Rustig dagje

Na de kaas en wijn van gisterenavond en het vat van vrijdag, hebben mijn vriend en ik er vandaag een rustig dagje van gemaakt. Lekker uitgeslapen, fijn gesekst, nog wat in bed blijven liggen tot het bijna middag was en daarna uitgebreid gaan eten in de Voltaire. Een beetje een uitgesteld verjaardagsfeestje, want dat was er met de 24-urenloop en onze reis naar Warschau vlak daarna niet echt van gekomen.

Met een driegangenmenu achter de kiezen zijn we daarna de niet-vooruitgang van ons appartement gaan inspecteren. De plannen om in november te verhuizen kunnen we nu wel opbergen, denk ik zo. Gelukkig is nonkel K vandaag voor twee weken op vakantie vertrokken. Dat wil zeggen dat we het hele huis voor ons alleen hebben! Hoera! Kan ik eindelijk weer ongegeneerd in mijn blootje door het huis banjeren.

Verder heb ik vandaag nog wat geknabbeld aan mijn foto-achterstand. ‘k Moet nog een hele reeks van een trouw bewerken en de foto’s van Warschau moeten ook nog allemaal gesorteerd worden.

En vanavond heb ik dan mijn teveel aan energie kunnen uitwerken op een rubberen balletje. ‘t Deed goed om de squashdraad weer op te nemen.

Impressies van Warschau

Nog niet echt aan toegekomen om een verslagje te maken van onze belevenissen in Warschau. Bij deze is dat rechtgezet. (Ik ga zedig zwijgen over de dag na de dag dat ik íets te veel wódka gedronken had…)

Warschau is een zeer boeiende stad, vooral door de vele contrasten: het schitterende (gereconstrueerde) historische centrum, de typische kale en lelijke oostblokflatgebouwen en de splinternieuwe, moderne glazen wolkenkrabbers. Warschau heeft het allemaal. De Polen zijn een mysterieus volkje, ze zien er een beetje zuur uit (misschien door al die jaren onder het communisme te leven?), maar zijn eigenlijk best wel vriendelijk. In alle musea stikt het van de bewakers (bij voorkeur kleine, in het zwart geklede madammetjes die alleen maar Pools kunnen) die je geen vijf minuten uit het oog verliezen. Dat gaat zelfs zover dat je soms het gevoel hebt dat er een persoonlijke bodyguard over je schouders meekijkt.

Het nationaal museum was schitterend. Veel mooie kunst gezien in een bijna leeg museum. Géén gedrum om een glimp van een schilderij te kunnen opvangen, het is eens iets anders. Het etnografisch museum is by far het raarste museum dat ik ooit bezocht heb. Het historisch museum van Warschau op de Oude Markt was heel interessant, alleen jammer van de doordringende geur van één of ander adembenemend kuisproduct dat ons dwong onze stap te versnellen. Een bezoek aan dat museum was werkelijk een multisensorale ervaring. Het legermuseum vond ik, ondanks mijn afkeer voor de aldaar verzamelde moordtuigen, ook wel de moeite. De laatste dag hebben we het archeologisch museum bezocht, wat een onverwachte meevaller bleek. En natuurlijk hebben we zoveel mogelijk paleizen bezocht (toppers: Wilanów en het Royal Castle), allemaal minitieus in de originele staat hersteld.

Wel jammer dat door de verandering van zomer- naar winteruur het om vier uur in de namiddag al stikdonker was. Niet ideaal om nog lange wandelingen te maken. Kwam daar nog eens bij dat de meeste musea sloten om vier uur. Nog nooit zoveel geaperitiefd als in Warschau. 😉

Het eten in Polen is trouwens superlekker. Hun chocolademelk (eerder vloeibare chocolade, veel melk kon ik in dat czekolada-drankje niet terugvinden) is to die for. Zó lekker. En ze doen er meestal dan nog een scheutje sterke drank door. Mmm. Aten we ook: eend met veenbessen en gebakken appeltjes, forel met appelsaus, borsjt, pączki, sernik (Poolse kaastaart), pierogi en natuurlijk dronken we wódka (soms een beetje te veel). Naar bigos, het nationale gerecht van Polen, gingen we tevergeefs op zoek. Duidelijk geen specialiteit in Warschau.

Heel de stad is doordrongen van herinneringen aan de Tweede Wereldoorlog. Op elk gebouw vind je wel ergens een plakkaat dat een gestorven verzetsheld, een gesneuvelde soldaat, een bombardement of de Warsaw Uprising herdenkt. Terwijl de Polen tevergeefs de nazi’s uit Warschau probeerden te verdrijven, keek het Rode Leger van Stalin zonder hulp te bieden toe hoe het Armia Krajowa in de pan gehakt werkt. Politiek niet interessant om de Polen te hulp te komen. :-( Na de Opstand van Warschau brandden de Duitsers ongeveer 85% van de stad plat. Al de historische gebouwen werden (met hulp van de Russen) in de jaren vijftig en zestig minitieus gereconstrueerd aan de hand van de originele plannen, foto’s en soms zelfs schilderijen. Het “wonder van Warschau”.

Wat het weer betreft, hebben we zo’n beetje van alles gehad. Zon (het eerste weekend hebben we zelfs nog een terrasje gedaan), regen, sneeuw. De vier jaargetijden in één week. Leuk om de sneeuw onder mijn voeten te horen knerpen. De regen had voor mij echt niet gehoeven. 😉

De zus van mijn vriend (daar op erasmus en de hoofdreden van ons bezoek) was alleszins blij ons te zien. De meisjes met wie ze samen stage volgt, vallen wat tegen. De stage zelf is niet interessant en haar Pools wil niet echt vlotten. En ik denk dat ze ook wel wat heimwee heeft naar België. Ze zit samen met een ander studentje op een piepklein kamertje. Ongeveer zero privacy dus. De gemeenschappelijke keuken en douche zagen er ook maar belabberd uit. Dan hebben wij in pension nonkel K niet echt te klagen. 😉

Een geslaagde vakantie die naar goede gewoonte veel te snel voorbij vloog. Eén ding is zeker, in Polen zien ze ons beslist nog eens terug!

Gezellige ex-collega’s

Gisteren had ik na het werk een afspraakje. Neen, niet dát soort afspraakje, maar wel een afspraak met de collega’s van mijn vorig werk. Om mekaar nog eens terug te zien en wat nieuwtjes over leven en werk uit te wisselen. Mijn collega’s waren nog niets veranderd. Hetzelfde kan ook gezegd worden van mijn ex-werk: zo te horen is het daar nog altijd een even grote puinhoop. Blij dat ik daar weg ben, denk ik dan maar. 😉

Onder het genot van een overheerlijk Turks gerecht (jofak of jokan of jolak of nog iets anders, ben de naam kwijt, ‘t was iets met rundsgehakt gerold in dürüm gebakken op de gril met daarover tomatensaus en geserveerd met yoghurt) werden de laatste roddels uitgewisseld: wie zwanger was, wie gescheiden was, wie veranderd was van werk, welke projecten nu weer in het honderd liepen, welke deadlines weer maar eens niet gehaald werden, enzovoort. Stof genoeg om de avond mee te vullen.

Na het eten ben ik dan samen met L, ex-collega, vriendin en mama van pluimgewichtje naar Leuven gespoord. Tijdens het wachten op de trein en de treinreis een goed gesprek gehad. Natuurlijk over pluimgewichtje, maar ook over haarzelf en haar man. Pluimgewichtje doet het beter dan verwacht. Hij zal natuurlijk steeds zwaar gehandicapt blijven, maar hij reageert op stimulansen en doet nu zelf zijn mondje open om melk en fruitpap te eten (dat was in het begin een probleem). Vorige week heeft hij even in het ziekenhuis gelegen met een virus op zijn luchtwegen, maar ondertussen is hij weer helemaal beter.

Ik heb zo’n bewondering voor L. Ze werkt vier-vijfde, is niet alleen mama van pluimgewichtje, maar ook van een zeer levendige dochter van twee die veel aandacht opeist. Het huishouden en de zorg voor de kinderen draagt ze bijna helemaal alleen. (Gelukkig heeft ze een heel lieve mama en lieve zussen die nu en dan bijspringen.) Haar man, een echte workaholic, is niet echt een huishoudelijke type en bemoeit zich niet al te veel met de opvoeding van de kinderen (boe!). Haar man heeft het ook moeilijk om de handicap van pluimgewichtje te aanvaarden en krijgt moeilijk een band met hem. Zij denkt dat dit komt, omdat er een kans van 1 op 4 is dat pluimgewichtje overlijdt voordat hij twee jaar is en dat haar man zich daarom niet durft binden.

Ik ben geen ouder, maar het op de wereld zetten van een gehandicapt kind lijkt me één van de zwaarste tegenslagen die je in het leven kan hebben. Je wil toch altijd het beste voor je kind? Dat hij of zij gelukkig is en iets van zijn of haar leven kan maken. Handicaps heb je natuurlijk in gradaties, maar de vooruitzichten van pluimgewichtje zijn op zijn zachtst gezegd niet zo goed. Hopelijk ondervindt hij iets van geluk door de liefde die hij krijgt van zijn mama en papa, zijn zusje dat dol op hem is, zijn grootouders en de familiehond die hem graag likjes geeft.

In Leuven moest L nog een half uurtje wachten om de trein naar Hasselt te nemen en zijn we nog even iets gaan drinken in de Kosmopol. Voor mij een cocktail (Sex on the beach!) en voor L een muntthee. In december komt ze met haar kindjes op bezoek bij ons in Leuven. Hopelijk kunnen we haar dan ontvangen in ons nieuwe appartement (nope, ‘t is nog steeds niet af).