Mijn belofte van vorig jaar indachtig, maakten mijn vriend en ik dankbaar gebruik van de extra vrije dag ter ere van de Belgische feestdag (in België wordt de nationale feestdag elk jaar gevierd alsof het de laatste zou zijn 😉 ) en het ons door Peter en Lynn aangeboden éénpersoonsbed. Rond zes uur stonden we bij onze gastheer en gastvrouw op de stoep. Klaar voor een avond en nachtjes feesten.
We startten de avond op het Sint-Baafsplein met wat junkfood. Kwestie van een goeie fond te leggen voor de cocktails. 😉 We liepen door de stad, dronken een caipirinha, doken even een café in om te schuilen voor een regenbui, dronken een mojito op Polé Polé en toen was het tijd om tramsgewijs richting Watersportbaan te trekken voor het vuurwerk.
Jammer genoeg liet ons geluk ons in de steek en kozen we de verkeerde plek uit om te zitten. Ons uitzicht werd geblokkeerd door een grote boom. Tussen de takken door zag ik toch nog wat vuurpijlen en het gezelschap maakte veel goed. Met dank aan Joke en Vincent die ervoor zorgden dat onze alcoholinname blikjesgewijs op peil gehouden werd.
Blikjesbier heeft blijkbaar een stimulerende werking op blazen, want na onze tram gemist te hebben, zat er niets anders op dan lopend de terugweg richting centrum aan te vatten, wanhopig biddend dat de blaas in kwestie haar inhoud niet vroegtijdig zou lossen. Na verlost te zijn van overtollig vocht deden we nog enkele terrasjes om te eindigen in de Duveltent, een bijna mytische plaats waar Peter altijd heel enthousiast over vertelde.
Ik had veel verwacht van de Duveltent, maar eerlijk gezegd, viel het wat tegen. De muziek stond onverstaanbaar zacht (wat spelen ze nu? Abba of een Hollandse schlager?) en de Duvel was al op. Hierdoor verlieten veel mensen vóór sluitingsuur de tent en werd er niet uit volle borst met de nummers meegeschreeuwd. Er was wel een bende zatte kerels die aan mij kwamen vragen of ik van de pers was (blijkbaar heeft een groot fototoestel die uitwerking op de mensen of was het gewoon een goed excuus om een praatje te slaan). Als dank voor dit compliment heb ik ze dan maar vereeuwigd. 😉
Oja, we merkten dat Gentenaars mijn vriend en mezelf gewoonweg niet verstaan. Een voor de rest sympathieke jongedame vroeg zelfs of we Nederlanders waren. Mijn van oorsprong Limburgse hart kneep even samen. En ik die dacht dat ik zo duidelijk en goed verstaanbaar sprak. Of komt het door het Gentse onafhankelijkheidsverhaal dat ze hun mede-Vlamingen opeens niet meer begrijpen?
Na de Duveltent wachtte ons nog een mooie, ontnuchterende wandeling naar het huisje van Peter en Lynn. Helemaal nostalgisch (waar is de tijd dat we nog elke nacht samen in een éénpersoonsbed sliepen) kropen we onder de dekens voor een veel te korte nachtrust.
De volgende dag besloten we na het ontbijt de toren van de Sint-Baafs te beklimmen. Amai, dat viel niet mee na een nacht met te weinig slaap. De opluchting was groot toen we lichtjes en minder lichtjes hijgend de bovenste treden bereikten. Jammer van het barslechte weer (koude wind en regen), want het uitzicht was spectaculair. Na de afdaling (die iets vlotter ging dan de beklimming) gingen Lynn, mijn vriend en ikzelf de kathedraal bezichtigen, terwijl Peter naar een debat trok, iets met de toekomst van België. 😉
We maakten van de gelegenheid gebruik om het Lam Gods te bekijken. Ik heb al vaak afbeeldingen van dit beroemde schilderij gezien, maar het deed me toch iets voor dit schitterende kunstwerk te staan. Een meesterwerk van kleur en symboliek. De details zijn overweldigend. Al schept de glazen kooi een net iets te grote afstand om alle miniscule details goed te kunnen waarnemen.
Van trappen en kerken bezoeken, krijgt een mens honger. Ik had al sinds de dag ervoor zin in Novotel-pannenkoeken, waardoor de keuze snel gemaakt was. Onze pannenkoeken waren net op toen we gezelschap kregen van bevriend koppel E en C, waarmee we op de tweede dag van onze Gentse tweedaagse hadden afgesproken. Even later kwamen Peter en Linde terug van het debat, werden er druk handjes en kussen uitgewisseld en scheidden onze wegen.
E, C, ikzelf en mijn vriend twijfelden tussen het Puppetbuskersfestival en een boottochtje op de Gentse wateren. We kozen voor de tweede optie, kregen een Vedett (die de meisjes snel doorgaven aan de jongens) en een paraplu in de hand geduwd en vertrokken voor een waterige tocht. Ik vond de tocht zeer mooi, maar k-k-k-koud. De weergoden waren ons niet bepaald gunstig gezind. Regen, nog wat regen en ijskoude tot op het bot verkillende wind. We snakten naar iets warms en zo belandden we in het Oeverloze Eiland waar we onze handen warmden aan een chocopunch.
Niemand had nog zin om de kou en de regen te trotseren. We zochten een restaurantje uit, aten Gentse stoverij en besloten dat het daarna welletjes was geweest. Moe, enigzins verkleumd, maar tevreden vatten we de terugrit naar Leuven aan. Volgend jaar weer! (Maar dan met beter weer.)
PS: De gevleugelde woorden in de titel zijn toe te schrijven aan onze sympathieke gastvrouwe.