Babygeluk

Vrijdagavond op babybezoek geweest bij een paar vrienden die we helaas wat uit het oog verloren waren. De laatste twee jaren hadden mijn vriend en ik nog wel kaartjes gestuurd, maar daar bleef het bij. We waren dan ook aangenaam verrast om een geboortekaartje in onze brievenbus te vinden. Het kaartje had ons enkele weken te laat bereikt, wegens een fout huisnummer, maar een barmhartige Samaritaan postte het in onze brievenbus. Bleek dat de vrienden in kwestie consequent al hun communicatie naar het foute adres gestuurd hadden, gelukkig raakte dit wel heel bijzondere kaartje wel bij ons. Als dat geen goeie reden was om de banden weer wat nauwer aan te halen, dan wist ik het ook niet meer.

Dus spraken we af om hun kersverse dochter te bewonderen. Terwijl we vingertjes en teentjes telden stonden we even stil bij het wonder van het leven, zo bijzonder, zo kostbaar, zo breekbaar. Want hun eerste kindje kwam na een voldragen zwangerschap dood ter wereld. Een leven dat afbrak nog voor het begon, maar wel herdacht werd bij deze nieuwe geboorte.

Ik ben zo blij voor hen en in de toekomst zullen we er beslist niet meer zoveel tijd over laten gaan om mekaar terug te zien.

A first

Het was het eerste huwelijk dat ik bijwoonde in mijn leven en ik vond het allemaal even geweldig. Het overheerlijke eten, de fabuleuze wijnen, het poepchique kasteel waar het feest plaatsvond, de toneeltjes van de familie, het dansen tot in de vroege uurtjes,… Ik had me voor de gelegenheid zelfs laten maquilleren en mensen die mij een beetje kennen, weten hoe zeldzaam dat is. De herinneringen aan die dag staan me nog levendig voor de geest. Het lijkt alsof het gisteren was.

Spijtig genoeg is het sprookje nu uit. Niet dat er in onze omgeving nog geen koppels uit mekaar gegaan zijn, maar dit is het eerste koppel met kinderen dat gaat scheiden en dat maakt het dubbel zo pijnlijk. A clean break is niet mogelijk als je samen een gezin hebt. Gelukkig gaan ze op een beschaafde manier uit mekaar en waken ze erover dat de kinderen de nodige aandacht krijgen om dit te verwerken. Ik kan alleen maar hopen dat ze allebei erin slagen los van mekaar een nieuw leven uit te bouwen. Wat niet makkelijk kan zijn als je meer dan de helft van je leven samen geweest bent.

Zo, zo spijtig.

Vlees overdaad

Gisteren waren we samen met Joke, Vincent en hun mondige dochter Emma op bezoek in het nieuwe stulpje van Peter en Lynn. Naar goede gewoonte werden we aan een royale dis uitgenodigd. Eén klein detail waren de gastheer en gastvrouw echter uit het oog verloren: de groentjes die normaal een gourmetfeestmaal complementeren waren in de winkel achtergebleven. Gelukkig waren er patatjes en champignons à volonté!

Ik denk dat ik de rest van de week vegetarisch ga eten.

Een hele eer!

Gisteren werd niet alleen onze badkamer opgemeten, ik werd ook gevraagd om meter te worden van het eerste kindje van onze vrienden! Daar hoefde ik natuurlijk niet lang over na te denken. Uiteraard wilde ik graag meter worden! Ik kijk er al naar uit om kennis te maken met mijn tweede petekindje. Benieuwd of het een jongetje of een meisje zal worden, want het geslacht houden de ouders voorlopig nog angstvallig geheim.

Enfin, ik hoef jullie niet te vertellen dat ik de ganse avond met een gigantische glimlach op mijn gezicht heb rondgelopen.

Genève – Mur des Réformateurs en Patek Philippe Museum – 3 november 2012

Onze derde zonnige ochtend in Genève begonnen we met een wandeling naar het Patek Philippe Museum, ons aangeraden door onze vrienden. Onderweg liepen we langs de Mur des Réformateurs in het Parc des Bastions. Dit indrukwekkende monument is gewijd aan de helden van de reformatie, met grote beelden van Johannes Calvijn, Guillaume Farel, Théodore de Bèze en John Knox. Door mijn katholieke opvoeding is ongeveer het enige wat ik van de reformatie weet dat Martin Luther zijn stellingen tegen aflaten aan een kerkdeur nagelde. En oja, vervolging, contrareformatie, beeldenstorm, vlucht van de intelligentsia uit de Zuidelijke Nederlanden naar de Noordelijke, zoiets. Genève was op een bepaald moment in de geschiedenis zowat het Rome van de protestanten en je kan er nu nog het Internationale Museum van de Reformatie bezoeken (wat wij niet deden).

Ik weet niet of ik het Patek Philippe Museum bezocht zou hebben als onze vrienden ons niet verzekerd hadden dat het de moeite was. Een museum enkel gewijd aan horloges klinkt een beetje saai. But boy, was I wrong. Wat een absoluut fantastisch museum! De pracht en praal van de horloges in de collectie van het Patek Philippe Museum was overdonderend. Grappig dat uiteindelijk geen van beide partners die de firma Patek Philippe in het leven riepen zelf Zwitsers waren. Antoni Patek was een Pool en Adrien Philippe een Fransman, maar dat doet geenszins afbreuk aan hun fabelachtige collectie.  Het ambacht der horlogemakers zorgde dat Zwitserse precisie een begrip werd en de Zwitserse horlogemerken zijn nog steeds gegeerd goed. Het straffe is dat er een simpele verklaring is voor het belang dat Zwitsers aan hun horloges hechten: protestanten mochten geen juwelen dragen, enkel een horloge was toegestaan. En zoals dat meestal gaat, werd er een creatieve manier bedacht om toch te pronken en groeiden de horloges uit tot juwelen met een wijzerplaat.

Het museum bevatte ook een ingenieuze collectie automatons. Kleine miniatuurkunstwerkjes met bewegende onderdelen. Zo was er een tafereeltje waarbij Mozes met zijn staf tegen de rots sloeg en er water uit vloeide. Of een koorddanser balancerend op een touw. Of een pistool waarbij, wanneer je de trekker overhaalde, een vogeltje uit de loop te voorschijn kwam waarvan bekje, kopje en vleugeltjes bewogen op de tonen van een melodietje. Of een bewegend oud vrouwtje met twee wandelstokken, of een slang of een muis of een … Via 3D-animaties werd aangetoond hoe de mechaniekjes werkten. Heel knap en indrukwekkend allemaal. Alleen jammer dat je geen foto’s mocht nemen (wat ik uiteraard stiekem toch deed met mijn iphone).

Enkele filmpjes om jullie een idee te geven, want het valt moeilijk in woorden te beschrijven:

Maar hét topstuk was toch wel de Patek Philippe Calibre 89, het meest gecompliceerde horloge ter wereld. Het kostte vijf jaar onderzoek en ontwikkeling en vier jaar handwerk om het horloge te fabriceren. Fenomenaal. Ik kan het niet anders beschrijven. De collectie was gewoon te groot en de details van de kunstwerkjes te verfijnd om volledig te kunnen absorberen. De herinnering aan al die pracht begint nu jammer genoeg al te vervagen.

Ik had er nog wel uren kunnen rondlopen, maar we moesten ‘s middags op tijd zijn voor onze afspraak met onze vrienden.

Soms…

Moet een mens gewoon zijn meerdere durven erkennen. Ik beken deemoedig dat ik er nooit van ze leven in zou slagen zulke kunstwerkjes voor mijn gasten op tafel te toveren:

Ricottataartjes met rodevruchtencoulis en frambozen:

Kokospannenkoekjes met passievruchtencoulis en bananen:

Aardappelpannenkoekjes met gerookte zalm en dressing:

Ja, dat brunchen, het begint mij meer en meer te bevallen…

Genève – 2 november 2012

Alweer een mooie zonnige start van de dag. Vandaag stonden er twee dingen op het programma: een bezoek aan CERN, waarover ik al eerder schreef, en een bezoek aan onze vrienden die in een slaapstadje net over de Franse grens woonden. De kersverse mama kwam ons ophalen na ons bezoek aan CERN en nog geen tien minuten later waren we in hun appartementje in een Franse woonwijk die duidelijk CERN-medewerkers als doelgroep had. De meeste mensen die in CERN werken, hebben namelijk tijdelijke contracten en zoeken iets om te huren, want ze komen uit alle hoeken van de wereld. Slimme Franse projectontwikkelaars spelen in op het gebrek aan huurappartementen op de Geneefse markt door snel snel hele wijken neer te zetten waar snel geld mee te verdienen valt. Het straffe is, aan isolatie doen ze niet mee, daar in Frankrijk en alle appartementen worden met elektriciteit verwarmd. Aja, want die elektriciteit is afkomstig van Franse kerncentrales en kost toch bijna niks. En wij hier maar isoleren als gekken en energiezuinig leven, in ons Belgenlandje.

We maakten kennis met de schattige dochter van onze vrienden en praatten wat bij terwijl we wachtten tot de heer des huizes terugkwam van zijn werk. En raad eens wat er op het menu stond voor het avondmaal? Geen kaasfondue, maar wel raclette! Nog een nationaal Zwitsers gerecht! We kunnen er weer voor een tijdje tegen op gesmoltenkaasgebied!

Heel boeiende discussie gehad met de gastheer die niet geloofde in het principe van schaalvergroting en een vurig pleidooi afstak voor kleinere structuren: kleinere gemeenten (hij was geen voorstander van de fusies tussen gemeenten), kleine, lokale bedrijven en handelaars. Hij pleitte voor lokale productie en consumptie, een discours dat me deed denken aan dat van de hedendaagse transitiebewegingen. Zijn overtuiging was dat grote structuren onveranderlijk gedoemd zijn om te falen. Ergens kon ik hem wel volgen, want hoe groter je structuur hoe meer administratieve overhead en hiërarchie je creëert, wat onveranderlijk ten koste gaat van de efficiëntie. Toch geloof ik in de voordelen van schaalvergroting en het goede dat supranationale samenwerkingsverbanden zoals de Europese Unie kunnen realiseren. Iets waar mijn gastheer niets in zag.

Hij zong het lof van het Zwitserse systeem met kantons die veel meer bevoegdheden hebben dan het federale niveau en verklaarde zich een grote voorstander van het systeem van referenda in Zwitserland. De geldigheid van zo’n referendum is niet gekoppeld aan een minimale opkomst en eenieder kan een voorstel tot referendum indienen als je op voorhand genoeg medestanders verzameld hebt. En dan maar hopen dat de meerderheid van de mensen die komen stemmen jouw voorstel genegen zijn. Ik stelde de vraag hoe dat dan zat met de representativiteit. Wat als er maar tien procent komt opdagen voor zo’n referendum, dan wordt er uitgevoerd wat de meerderheid van die tien procent beslist. Hij zei dat dit geen probleem vormde, want als het ging om iets wat de mensen werkelijk belangrijk vonden, zouden ze wel hun stem laten horen. Het feit dat ze dit niet deden, betekende dat het onderwerp in kwestie hen onverschillig liet. Zo had ik het nog niet bekeken.

Het was alleszins een verrijkende avond die stof tot nadenken bood.

Genève – 1 november 2012

Ok, ik geef toe dat Genève niet echt mijn lijstje met nog te bezoeken steden op deze wereldbol stond. De hoofdreden voor ons bezoekje was dan ook de geboorte van de dochter van twee vrienden die ik in de Russische les leerde kennen en die collega-ingenieurs van een ander jaartal bleken te zijn. Ik kende Genève enkele van de deeltjesversneller en van het Palais des Nations, het hoofdkwartier van de VN.

Maar kijk, het was een bijzonder aangename kennismaking met deze Zwitserse stad op een dik uurtje vliegen van Brussel. Voor mij was het pas de tweede keer in mijn leven dat ik voet zette op Zwitserse bodem, na een verblijf in mijn jonge jaren Maloja met de CM (yep, in het beroemde, onlangs verkochte Maloja Palace). We dropten onze bagage af in Hôtel bel’espérance en liepen van daar naar het Meer van Genève om meteen al één van de top tien attracties van ons lijstje te schrappen: le Jet d’Eau. We hadden geluk dat we vergezeld werden door een stralend herfstzonnetje waardoor we konden genieten van een prachtige dubbele regenboog. le Jet d’Eau spuit zo’n 500 liter water per seconde de lucht in aan een snelheid van 200 km per uur. 140 meter hoog is deze indrukwekkende waterstraal. Wij liepen door het watergordijn om dit man made wonder van alle kanten te bekijken.

Na deze verfrissende wandeling lunchten we in de Yo’Mo Lounge. Genève is beslist niet de goedkoopste stad om op restaurant te gaan, maar als je een dagmenu neemt, valt de prijs nog wel meer. We aten kip parmentier en als dessert een werkelijk verrukkelijke sabayon. Ik eet niet zo dikwijls sabayon, omdat ik weet dat het nogal een ongezond dessert is, maar verdorie, het smaakte.

Na het middagmaal had de zon zich verstopt achter de wolken en was het blauw vervangen door grijs, maar het zag er gelukkig niet naar uit dat het snel zou beginnen regenen. We besloten dus te voet naar onze volgende bestemming te gaan: le Palais des Nations. We staken het meer over via een brug en zetten onze weg voort langs de oevers. Uiteindelijk bleek dat de Googlemaps schatting wat aan de optimistische kant was, vooral toen bleek dat we nog een stuk verder moesten stappen om het visitors office te bereiken.

Na een nogal oppervlakkige check van het identiteitsbewijs van mijn vriend (mijn identiteitsbewijs hebben ze niet eens bekeken), kregen we een visitor pass en mochten we de heilige grond van de UN betreden. Maar eerst moesten we nog voorbij de kassa geraken die slechts door één tergend traag werkende jongedame werd bediend die duidelijk trots was op haar talenkennis, want ze probeerde elke bezoeker in zijn of haar moedertaal te begroeten. Bij ons deed ze een verdienstelijke poging in het Duits. Enfin, toen we eindelijk ons toegangsbewijs hadden, was onze groep al vertrokken. Gelukkig werden we door een andere jongedame snel naar de juiste groep geloodst.

We kregen een rondleiding van een gids met een piepstemmetje die vooral veel uitwijdde over de vele geschenken die de VN al ontvangen had. Al was niemand echt onder de indruk van het kokostapijt uit de Filippijnen. De nieuwe vleugel voltooid in de jaren ’70 vond ik ronduit lelijk, het neoclassicistische gedeelte uit de jaren dertig kon er naar mijn gevoel wel mee door. Al straalden de gangen een ronduit ongezellig en kil sfeertje uit, het was interessant om op de plek te staan waar de voormalige League of Nations jammerlijk gefaald heeft de tweede wereldoorlog te voorkomen. Het gebouw had wel een aantal indrukwekkende zalen, waarvan de Council Chamber met de indrukwekkende canvassen van José Maria Sert het meest tot de verbeelding sprak. Vooral omdat deze ruimte vaak gebruikt werd om vredesverdragen tot stand te brengen. Zo werden de onderhandelingen om de eerste golfoorlog te beëindigen hier gevoerd. Toen ik de ruimte binnen wandelde, wist ik meteen dat ik deze bombastische schilderstijl al eerder gezien had. En ja, het werk van José Maria Sert valt ook te aanschouwen (ik wilde eerst bewonderen schrijven, maar ik ben nog steeds geen fan van ‘s mans werk) in het Rockefeller Center. Al bij al vond ik de rondleiding wat tegen vallen. De gids was nogal kort in zijn uiteenzettingen en ik had het gevoel dat er veel meer te vertellen viel over deze toch wel historische plek.

Op de terugweg stopten we nog een bij de beroemde Broken Chair te fotograferen. De stoel symboliseert de strijd tegen landmijnen en clusterbommen. De stoel is maar liefst 12 meter hoog en verbeeldt op een treffende manier het leed dat door deze verschrikkelijke oorlogswapens wordt berokkend.

Op de terugweg naar het oude stadsgedeelte namen we toch maar de tram, want mijn voeten begonnen serieus zeer te doen van het lopen op hoge hakken. We hadden zin in een vieruurtje en stapten de eerste de beste patisserie binnen. En ik kan jullie verzekeren, die Zwitsers kunnen verdorie lekkere gebakjes maken. Zo mooi en verfijnd. Kleine kunstwerkjes om op te eten.

Na ons vieruurtje kuierden we door de smalle straten van de Oude Stad met de ene na de andere antiekzaak of kunstgalerij. Genève is duidelijk een stad voor rijke mensen. Dat zie je aan de prachtige etalages en de hoge prijzen. Genève is een geweldige stad voor wie van luxe houdt en genoeg geld heeft om het zich te permitteren. Wij hielden het bij window shopping. Ondertussen was de avond gevallen en belandden we op het plein met de kathedraal. Het laatste avondlicht zorgde samen met de grijzen wolkenlucht voor een bijzonder sfeertje. We waren nog net op tijd om snel een blik op het interieur van de kathedraal te werpen, maar we hadden niet genoeg tijd om alles grondig te bekijken, dus besloten we hier één van de volgende dagen terug te keren bij daglicht om de glasramen in hun volle glorie te kunnen aanschouwen.

We maakten een snelle tussenstop in het hotel om andere schoenen aan te doen en gingen op zoek naar een plek in de buurt om iets te eten. Keuze zat in de Oude Stad. We belandden in restaurant Le Syracuse, waar ze Zwitserse specialiteiten serveerden. We lieten ons gaan en kozen voor de kaasfondue met boleten. Zwaar, maar o zo lekker. Zo vaak komen we per slot van rekening niet in Zwitserland!

Daarna vonden we het welletjes en kropen we in bed om voldoende energie voor de volgende dag te hebben.

Lunchweekend

We worden allemaal een dagje ouder en dat merken we ook aan het tijdstip van onze afspraken. Tot in de vroege uurtjes doorzakken, wordt een uitzondering en steeds vaker wordt er, vooral met de vrienden die kinderen hebben, ‘s middags afgesproken in plaats van ‘s avonds. Zo hadden we dit weekend zowel op zaterdag als zondag een lunchafspraak.

Zaterdag haalde onze West-Vlaamse gastvrouw werkelijk het onderste uit de kan met een keur aan hapjes die maakten dat er niet meer zoveel plaats over was voor het voor- en nagerecht. Alhoewel we het enorm appreciëerden dat ze zich zo uitsloofde voor ons, had het voor mij gerust wat minder mogen zijn. Want nu stond ze meer in de keuken dan dat ze tijd voor ons had om bij te babbelen. Wel leuk om kennis te maken met de bijna-buren van de gastheer en gastvrouw. Een sympathiek koppel met drie ongelooflijk brave, blonde tienerkinderen (10, 10 en 14). Lang geleden dat ik nog met zoveel blonde mensen in eenzelfde ruimte samen was, we hadden wel familie van mekaar kunnen zijn. De tieners waren opmerkelijk beleefd en welopgevoed. Ik moest even de juiste toon zoeken, want ik ben niet gewoon met tieners te spreken, maar we vonden al snel gespreksonderwerpen. Ik had een beetje schrik dat die jonge mensen waarvoor het eigenlijk allemaal nog moet beginnen, mij een oude zaag zouden vinden, maar ze deden goed alsof. 😉

Zondag was culinair misschien minder vooruitstrevend, maar een lekker brunch met een gekookt eitje, een uitgebreide keuze aan brood en beleg en verse fruitsla met yoghurt gaat er net zo goed in. Een fijne wandeling naar het provinciedomein was ideaal om alles te laten zakken en een plekje te maken voor de taart. Vervolgens verveelden we onze gastheer en gastvrouw nog wat met verhalen en foto’s uit Japan en voor dat we het wisten was het avond.

Het enige probleem met die lunchafspraken is, ik weet nooit goed wanneer naar huis te gaan. Als je ‘s avonds afspreekt is middernacht of het tijdstip waarop de gastheer en gastvrouw gewoonlijk gaan slapen zowat een breekpunt. Maar wat doe je bij zo’n lunchafspraak? Je kan toch moeilijk blijven hangen tot het avondeten? (Al moet ik toegeven dat we dat al wel gedaan hebben.) Wat vinden jullie, wat is een deftig uur om na een lunchafspraak naar huis te gaan?

Housewarming

Ik kan het niet genoeg zeggen, maar ik heb echt geweldige collega’s: toffe mensen die wanneer ze verhuizen hun collega’s uitnodigen voor een rondleiding in hun nieuwe woonst en een hapje en een drankje. We werden alleszins in de watten gelegd: met heerlijke courgettesoep en smakelijke chili con carne. Ook tof dat er ook een paar oud-collega’s van de partij waren. Heel leuk om wat te kunnen bijbabbelen. En ons cadeautje (een gezamenlijke bon van de IKEA) viel ook in de smaak. Je zou bijna hopen dat mijn collega snel opnieuw verhuist. 😉