Toeval
Jaja, het bestaat. Begin deze week kocht ik een nieuw kookboek met recepten voor smoothies. Voor de schappelijke prijs van vier euro was ik in één klap 46 mooi geïllustreerde smoothierecepten rijker. Daar kan een mens niet voor sukkelen, denk ik dan.
Donderdagavond was ik in dit boek op zoek naar een geschikt recept voor een dessert. Mijn oog viel op de banariosmoothie. Een simpele smoothie met banaan en Oreo-koekjes. Het klonk lekker, maar Oreo-koekjes, daar had ik nog nooit van gehoord. Een snelle internetzoektocht leverde mij echter meteen een berg informatie van Oreo-liefhebbers op. Omdat ik echter niet zeker was dit soort koekje in de winkel te kunnen vinden, besloot ik op safe te spelen en toch maar voor de tropicanasmoothie te gaan.
En nu de clou van mijn verhaal. Deze ochtend heb ik mij nog maar net achter mij bureau genesteld of mijn lieve collega U vraagt of ik geen zin heb in een koekje. Jawel, jullie raden het al, een Oreo-koekje. Blijkbaar stond er één of ander promoteam in het Centraal Station pakjes koekjes uit te delen. Jammer genoeg had ikzelf het team gemist, maar dankzij mijn collega heb ik toch een koekje kunnen proeven. Ik ben nu geen Oreo-leek meer. 😉
En zo werd mijn culinair begrippenkader weer een klein beetje uitgebreid.
Squash
Toen ik daarstraks hijgend en puffend bij de squash aankwam (ik was de tijd wat uit het oog verloren omdat ik aan het kuisen was, we verwachten morgen namelijk hoog bezoek), bleek het veldje dat ik mooi op tijd telefonisch gereserveerd had, helemaal niet gereserveerd te zijn. Was ik helemaal voor niks door de regen gekomen.
Gelukkig kwam er snel een veldje vrij en konden we toch nog twintig minuutjes spelen, op kosten van de zaak natuurlijk, want zij hadden een fout gemaakt. En na die twintig minuutjes kwam er een ander veldje vrij en zo hebben we in totaal toch mooi vijftig minuten volgemaakt voor de prijs van een half uur. ‘k Vond het helemaal niet zo erg dat ze ons vergeten waren op te schrijven. 😉
En toen zat ik opgesloten…
Om iets voor zeven besloot ik het totaal uitgestorven gebouw waar ik mijn dagen al werkend doorbreng, te verlaten. Nu weet ik wel dat de voordeuren gesloten worden om zeven uur, maar ik dacht nog net op tijd te zijn om door de voordeur te kunnen glippen. Dat vermoeden werd bevestigd toen ik zonder problemen de eerste deur passeerde door op zo’n knop te drukken om het slot te openen. Vervolgens stond ik in het voorportaal met de grote glazen deuren die uitgeven op de straat. Ik spoed mij naar de glazen deur en ja, gesloten. Na alle deuren geprobeerd te hebben, zat er niets anders op dan terug te keren naar de ontvangsthal en via één of andere achteruitgang het gebouw te verlaten.
Om in de ontvangsthal te geraken, moest ik echter terug door de tussendeur die ik zonet met de knop geopend had. Klein probleempje. Die tussendeur was van buitenaf niet te openen. Ook niet met mijn badge, want die werkt niet meer na zeven uur. Dus daar stond ik. Even voelde ik een golf van paniek opkomen toen ik besefte dat ik geen belwaarde meer op mijn gsm had en ik dus niemand van mijn penibele situatie (opgesloten tussen twee deuren) op de hoogte kon brengen. Ik zag me in gedachten al de nacht doorbrengen in het voorportaal van ons gebouw, wachtend op de eerste noeste werknemers van de volgende dag om mij te bevrijden.
Gelukkig wist ik de initiële paniek te onderdrukken en besloot ik een beetje logisch na te denken. Normaal is er een nachtwacht in het gebouw. Die moest ik toch op één of andere manier kunnen bereiken. En ja, aan de tussendeur stond een knop om het onthaal te bellen. Dus besloot ik daar maar eens op te drukken. Groot was mijn opluchting toen aan de andere kant van de lijn bijna meteen werd opgenomen. De redding was nabij! De vriendelijke nachtwaker heeft mij zonder morren buiten gelaten. Ik hoef jullie niet te vertellen hoe geweldig opgelucht ik was. Al bij al heb ik maar een aar minuten opgesloten gezeten. Ik heb zelfs nog de trein gehaald die ik oorspronkelijk wilde nemen.
Moraal van het verhaal: overwerken is nergens goed voor.
Leeg
Het is hier leeg. Al de bureaus rondom mij zijn verlaten. Het enige geluid dat de stilte doorbreekt, zijn mijn vingers op het toetsenbord van mijn pc. Het ziet ernaar uit dat ik hier nog wel even zit. Ik haat korte deadlines en nog meer in combinatie met lang uitlopende vergaderingen. Een mens moest op twee plaatsen tegelijkertijd kunnen zijn.
De eerste les Japans
De eerste les Japans zit erop. Gisteren moeten hollen om mijn trein te halen. Ik zat voor de verandering weer eens in een vergadering die zwaar aan het uitlopen was. En toen ik zei dat ik écht écht weg moest, omdat ik mijn eerste les Japans niet wilde missen, begon één van de aanwezigen spontaan Japanse zinnetjes op te dreunen. Bleek dat die ooit nog een jaar Japans gevolgd had. Zijn spontane aanbod om me privéles te geven, heb ik toch maar vriendelijk afgeslagen. 😉
Onze juffrouw van Japans is een schattig ros meisje met bijhorende schattige sproetjes. En zo verlegen, aiai. Nu is voor een klas van 35 personen staan, niet te onderschatten, dat weet ik wel, maar in avondschool zijn alle leerlingen gemotiveerd, er zal heus niemand haar neus afbijten. Technisch onderlegd is ze ook al niet. Eerst had ze problemen om de tv weer aan te zetten die in stand by was gesprongen, vervolgens is ze erin geslaagd het registratiesysteem van het taallabo om zeep te helpen. Ik kreeg bijna medelijden met al dat gesukkel. Bijna, want eigenlijk ben ik van het principe dat een goeie leerkracht op voorhand leert omgaan met zijn of haar leermiddelen. Maar goed, ‘t was de eerste les en de juffrouw is een lieve, daar kan ik niet boos op zijn.
En hoe viel het Japans zelf mee? Wel, het was toch even slikken, die eerste keer dat de juffrouw een videoband instak. Niks van te verstaan. Even dacht ik, ai, dat wordt hier een ramp. Maar na de vierde keer (en nadat de juffrouw had uitgelegd was ze zeiden en de woorden op het bord geschreven had), kon ik al goed de verschillende woorden en klanken onderscheiden. We hebben meteen al acht letters uit het kana geleerd. Het schrijven gaat mij, als routineus typiste niet meer zo vlotjes af, maar met de nodige oefening komt dat wel terug. Het ziet ernaar uit dat Japans mij toch iets meer inspanning zal kosten dan Italiaans. Nuja, dit jaar kan ik effectief verlof nemen om mijn talen te studeren. Woehoe! Ik kan het zelf nog altijd niet goed geloven. 😉
En aan alle studenten:
Welkom in Leuven! Fijn om jullie (terug) te zien!
Gisteren, zondag
Donderdag is het dochtertje van F, mijn beste vriendin uit het middelbaar, geboren en omdat we natuurlijk heel nieuwsgierig waren naar dit nieuwe leventje, spoedden we ons zondagmiddag naar het Sint-Trudo ziekenhuis in het verre Limburg. F zag er moe, maar gelukkig uit. En kersverse papa K was duidelijk in de wolken met zijn prachtige dochter. Ze hadden ons wel mooi bij de neus, want bijna iedereen dacht dat het een jongen zou worden. Na veel kusjes en gelukwensen uitgedeeld te hebben, was het tijd voor de traditionele bevallingsverhalen. Ondertussen ben ik al bevallingspecialist zonder zelf ooit een bevalling meegemaakt te hebben. 😉
‘t Was gezellig, maar omdat we een afspraakje hadden met de ouders van mijn vriendje konden we niet zo lang blijven. We kregen een doosje doopsuiker en een doopkoekje in de vorm van bloem met gekleurde suiker mee, deelden nog wat kussen en complimentjes uit en hup, daar zaten we al in de wagen richting Dessel. Aldaar aangekomen verorberden we met smaak een dikke pannenkoek (die achteraf wel wat op mijn maag is blijven liggen, maar kom), beklommen we de Sas 4 Uitkijktoren en maakten we als afsluiter een mooie wandeling langs het kanaal, dat er erg rustig bij lag in het avondlicht. Meer moet dat niet zijn.
D’s salad
Beschermengel
Daarnet toen ik terug kwam van mijn werk een oude kennis tegengekomen. Hij droeg een nekbrace, dus mijn voor de hand liggende eerste vraag was: “Hey, wat is er met jou gebeurd? Heb je een ongeluk gehad?” Hij, doodserieus: “Ja, ze hebben mij omvergereden op een kruispunt. Ik liep op het zebrapad en had groen licht. Mijn nek was vier keer gebroken en mijn knieschijf verbrijzeld.” Ik kreeg koude rillingen van zijn verhaal. Lange revalidatie. Alleen thuiszitten. Zijn hoofd en nek vastgezet met zo’n harnas. Hij liet me de littekens zien. Brrr. En dan besef je dat het toch allemaal snel gebeurd kan zijn. En dat N ongelooflijk veel geluk gehad heeft. Voor hetzelfde geld had hij het niet overleefd of zat hij nu in een rolstoel van de nek af verlamd. Man, ik krijg weer kippenvel als ik eraan denk.
Mensen, wees voorzichtig en vergeet niet te genieten van het leven.