein te halen. Ik zat voor de verandering weer eens in een vergadering die zwaar aan het uitlopen was. En toen ik zei dat ik écht écht weg moest, omdat ik mijn eerste les Japans niet wilde missen, begon één van de aanwezigen spontaan Japanse zinnetjes op te dreunen. Bleek dat die ooit nog een jaar Japans gevolgd had. Zijn spontane aanbod om me privéles te geven, heb ik toch maar vriendelijk afgeslagen. 😉

Onze juffrouw van Japans is een schattig ros meisje met bijhorende schattige sproetjes. En zo verlegen, aiai. Nu is voor een klas van 35 personen staan, niet te onderschatten, dat weet ik wel, maar in avondschool zijn alle leerlingen gemotiveerd, er zal heus niemand haar neus afbijten. Technisch onderlegd is ze ook al niet. Eerst had ze problemen om de tv weer aan te zetten die in stand by was gesprongen, vervolgens is ze erin geslaagd het registratiesysteem van het taallabo om zeep te helpen. Ik kreeg bijna medelijden met al dat gesukkel. Bijna, want eigenlijk ben ik van het principe dat een goeie leerkracht op voorhand leert omgaan met zijn of haar leermiddelen. Maar goed, ‘t was de eerste les en de juffrouw is een lieve, daar kan ik niet boos op zijn.

En hoe viel het Japans zelf mee? Wel, het was toch even slikken, die eerste keer dat de juffrouw een videoband instak. Niks van te verstaan. Even dacht ik, ai, dat wordt hier een ramp. Maar na de vierde keer (en nadat de juffrouw had uitgelegd was ze zeiden en de woorden op het bord geschreven had), kon ik al goed de verschillende woorden en klanken onderscheiden. We hebben meteen al acht letters uit het kana geleerd. Het schrijven gaat mij, als routineus typiste niet meer zo vlotjes af, maar met de nodige oefening komt dat wel terug. Het ziet ernaar uit dat Japans mij toch iets meer inspanning zal kosten dan Italiaans. Nuja, dit jaar kan ik effectief verlof nemen om mijn talen te studeren. Woehoe! Ik kan het zelf nog altijd niet goed geloven. 😉