Samen met onze vrienden en hun gezin genieten we op ons gemak van het ontbijtbuffet in ons hotel. De kinderen zijn dikke fan van het do-it-yourself wafelijzer en smullen hun buikje rond. Niet bepaald een gezonde start van de dag, maar hey, op hotel mag dat, he! Ikzelf ben niet echt een fan van wafels, maar een lekkere portie scrambled eggs gaat er altijd wel in.
Na nog een laatste kop koffie (niet voor mij, want ik lust geen koffie) gedronken te hebben, pakken we ons boeltje bijeen op de kamers, laten we onze koffers achter bij de receptie en vertrekken we te voet naar de Gurtenbahn (de funiculaire die ons naar de top van de Gurten zal brengen). Het is een half uurtje stappen naar het vertrekpunt van de funiculaire en best warm. Veel warmer dan ik had durven hopen toen ik met een bang hartje de weersvoorspellingen voor het weekend bekeek.
Met de Gurtenbahn naar de top van de Gurten berg blijkt op zondag een populair gezinsuitstapje te zijn. Het is dan ook drummen om een goed plaatsje te veroveren in de funiculaire. Het uitzicht is alleszins prachtig. Terwijl we ons langzaam naar boven laten trekken, ontvouwt Bern zich aan onze voeten. Schitterend.
De top van de Gurten blijkt iets minder fenomenaal dan het uitzicht. Er is een minitreintje waarop je een ritje kan maken. En ondanks het feit dat we daar duidelijk allemaal (inclusief de kinderen) te groot voor zijn, maken we het kind in onszelf blij met een ritje. Onze volgende activiteit: de beklimming van de uitzichtstoren, na de Zytglogge en de kathedraal, ons derde letterlijke hoogtepunt van het weekend.
Na foto’s van ongeveer elk mogelijk uitzicht genomen te hebben, besluiten we weer af te dalen naar Bern. De Gurten zelf is ons ietwat te commercieel en het is duidelijk dat ons gezelschap niet veel zin heeft om één van de aangeduide wandelingen te volgen.
De funiculaire brengt ons terug naar ons beginpunt en we nemen de tram naar het Altes Tramdepot om daar samen te lunchen. Al een geluk dat we op voorhand gebeld hebben om te reserveren, want het terras is stampvol. Het duurt een eeuwigheid voordat we ons eten krijgen, wat we eerst wijten aan de drukte, maar wanneer we merken dat de tafels rondom ons wel bediend worden, lijkt het duidelijk dat er in de keuken iets is misgelopen. Na even geïnformeerd te hebben bij de ober, komt onze bestelling er verrassend snel aan. Na het lange wachten smaakt met summerbowl met zalm dubbel zo goed. Dat we achteraf nog een drankje van het huis aangeboden krijgen als compensatie voor het lange wachten, vind ik zeer correct.
En jawel, ik kan het niet laten om als dessert nog een ijsje van de Eiswerkstatt te kopen. Ditmaal ga ik voor een rhum raisin en mango passievrucht ijsje. Ik smelt bijna van geluk. 😉
Als afsluiter van ons weekend lijkt het leuk om samen in de Aare te gaan zwemmen. Het is er alleszins warm genoeg voor en hoe vaak heeft een mens de gelegenheid om in een snelstromende rivier te zwemmen? We keren terug naar het hotel om de wagen van onze vrienden op te halen en rechtstreeks naar één van de vele Freibäder in Bern te rijden. Op onze eerste halte bij Freibad Marzili hebben we niet veel succes: het is er stampvol. We besluiten dan ook ons geluk elders te beproeven. Freibad Lorraine blijkt nét iets minder druk te zijn. Al denk ik dat we ‘hoerenchance’ hadden om nog een vrije parkeerplek te vinden.
Ik moet eerlijk zeggen dat ik het bad zelf, gevuld met water van de Aare erg lelijk vind: een verouderde betonconstructie vol met graffiti. De omkleedkabines zijn gemeenschappelijk en bijzonder rudimentair ingericht. Het geheel heeft een oostbloksfeertje dat me niet bepaald aantrekt. Ik moet me dan ook een beetje oppeppen om me in mijn badpak te hijsen, maar eens aan de andere kant van de lelijke betonnen muur lonkt de blauwe Aare.
We klimmen via een ongemakkelijk ijzeren laddertje in de rivier en laten ons vervolgens door de stroming meedrijven. De stroming is zo sterk dat het zelfs onmogelijk is om gewoon ter plaatste te blijven wanneer je tegen de stroom in zwemt. Het water is behoorlijk koud, maar de snelheid waarmee we ons verplaatsen smaakt naar meer.
We durven het niet goed aan ons zevenjarige petekindje in het water van de Aare te laten zwemmen. Wat natuurlijk een verschrikkelijk drama met veel traantjes tot gevolg heeft. De stroming is echt veel te sterk en ik ben zeker dat als mijn petekindje kopje onder zou gaan in het ondoorzichtige water dat ik, hoe goed ik ook kan zwemmen, er nooit zou in slagen haar terug te vinden. We komen echter op het geniale idee om een schuimrubberen noodle te lenen van één van de vele andere zwemmers. En zo kan ons petekindje zich toch in het water wagen. Het is duidelijk veel te koud voor haar, dus we houden het op één keer. Eind goed, al goed.
Na ons afgedroogd te hebben, brengen onze vrienden ons terug naar het station van Bern, alwaar we afscheid nemen en mijn vriend en ik de trein naar de luchthaven van Genève nemen. Nog nagenietend van een fijn weekend.