De gruwel in Oost-Congo

Onpasselijk wordt ik ervan, van dit artikel in de Standaard. Ik heb het helemaal uitgelezen, omdat het belangrijk is te weten wat voor gruwelen er gebeuren in dat stukje van de wereld. Maar oh my god, ik denk niet dat ik het zou kunnen opbrengen die film te bekijken. Als ik dan vervolgens lees dat minister Charles Michel van België een internationale leider in de strijd tegen het seksueel geweld in Oost-Congo wil maken, hoop ik van harte dat dit geen loze woorden zijn.

Stop de seksuele terreur tegen vrouwen. Stop de verkrachtingen. Stop de wreedheden.

Dood vogeltje

Mijn moeder was een hevige fan van schlagers. Als kind was ik hierdoor helemaal niet mee met de moderne muziekscène. Heel de hype rond Madonna en zo, het ging allemaal aan mij voorbij. Neen, bij ons thuis stond steevast één of andere lokale radio op waar rond de klok plakkers van Benny Neyman, de Zangeres zonder Naam, André Hazes, Paul Severs, Dennie Christian, Conny en de Rekels, Duo X, Willy Sommers en vele anderen gedraaid werden. In die tijd hadden het Vlaamse en Nederlandse levenslied geen geheimen voor mij. Veel van die nummers kan ik nu nog altijd woord voor woord meezingen. Tot mijn eigen ergernis, want een fan van het genre ben ik nooit geweest.

Toch waren er tussen die schlagers nummers die mij tot in het diepste van mijn ziel geraakt hebben. Ik weet niet meer exact hoe oud ik was. Ik kan me nog wel herinneren dat ik achterop de fiets van mijn moeder in een kinderstoeltje zat. Ik vermoed dat ik een jaar of drie geweest zal zijn. We gingen ergens naartoe en ik huilde tranen met tuiten. Ontroostbaar was ik. Achteraf vertelde mijn moeder dat het heel wat moeite had gekost om erachter te komen wat de oorzaak van deze tranenvloed was. En toen kwam het eruit: het vogeltje was dood: hij had te hoog gevlogen. En dode vogeltjes dat was toen ongeveer het triestigste wat ik mij kon voorstellen.

Daar moest ik aan terugdenken, zondag op Erfgoeddag toen we het dode vogeltje met de felle kleuren bemerkten dat zijn eeuwige rustplaats op de trommel van de beiaard gevonden had.

dood vogeltje

Een atypische zaterdag

Zaterdagen hebben de onhebbelijke gewoonte eivol te zitten. Meestal begint mijn zaterdag ‘s ochtends al hollend naar de Russische les en kom ik pas tot rust als ik ergens na middernacht in de warmte van mijn eigen bedje lig. Deze zaterdag zou oorspronkelijk aan hetzelfde jachtige stramien voldoen. Ik was van plan de opendeurdag van het departement waar ik vroeger studeerde, te koppelen aan een reünie met de mensen van mijn jaar. Helaas lieten die het één na één afweten. Het is opvallend dat het enthousiasme om samen te komen met oudstudiegenootjes afneemt naarmate er ons meer jaren scheiden van dat mytische afstudeermoment. Jammer. Iedereen heeft het druk met carrièremaken, kindjes maken, huizen kopen, bouwen of verbouwen. De vriendschapsbanden raken langzaam maar zeker bestoft. Het is onvermijdelijk.

Nuja, ik besloot het niet aan mijn hart te laten komen en deze kans te grijpen om er een gezellige zaterdag samen met mijn vriendje van te maken. ‘s Avonds gingen we dineren in restaurant Imjai (onze tweede keuze, we wilden oorspronkelijk Ethiopisch eten, maar dat restaurant zat stampvol). We genoten van de heerlijk malse eend en het gevoel van rust. Even werden al de “dingen die nog gedaan moeten worden” opzij geschoven. De atmosfeer in het restaurant ademde ook rust en kalmte uit, heel relax. Dat de rode wijn bij het eten niet helemaal mijn smaak was, nam ik er met de glimlach bij. Na het eten wandelden we op ons gemak door de stille avondlijke stad. De schemering zorgde voor een bijzonder licht en de lege winkelwandelstraat maakte het plaatje compleet. Even overwogen we een filmpje mee te pikken, maar we wisten geen van twee of er iets goeds in de zalen speelde en het idee van een ontspannend warm bad leek zoveel aangenamer.

Na het bad kropen we vroeg in bed (jaja, vóór middernacht) en vielen na de nodige bedgymnastiek als een blok in slaap. We zouden dit meer moeten doen.

Lachen met het vriendje

Doordat ik tweeënhalve dag niet op het werk geweest ben, lagen er deze namiddag bergen onbeantwoorde emails op mij te wachten. Email, de vloek van de moderne informatiemaatschappij. Blijkbaar hadden ze tijdens mijn afwezigheid een vergadering ingepland om twee uur waarop ik een presentatie moest geven en dat was toch geen probleem, hopelijk? Enfin, ik ben (soms) geweldig flexibel, dus ik heb wat slides gebruikt die ik nog had staan en gaan met die banaan.

Om de emailachterstand wat weg te werken, besloot ik deze avond wat langer te blijven. Mijn vriendje had andere verplichtingen, die zat toch niet op mij te wachten. Of dat dacht ik althans, want toen ik een uur later dan gewoonlijk in de trein zat, belde hij me op:
“Waar zit je ergens?”
Ikke: “Euh, in de trein?”
Hij: “Waar ergens juist? ”
Ikke: “Euh, net Brussel Noord gepasseerd?  Waarom? ” (ik voelde een zekere dringendheid in zijn woorden)
Hij: “Welleuh, ik sta op het dak van de garages en ik geraak niet meer binnen.”

Nu moeten jullie weten dat je via een vluchthuisje vanuit de garage op het platte dak kan geraken. Er heeft nooit een slot op dat huisje gestaan, maar blijkbaar heeft de bouwheer daar nu wel een slot op gezet, waardoor de deur achter hem was dichtgevallen en hij niet meer terug in de garages kon. Hij was aan het testen hoe ver het wireless netwerk ging. :-)) En toen moest ik toch wel moeite doen om mijn lach in te houden. Ik zei dat ik nog een twintigtal minuten onderweg zou zijn voordat ik hem uit zijn benarde positie kon redden.

Uiteindelijk heeft hij iemand van de buren te pakken gekregen en die is hem komen bevrijden. De zielepoot. :-) Het lachen verging mij echter al snel toen mijn Treo me eraan herinnerde dat ik om zeven uur had afgesproken om te gaan squashen, vooral omdat mijn trein pas om zeven uur in Leuven zou aankomen. Spurtje getrokken van het station naar ons appartement, in zeven haasten mijn sportkleren bijeen gezocht, squashracket gepakt en op een drafje naar de squashzaal. Dik kwartier te laat, natuurlijk. Ik was al moe voordat ik nog maar één balletje geslagen had. 😉

Dat zal mij leren met mijn vriendje te lachen.

Geocaching

Om voldoende energie te hebben voor zaterdagnamiddag wandelen en schattenzoeken, begonnen mijn vriendje en ik de dag met een ontbijt in de Improvisio. Er gaat niets boven een ontbijt met bubbels om de dag welgemutst te starten. (Danku, genereuze schenker van deze Bongobon.) Helaas zette een fameuze stortbui al meteen een demper op de vreugde. Regen en geocaching, het is geen ideale combinatie.

Gewapend met paraplu’s en absoluut niet meer waterdichte regenjassen, stonden we om één uur op de trappen van de Sint-Pieterskerk te hopen op beter weer. Even overwogen we met ons gezelschap van zeven een café in te duiken om te wachten tot de bui overgewaaid zou zijn. We besloten ons echter niet te laten doen door een beetje regen en begaven ons naar het middelpunt van Leuven om vandaar de zoektocht naar de eerste cache aan te vatten.

Na wat gepruts met de gehuurde gps slaagden we erin min of meer de locatie van de cache te identificeren, met name het binnenplein waaraan de Wentelsteen ligt. Een paar slecht geparkeerde auto’s en heel veel natte klimop stonden tussen ons en de schat en zijn daar blijven staan, want na wat gezoek dropen we af naar de Wentensteen om onze handen te warmen aan een kop warme choco. Een paar stukjes taart en wat pannenkoeken later, gingen we weer op pad en zowaar: de zon was vanachter de regenwolken tevoorschijn gekomen.

Op naar cache nummer twee, hopelijk hadden we ditmaal meer succes. Deze cache vonden we zonder problemen. We maakten een fijne wandeling door de stad, kwamen nog eens bij de Improvosio terecht, want dat was één van de tussenstoppen op weg naar de schat en vonden het filmrolletje met daarin een doorweekt vodje papier zonder al te veel moeite. Hoera!

Daarna trokken we richting Kessel-lo. Er zou een microcache verborgen zijn op een speelterreintje. Veel gezocht, maar niets gevonden. De teleurstelling was voelbaar. Elk speeltuig werd aan een grondige observatie onderworpen, we klauterden overal op en onder (al een geluk dat door het slechte weer niet veel kindjes in de speeltuin aanwezig waren), wrikten stenen los, maar vonden niks. Toen er alweer druppels uit de hemel begonnen te vallen, gaven we er de brui aan.

Op naar l’Etoile d’Or voor een aperitiefje (cava, natuurlijk). We praatten wat na en maakten een behoorlijk vage afspraak om eens in Antwerpen te gaan geocachen. Van al dat zoeken en aperitieven wordt een mens hongerig. Ik waagde mij aan de zilveren zeevruchtenschotel (een specialiteit van de l’Etoile d’Or) en dat heb ik mij beslist niet beklaagd. Heel lekker! En meer dan voldoende om mijn honger te stillen.

Na het eten namen we afscheid van enkele geocachers met andere verplichtingen en trokken we met een groepje van vier richting Het Depot voor anderhalf uur taiko. Een mooie afsluiter van een, ondanks het tegenvallende weer, fijne dag.

Gevonden

Oude stadsmuur