Ladies lunch at Spago

Met de pandemie steeds meer in de achteruitkijkspiegel, knoopten mijn lieve collega’s en ik opnieuw aan bij onze lunchtraditie. Op aanraden van onze jongste compagnon maakten we een afspraak om op Saint Patrick’s Day samen te lunchen bij Italiaans restaurant Spago.

Helaas, de ochtend van onze afspraak moest het jongste lid van ons trio afhaken wegens ziek opgestaan. Jammer, maar helaas. Omdat ik enorm uitgekeken had naar de lunch, besloot ik niet af te zeggen. Uiteindelijk was het al veel te lang geleden dat ik het derde lid van ons trio nog gezien had. En alhoewel ik niet veel tijd had, werd het toch een gezellige afspraak, zelfs al was ons trio afgeslankt tot een duo.

Restaurant Spago zelf wist mij echter niet te overtuigen. De tagliatelli met gerookte zalm, courgette en safraan (nochtans één van de suggesties) was gewoonweg te zwaar. Blijf het vreemd vinden dat een restaurant dat zich Italiaans durft noemen room in zijn sauzen verwerkt, zelfs al weet ik dat dit aansluit bij de smaak van de Belgen. Tja, wellicht was het gedeeltelijk mijn schuld dat mijn gerecht tegen viel, ik had me bij de echte klassiekers op het menu moeten houden, want de spaghetti carbonara van mijn vriendin zag er beter uit. Gelukkig smaakte dat stiekeme glaasje prosecco bij de lunch uitstekend!

IMG_7731

IMG_7733

 

Officina 500

Via Social Deal een nieuw Leuvens restaurantje ontdekt: Officina 500. Nuja, écht nieuw bleek het restaurantje bij nader inzien toch niet te zijn, want we liepen daar de chefkok van ons favoriete (nu helaas door andere eigenaars overgenomen) Italiaans restaurant Castello Lucano tegen het lijf.

De hernieuwde kennismaking smaakte alvast naar meer. Hopelijk gaat het Gianfranco voor de wind in zijn nieuwe restaurant!

IMG_3803

IMG_3804

IMG_3805

IMG_3808

IMG_3809

IMG_3813

Mijmeringen

Misschien komt het door die droom van een tijdje geleden. Waarschijnlijk is het gewoon de tijd van het jaar voor introspectie, retrospectie en mijmeringen. Feit is dat ik in gedachten een tijdsprongetje heb gemaakt naar het middelbaar.

In die tijd ging ik elk jaar samen met mijn beste vriendin en haar ouders op skivakantie. Naar een piepklein dorpje ergens in Oostenrijk, Abfaltersbach, heette het. We logeerden altijd in hetzelfde pension, uitgebaat door Frau Aichner en haar zoon, de eeuwige vrijgezel. Van douches op de kamer hadden ze daar nog niet gehoord, maar de gastvrijheid was legendarisch.

Op één van die skivakanties, ik moet net zestien geweest zijn, heb ik mijn eerste vakantieliefje opgescharreld. ‘t Was een Italiaan en we waren elkaar ‘s middags in de skihut tegen het lijf gelopen. Ik vond hem knap, met dat beetje krullende donkere haar en die donkere ogen, helemaal mijn type. Hij kon alleen maar Italiaans. Natuurlijk sprak ik geen woord Italiaans, dus babbelde ik maar Frans tegen hem. Ik vermoed dat hij geen jota begreep van wat ik hem in mijn schoolfrans zoal toefluisterde. Maar dat was niet belangrijk: wij spraken de taal der liefde en hij was een bijzonder begenadigd kusser. :-) Nu ik er zo over nadenk, ik moet nog ergens een pasfotootje van hem hebben (ik gooi nooit iets weg). Hij heette Christian of Christophe of zo.

Na de vakantie heb ik hem natuurlijk nooit meer teruggezien. En bij nader inzien was hij toch mijn type niet. 😉 Maar ‘k vraag me wel af, zou ik hem nog herkennen als ik hem tegenkom?